Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noord-Beveland houdende regels omtrent het stoken van een kampvuur of vreugdevuur Nadere regels voor het stoken van een kampvuur of vreugdevuur

Geldend van 15-08-2018 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noord-Beveland houdende regels omtrent het stoken van een kampvuur of vreugdevuur Nadere regels voor het stoken van een kampvuur of vreugdevuur

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noord-Beveland;

Gelet op artikel 5.34 lid 3 van de APV 2016;

Besluit:

Vast te stellen de Nadere regels voor het stoken van een kampvuur of vreugdevuur 2018.

Artikel 1 Vereiste toestemmingen

  • 1. Het stoken van een kampvuur/vreugdevuur is uitsluitend toegestaan als de APV en de milieuwetgeving dit toelaten.

  • 2. Bij mist, vrij krachtige wind, (5 Beaufort > 8 meter/seconde) en/of kritische droogte van de ter plaatse aanwezige begroeiing mag niet worden gestookt (e.e.a. ter beoordeling van de lokale brandweer).

  • 3. Tevens mag niet worden gestookt wanneer de VRZ bekend heeft gemaakt dat “extra alertheid gewenst is” m.b.t. het risico op het ontstaan van natuurbranden.

Artikel 2 Opstelplaats en stoken van een kampvuur/vreugdevuur

  • 1. Het aanleggen, stoken of hebben van een kampvuur/vreugdevuur mag geen gevaar of schade opleveren voor derden.

  • 2. Het aanleggen, stoken of hebben van een kampvuur/vreugdevuur moet plaatsvinden op een grotere afstand dan de berekening: hoogte van brandstapel *factor 6, met een minimum van 15 m van een bouwwerk en een opstapeling van oogstproducten.

  • 3. De stookplaats moet over een afstand van 2 m rond het vuur zijn ontdaan van brandbare begroeiing.

  • 4. Het aanleggen, stoken of hebben van een kampvuur/vreugdevuur mag uitsluitend plaatsvinden onder voortdurend toezicht van een meerderjarig persoon.

  • 5. Bij het aanleggen van een kampvuur/vreugdevuur mag geen gebruik worden gemaakt van milieu belastende vloeistoffen als benzine en dergelijke.

  • 6. Per verbranding mag er maximaal 50 m3 hout worden verbrand.

  • 7. Voor het aansteken van het vreugdevuur moet de brandstapel stabiel en aaneengesloten zijn opgebouwd.

  • 8. De brandstapel mag uitsluitend bestaan uit snoeihout (conform de witte lijst van www.infomil.nl) of schoon pallethout in geval van de verbranding van huttenbouwfeesten.

  • 9. Het aanleggen, stoken of hebben van een kampvuur/vreugdevuur is verboden, als de rook in de richting van een weg of spoorweg gaat.

  • 10. Het aansteken van het vreugdevuur mag uitsluitend gedaan worden met behulp van een gasbrander of door middel van stro in de stapel. De gasfles moet na het aansteken van de brandstapel verplaatst worden tot een afstand minimaal gelijk aan de afstand tot publiek en gebouwen.

  • 11. Het aansteken van het vreugdevuur mag niet versneld worden door gebruik te maken van vloeibare brandstoffen als benzine, diesel of afgewerkte olie.

  • 12. De houder van de ontheffing of de toezichthouder moet aanwezig blijven tot het vuur volledig is gedoofd.

  • 13. Na afloop van een kampvuur/vreugdevuur moet het vuur volledig worden gedoofd en de resten worden opgeruimd. De verbrandingsresten moeten naar een milieustraat worden afgevoerd.

Artikel 3 Blusmiddelen

  • 1. In de directe nabijheid van een kampvuur/vreugdevuur moet minstens een draagbaar blustoestel aanwezig zijn met een inhoud van ten minste 6 kg bluspoeder of een gelijkwaardig ander blusmiddel dat geschikt is voor het blussen van klasse A-branden (vaste stoffen), B-branden (vloeistoffen) en C-branden (gassen) en of een blusdeken met een minimaal oppervlak van 1.2 x 1.8 m.

  • 2. Een draagbaar blustoestel moet:

    • a.

      Voor iedereen duidelijk zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar zijn aangebracht;

    • b.

      Voor direct gebruik gereed zijn;

    • c.

      In goede staat van onderhoud verkeren; geen uiterlijke en functie beperkende beschadigingen;

    • d.

      Zijn voorzien van een geldig Rijkskeurmerk met rangnummer;

    • e.

      Ten minste eenmaal per twee jaar overeenkomstig de norm NEN 2559:2001 zijn onderhouden en zijn voorzien van een label of sticker waarop de laatste controledatum is vermeld.

Artikel 4 Kennisgeving van begin van stoken van een kampvuur/vreugdevuur

Het exacte tijdstip van begin van het kampvuur/vreugdevuur moet 1 uur van tevoren worden gemeld aan de politie en de brandweer. Het telefoonnummer hiervoor is: 0118-432400.

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Nadere regels voor het stoken van een kampvuur of vreugdevuur 2015 van 3 maart 2015 worden ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van inwerkingtreding.

  • 2.

    Deze nadere regels treden in werking op 30 juni 2018.

  • 3.

    Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels voor het stoken van een kampvuur of vreugdevuur”.

Ondertekening