Algemene subsidieverordening gemeente Noardeast-Fryslân

Geldend van 13-07-2019 t/m heden

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Noardeast-Fryslân

De raad van de gemeente Noardeast-Fryslân;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 juni 2019;

gelet op de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet en op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat artikel 4:23, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht vereist dat voor het verstrekken van subsidie een wettelijk voorschrift is vastgesteld dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt;

dat het gewenst is om subsidie te verstrekken voor de uitvoering van activiteiten die bijdragen aan de realisatie van de gemeentelijke beleidsdoelen en de versterking of instandhouding van de sociale cohesie in de kernen;

dat in de Algemene subsidieverordening de gemeente in zijn algemeenheid regelt op welke beleidsterreinen subsidie kan worden verstrekt, maar geen bepaling bevat waarin de concrete subsidiabele activiteiten zijn omschreven;

dat het gewenst is de wettelijke voorschriften die regelen voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt op te nemen in afzonderlijke regelingen;

dat het gewenst is om subsidieplafonds te hanteren voor die regelingen waarvoor gedurende het gehele jaar aanvragen kunnen worden ingediend;

dat het gewenst is bevoegdheden omtrent subsidieverstrekking neer te leggen bij burgemeester en wethouders;

dat daarnaast een uniforme procedure voor alle subsidies wordt nagestreefd en dat een algemene subsidieverordening daarvoor de aangewezen plaats is;

dat de behoefte aan een nieuwe algemene subsidieverordening ook voortvloeit uit het streven naar een vermindering van de administratieve lasten voor subsidieontvangers en de noodzaak van actualisatie in verband met de herindeling van de gemeenten Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a. in de gemeente Noardeast-Fryslân;

B E S L U I T vast te stellen de Algemene subsidieverordening Noardeast-Fryslân.

§ 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • 1.

    egalisatiereserve: een reserve die wordt gevormd uit exploitatieoverschotten om eventuele toekomstige tekorten op te vangen teneinde een gelijkmatige verdeling van lasten te realiseren;

  • 2.

    gemeente: de gemeente Noardeast-Fryslân;

  • 3.

    incidentele subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onderdeel d van de Algemene wet bestuursrecht, die niet gebaseerd is op een wettelijk voorschrift;

  • 4.

    jaarsubsidie: subsidie die per kalenderjaar of voor een bepaald aantal kalenderjaren aan een instelling voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt.

Artikel 2 Toepasselijkheid van deze verordening

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is).

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen deze verordening geheel of gedeeltelijk van overeenkomstige toepassing verklaren op subsidies die kunnen worden verstrekt zonder grondslag in een wettelijke regeling.

  • 3.

    Bij nadere regeling (hierna te noemen: subsidieregeling) kan van deze verordening worden afgeweken, maar niet van de artikelen 3 (subsidieregelingen), 7 (weigeringsgronden) en 12 (wijzigen en intrekken subsidie).

  • 4.

    Artikel 4.24 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 3 Subsidieregelingen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen bij subsidieregeling vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders leggen in de subsidieregeling in ieder geval vast:

  • a.

    op welk beleidsterrein de regeling betrekking heeft;

  • b.

    welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen;

  • c.

    voor zover van toepassing, de aanwijzing van beoogde doel(en) en doelgroep(en);

  • d.

    weigeringsgronden;

  • e.

    gegevens en stukken die bij de aanvraag moeten worden overgelegd;

  • f.

    welke aanvullende verplichtingen aan de subsidieverstrekking worden of kunnen worden verbonden;

  • g.

    overige voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om in aanmerking te komen voor een subsidie.

  • 3.

    Een subsidieregeling kan verder naast het in artikel 10 (verplichtingen subsidieontvanger) genoemde in elk geval bepalen dat de subsidie kan worden vastgesteld zonder voorafgaande verleningsbeschikking, alsmede dat afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht (per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen) van toepassing is.

Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen per beleidsterrein subsidieplafonds vaststellen. In dat geval bepalen zij bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieplafond verlagen als:

  • a.

    het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; of

  • b.

    de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

  • 3.

    Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 4.

    Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

§ 2 De aanvraag

Artikel 5 Aanvraag- en beschikkingstermijnen

  • 1.

    Een aanvraag van een jaarsubsidie wordt ingediend uiterlijk 1 juni voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft. Daarop wordt uiterlijk op 31 december beschikt. Burgemeester en wethouders kunnen deze termijn verlengen.

  • 2.

    Andere aanvragen om subsidie worden ingediend uiterlijk zes weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Daarop wordt binnen acht weken beschikt. Burgemeester en wethouders kunnen deze termijn verlengen.

Artikel 6 Inhoud van de aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders. Als hiervoor een aanvraagformulier is vastgesteld geschiedt dit met gebruikmaking daarvan.

  • 2.

    Bij de aanvraag legt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens over:

  • a.

    een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

  • b.

    de doelen en resultaten die met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

  • c.

    een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

  • d.

    als het een jaarsubsidie aan een rechtspersoon betreft, de stand van de reserves op het moment van de aanvraag.

  • 3.

    Een rechtspersoon die voor de eerste maal een jaarsubsidie aanvraagt, voegt een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar toe aan de aanvraag.

§ 3 Verlening

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1.

    Een subsidie wordt geweigerd, indien:

  • a.

    de verlening een steunmaatregel zou vormen die in strijd is met artikel 107 of 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

  • b.

    er sprake is van het geval en de voorwaarden als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

  • 2.

    Een subsidie kan in elk geval deels of geheel worden geweigerd:

  • a.

    als de te subsidiëren activiteiten in strijd zijn met een wettelijke regeling;

  • b.

    als ernstig gevaar bestaat dat de subsidie mede zal worden gebruikt:

  • om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of

  • om strafbare feiten te plegen;

  • Een en ander als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen openbaar bestuur;

  • c.

    als de activiteiten niet verenigbaar zijn met het gemeentelijk beleid;

  • d.

    als de activiteiten zich niet in hoofdzaak richten op de gemeente of haar inwoners, tenzij de subsidie wordt gedekt door een specieke uitkering van het Rijk die mede is bestemd voor andere gemeenten;

  • e.

    als de activiteiten gericht zijn op het uitdragen van levensbeschouwelijke of politieke overtuigingen;

  • f.

    als bepaalde groepen van deelname aan de activiteiten worden uitgesloten en daarmee naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet een nuttig doel wordt gediend, zodat sprake is van ontoelaatbare discriminatie;

  • g.

    als de activiteiten zijn gericht op het maken van winst;

  • h.

    als de aanvrager een bij of krachtens deze verordening gestelde verplichting niet nakomt of als hij niet voldoet aan een daar gestelde voorwaarde om voor de subsidie in aanmerking te kunnen komen;

  • i.

    als de aanvrager voor het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft met een functionaris een bezoldiging als bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector overeenkomt of is overeengekomen die hoger is dat het bedrag bedoeld in artikel 2.3, eerste lid van die wet;

  • j.

    wanneer de aanvrager ook zonder de gemeentelijke subsidie over voldoende gelden hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteit te dekken.

Artikel 8 Weigering van incidentele subsidies

In aanvulling op artikel 8 kunnen burgemeester en wethouders een incidentele subsidie in ieder geval weigeren voor zover:

  • a.

    de aanvraag betrekking heeft op de reguliere activiteiten van de aanvrager;

  • b.

    de aanvraag betrekking heeft op de instandhoudingskosten van de aanvrager;

  • c.

    de aanvraag betrekking heeft op de inrichtingskosten van de aanvrager;

  • d.

    de aanvraag betrekking heeft op een structurele activiteit, met uitzondering van structurele activiteiten die in een opbouwfase verkeren;

  • e.

    de aanvraag betrekking heeft op een activiteit waarvoor op grond van een subsidieregeling als bedoeld in artikel 3, subsidie kan worden verstrekt of in het jaar voorafgaand aan de aanvraag kon worden verstrekt;

  • f.

    de aanvraag betrekking heeft op een activiteit die in het gemeentelijk beleid onvoldoende prioriteit heeft.

Artikel 9 Meldingsplicht subsidieontvanger

  • 1.

    Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld schriftelijk aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Een subsidieontvanger informeert burgemeester en wethouders onverwijld schriftelijk over:

  • a.

    beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

  • b.

    relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

  • c.

    ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;

  • d.

    wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon en het doel van de rechtspersoon.

Artikel 10 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1.

    In een subsidieregeling kan worden bepaald dat aan een subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, kunnen worden opgelegd, als ze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 2.

    In een subsidieregeling kan worden bepaald dat een subsidieontvanger aan burgemeester en wethouders een vergoeding van vermogenswaarden verschuldigd is in gevallen als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.

  • 3.

    In een subsidieregeling kan worden bepaald dat aan een subsidieontvanger verplichtingen kunnen worden opgelegd die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Artikel 11 Egalisatiereserve

  • 1.

    Bij verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger van een jaarsubsidie die meer dan € 50.000 bedraagt een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht vormt.

  • 2.

    Is een jaarsubsidie verleend voor een in de loop van een kalenderjaar uit te voeren activiteitenplan en blijkt dat daarvoor niet de gehele subsidie nodig was, dan kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat de subsidieontvanger een egalisatiereserve van een door hen te bepalen percentage vormt. Bedraagt het overschot meer dan de door burgemeester en wethouders bepaalde egalisatiereserve, dan wordt het meerdere door burgemeester en wethouders teruggevorderd.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat de reserve slechts binnen een zekere termijn kan worden gebruikt. Is de reserve gedurende deze termijn niet geheel gebruikt, dan wordt het restant door burgemeester en wethouders teruggevorderd.

Artikel 12 Wijzigen en intrekken subsidie

  • 1.

    Als na de verlening blijkt dat de subsidiëring een steunmaatregel vormt die in strijd is met artikel 107 of 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt de subsidie gewijzigd of ingetrokken.

  • 2.

    De subsidie kan worden gewijzigd of ingetrokken als na de verlening alsnog blijkt dat ernstig gevaar bestaat dat de subsidie mede zal worden gebruikt:

  • a.

    om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of

  • b.

    om strafbare feiten te plegen.

  • Een en ander als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen openbaar bestuur.

§ 4 Vaststelling van de subsidie

Artikel 13 Directe vaststelling

  • 1.

    Subsidies tot en met € 10.000,- worden door burgemeester en wethouders:

  • a.

    direct vastgesteld of;

  • b.

    ambtshalve vastgesteld binnen 8 weken nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.

  • 2.

    Bij een ambsthalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onder b, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger verplichten om op de door hem aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen.

Artikel 14 Aanvraag om vaststelling

  • 1.

    Een aanvraag om vaststelling van een jaarsubsidie wordt uiterlijk 1 juni na het betrokken jaar ingediend. Daarop wordt uiterlijk op 31 december beschikt. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders deze termijn verlengen.

  • 2.

    Een aanvraag om vaststelling van een andere subsidie wordt ingediend uiterlijk acht weken nadat de laatste gesubsidieerde activiteit heeft plaatsgevonden. Burgemeester en wethouders kunnen de termijn verlengen. Op de aanvraag wordt zo mogelijk binnen vier maar in elk geval binnen acht weken beschikt. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders deze termijn verlengen.

  • 3.

    Is een aanvraag om vaststelling niet tijdig ingediend, dan kunnen burgemeester en wethouders een nieuwe termijn stellen. Is de aanvraag niet binnen die termijn ingediend, dan kunnen zij de subsidie ambtshalve vaststellen.

Artikel 15 Subsidievaststelling

  • 1.

    Een aanvraag om vaststelling van een subsidie van meer dan € 10.000,- gaat vergezeld van een financieel verslag en een activiteitenverslag. Uit het activiteitenverslag blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en in hoeverre de aangegeven doelen zijn gerealiseerd. Bij subsidieregeling kan worden bepaald dat op een andere manier wordt aangetoond in hoeverre de activiteiten zijn verricht.

  • 2.

    Bij een subsidie vanaf € 50.000,- bevat de aanvraag tot subsidievaststelling een controleverklaring van de accountant. Als de subsidieontvanger ingevolge wettelijk voorschrift verplicht is tot het opstellen van een jaarrekening als bedoeld in artikel 361 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, legt hij deze jaarrekening tevens over.

§ 5 Overige bepalingen

Artikel 16 Hardheidsclausule

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

  • 2.

    Toepassing van het eerste lid wordt gemotiveerd in de subsidiebeschikking.

§ 6 Slotbepalingen

Artikel 17 Intrekking, inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1.

    De Algemene subsidieverordening Dongeradeel 2013, de artikelen 1.2 tot en met 1.11 en hoofdstuk 3 van de Algemene subsidieverordening 2009 gemeente Ferwerderadiel en de Algemene subsidieverordening Kollumerland c.a. (2011) worden ingetrokken per 1 januari 2020.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking. Deze regeling is van toepassing op subsidieaanvragen die betrekking hebben op het jaar 2020 of volgende.

  • Op de subsidiëring op voordien uit te voeren activiteiten zijn:

  • 3.

    voor subsidieontvangers uit de voormalige gemeente Dongeradeel: de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Dongeradeel 2013;

  • 4.

    voor subsidieontvangers uit de voormalige gemeente Ferwerderadiel: de bepalingen van de Algemene subsidieverordening 2009 gemeente Ferwerderadiel;

  • 5.

    voor subsidieontvangers uit de voormalige gemeente Kollumerland c.a.: de Algemene subsidieverordening Kollumerland c.a. (2011);

  • van toepassing zoals deze regelingen luidden op de dag voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening Noardeast-Fryslân.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Noardeast-Fryslân, gehouden op 20 juni 2019.

De griffier,

……………………,

De burgemeester,

…………….