Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2008

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Intitulé

Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2008

Provinciale Staten van Noord-Holland,

gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten,

gelet op artikel 2 van de Waterschapswet,

besluiten:

  • I

    het Reglement van bestuur voor het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, vastgesteld bij het besluit van Provinciale Staten van Noord-Holland van 15 april 2002, nr. 25, nadien gewijzigd, met ingang van 31 maart 2008 in te trekken;

  • II

    het Kiesreglement waterschappen Noord-Holland (Provinciaal Blad 1998, nr. 57), nadien gewijzigd, met ingang van 31 maart 2008 in te trekken;

  • III

    het Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2008 met bijbehorende kaart vast te stellen (bijlagen IV en VI).

Dit besluit van Provinciale Staten is goedgekeurd bij besluit van de Staatssecretaris van Vekeer en Waterstaat d.d. 13 maart 2008, nr. HDJZ/WAT/2008-307.

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Dit reglement verstaat onder:

  • a.

    wet: Waterschapswet;

  • b.

    categorie ingezetenen: categorie van belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel a, van de wet;

  • c.

    categorie ongebouwd: categorie van belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel b, van de wet;

  • d.

    categorie natuurterreinen: categorie van belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel c, van de wet;

  • e.

    categorie bedrijven: categorie van belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van de wet.

Hoofdstuk 2 Naam, gebied, vestigingsplaats en taak van het hoogheemraadschap

Artikel 2 Naam

Er is een waterschap met de naam Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, verder aan te duiden als: het hoogheemraadschap.

Artikel 3 Gebied

  • 1. Het gebied van het hoogheemraadschap is aangegeven op de bij dit reglement behorende kaart.

  • 2. De grenzen van het gebied, bedoeld in het eerste lid, kunnen nader worden aangegeven op door gedeputeerde staten vast te stellen detailkaarten.

  • 3. Van elk van de kaarten, bedoeld in het eerste en tweede lid, berust een gewaarmerkt exemplaar bij het hoogheemraadschap en bij de provincie Noord-Holland.

Artikel 4 Vestigingsplaats

Het hoogheemraadschap is gevestigd in een door het college van hoofdingelanden te bepalen gemeente.

Artikel 5 Taak

  • 1. De taak van het hoogheemraadschap is de waterstaatkundige verzorging van zijn gebied, bedoeld in artikel 3, eerste lid, voor zover deze taak niet aan andere publiekrechtelijke lichamen is opgedragen.

  • 2. De taak, bedoeld in het eerste lid, omvat:

    • a.

      de zorg voor het watersysteem;

    • b.

      de zorg voor het zuiveren van afvalwater, hieronder mede begrepen het stedelijk afvalwater dat af komstig is vanuit het beheersgebied van een aangrenzende waterbeheerder en dat krachtens artikel 3.4 van de Waterwet om doelmatigheidsredenen wordt gezuiverd op een zuiveringstechnisch werk dat in beheer is bij het hoogheemraadschap.

  • 3. Het hoogheemraadschap heeft daarnaast als taken de zorg voor:

    • a.

      wegen.

  • 4. De zorg voor wegen betreft de zorg voor:

    • a.

      de openbare wegen in het taakgebied dat is aangegeven op de kaart, bedoeld in artikel 3, eerste lid, voor zover zij zijn gelegen buiten de bebouwde kom in de zin van de Wegenwet en voor zover zij niet in beheer zijn bij derden;

    • b.

      de wegen op de waterkeringen, voor zover zij niet in beheer zijn bij derden.

  • 5. Het hoogheemraadschap draagt zorg voor het actueel houden van een voor een ieder beschikbare kaart, waarop de ligging van de in het vijfde lid, onderdelen a en b, genoemde wegen is vermeld. Van deze kaart berust een gewaarmerkt exemplaar bij het hoogheemraadschap en bij de provincie Noord-Holland.

Hoofdstuk 3 De wegenheffing

Artikel 6 Methodiek van kostentoedeling

  • 1. De heffing, bedoeld in artikel 122a van de wet, wordt geheven van degenen die:

    • a.

      ingezetenen zijn;

    • b.

      krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken, niet zijnde natuurterreinen;

    • c.

      krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van natuurterreinen;

    • d.

      krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van gebouwde onroerende zaken.

  • 2. De kosten die samenhangen met de algemene verkeersfunctie worden toegedeeld aan de categorie van heffingplichtigen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.

  • 3. De kosten die samenhangen met de ontsluitingsfunctie van de wegen worden toegedeeld aan de categorieën van heffingplichtigen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen b tot en met d.

  • 4. De toedeling van het kostendeel per categorie, bedoeld in het derde lid, wordt bepaald op basis van de waarde van de onroerende zaken in het economische verkeer.

  • 5. De artikelen 118, 119 en 121 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 De samenstelling en inrichting van het bestuur van het hoogheemraadschap

1 Benaming bestuursorganen

Artikel 7 Benaming bestuursorganen

  • 1. Het algemeen bestuur kan worden aangeduid als: het college van hoofdingelanden.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan worden aangeduid als: het college van dijkgraaf en hoogheemraden.

  • 3. De voorzitter kan worden aangeduid als: de dijkgraaf.

  • 4. De leden van het dagelijks bestuur, met uitzondering van de voorzitter, kunnen worden aangeduid als: hoogheemraden.

2 Het college van hoofdingelanden

Artikel 8 Omvang college van hoofdingelanden

Het college van hoofdingelanden bestaat uit dertig leden. Hiervan vertegenwoordigen:

  • a.

    drieëntwintig leden de categorie ingezetenen;

  • b.

    drie leden de categorie ongebouwd;

  • c.

    een lid de categorie natuurterreinen;

  • d.

    drie leden de categorie bedrijven.

Artikel 9 Benoeming vertegenwoordigers specifieke categorieën

  • 1. De leden, bedoeld in artikel 8, onderdeel b, worden benoemd door

    Land- en Tuinbouw Organisatie Noord.

  • 2. Het lid, bedoeld in artikel 8, onderdeel c, wordt benoemd door de Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren.

  • 3. De leden, bedoeld in artikel 8, onderdeel d, worden benoemd door de Kamer van Koophandel op voordracht van de regionale raad van de Regio Noordwest van de Kamer van Koophandel.

Artikel 10 Reglement van orde

Het college van hoofdingelanden stelt voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden een reglement van orde vast.

3 Het college van dijkgraaf en hoogheemraden

Artikel 11 Omvang college van dijkgraaf en hoogheemraden

  • 1. Het college van dijkgraaf en hoogheemraden bestaat uit de dijkgraaf en een door het college van hoofdingelanden te bepalen aantal hoogheemraden dat ten hoogste vijf bedraagt.

  • 2. Het besluit van het college van hoofdingelanden tot bepaling van het in het eerste lid bedoelde aantal hoogheemraden wordt onverwijld schriftelijk aan gedeputeerde staten medegedeeld.

Artikel 12 Benoeming hoogheemraden

  • 1. Gedeputeerde staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 41, derde lid, van de wet.

  • 2. De tot hoogheemraad benoemde wordt geacht de benoeming niet te aanvaarden, indien op de tiende dag na kennisgeving van de benoe- ming door middel van een aangetekende brief geen mededeling van hem is ontvangen dat hij de benoeming aanvaardt.

  • 3. Wanneer de benoeming niet is aanvaard, vindt zo spoedig mogelijk een nieuwe benoeming plaats.

  • 4. De benoeming ter vervulling van een plaats die tussentijds openvalt, vindt zo spoedig mogelijk plaats nadat de opengevallen plaats in het college van hoofdingelanden is vervuld, tenzij het college van hoofdingelanden besluit het aantal hoogheemraden te verminderen of toepassing wordt gegeven aan het tweede lid.

Artikel 13 Ingang benoeming hoogheemraden

    • vervallen.

Artikel 14 Ontslag op eigen initiatief

  • 1. Een hoogheemraad kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan het college van hoofdingelanden.

  • 2. Het ontslag gaat in een maand na ontvangst van de mededeling, bedoeld in het eerste lid, of zoveel eerder als zijn opvolger de benoeming heeft aanvaard.

Artikel 15 Vervanging hoogheemraden

  • 1. Bij langdurige afwezigheid van een hoogheemraad, of indien een hoogheemraad met de waarneming van het ambt van dijkgraaf is belast, kan hij worden vervangen door een lid van het college van hoofdingelanden, aan te wijzen door het college van hoofdingelanden.

  • 2. Degene die gedurende meer dan dertig dagen onafgebroken voor een hoogheemraad heeft waargenomen, geniet een vergoeding ten bedrage van de voor dat lid vastgestelde bezoldiging. De vergoeding wordt verminderd met hetgeen als lid van het college van hoofd- ingelanden als vergoeding wordt ontvangen.

Artikel 16 Reglement van orde

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden stelt voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden een reglement van orde vast, dat aan het college van hoofdingelanden wordt toegezonden.

4 De dijkgraaf

Artikel 17 Benoeming dijkgraaf

  • 1. Alvorens een aanbeveling voor de benoeming van de dijkgraaf als bedoeld in artikel 46, derde lid, van de wet, wordt opgemaakt, wordt, behalve in het geval van herbenoeming, een open sollicitatieprocedure gevolgd.

  • 2. Indien de aanbeveling uit meer dan één persoon bestaat, wordt over iedere plaats op de aanbeveling afzonderlijk gestemd.

  • 3. De stemming in verband met de in artikel 46, derde lid, van de wet bedoelde aanbeveling wordt, indien het een vacature ten gevolge van de periodieke aftreding betreft, ten minste twee maanden voor de datum van aftreding, en indien het een tussentijdse vacature betreft, binnen vier maanden na het ontstaan van de vacature, gehouden.

  • 4. Samen met de aanbeveling voor de benoeming van de dijkgraaf wordt een uittreksel uit de notulen van de gehouden stemming aan gedeputeerde staten van Noord-Holland gezonden.

Artikel 18 Woonplaats dijkgraaf

  • 1. De dijkgraaf heeft zijn werkelijke woonplaats in het gebied van het hoogheemraadschap.

  • 2. Het college van hoofdingelanden kan, al dan niet voor een bepaalde periode, ontheffing verlenen van de verplichting om de werkelijke woonplaats in het gebied van het hoogheemraadschap te hebben.

5 De secretaris

Artikel 19 Benoeming secretaris

De benoeming van de secretaris vindt plaats op voordracht van het college van dijkgraaf en hoogheemraden door het college van hoofdingelanden.

Artikel 20 Taken en bevoegdheden

Artikel 33, eerste en tweede lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing op de secretaris en zijn vervangers.

Hoofdstuk 5 Toezicht

Artikel 21 Goedkeuring

vervallen.

Artikel 22 Meldingen

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden zendt onverwijld aan gedeputeerde staten ter kennisneming besluiten tot:

  • a.

    oprichting van, deelneming in of opheffing van een rechtspersoon;

  • b.

    het vaststellen, wijzigen of intrekken van verordeningen, huishoudelijke verordeningen daaronder niet begrepen;

  • c.

    het vaststellen, wijzigen of intrekken van een legger;

  • d.

    het aangaan, wijzigen of ontbinden van belangrijke overeenkomsten betreffende de waterstaat;

  • e.

    het vaststellen van ontwerppeilbesluiten;

  • f.

    het vaststellen van ontwerpverordeningen, op grond van artikel 78 van de wet, waarin de regels ten aanzien van grondwateronttrekkingen en -infiltraties zijn opgenomen;

  • g.

    het vaststellen van ontwerpcalamiteitenplannen, bedoeld in artikel 5.29, derde lid, van de Waterwet, alsmede de besluiten tot vaststelling van de calamiteitenplannen.

Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 23 Overgangsrecht

  • vervallen.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 31 maart 2008.

Artikel 25 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2008.

Ondertekening

Heiloo, 11 februari 2008.
Provinciale Staten van Noord-Holland,
H.C.J.L. Borghouts, voorzitter.
C.A. Peters, griffier.

Bijlage Kaart, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2008

Kaart waarop het gebied van het hoogheemraadschap is aangegeven.

afbeelding binnen de regeling

Toelichting wijziging Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2008

Algemeen

In verband met de inwerkingtreding van de nieuwe Waterwet eind 2009 is het nodig het Reglement van bestuur voor het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) te wijzigen. Het gaat om wijzigingen van beperkte strekking.

Artikelsgewijs

Artikel I

A

De Waterwet vervangt onder andere de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Daarom moet de verwijzing naar artikel 15a, eerste lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren worden vervangen door een verwijzing naar het desbetreffende artikel in de Waterwet, namelijk artikel 3.4.

B

Via de Invoeringswet bij de Waterwet wordt de Waterschapswet gewijzigd. Een van de wijzigingen is dat niet langer bij reglement kan worden bepaald dat gedeputeerde staten peilbesluiten van waterschappen moeten goedkeuren. Daardoor kan artikel 21 van het reglement komen te vervallen.

C

Via de Invoeringswet van de Waterwet is de mogelijke goedkeuring van het peilbesluit door gedeputeerde staten geschrapt. Daarnaast zijn er allerlei nieuwe instrumenten met de Waterwet gekomen, waarmee de provincie haar toezichtsrol in kan vullen. Om deze toezichtsrol goed te kunnen vervullen worden in het reglement aan artikel 22 drie onderdelen toegevoegd. In dit artikel wordt opgenomen dat het dagelijks bestuur het ontwerppeilbesluit stuurt aan gedeputeerde staten. Hiermee blijven gedeputeerde staten op de hoogte van de in voorbereiding zijnde peilbesluiten bij het waterschap. Voorts is in dit artikel geregeld dat het dagelijkse bestuur aan gedeputeerde staten de ontwerpbesluiten tot vaststelling van een verordening op grond van artikel 78 van de Waterschapswet zendt, waarin regels zijn opgenomen ten aanzien van grondwateronttrekkingen en -infiltraties. Hiermee worden gedeputeerde staten tijdig op de hoogte gesteld van de voorgenomen regels van het waterschap ten aanzien van grondwateronttrekkingen en -infiltraties. Verder is het calamiteitenplan en het ontwerp ervan opgenomen vanwege het belang van dit plan gelet op de grote gevolgen die situaties van gevaar in de sfeer van de waterstaatszorg kunnen hebben en vanwege het belang van afstemming van dit plan op soortgelijke plannen van andere overheden. Thans is de toezending geregeld in artikel 69 van de Waterstaatswet 1900. Dit artikel is komen te vervallen.

Waar nodig kan gedeputeerde staten, doordat zij tijdig op de hoogte is van ontwerpbesluiten, vervolgens eventueel gebruikmaken van het nieuwe (pro actieve) aanwijzingsinstrument uit de Waterwet.

Artikel II

Het is de bedoeling dat alle centrale regelgeving (Waterwet, Invoeringswet Waterwet, Waterbesluit en Waterregeling) en alle decentrale regelgeving (provinciale waterverordeningen, wijzigingen waterschapsreglementen en keuren van waterschappen) vanwege de onderlinge samenhang eind 2009 gelijktijdig in werking treden. In ver- band hiermee is bepaald dat dit besluit in werking treedt op het tijdstip waarop de Waterwet in werking treedt.