Regeling vervallen per 01-07-2013

Verordening VROM Starterslening gemeente Noordoostpolder 2011

Geldend van 01-06-2011 t/m 30-06-2013

Intitulé

Verordening VROM Starterslening gemeente Noordoostpolder 2011

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 april 2011, no.6068-1 ;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat het de ambitie van de gemeente is meer aandacht voor doelgroepen zoals starters te hebben;

B E S L U I T:

vast te stellen de Verordening VROM Starterslening gemeente Noordoostpolder 2011.

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    SVn: stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten;

  • b.

    gemeenterekening VROM Starterslening: de rekening die de gemeente bij SVn aanhoudt en waaruit op grond van de deelnemingsovereenkomst met SVn, VROM Startersleningen kunnen worden toegekend en waarin, voor wat betreft het gemeentelijk leningdeel, rente en de aflossingen over deze leningen worden teruggestort;

  • c.

    VROM Starterslening: een lening verstrekt door SVn aan een starter waarbij de hoofdsom van de lening voor minimaal 50% afkomstig is uit de Gemeenterekening VROM Starterslening, terwijl het resterende deel van de Starterslening verstrekt wordt door SVn;

  • d.

    aanvrager: de starter, die voor de eerste maal een eigen woning koopt en op grond van deze verordening tot de doelgroep van de VROM Starterslening behoort. Bij twee aanvragers ten aanzien van eenzelfde woning gelden deze gezamenlijk als aanvrager;

  • e.

    NHG: Nationale Hypotheek Garantie;

  • f.

    koopsubsidie (Wet Bevordering Eigenwoningbezit, BEW+): een maandelijkse bijdrage in de hypotheeklasten die afhankelijk is van het inkomen van de gebruiker en de hoogte van de lening;

  • g.

    huishouden: de aanvrager danwel de aanvrager en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner die een gezamenlijke huishouding zal danwel zullen gaan voeren in de aan te kopen woning, niet zijnde kinderen of pleegkinderen; er kunnen niet meer dan twee personen tot het aldus gedefinieerde huishouden behoren.

  • h.

    starter: degene die op de koopwoningmarkt:

    - voor het eerst zelfstandig gaat wonen in een koopwoning, of

    - al zelfstandig in een huurwoning woont en doorstroomt naar een eerste koophuis.

Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen

Artikel 2

  • 1. De gemeente Noordoostpolder heeft een Gemeenterekening VROM Starterslening ingericht waaruit aan in artikel 6, lid 2, sub a bedoelde aanvragers VROM Startersleningen kunnen worden toegekend voor de verwerving van in artikel 6, lid 2, sub b bedoelde woningen.

  • 2. De Gemeenterekening VROM Starterslening is ondergebracht bij SVn.

Artikel 3

Op deze verordening is de deelnemingsovereenkomst tussen de gemeente Noordoostpolder en de SVn van toepassing.

Artikel 4

  • 1. Het college is bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in deze verordening een VROM Starterslening toe te kennen.

  • 2. Het college stelt de hoogte van de VROM Starterslening vast, met dien verstande dat de hoogte van de VROM Starterslening maximaal 20% bedraagt van de verwervingskosten met een maximum van € 36.000.

  • 3. De VROM Starterslening kan niet worden verstrekt indien Koopsubsidie BEW+ is toegekend.

  • 4. De VROM Starterslening moet worden verstrekt met Nationale Hypotheek Garantie (NHG).

  • 5. De eerste hypotheek moet worden verstrekt met NHG.

  • 6. Het college kan aan de toekenning van VROM Startersleningen nadere voorschriften verbinden.

Artikel 5

  • 1. Het college geeft per jaar een prognose van de te verwachten aantallen aanvragen VROM Starterslening en maakt jaarlijks het benodigde budget over op de Gemeenterekening VROM Starterslening.

  • 2. VROM Startersleningen worden enkel toegekend voor zover het jaarlijks vast te stellen budget hiervoor toereikend is.

  • 3. Aanvragen die in verband met het tweede lid niet kunnen worden toegekend, worden door het college afgewezen.

Hoofdstuk 3 Toepassingsbereik

Artikel 6

  • 1. Deze verordening is uitsluitend van toepassing op leningaanvragen:

    • a.

      van in Nederland woonachtige en verblijfsgerechtigde personen die op het moment van de aanvraag minimaal een jaar zelfstandig een huurwoning of huurwooneenheid bewonen dan wel minimaal een jaar in gemeente Noordoostpolder inwonend zijn, het grootste deel van zijn/haar leven in Noordoostpolder woonachtig is geweest. In geval van twee aanvragers geldt de hiervoor bedoelde bindingeis slechts voor één van beide aanvragers;

    • b.

      voor het verwerven van bestaande koopwoningen, niet zijnde recreatiewoningen of tweede woningen, in de gemeente Noordoostpolder waarvan de kosten voor het verkrijgen in eigendom van de woning niet hoger zijn dan €180.000 en niet lager zijn dan €135.000.

  • 2. De aanvrager moet de woning waarvoor een VROM Starterslening wordt verstrekt zelf gaan bewonen.

Hoofdstuk 4 - Aanvraag en toekenning

Artikel 7

  • 1. Huishoudens die op grond van artikel 6 binnen het toepassingsbereik van de VROM Starterslening vallen, kunnen bij de gemeente een op naam gesteld aanvraagformulier verkrijgen.

  • 2. De verdere afhandeling en besluitvorming vindt plaats conform de in de Procedures en Gemeentelijke Uitvoeringsregels VROM Starterslening vastgelegde procedures welke uit de deelnemingsovereenkomst voortvloeien.

  • 3. Het college deelt de beslissing middels een toewijzingsbesluit mee aan de aanvrager.

Hoofdstuk 5 - Intrekken van de VROM Starterslening

Artikel 8

  • 1. Het college trekt een besluit waarin wordt voorzien in de toekenning van een VROM Starterslening in als:

    • a.

      er niet is voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften / bepalingen;

    • b.

      de VROM Starterslening is toegekend of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens, of;

    • c.

      de koopovereenkomst wordt ontbonden.

  • 2. Bij de intrekking vordert het college de contante waarde van het al genoten of toekomstige rentevoordeel geheel of gedeeltelijk terug, eventueel met de mogelijkheid van beslaglegging.

  • 3. Indien bij overtreding van de bepalingen in deze verordening de aanvrager verschoonbaar is, kan het college besluiten de bovengenoemde sancties geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.

Hoofdstuk 6 - Hardheidsclausule, slot- en overgangsbepalingen

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan artikel 6 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing, gelet op het belang van de aanvrager, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2011.

Artikel 11 Intrekken oude regeling

De Verordening VROM starterslening gemeente Noordoostpolder, vastgesteld op 24 juni 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening VROM Starterslening gemeente Noordoostpolder 2011".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van 26 mei 2011.
De griffier, de voorzitter,

Bijlage bij Verordening VROM Starterslening gemeente Noordoostpolder 2011, artikel 7 lid 2

Gemeentelijke Uitvoeringsregels Starterslening

Algemeen

In deze uitvoeringsregels worden beschreven:

  • -

    kenmerken van de Starterslening;

  • -

    voorwaarden aan de bancaire hypothecaire lening;

  • -

    definities gebruikt bij de aanvangsdraagkrachttoets en de draagkrachthertoets Startersleningen;

  • -

    inhoud van de aanvangsdraagkrachttoets Startersleningen;

  • -

    inhoud van de draagkrachthertoets Startersleningen.

Kenmerken van de Starterslening

De Starterslening is een financieringsproduct waarvan de kosten worden gedekt uit een door de gemeente bij SVn aangehouden revolving fund; “Gemeenterekening Starterslening”. SVn verstrekt Startersleningen binnen het kader van de van toepassing zijnde: SVn productspecificaties Starterslening, de gemeentelijke uitvoeringsregels Starterslening, SVn deelnemingsovereenkomst en de door de gemeente vastgestelde gemeentespecifieke randvoorwaarden.

De Gemeente bepaalt algemene en bijzondere voorwaarden die van toepassing zijn.

De algemene voorwaarden betreffen:

  • -

    de doelgroep van de starters;

  • -

    het marktsegment van de woningobjecten: nieuwbouwprojecten en/of bestaande woningen);

  • -

    de maximale koopprijsgrens wanneer deze lager is dan de maximale verwervingskostengrens die NHG jaarlijks heeft vastgesteld;

  • -

    de maximale hoogte van de Starterslening. (Advies SVn maximaal 25% van de verwervingskosten van de woning zijnde de aankoopkosten van de woning plus de bijkomende kosten conform de definitie van NHG);

  • -

    de voorwaarden die gesteld worden met betrekking tot de eerste hypothecaire lening en de Starterslening in relatie tot de Nationale Hypotheek Garantie.

De bijzondere voorwaarden hebben betrekking op individuele Startersleningen.

  • -

    De Starterslening wordt verstrekt door SVn.

  • -

    Het rentepercentage van de lening bedraagt gedurende de eerste drie jaar 0,0%. Gedurende de eerste drie jaar is geen aflossing verschuldigd.

  • -

    Ingaande het 4e jaar van de looptijd wordt de rente aangepast op […] (SVn-rente 15 jaar vast vanaf de ingangsdatum lening). Het percentage staat vast tot en met het vijftiende jaar, gerekend vanaf het moment van de ingangsdatum van de lening.

  • -

    Voorafgaand aan het 4de, 7de, 11de en 16de jaar kan de aanvrager een draagkrachthertoetsing aanvragen op basis van een brief die SVn circa drie maanden van tevoren toestuurt en na overmaking van de kosten hertoetsing. Indien uit deze draagkrachthertoetsing blijkt dat de financiële draagkracht onvoldoende is om aan de marktconforme maandtermijn te voldoen, dan worden de rente en aflossing aangepast op basis van de gemeentelijke uitvoeringsregels.

  • -

    Op het moment dat de marktconforme maandtermijn is bereikt, is hertoetsen niet meer mogelijk.

  • -

    Indien na 15 jaar de marktconforme maandtermijn nog niet bereikt is, blijft de op dat moment door de gemeente vastgestelde maandtermijn voor de rest van de looptijd ongewijzigd.

  • -

    De lening wordt afgelost via jaarannuïteiten met een maandelijkse betaling van één twaalfde deel.

  • -

    De Starterslening en de 1e hypotheek wordt uitsluitend met Nationale Hypotheek Garantie afgesloten.

Voorwaarden aan de bancaire hypothecaire lening

  • -

    De bank verstrekt de lening onder eerste hypotheek; SVn verstrekt de Starterslening onder tweede hypotheek waarbij het volgende van toepassing is:

  • -

    Bij een nieuwbouwwoning wordt, indien de kosten en de eerste termijn kleiner zijn dan de hoofdsom van de Starterslening, de Starterslening in een te openen Bouwkrediet bij SVn gestort. De kosten en de eerste termijnbetaling worden direct in mindering gebracht op de hoofdsom van de Starterslening. De volgende termijnen worden daarna gedeclareerd uit het bouwdepot van de Starterslening en vervolgens uit het bouwdepot van de marktconforme bancaire lening.

  • -

    Indien de hoofdsom van de Starterslening kleiner is dan de kosten en de eerste termijnbetaling, wordt de hoofdsom van de Starterslening ineens uitbetaald aan de notaris.

  • -

    De bank meldt de eigen lening onder Nationale Hypotheek Garantie aan bij WEW en draagt de borgtochtprovisie af voor de eerste hypotheek.

  • -

    De Starterslening wordt verstrekt onder hypotheek waarbij zo nodig genoegen wordt genomen met een 2e hypotheek.

  • -

    De rentevastheidsperiode van de bancaire hypothecaire lening moet tenminste 10 jaar bedragen.

  • -

    De bancaire hypothecaire lening mag niet hoger zijn dan een bedrag gelijk aan de kosten voor het verkrijgen in eigendom van de woning volgens de normen van de Nationale Hypotheek Garantie, minus de hoogte van de Starterslening. Voor toetsing en advisering wordt de hoofdsom van de Starterslening als “contante waarde subsidie” ingevoerd.

  • -

    De hypothecaire inschrijving voor de eerste, bancaire lening mag niet hoger zijn dan de in dat jaar geldende maximale verwervingskosten volgens de normen van de Nationale Hypotheek Garantie.

  • -

    De bank verplicht zich na het ingaan van de lening geen gelden meer onder verband van de eerste hypotheekstelling ter leen te verstrekken aan de schuldenaar. Voormelde verplichting rust op de bank uitsluitend voor zolang als de door SVn aangegane Starterslening niet volledig is afgelost.

  • -

    De bank meldt de eigen financiering onder Nationale Hypotheek Garantie aan bij het Waarborgfonds Eigen Woningen, waarbij de Starterslening als contante waarde subsidie is opgenomen.

  • -

    De bank draagt de borgtochtprovisie voor Nationale Hypotheek Garantie af voor de eerste hypotheek, SVn doet dit voor de Starterslening.

  • -

    De transportakte en de hypotheekakte voor uw eerste hypotheek en de akte voor uw tweede hypotheek (Starterslening) dienen in de gebruikelijke volgorde, maar beslist in één en dezelfde afspraak bij de notaris te passeren. Indien eigendom en eerste hypotheek eerder passeren kan de Starterslening geen doorgang vinden.

Definities gebruikt bij de aanvangsdraagkrachttoets en de draagkracht-hertoets

Bij de aanvangsdraagkracht toets en de draagkracht hertoets wordt gebruik gemaakt van de volgende definities:

  • 1.

    Ontvangstdatum: datum waarop de aanvraag door SVn is ontvangen.

  • 2.

    Aanvrager: de aanstaande eigenaar die de aanvraag voor de

    Starterslening doet. Bij twee of meer aanstaande eigenaren gelden beiden gezamenlijk als ‘aanvrager’.

  • 3.

    Huishouden: het huishouden van de aanvrager, bestaande uit een

    natuurlijk persoon en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner, of degene die met hem op de ontvangstdatum een gezamenlijke huishouding voert of zal gaan voeren in de aan te kopen woning, niet zijnde kinderen of pleegkinderen. Er kunnen niet meer dan twee personen tot het aldus gedefinieerde huishouden behoren.

  • 4.

    Individueel toetsinkomen: voor ieder lid van het huishouden wordt afzonderlijk het toetsinkomen vastgesteld conform de dag geldende NHGnormen.

  • 5.

    Partner 1: het lid van het huishouden met het hoogste

    individueel toetsinkomen op de ontvangstdatum.

  • 6.

    Partner 2: indien het huishouden twee personen telt: degene(n)

    die niet het hoogste individueel toetsinkomen op de ontvangstdatum heeft.

    Indien partner 1 feitelijk met meer dan één andere persoon een gezamenlijke huishouding voert, wordt als partner 2 aangemerkt degene –naast partner 1- met het hoogste individueel toetsinkomen.

  • 7.

    Toetsinkomen huishouden: 95% van individueel toetsinkomen partner 1 en, indien van toepassing, 95% van individueel

    toetsinkomen partner 2.

  • 8.

    Toetsrente: rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast, zoals

    geldt op de ontvangstdatum van de aanvraag.

  • 9.

    Financieringslastpercentage: het financieringslastpercentage conform de op de ontvangstdatum geldende Normen NHG, dat behoort bij het individueel toetsinkomen van partner 1 en rekening houdend met de toetsrente. Volgens de NHG norm wordt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd de ‘financieringslasttabel vanaf 65 jaar’ van de NHGvoorwaarden en normen gehanteerd.

  • 10.

    Peiljaar: indien de ontvangstdatum in de eerste helft van het kalenderjaar ligt: het kalenderjaar dat twee jaar voorafgaat aan het jaar waarin de ontvangstdatum ligt. Indien de ontvangstdatum in de tweede helft van het kalenderjaar ligt: het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de ontvangstdatum ligt.

  • 11.

    Beschikbaar eigen geld: 25 x belastbaar inkomen in box 3 van de inkomstenbelasting in het peiljaar, van beide partners tezamen. (Op de aanslag Inkomstenbelasting staat vermeld het belastbaar inkomen. Dit is 4% van het belaste vermogen, het vermogen dus na aftrek van de vrijstelling).

  • 12.

    Verwervingskosten: kosten voor het verkrijgen in eigendom van de

    woning zoals omschreven in de normen van de Nationale Hypotheek Garantie. De maximale hoogte van de verwervingskosten wordt vastgesteld door de gemeente.

  • 13.

    Genormeerde last marktconforme lening: de genormeerde bruto last van de marktconforme lening aan het begin van iedere periode ingaande periode 2, berekend op basis van jaarannuïteiten, de toetsrente, het restant van de oorspronkelijke looptijd van 30 jaar en de restanthoofdsom aan het begin van de betreffende periode. In beginsel is deze last voor de resterende jaren steeds gelijk. Indien echter één of meer van de aanvragers 56 jaar of ouder zijn, maar nog geen 65 jaar, wordt de genormeerde last zodanig naar beneden bijgesteld dat deze past bij het alsdan geldende inkomen (uitgaande van een aanname dat het inkomen dan daalt tot 70%).

  • 14.

    Looptijd: de looptijd van de Starterslening bedraagt 30 jaar,

    verdeeld over 5 perioden (bij een lening <5.000 Euro bedraagt de looptijd 5 jaar, bij een lening tussen 5.000 en 10.000 Euro bedraagt de looptijd 10 jaar).

In aanvulling op de voorgaande definities worden bij de draagkracht hertoets de volgende begrippen en definities gehanteerd:

  • 15.

    Ingangsdatum lening: periode 1 gaat in op de ingangsdatum van de lening.

    De ingangsdatum lening is de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop de hypotheekakte wordt gepasseerd.

  • 16.

    Periode: een aaneengesloten tijdvak waarin de maandelijkse

    som van rente en aflossing constant blijft.

    De Starterslening kent 5 perioden:

    - Periode 1: jaar 1 t/m jaar 3

    - Periode 2: jaar 4 t/m jaar 6

    - Periode 3: jaar 7 t/m jaar 10

    - Periode 4: jaar 11 t/m jaar 15

    - Periode 5: jaar 16 t/m jaar 30.

  • 17.

    Herzieningsdatum: de eerste dag van een periode met ingang van

    periode 2.

    Een herzieningsdatum valt altijd op de eerste dag van een kalendermaand.

  • 18.

    Peildatum: de dag die drie kalendermaanden voorafgaat aan de

    herzieningsdatum.

  • 19.

    Huishouden (t.b.v. een draagkracht hertoets): het huishouden van de aanvrager, bestaande uit een natuurlijk persoon en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner, of degene die met hem voorafgaand aan de peildatum draagkracht hertoets tenminste zes maanden een gezamenlijke huishouding voert, niet zijnde kinderen of pleegkinderen. Er kunnen niet meer dan twee personen tot het aldus gedefinieerde huishouden behoren.

  • 20.

    Hertoetsrente: in de draagkracht hertoets voor de perioden 2, 3 en

    4: de toetsrente draagkrachtaanvangstoets, zoals vastgelegd in de offerte. In de draagkracht hertoets voor de periode 5: het rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast zoals geldt op de peildatum draagkracht hertoets periode 5.

  • 21.

    Financieringslastpercentage: het financieringslastpercentage conform de op de draagkracht hertoets peildatum draagkracht hertoets geldende NHG-normen dat behoort bij het individueel toetsinkomen van partner 1 en rekening houdend met de hertoetsrente. Volgens de NHG-norm wordt bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd de ‘financieringslasttabel vanaf 65 jaar’ van de NHGvoorwaarden en normen gehanteerd.

  • 22.

    Restantlooptijd: de resterende looptijd op de herzieningsdatum zijnde 30 jaar minus het aantal op de herzieningsdatum

    verstreken jaren van de looptijd, met de volgende

    uitzonderingen:

    - 10 jaar bij een hoofdsom tussen € 5.000 en

    €10.000;

    - 5 jaar bij een hoofdsom lager dan € 5.000.

  • 23.

    Marktconforme annuïteit Starterslening: de jaarannuïteit van de Starterslening over de restantlooptijd en restanthoofdsom, bij gegeven hertoetsrente.

Inhoud van de aanvangsdraagkrachttoets Startersleningen

Voor de aanvangsdraagkrachttoets wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de NHG-toetsing, waarin bepaald wordt of een lening Nationale Hypotheek Garantie mogelijk is met een bepaald inkomen. De kosten van de aanvangsdraagkrachttoets zijn voor rekening van SVn.

Uitzonderingen op de NHG toetsingsregels:

  • 1.

    Bij de aanvangsdraagkrachttoets wordt ook rekening gehouden met vermogen.

  • 2.

    Het toetsinkomen dat in de aanvangsdraagkrachttoets wordt meegeteld bedraagt 95% van het individuele toetsinkomen van partner 1 en partner 2.

  • 3.

    Persoonlijke verplichtingen worden voor de aanvangsdraagkrachttoets van de Starterslening buiten beschouwing gelaten. De persoonlijke verplichtingen worden wel meegenomen in de NHG-toets van de eerste hypothecaire lening.

Hoogte Starterslening

De geadviseerde hoogte van de Starterslening wordt berekend zoals onderstaand aangegeven. De gemeente bepaalt de uiteindelijke hoogte van de Starterslening.

Hoogte Starterslening = Verwervingskosten -/- beschikbaar eigen geld -/-

genormeerde marktconforme lening.

De berekening van de genormeerde marktconforme lening is gebaseerd op een simulatie van de marktconforme lening die de aanvrager met NHG kan krijgen.

Indien geen van de partners op de ontvangstdatum 56 jaar of ouder is, verloopt de berekening van de genormeerde marktconforme lening als volgt:

Normfinancieringslast = Toetsinkomen huishouden x financieringslastpercentage.

Genormeerde marktconforme lening = de maximale marktconforme lening op basis van de geldende NHG-normen per peildatum aanvangsdraagkrachttoets.

Toets bij 56 jaar of ouder

Indien per peildatum van de aanvangsdraagkrachttoets één of meer van de partners 56 jaar of ouder is, maar nog geen 65 jaar, gelden de volgende aanvullende regels:

  • -

    Vanaf het begin van een jaar waarin een partner 65 jaar wordt, wordt rekening gehouden met een inkomen van 70% van het actuele toetsinkomen. Hierbij wordt gerekend in hele jaren vanaf de peildatum aanvangsdraagkrachttoets. Het toetsinkomen huishouden wordt vanaf het begin van dat jaar overeenkomstig verlaagd.

  • -

    De financieringslast moet vanaf het begin van een jaar waarin een partner 65 jaar wordt passen bij het dan geldende toetsinkomen huishouden. Hiertoe wordt er in de berekening vanuit gegaan dat er gedurende de eerste periode extra wordt afgelost op de eerste, bancaire hypotheek.

  • -

    In de berekening van de nieuwe normfinancieringslast vanaf het begin van het jaar waarin een partner 65 jaar wordt, wordt steeds uitgegaan van het financieringslastpercentage van partner 1.

Normlast marktconforme lening

Als onderdeel van de aanvangsdraagkrachttoets wordt vastgesteld hoe hoog de genormeerde last van de marktconforme lening bedraagt aan het begin van ieder van de volgende perioden. Deze bedragen zijn van belang bij de hertoetsen.

Toets vermogen

Bij de toets wordt er vanuit gegaan dat het belastbare vermogen in box 3 (dus boven de vrijstelling) wordt gebruikt als eigen geld ter financiering van de verwervingskosten.

Inhoud van de draagkracht hertoets Startersleningen

Belangrijk:

  • -

    Persoonlijke verplichtingen worden bij de draagkracht-hertoets van de Starterslening buiten beschouwing gelaten.

  • -

    Wanneer SVn op de mogelijke hertoetsmomenten, op verzoek van de aanvrager, een draagkracht hertoets uitvoert, bedraagt het tarief hiervoor € 148,-, prijspeil 2006. Na 2006 wordt het tarief jaarlijks geïndexeerd met de consumentenprijsindex alle huishoudens, en wel als volgt:

    (index jaar t-1 / index jaar t-2) x tarief jaar t-2

    t= versiejaar infomap

  • -

    De kosten van de draagkracht hertoets komen voor rekening van de aanvrager. SVn brengt deze kosten in rekening bij de aanvrager.

  • -

    SVn brengt de kosten niet bij de aanvrager in rekening wanneer de gemeente in het genoemde besluit bepaalt dat de gemeente de kosten voor haar rekening neemt. In dat geval worden de kosten geboekt ten laste van de Gemeenterekening.

Toetsinkomen

Voor de draagkracht hertoets wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de NHG-toetsing, waarin bepaald wordt of een lening Nationale Hypotheek Garantie mogelijk is met een bepaald inkomen.

Het toetsinkomen dat in de draagkracht hertoets wordt meegeteld bedraagt 100% van het individuele toetsinkomen van partner 1 en partner 2.

De kosten van de draagkracht hertoets zijn voor rekening van de aanvrager.

Uitzondering op de NHG-toepassingsregels:

Persoonlijke verplichtingen worden voor de draagkracht hertoets van de Starterslening buiten beschouwing gelaten.

Herziening rente en aflossing

De normfinancieringslast op de peildatum draagkracht hertoets is de basis voor de herziening van de rente en aflossing voor de eerstvolgende periode.

Normfinancieringslast =

Toetsinkomen huishouden x financieringslastpercentage hertoets

Beschikbare financieringsruimte =

Normfinancieringslast -/- financieringslast van de eerste, bancaire lening bij aanvang van deze lening

Marktconforme annuïteit Starterslening = de jaarannuïteit van de Starterslening over de restantlooptijd bij de hertoetsrente.

Vervolgens worden de rente en looptijd als volgt vastgesteld:

  • -

    Indien de beschikbare financieringsruimte groter is dan of gelijk is aan de marktconforme annuïteit Starterslening, geldt gedurende de restantlooptijd de genoemde annuïteit. De rente blijft vast t/m het einde van periode 4. Daarna gaat een nieuwe rentevastheidsperiode in van maximaal 15 jaar, met het rentepercentage van SVn bij 15 jaar rentevast, zoals geldt op de peildatum van periode 5.

  • -

    Indien de beschikbare financieringsruimte kleiner is dan de marktconforme annuïteit Starterslening, dan geldt gedurende de eerstvolgende periode dat de financieringslast voor de Starterslening gelijk is aan de beschikbare financieringsruimte. Ingeval de eerstvolgende periode periode 5 is, dan is de financieringslast voor de Starterslening voor de resterende looptijd gelijk aan de beschikbare financieringsruimte.

    Het rentepercentage wordt daarbij als volgt berekend:

    (Beschikbare financieringsruimte / Hoogte Starterslening) x 100%

    Het rentepercentage wordt naar beneden afgerond op eentiende procent.

    Gaat voor de betreffende periode een volledige annuïteit gelden, dan vinden er ten behoeve van de volgende perioden geen draagkracht hertoetsen meer plaats. Wordt alleen rente berekend naast een beperkte annuïteit, dan wordt voorafgaand aan de volgende periode opnieuw de mogelijkheid tot een draagkracht-hertoets aangeboden.