Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Noordenveld

Geldend van 11-05-2011 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 28-01-2010

Intitulé

VERORDENING INRICHTING ANTIDISCRIMINATIEVOORZIENING GEMEENTE NOORDENVELD

De Raad van de gemeente Noordenveld,

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 18 januari 2010:

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet:

B E S L U I T

De volgende verordening vast te stellen:

VERORDENING INRICHTING ANTIDISCRIMINATIEVOORZIENING GEMEENTE NOORDENVELD

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 2. Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.

  • 3. De antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen.

  • 4. Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet.

  • 5. Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • 6. Klager: Klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit.

  • 7. Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.

  • 1.

    De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

  • 2.

    De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

    • -

      Per post;

    • -

      Per e-mail;

    • -

      Telefonisch;

    • -

      Op een door de gemeente beschikbaar gestelde locatie.

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt in ieder geval:

  • a.

    De afdoeningstermijn van klachten;

  • b.

    De wijze van afdoening van klachten;

  • c.

    De registratie van klachten.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de 8e dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 28 januari 2010.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen.

Roden, 31 maart 2010,

De Raad van de gemeente Noordenveld,

Voorzitter, griffier,

Toelichting

Algemeen

Artikel 1 van de wet legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. Zie ook de toelichting bij artikel 2 van deze verordening. Artikel 2, tweede lid, van de wet wordt opgedragen dat de gemeenteraad stelt “met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet bij verordening regels vast omtrent de inrichting van de antidiscriminatievoorziening, bedoeld in artikel 1, en de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder a.” De wet is als bijlage toegevoegd aan deze verordening.

De wet is nader ingevuld in een Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld op 16 september 2009, het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Het besluit is als bijlage toegevoegd aan deze verordening. Nu veel van de nadere invulling die de wet behoeft is geregeld in het besluit, kan deze verordening beknopt blijven.

De Handreiking Iedereen=Gelijk: lokale aanpak discriminatie zal als ondersteuning dienen bij de uitvoeiring van de Algemene Maatregel van Bestuur en deze verordening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

Artikel 2

Zoals in het algemene deel van deze toelichting al aangegeven, is deze zorgplicht opgenomen in artikel 1 van de wet. In wetstechnische zin is het dan ook niet noodzakelijk om deze hier te herhalen. Er is voor gekozen om dat wel te doen, nu deze zorgplicht zozeer de kern van deze regelgeving uitmaakt, dat het opnemen ervan sterk bijdraagt aan de begrijpelijkheid van deze verordening.

Artikel 3

Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: “Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd”. Ook op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien. Er is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.

De antidiscriminatievoorziening dient aan te geven of ze beschikt over een opleidingprotocol waar klachtbehandelaars gebruik van kunnen maken. Ook moet worden aangegeven hoe vaak van behandelaars wordt verwacht aan een opleiding deel te nemen. Het landelijke expertisebureau van Art. 1 kan de opleidingen en cursussen verzorgen.

De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet-fysiek kan melden. De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden betekent tevens dat een burger redelijkerwijs op de hoogte kan zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. De gemeente draagt zorg voor de aanwezigheid van een locatie. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van een bestaande balie (zie ook de toelichting bij artikel 5). Uiteraard kan ook worden afgesproken dat de antidiscriminatievoorziening op locatie aanwezig is, zodat klachten direct bij de voorziening kunnen worden ingediend.

Bij niet-fysiek wordt verstaand dat de mogelijkheid bestaat voor de burger via sms, telefoon (0900 landelijk en 0900 ADV), brief of email om de klacht te melden of in te dienen. Ook hier geldt dat op de gemeente een zorgplicht rust om ervoor zorg te dragen dat burgers kennis kunnen nemen van deze mogelijkheden.

Artikel 4

Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: “De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten”. Daarbij is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorzieining alle ruimte te geven voor maatwerk.

Artikel 5

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

Artikel 6

Deze bepaling behoeft geen toelichting.