Winkeltijdenverordening Noordenveld 2015

Geldend van 27-05-2015 t/m heden

Intitulé

Winkeltijdenverordening Noordenveld 2015

De raad van de gemeente Noordenveld,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 maart 2015;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de Winkeltijdenwet,

BESLUIT:

vast te stellen de Winkeltijdenverordening Noordenveld 2015

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

- wet: de Winkeltijdenwet;

- winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet;

- feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

- werkdagen: maandag tot en met zaterdag.

Artikel 2. Vrijstelling zon- en feestdagen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, aanhef onder a en b van de wet vervatte verboden, voor zover zij betrekking hebben op de zondag en feestdagen gelden niet van 12.00 uur tot 18.00 uur.

  • 2. De vrijstelling als bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op Nieuwjaarsdag, eerste Paasdag, eerste Pinksterdag en eerste Kerstdag.

Artikel 3. Individuele ontheffingen

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid en tweede lid van de in de in de wet vervatte verboden, voor zover dat valt buiten de algemene vrijstellingen, ten behoeve van een bijzondere gelegenheid of evenement van tijdelijke aard.

  • 2. Een ontheffing als bedoeld in lid 1 wordt niet verleend voor Nieuwjaarsdag, eerste Paasdag, Eerste Pinksterdag en eerste Kerstdag.

  • 3. Aan de ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 4. Een ontheffing kan worden geweigerd als de woon- en of leefsituatie of de openbare orde in de omgeving op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door openstelling op basis van de ontheffing

Artikel 4. Beslistermijn

  • 1. Het college beschikt op een aanvraag om ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Zij kan haar beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

Artikel 5. Intrekken of wijzigen ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen als:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    verandering van omstandigheden of gewijzigde inzichten dit naar hun oordeel noodzakelijk maken in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    de exploitatie van de winkel of uitoefening van het bedrijf op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon-en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen de daarbij gestelde termijn, of bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder dit verzoekt.

Artikel 6. Bepaalde winkels

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

  • a.

    musea;

  • b.

    winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksprodukten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

  • c.

    winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment

Artikel 7. Openstelling anders dan voor verkoop

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

    • a.

      winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

    • b.

      winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • 2. De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 8. Straatverkoop van bepaalde goederen

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 9. Evenementen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

  • 2.  De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

Artikel 10. Sportcomplexen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

Artikel 11. Bejaardenoorden

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

Artikel 12. Kermis

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de gemeente, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden.

Artikel 13. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen toezichthouders.

Artikel 14. Intrekking oude verordening in overgangsrecht

  • 1. De Verordening inzake de Winkeltijden, laatstelijk gewijzigd 31 januari 2008, wordt ingetrokken.

  • 2. Een krachtens de Verordening inzake de Winkeltijden verleende ontheffing of vrijstelling geldt als ontheffing of vrijstelling verleend krachtens deze verordening. Het college kan deze ambtshalve vervangen door een ontheffing of vrijstelling krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 3. Aanvragen om ontheffing die zijn ingediend onder de Verordening inzake de Winkeltijden, maar waarop nog niet is beschikt bij het inwerkingtreden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 15. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na publicatie.

  • 2.  Deze verordening wordt aangehaald als: Winkeltijdenverordening Noordenveld 2015.

  • Roden,  13 mei  2015

    De raad voornoemd,

    M. Brink-Veerman, voorzitter W.F.C. Damman, griffier