Verordening op de ambtelijke bijstand gemeente Noardeast-Fryslân (2019)

Geldend van 09-03-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand gemeente Noardeast-Fryslân (2019)

De raad van de gemeente Noardeast-Fryslân,

gelezen het voorstel van de Klankbordgroep d.d. 23-05-2018;

gelezen het voorstel van de Herindelingscommissie d.d. 20-06-2018;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

Verordening op de ambtelijke bijstand (2019)

Artikel 1 Ambtelijke bijstand

1. Een raadslid wendt zich tot de griffie met een verzoek om:

  • a.

    informatie;

  • b.

    inzage in of afschrift van documenten;

  • c.

    bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

2. Indien het verzoek onder a feitelijke informatie van geringe omvang betreft, kan het raadslid zich (ook) rechtstreeks wenden tot de ambtelijke organisatie.

3. De informatie bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, wordt door de griffie of op verzoek van de griffie door een ambtenaar gegeven.

4. Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij in overleg met de griffie de directie van de gemeente daarvan in kennis. De directie neemt het besluit.

5. De bijstand, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt verleend door de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffie kan worden verleend, kan de griffie de directie verzoeken één of meer ambtenaren aan te wijzen die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 2. Verlenen van ambtelijke bijstand/weigering verzoek ambtelijke bijstand.

1. Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffie en/of de directie ambtelijke bijstand aan een raadslid tenzij:

  • a.

    het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

  • b.

    dit het belang van de gemeente kan schaden.

2. De directie van de gemeente beoordeelt zo spoedig mogelijk in overleg met de griffie of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd, deelt de griffie dit met redenen omkleed mee aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

4. Indien het verzoek om ambtelijke bijstand door de directie van de gemeente is geweigerd, kan de griffie of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de voorzitter van de raad. Deze beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek.

Artikel 3. Geschillen over ambtelijke bijstand

1. Indien een raadslid niet tevreden is over de ambtelijke bijstand, doet hij de griffie hiervan mededeling; deze overlegt met de directie van de gemeente teneinde tot een voor beide partijen bevredigende oplossing te komen.

2. Indien het onder het eerste lid genoemde overleg niet tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leidt, wordt het geschil over de ambtelijke bijstand voorgelegd aan de voorzitter van de raad. Deze voorziet zo spoedig mogelijk in de kwestie.

Artikel 4. Recht op ambtelijke bijstand

Elk raadslid heeft recht op ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1.

Artikel 5. Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de ambtelijke bijstand van de gemeente Noardeast-Fryslân (2019)”.

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

  • 3.

    Met het in werking treden van de verordening vervallen de verordeningen op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2016 (Dongeradeel), bij raadsbesluit van 15 december 2016 (Ferwerderadiel) en bij raadsbesluit van 15 december 2016 (Kollumerland c.a.).

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Noardeast-Fryslân van 17 januari 2019.

De raad voornoemd,

de griffier de voorzitter,

mr. S.K. Dijkstra drs. H.H. Apotheker

Toelichting op de Verordening op ambtelijke bijstand 2019

Algemeen

Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 33 van de Gemeentewet. Het legt expliciet vast dat de raad en individuele raadsleden een recht op ambtelijke bijstand hebben.

In deze verordening vervult de griffie een centrale rol als eerste aanspreekpunt en beoordelaar betreffende ambtelijke bijstand en als schakel tussen de raadsleden en de reguliere ambtelijke organisatie.

De directie/gemeentesecretaris van de gemeente is verantwoordelijk voor de ambtelijke organisatie en heeft daarom ook een beslissende rol. Als er een conflictsituatie ontstaat of dreigt te ontstaan, zal de burgemeester een bemiddelende en uiteindelijk beslissende rol kunnen spelen. De positie van de burgemeester (als voorzitter van de raad) maakt hem/haar bij uitstek geschikt voor deze taak als bruggenbouwer en als degene die uiteindelijk het laatste woord heeft.

Artikel 1

De bijstand wordt zo spoedig mogelijk verleend. Het is niet mogelijk in de verordening hiervoor vaste termijnen op te nemen in verband met de verschillen in aard en omvang van de werkzaamheden voor een verzoek. De griffie ziet er op toe dat er voortgang blijft in het proces. Op grond van het vierde lid is er bij twijfel een rol voor de directie van de gemeente weggelegd. Deze zal in samenspraak met de griffie moeten beslissen of het een verzoek als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en b betreft.

Artikel 2

Beoordeling of één van de in artikel 2 genoemde weigeringsgronden zich voordoet vindt, na overleg met de griffie, door de directie van de gemeente plaats. Uiteraard kan de raad via de gebruikelijke weg hierover de burgemeester verzoeken verantwoording af te leggen (artikel 180 Gemeentewet).

Artikel 3

Ook als - naar de mening van het raadslid - op onvoldoende wijze aan zijn of haar verzoek om hulp gehoor wordt gegeven kan de zaak aan een hogere instantie worden voorgelegd: de burgemeester is daar gezien zijn eigenstandige positie in het gemeentelijke bestuur en zijn voorzitterschap van de raad de meest aangewezen instantie voor. Wel zal het betrokken raadslid hierover eerst overleg voeren met de griffie, eventueel in het bijzijn van de secretaris.

Artikel 4

Zie hiervoor artikel 33 van de Gemeentewet.

Artikel 5

Spreekt voor zich.