Verordening Commissie Regionaal Overleg Seppe Noord-Brabant

Geldend van 27-07-2011 t/m heden

Intitulé

Verordening Commissie Regionaal Overleg Seppe Noord-Brabant

Verordening Commissie Regionaal Overleg Luchthaven Seppe Noord-Brabant

Provinciale Staten van Noord-Brabant;

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 31 mei 2011;

Gelet op de artikelen 8.58 en 8.59 van de Wet luchtvaart;

Gelet op het advies van de commissie voor Mobiliteit en Financiën d.d. 17 juni 2011;

Gezien de Nota van Wijziging van Gedeputeerde Staten d.d. 28 juni 2011;

Overwegende dat bij Wet van 18 december 2008, houdende wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens), taken op het gebied van luchtvaart zijn gedecentraliseerd van rijk naar provincies;

Overwegende dat Provinciale Staten op grond van artikel 8:58 van de Wet luchtvaart verplicht zijn een commissie regionaal overleg in te stellen voor iedere luchthaven van regionale betekenis, waarvoor op grond van artikel 8.43 van de Wet luchtvaart een luchthavenbesluit vereist is;

Overwegende dat artikel 8:59 van de Wet luchtvaart Provinciale Staten opdraagt nadere regels te stellen omtrent de taak, de samenstelling en de werkwijze van de commissie, ter uitwerking van hetgeen in de Wet luchtvaart daarvoor is bepaald;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Wet luchtvaart;

  • b.

    commissie: Commissie Regionaal Overleg Luchthaven Seppe.

Artikel 2 Instelling

Er is een Commissie Regionaal Overleg Luchthaven Seppe.

Artikel 3 Taken

De commissie heeft tot taak:

  • a.

    het uitwisselen van informatie tussen de leden over het feitelijke en voorziene gebruik van de luchthaven;

  • b.

    het verzorgen van informatie over het gebruik van de luchthaven aan de bevolking in de omgeving van de luchthaven;

  • c.

    het analyseren van klachten over het gebruik van de luchthaven;

  • d.

    het geven van advies aan betrokken partijen over het voorkomen van en omgaan met klachten over het gebruik van de luchthaven;

  • e.

    het geven van advies aan het bevoegd gezag over het Luchthavenbesluit of het ontwerp daarvan;

  • f.

    het geven van advies aan het bevoegd gezag, gevraagd of ongevraagd, over wijziging van het Luchthavenbesluit;

  • g.

    het geven van advies aan het bevoegd gezag over de wijze van uitoefening van toezicht op de uitvoering van het Luchthavenbesluit.

Artikel 4 Samenstelling

De commissie bestaat uit:

  • a.

    een onafhankelijk voorzitter;

  • b.

    een vertegenwoordiger van de gemeente Etten-Leur;

  • c.

    een vertegenwoordiger van de gemeente Halderberge;

  • d.

    een vertegenwoordiger van de gemeente Rucphen;

  • e.

    een vertegenwoordiger van de gemeente Roosendaal;

  • f.

    een vertegenwoordiger van de exploitant van de luchthaven;

  • g.

    ten minste één en maximaal vier vertegenwoordigers van omwonenden van de luchthaven, en niet meer dan één per gemeente;

  • h.

    een vertegenwoordiger van een rechtspersoonlijkheid bezittende gebruikersorganisatie van de luchthaven;

  • i.

    een vertegenwoordiger van de Brabantse Milieufederatie;

  • j.

    een vertegenwoordiger van het bedrijfsleven in de omgeving van de luchthaven.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1 De commissie voert haar taken zodanig uit dat er zoveel mogelijk overeenstemming tussen de leden wordt bereikt.

  • 2 In het advies van de commissie wordt het meerderheidsstandpunt en, op verzoek, daarvan afwijkende standpunten tot uitdrukking gebracht.

  • 3 De commissie treedt niet in de bevoegdheden en rechten van de in haar vertegenwoordigde organen en organisaties.

  • 4 Voor de voorbereiding van vergaderingen kiest de commissie uit haar midden twee leden die samen met de voorzitter de agendacommissie vormen.

Artikel 6 De voorzitter

  • 1. Provinciale Staten benoemen de voorzitter voor een periode van vier jaar.

  • 2. Provinciale Staten kunnen de voorzitter eenmaal herbenoemen.

  • 3. Provinciale Staten kunnen de voorzitter schorsen en ontslaan.

  • 4. De voorzitter heeft tot taak:

    • a. het leiden van de vergaderingen van de commissie;

    • b. het formuleren van de conclusies uit de beraadslagingen in de commissie;

    • c. het bewaken van de uitvoering van het werkplan;

    • d. het benoemen, schorsen en ontslaan van leden van de commissie, op voordracht van de daartoe aangewezen organen en organisaties;

    • e. het naar buiten vertegenwoordigen van de commissie, met inachtneming van de posities en opvattingen van de leden van de commissie;

    • f. er voor te zorgen dat het orgaan of de organisatie wordt uitgenodigd om een voordracht te doen voor een lid bij de vorming van de commissie en vervolgens bij het ontstaan van een vacature.

  • 5. De commissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 6. De voorzitter heeft geen stemrecht.

Artikel 7 Benoeming van de leden

  • 1 De voorzitter benoemt een lid overeenkomstig de voordracht van het orgaan of de organisatie die het lid vertegenwoordigd, tenzij dringende redenen hem aanleiding geven het orgaan of de organisatie te verzoeken de voordracht te heroverwegen.

  • 2 In het geval, bedoeld in het eerste lid, doet het orgaan of de organisatie die het lid vertegenwoordigd een nieuwe voordracht.

  • 3 Een lid wordt benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 4 In het benoemingsbesluit, bedoeld in het derde lid, worden begin- en einddatum van de periode opgenomen.

  • 5 De voorzitter kan een lid op voordracht van het orgaan of de organisatie die het lid vertegenwoordigd eenmaal herbenoemen.

Artikel 8 Ontslag van de leden

  • 1. Het lidmaatschap van de commissie eindigt:

    • a. van rechtswege;

    • b.

      door opzegging;

    • c. door ontslag.

  • 2. De beëindiging van rechtswege, bedoeld in het eerste lid, onder a, gaat in met ingang van de dag dat de grond voor het lidmaatschap komt te vervallen, dan wel door het verstrijken van de benoemingstermijn.

  • 3. Het lid en het orgaan of de organisatie die het lid vertegenwoordigd informeren de voorzitter onverwijld over de beëindiging, bedoeld in het tweede lid, tenzij het lidmaatschap eindigt wegens het verstrijken van de benoemingstermijn.

  • 4. Het orgaan of de organisatie die het lid vertegenwoordigd omkleedt het verzoek tot ontslag, bedoeld in het eerste lid, onder c, met redenen.

Artikel 9 De secretaris

  • 1 Gedeputeerde Staten benoemen de secretaris.

  • 2 De secretaris is geen lid van de commissie.

  • 3 De secretaris heeft tot taak het zorg dragen voor:

    • a.

      een goede inhoudelijke en logistieke voorbereiding van vergaderingen van de commissie;

    • b.

      de uitvoering van de beslissingen van de commissie, waaronder het opstellen van adviezen en correspondentie.

Artikel 10 Vergaderingen

  • 6 Een voorstel tot het houden van een besloten vergadering, bedoeld in het vijfde lid, kan zowel afkomstig zijn van de voorzitter als van een lid van de commissie en wordt voldoende gemotiveerd.

Artikel 11 Vergoeding

De voorzitter en de leden ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding overeenkomstig artikel 35 van de Verordening rechtspositie, gedeputeerden, staten- en commissieleden.

Artikel 12 Jaarverslag

  • 1 De commissie stelt jaarlijks voor één april een verslag vast over de uitgevoerde werkzaamheden in het voorgaande kalenderjaar.

  • 2 In het verslag, bedoeld in het eerste lid, geeft de commissie in ieder geval aan:

    • a.

      de mate waarin het werkplan tot uitvoering is gekomen;

    • b.

      de samenstelling van de commissie;

    • c.

      wijzigingen in de samenstelling;

    • d.

      eventuele bijzondere voorvallen of omstandigheden die voor haar werkzaamheden van belang zijn geweest.

  • 3 De commissie zendt het verslag, als bedoeld in het eerste lid, naar Provinciale Staten.

Artikel 13 Nadere regels

  • 1 De commissie kan bij huishoudelijk reglement nadere regels stellen betreffende haar werkwijze en die van de agendacommissie en subcommissies.

  • 2 Zij doet daarvan mededeling aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum waarop de Omzettingsregeling luchthaven Seppe in werking is getreden.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Commissie Regionaal Overleg Luchthaven Seppe Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 30 juni 2011
Provinciale Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de griffier mw. drs. C.J.M. Dortmans
 

Toelichting bij de Verordening Commissie Regionaal Overleg Luchthaven Seppe Noord-Brabant

Algemeen

Door een wijziging van de Wet luchtvaart zijn bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur gedecentraliseerd. De provincie wordt het bevoegd gezag met betrekking tot het landzijdig gebruik van de luchthaven Seppe bij de inwerkingtreding van de door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu vast te stellen regeling houdende de omzetting van het aanwijzingsbesluit voor de luchthaven Seppe, de zogenaamde omzettingsregeling RBML. De omzettingsregeling RBML voor luchthaven Seppe (Omzettingsregeling luchthaven Seppe) zal waarschijnlijk op 1 oktober 2011 in werking treden.

Provinciale Staten moeten voor burgerluchthavens van regionale betekenis een luchthavenbesluit, dat doorwerking heeft naar het bestemmingsplan, vaststellen en een commissie regionaal overleg luchthaven (hierna: CRO) instellen. Deze CRO vervangt de destijds door de Minister van Verkeer en Waterstaat ingestelde commissie milieuhygiëne luchtvaartterrein Seppe, de zogenaamde artikel 28-commissie.

Deze verordening regelt de instelling en samenstelling van de CRO Seppe. De CRO heeft ingevolge de Wet luchtvaart de taak om door overleg van diverse betrokkenen een gebruik van de luchthaven te bevorderen dat zo veel mogelijk recht doet aan de belangen van die betrokkenen. Het gaat daarbij om alle belangen, dus ook om de betekenis van de luchthaven voor economie, werkgelegenheid en recreatie, en niet alleen om de milieubelangen. De CRO heeft geen formele bevoegdheden.

De Wet luchtvaart schrijft geen inspraakprocedure voor ten aanzien van instelling van de CRO. De wet schrijft voor welke organen en organisaties in de CRO moeten of kunnen zijn vertegenwoordigd. Deze organen en organisaties dragen elk aan de door Provinciale Staten benoemde onafhankelijk voorzitter een vertegenwoordiger voor om deze als lid van de CRO te benoemen. Aangezien de samenstelling van de CRO grotendeels hetzelfde zal zijn als de voorgaande artikel 28-commissie, is er voor gekozen om niet vrijwillig een inspraakprocedure te volgen.

Artikelsgewijs

Artikel 2

De CRO komt in de plaats van de huidige commissie van overleg en voorlichting omtrent de milieuhygiëne rond een luchtvaartterrein, de zogeheten artikel 28-commissie. De CRO heeft de taak om door overleg met diverse betrokkenen een gebruik van de luchthaven te bevorderen dat zoveel mogelijk recht doet aan de belangen van die betrokkenen. Het gaat daarbij om alle belangen; niet alleen om de milieubelangen maar dus ook om de betekenis van de luchthaven voor economie, werkgelegenheid en recreatie

De CRO heeft geen formele bevoegdheden. De CRO heeft wel een platform- en adviesfunctie.

Artikel 3

De CRO neemt geen bevoegdheden over van één van de leden van de commissie. Ieder lid blijft verantwoordelijk voor zijn eigen taken en bevoegdheden. Het gaat er om dat de betrokkenen hun taken en bevoegdheden ten aanzien van de luchthaven zo veel mogelijk op elkaar afstemmen. Met name de exploitant en de gebruikers van de luchthaven en de gemeenten zullen immers bepaalde verantwoordelijkheden krijgen op grond van het door Provinciale Staten vast te stellen Luchthavenbesluit.

Het in ontvangst nemen, registreren en behandelen van klachten over het gebruik van de luchthaven behoort niet tot de taak van de CRO. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd door de luchthavenexploitant, met medewerking van de Milieuklachtencentrale van de Provincie Noord-Brabant.

Artikel 4

In artikel 8.58 Wet luchtvaart is voorgeschreven welke organisaties in de commissie vertegenwoordigd moeten zijn. Tevens is in dit artikel aangegeven welke organisaties daarin ook vertegenwoordigd kunnen worden.

Bij de samenstelling van de commissie is met inachtneming van de betreffende wettelijke eisen gestreefd naar een evenwichtige vertegenwoordiging van alle belangen.

Op uitdrukkelijk verzoek van Provinciale Staten zal ook het bedrijfsleven worden vertegenwoordigd in de CRO.

Artikel 6

De artikel 28-commissie had een provinciaal bestuurder als voorzitter. Ingevolge artikel 8.58 van de Wet luchtvaart heeft de CRO een onafhankelijk voorzitter, die ingevolge artikel 8.59 van de Wet luchtvaart door Provinciale Staten wordt benoemd, geschorst en ontslagen. De voorzitter wordt bij afzonderlijk besluit benoemd en is geen vertegenwoordiger van één van de instanties die in de CRO vertegenwoordigd zijn.

Artikel 7

Ingevolge artikel 8.59, vierde lid, van de Wet luchtvaart worden de leden benoemd, geschorst en ontslagen door de voorzitter op voordracht van het orgaan of de organisatie die het lid vertegenwoordigt.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

de voorzitter de secretaris

prof.dr. W.B.H.J. van de Donk drs. W.G.H.M. Rutten