Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Noardeast-Fryslân

Geldend van 23-02-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Noardeast-Fryslân

De raad van de gemeente Noardeast-Fryslân, in vergadering bijeen op 31 januari 2019,

gelezen het voorstel van de Stuurgroep Herindeling d.d. 12 juni 2018;

gelezen het advies van de Herindelingscommissie d.d.20 juni 2018;

gelet op het bepaalde in artikel 2 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen en in de artikelen 28 e.v. van de Wet algemene regels herindeling;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Noardeast-Fryslân

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 2.

    Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 3.

    De antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 4.

    Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet.

  • 5.

    Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • 6.

    Klager: klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • 7.

    Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Zorgplicht van college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

  • 1.

    Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd. 

  • 2.

    De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

  • 3.

    De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

    • per post;

    • per email;

    • telefonisch;

    • op een door de gemeente beschikbaar gestelde locatie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt in ieder geval:

  • a.

    de afdoeningstermijn van klachten;

  • b.

    de wijze van afdoening van klachten;

  • c.

    de registratie van klachten.

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

  • 1.

    Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden.

  • 2.

    Gemeenten die aansluiting hebben bij een regionaal antidiscriminatiebureau kunnen overeenkomen dat deze melding op een locatie in de betreffende gemeente kan plaatsvinden.

  • 3.

    Het college draagt zorg voor de deskundigheid van de medewerker die deze meldingen op adequate manier opneemt en doorverwijst.

  • 4.

    Klager wordt door de medewerkers doorgeleid naar de antidiscriminatievoorziening.

Artikel 6 Intrekking oude regelingen

  • 1.

    De Verordeningen inrichting antidiscriminatievoorziening Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen van Dongeradeel, vastgesteld op 8 april 2010, van Ferwerderadiel, vastgesteld op 22 december 2009, en van Kollumerland c.a., vastgesteld op 28 januari 2010, worden ingetrokken.

  • 2.

    Klachten welke op basis van de verordeningen, genoemd in het eerste lid, in behandeling zijn ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening, worden op basis van deze verordening verder afgehandeld.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als:

Verordening antidiscriminatievoorziening gemeente Noardeast-Fryslân.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Noardeast-Fryslân in zijn openbare vergadering d.d. 31 januari 2019.

De raad voornoemd,

de adjunct-griffier de voorzitter,

T. Toren drs. H.H. Apotheker