Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer 2012 gemeente Noordoostpolder

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Regeling tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer 2012 gemeente Noordoostpolder

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder,

gelet op artikel 18:1:8 Uitwerkingsovereenkomst (UWO),

gelet op het gestelde in artikel 160 Gemeentewet,

gehoord het Georganiseerd Overleg van de gemeente Noordoostpolder d.d. 20 oktober 2011,

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende

Regeling tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer 2012 gemeente Noordoostpolder

ARTIKEL 1 DEFINITIES

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Medewerker: hij die door of vanwege de gemeente is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn evenals hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan;

  • b.

    plaats van tewerkstelling: de plaats waar of van waaruit de Medewerker gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht;

  • c.

    woonplaats: de plaats waar de Medewerker woont en van waaruit hij vertrekt naar zijn plaats van tewerkstelling;

  • d.

    afstand woonplaats tot werkplek: het aantal kilometers tussen (het centrum van) de woonplaats en de postcode van de plaats van tewerkstelling;

  • e.

    werkgever: de gemeente Noordoostpolder.

ARTIKEL 2 AANSPRAAK

  • 1. De Medewerker heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten voor het dagelijks reizen tussen:

    • a.

      de woonplaats en de plaats van tewerkstelling;

    • b.

      de tijdelijke huisvesting en de plaats van tewerkstelling, indien aan de Medewerker de verhuisplicht is opgelegd en hij tijdelijk ergens anders is gehuisvest nabij zijn plaats van tewerkstelling.

  • 2. Geen aanspraak op een tegemoetkoming in de reiskosten voor woon-werkverkeer volgens deze regeling hebben:

    • a.

      medewerkers van wie de woonplaats en de plaats van tewerkstelling dezelfde zijn; 

    • b.

      Vervallen;

    • c.

      de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand;

    • d.

      Vervallen;

    • e.

      de medewerkers die vervoer vanwege de werkgever ontvangen;

    • f.

      de medewerkers die in het bezit zijn van een ov-studentenkaart.

ARTIKEL 3 BEREKENING TEGEMOETKOMING REISKOSTEN WOON-WERKVERKEER

  • 1. Het tarief bedraagt € 0,15 per kilometer. Dit tarief is gebaseerd op het gemiddelde NS-kilometertarief voor de 2e klasse. Het bedrag per kilometer kan echter niet hoger worden dan de door de belastingdienst vastgestelde maximale onbelaste vergoeding per kilometer.

  • 2. Voor de tegemoetkoming bedoeld in het eerste lid geldt een maximum bedrag per maand. Bij een reispatroon van 10 reisdagen per twee weken (volgens rooster) bedraagt de maximale vergoeding € 285,- per maand. Bij minder reisdagen per twee weken is het maximum naar evenredigheid.

  • 3. De reisafstand wordt bepaald door de route volgens de postcodetabel van webservices.nl, te rekenen vanaf de postcode van het woonadres van de medewerker en de postcode van de plaats van tewerkstelling.

  • 4. Voor de berekening van de reisafstand per dag wordt de heenreis twee keer geteld.

  • 5. Per enkele reis wordt 5 kilometer in mindering gebracht op de tegemoetkoming, dus voor heen- en terugreis samen wordt 10 kilometer in mindering gebracht.

  • 6. De tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, wordt als vaste tegemoetkoming per maand toegekend.

  • 7. Bij de berekening van de vaste tegemoetkoming per maand wordt bij een reispatroon van 10 reisdagen per twee weken (volgens rooster) uitgegaan van 214 werkdagen per kalenderjaar. Als gewerkt wordt met een maandrooster of met een veelvoud daarvan, vormt dat rooster de basis voor de vaststelling van het reispatroon per twee weken.

  • 8. De tegemoetkoming per maand bij het hiervoor genoemde reispatroon van 10 reisdagen per twee weken wordt rekenkundig afgerond op een veelvoud van vijf euro.

  • 9. Indien het aantal reisdagen per twee weken (volgens rooster) minder is dan tien, wordt de vaste tegemoetkoming berekend naar evenredigheid. Dit geldt ook wanneer de Medewerker één of meer dagen per twee weken structureel thuis werkt.

  • 10. Bij wegomleggingen en/of wegafsluitingen, waardoor de gebruikelijke route niet kan worden gevolgd, wordt geen extra vergoeding gegeven.

ARTIKEL 4 STOPZETTING, HERVATTING EN TERUGVORDERING VAN DE TEGEMOETKOMING

  • 1. Als de Medewerker langer dan een maand afwezig is, wordt de reiskosten-vergoeding stopgezet met ingang van de maand, die volgt op de eerste dag van de langdurige afwezigheid. Eventueel vindt deze stopzetting met terugwerkende kracht plaats.

    De vaste tegemoetkoming wordt dan pas weer uitbetaald vanaf de maand volgend op de maand waarin de Medewerker weer gaat werken (en voor zover hij op zijn ingeroosterde dagen naar zijn werk reist), tenzij de periode van stopzetting daardoor langer is dan de periode van afwezigheid. In het laatste geval wordt de vergoeding weer uitbetaald vanaf dezelfde maand waarin de Medewerker weer gaat werken (en voor zover hij op zijn ingeroosterde dagen naar zijn werk reist). Eventueel vindt deze uitbetaling met terugwerkende kracht plaats.

    Periodes van afwezigheid met een tussentijd van minder dan een maand worden voor de toepassing van dit artikel bij elkaar geteld.

  • 2. De Medewerker dient wijzigingen die van invloed zijn op de vaste tegemoetkoming onverwijld en schriftelijk door te geven aan de werkgever. Dit betreft in ieder geval elke wijziging in het rooster van de Medewerker.

  • 3. De werkgever kan de teveel betaalde tegemoetkoming terugvorderen, indien de Medewerker nalaat de wijzigingen, bedoeld in lid 2, niet uiterlijk op de eerste van de maand waarin de wijziging plaatsvindt door te geven, tenzij de Medewerker aannemelijk heeft kunnen maken dat hij niet in staat was de wijziging tijdig door te geven.

ARTIKEL 5 SAMENLOOP MET FIETS-WOONWERK-REGELING

De medewerker, die op enig moment deel wil nemen aan de Regeling fiets, ontvangt hij vanaf dat moment, gedurende 36 maanden, geen tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer, conform de dan geldende regeling.

ARTIKEL 6 OVERGANGSREGELING

  • 1. Vervallen.

  • 2. Vervallen.

ARTIKEL 7 TWEEDE EN VOLGENDE PLAATS VAN TEWERKSTELLING

  • 1. Als de Medewerker nog een tweede plaats van tewerkstelling heeft, wordt de maandelijkse vergoeding berekend aan de hand van de gezamenlijke roosters van beide functies en het reispatroon van de betreffende medewerker.

  • 2. Als de Medewerker incidenteel naar een tweede en volgende werkplek reist (buiten zijn woonplaats en buiten zijn plaats van tewerkstelling), geldt voor die incidentele ritten op declaratiebasis het tarief van het eerste lid van artikel 3.

ARTIKEL 8 DETACHERING

Bij detachering van de Medewerker (buiten zijn woonplaats) wordt het tarief van het eerste lid van artikel 3 als uitgangspunt genomen.

ARTIKEL 9 ONVOORZIENE GEVALLEN

In bijzondere gevallen, waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid en billijkheid voorziet, kan het college een afwijkende regeling treffen.

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012 en kan worden aangehaald als Regeling tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer gemeente Noordoostpolder.

Ondertekening

Emmeloord, 29 november 2011
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,