Regeling vervallen per 19-03-2021

Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Noordoostpolder 2013

Geldend van 10-05-2017 t/m 18-03-2021

Intitulé

Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Noordoostpolder 2013

Het college van Noordoostpolder,

overwegende dat het in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen;

gelet op de Afvalstoffenverordening en

gelet op artikel 160, eerste lid, onder e van de Gemeentewet,

B E S L U I T:

Vast te stellen het:

Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Noordoostpolder 2013

Paragraaf 1 Algemene Bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1. In dit Uitvoeringsbesluit wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

    • a

      aanbieder: bewoner die afvalstoffen ter inzameling aanbiedt;

    • b

      afvalscheidingsstation: het terrein aan de Montageweg 1 te Emmeloord dat bestemd is voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen;

    • c

      Algemene plaatselijke verordening: de geldende Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Noordoostpolder;

    • d

      beheerder: degene die namens het college van Burgemeester en wethouders van Noordoostpolder belast is met het beheer van - en toezicht op - het afvalscheidingsstation;

    • e

      containeropstelplaats: aangegeven plaats bij de openbare weg, waar de bewoner zijn minicontainer neerzet wanneer hij hem aanbiedt voor lediging;

    • f

      gestapelde bouw: gebouw met daarin meerdere zelfstandige woningen boven elkaar, zoals een flat- of appartementengebouw;

    • g

      inzamelkalender: overzicht dat door of namens de gemeente wordt verstrekt, waarop de inzameldagen staan;

    • h

      materiaalhergebruik: na een be- of verwerking opnieuw gebruiken van materialen van ingezamelde afvalstoffen, daaronder niet begrepen organisch hergebruik en terugwinning van energie;

    • i

      openbare plaats: plaats zoals bedoeld in artikel 1:1, onder a van de Algemene plaatselijke verordening;

    • j

      producthergebruik: hergebruik van herbruikbare afvalstoffen die na overdracht aan een ander, zonder bewerking (uitgezonderd schoonmaken of kleine reparatie), worden toegepast als hetzelfde product;

    • k

      vervoerder: degene die afvalstoffen vanaf de inzamelvoorziening afvoert;

    • l

      verzamelcontainer: boven- of ondergrondse container die bedoeld is voor de inzameling van één of meer specifiek daarop aangeven categorie(n) afvalstoffen van meerdere bewoners.

  • 2. De begripsbeschrijvingen uit artikel 1 van de Afvalstoffenverordening zijn tevens van toepassing bij de uitleg van dit uitvoeringsbesluit.

Paragraaf 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 2 Aanwijzing inzamelaars

  • 1. Als inzameldienst op grond van artikel 2, eerste lid, van de Afvalstoffenverordening wordt aangewezen: N.V. HVC.

  • 2. Als inzamelaar op grond van artikel 2, tweede lid, van de Afvalstoffenverordening worden aangewezen:

    • a.

      de gemeente Noordoostpolder voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen op het afvalscheidingsstation;

    • b.

      Goedzooi B.V. voor het inzamelen van afgedankte elektrische en elektronische apparaten die in aanmerking komen voor producthergebruik;

    • c.

      oliegroothandel Van Staveren voor het inzamelen van afgedankte gasflessen;

    • d.

      Christelijke Basis School Het Lichtschip, Openbare Basis School De

      regenboog, Muziekvereniging de Zeeschelp voor het inzamelen van textiel, metaal, gebruikt frituurvet en bakolie en afgedankte elektrische en elektronische apparaten.

    • e.

      kringlooporganisaties of non-profitorganisaties voor het inzamelen van herbruikbare huisraad.

    • f.

      non-profitorganisaties die een vergunning hebben, zoals bedoeld in artikel 5:13, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor het inzamelen van textiel;

    • g.

      overige ondernemingen of organisaties, waaraan het college schriftelijk opdracht of toestemming heeft verleend voor de inzameling van specifieke categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Het college verleent aan HVC N.V. een alleenrecht voor:

    • a.

      de op –en overslag, transport en de verdere be– en verwerking van het huishoudelijk restafval en grof huishoudelijk afval;

    • b.

      de op –en overslag, transport en verdere sortering, afzet van de huishoudelijke afvalfractie kunststof verpakkingen.

Artikel 3 Categorieën huishoudelijke afvalstoffen

  • De volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen, met omschrijving worden vastgesteld, zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Afvalstoffenverordening:

    • a

      asbest: afval waarin zich asbest of asbesthoudend materiaal bevindt, zoals gedefinieerd in het Asbestverwijderingsbesluit 2005;

    • b

      bouw- en sloopafval: afval van niet-bedrijfsmatige bouw- en sloopactiviteiten in woningen, zoals puin, beton, dakpannen, sloophout en isolatiematerialen;

    • c

      elektrische en elektronische apparatuur: afgedankte elektrische en elektronische apparatuur zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, onder c, van de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur;

    • d

      glas: afvalstoffen die uitsluitend uit glas bestaan, zoals afgedankte eenmalige glasverpakkingen, vlakglas en spiegels;

    • e

      groente-, fruit- en tuinafval (hierna: gft): dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is en dat in de daartoe bestemde minicontainer of verzamelcontainer past;

    • f

      grof huishoudelijk afval: volumineus of zwaar huishoudelijk afval dat door afmeting of gewicht niet in een inzamelvoorziening ter inzameling kan worden aangeboden;

    • g

      grof tuinafval: plantaardige of organische afvalstoffen die door hun aard, samenstelling of omvang niet onder gft vallen en vrijkomen bij niet-bedrijfsmatige werkzaamheden aan groen bij woningen, zoals grof loofafval, snoeihout etcetera;

    • h

      herbruikbare huisraad: afgedankte meubels of andere gebruiksvoorwerpen voor in een woning, die in zodanige staat verkeren dat zij opnieuw voor dat doel gebruikt kunnen worden en ook met dat doel gescheiden van het overige afval worden aangeboden;

    • i

      huishoudelijk restafval: afval afkomstig uit particuliere huishoudens, dat overblijft na scheiding van de overige categorieën;

    • j

      klein chemisch afval: huishoudelijke afvalstoffen zoals vermeld op de KCA-lijst van het ministerie van VROM;

    • k

      kunststof verpakkingen: afgedankte verpakkingen die uitsluitend uit kunststof bestaan en die leeg en droog zijn;

    • l

      luiers: gebruikte wegwerpluiers van kinderen;

    • m

      metaal: afgedankte voorwerpen en materialen die uitsluitend uit metaal bestaan, zoals oud ijzer, blik en aluminiumfolie;

    • n

      papier: huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon is, niet vervuild is met andere afvalfracties en geen andere materialen zoals metaal, folie of kunststof bevat;

    • o

      textiel: afgedankte kleding, lakens, dekens, handdoeken en dergelijke, schoeisels, grote lappen stof en gordijnen die schoon zijn, niet vervuild met andere afvalfracties en niet eerder gebruikt als bijvoorbeeld poets- of verflappen;

    • p

      verpakkingen: afgedankte verpakkingen die uitsluitend uit herbruikbare afvalstoffen bestaan en die leeg en droog zijn;

    • q

      overige herbruikbare huishoudelijke afvalstoffen: afvalstoffen die voor materiaalhergebruik in aanmerking komen en die niet in de andere categorieën genoemd zijn, maar die op het afvalscheidingsstation gescheiden kunnen worden aangeboden, zoals verduurzaamd hout, gips, hard kunststof en dakleer.

    • r

      gebruikt frituurvet en bakolie: olie en vet dat in de keuken wordt gebruikt voor de bereiding van voedsel.

    • s

      drankkartons; afgedankte kartonnen drankverpakkingen.

Artikel 4 Aanwijzing inzamelvoorzieningen

  • 1. Op grond van artikel 6, vierde lid, onder a van de Afvalstoffenverordening worden de volgende inzamelvoorzieningen aangewezen:

    • a

      een of meer minicontainers per woning voor huishoudelijk restafval;

    • b

      een of meer minicontainers per woning voor gft en luiers;

    • c

      een of meer minicontainers per woning voor oud papier en karton;

    • d

      een of meer minicontainers per woning voor kunststof verpakkingen, blik en drankkartons;

    • e

      een glasbak per wijk of woonkern voor glas;

    • f

      eventuele overige verzamelcontainers per wijk of woonkern, voor de afvalstoffen die daarop zijn aangegeven;

    • g

      Het afvalscheidingsstation voor grof huishoudelijk afval, grof tuinafval, bouw- en sloopafval, asbest, klein chemisch afval, en andere specifieke categorieën van huishoudelijke afvalstoffen

    • h

      Kringloopbedrijf Goedzooi B.V.. voor productherbruikbare elektrische en elektronische apparatuur.

  • 2. In afwijking van het eerste lid worden voor woningen in gestapelde bouw de volgende inzamelvoorzieningen aangewezen:

    • a

      een verzamelcontainer voor huishoudelijk restafval en (indien op de locatie geen afzonderlijke container voor gft staat) voor gft en luiers;

    • b

      een eventuele verzamelcontainer voor gft en luiers;

    • c

      eventueel een of meerdere verzamelcontainers of minicontainers voor oud papier en karton.

    • d

      [vervallen]

    • e

      een glasbak per wijk of woonkern voor glas;

    • f

      eventuele overige verzamelcontainers per wijk of woonkern, voor de afvalstoffen die daarop zijn aangegeven;

    • g

      het afvalscheiding station voor grof huishoudelijk afval, grof tuinafval, bouw- en sloopafval, asbest, klein chemisch afval, en andere specifieke categorieën van huishoudelijke afvalstoffen

    • h

      Kringloopbedrijf Goedzooi B.V. voor product herbruikbare elektrische en elektronische apparatuur.

  • 3. [vervallen]

Artikel 5 Inzameltijden en -plaatsen

  • 1. De inzameldagen en tijden voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in minicontainers die door of namens het college jaarlijks bekendgemaakt worden op de inzamelkalender, gelden als de data en tijden zoals bedoeld in artikel 6, vierde lid, onder b van de Afvalstoffenverordening.

  • 2. De openingstijden van het afvalscheidingsstation, zijn de tijden die bij de betreffende locatie en op de website van de gemeente staan aangegeven.

  • 3. De inzamelfrequentie, zoals bedoeld in artikel 6, vierde lid, onder c van de Afvalstoffenverordening, is voor huishoudelijk afval dat aan huis wordt ingezameld:

    • a.

      voor restafval: eens per vier weken de inzameling van huishoudelijk restafval;  

    • b.

      Voor gft afval: binnen de bebouwde kom:

      • -

        in de wintermaanden (van week 44 tot week 13) eens per twee weken.

      • -

        In de zomermaanden (van week 14 tot en met week 43) eens per week

    • c.

      Voor gft afval: buiten de bebouwde kom: het hele jaar eens per twee weken

    • d.

      voor oud papier en karton; eens per vier weken

    • e.

      voor kunststof verpakkingen, blik en drankkartons; eens per vier weken. 

  • 4. [vervallen]

  • 5. De plaatsen waar huishoudelijke afvalstoffen kunnen worden aangeboden, zoals bedoeld in artikel 6, vierde lid, onder d van de Afvalstoffenverordening, zijn:

    • a.

      containeropstelplaatsen;

    • b.

      verzamelcontainers;

    • c.

      het afvalscheidingsstation aan de Montageweg 1 in Emmeloord;

    • d.

      [Vervallen.]

    • e.

      de brenglocaties van overige inzamelaars die zijn aangewezen in artikel 2, tweede lid.

  • 6. Als het voor de inzameldienst door werkzaamheden niet mogelijk is om de normale inzamelplaatsen te bereiken, kan het college van Burgemeester en wethouders voor de duur van de werkzaamheden tijdelijke inzamelplaatsen aanwijzen. Deze worden dan vooraf bekendgemaakt in het huis-aan-huis-blad.

  • 7. Bij het inrichten van nieuwe containeropstelplaatsen, betrekt het college ten minste de volgende belangen:

    • a.

      de technische voorwaarden om de containers te kunnen ledigen door de inzameldienst;

    • b.

      de verkeersveiligheid;

    • c.

      de beheerbaarheid en bruikbaarheid van de openbare weg of openbare plaats en openbare voorzieningen;

    • d.

      het risico van schade aan voorzieningen of bezittingen, zoals auto’s, beplanting of erfafscheidingen;

    • e.

      de belangen van de bewoners in de directe omgeving van de beoogde containeropstelplaats.

  • 8. Bij het bepalen van locaties voor nieuwe verzamelcontainers, betrekt het college ten minste de volgende belangen:

    • a.

      de technische voorwaarden om de containers te kunnen legen door de inzameldienst;

    • b.

      de verkeersveiligheid;

    • c.

      de beheerbaarheid en bruikbaarheid van de openbare weg of openbare plaats en openbare voorzieningen;

    • d.

      het risico van schade aan voorzieningen of bezittingen, zoals auto’s, beplanting of erfafscheidingen;

    • e.

      de belangen van de bewoners in de directe omgeving van de beoogde containeropstelplaats.

Artikel 6 Gebruik inzamelvoorzieningen

  • 1. Het college stelt de volgende regels op grond van artikel 6, vijfde lid, onder a van de Afvalstoffenverordening:

    • a.

      minicontainers mogen alleen op de volgende wijze voor lediging worden aangeboden:

      • -

        op de inzameldag, vanaf 19:00 uur van de voorgaande dag;

      • -

        op de containeropstelplaats;

      • -

        zodanig geplaatst dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en dat gevaar of schade wordt voorkomen;

      • -

        volgens de aanwijzingen van de inzameldienst;

      • -

        gesloten en zonder dat er afval uitsteekt of naast staat;

      • -

        met een gewicht van maximaal 60 kilogram voor het afval en de minicontainer samen;

    • b.

      buiten de inzameldag mogen minicontainers niet op de openbare weg of op een openbare plaats staan;

    • c.

      afvalstoffen welke ten onrechte of op een onjuiste wijze zijn aangeboden en daardoor na de inzameling zijn achtergebleven, dienen uiterlijk om 24.00 uur van diezelfde dag door de aanbieder van de inzamelplaats te worden verwijderd. Afvalstoffen die om deze redenen in de minicontainer zijn achtergebleven, dienen voor de volgende lediging door de aanbieder uit de minicontainer te zijn verwijderd;

    • d.

      het klein chemisch afval kan uitsluitend worden aangeboden op het afvalscheidingsstation in de daarvoor bestemde KCA box.

    • e.

      [Vervallen.]

    • f.

      glasbakken mogen alleen tussen 7:00 en 20:00 uur worden gebruikt.

    • g.

      grof huishoudelijk afval of grof tuinafval mag bij het overdragen of het aanbieden geen groter volume hebben dan 1 m³;

    • h.

      asbest mag uitsluitend op het afvalscheidingsstation worden aangeboden en in een hoeveelheid van maximaal 35 m2 per bezoek;

    • i.

      kleinere stukken grof huishoudelijk afval of grof tuinafval moeten zoveel mogelijk in één of meer bundels samengedrukt en -gebonden worden overgedragen of aangeboden waarbij een bundel niet langer mag zijn dan 1,5 meter, niet breder dan 0,5 meter en niet zwaarder dan 25 kilogram.

  • 2. Op grond van artikel 6, zesde lid van de Afvalstoffenverordening, kunnen grof huishoudelijk afval, grof tuinafval, grote elektrische en elektronische apparatuur, herbruikbare huisraad, papier en textiel zonder inzamelvoorziening maar wel gescheiden ter inzameling worden aangeboden.

  • 3. Het aanbieden van afvalstoffen zonder inzamelvoorziening, zoals bedoeld in het voorgaande lid, mag uitsluitend wanneer met de inzamelaar is afgesproken dat de betreffende afvalstoffen op die dag op die locatie worden opgehaald.

Artikel 7 Afvalscheidingsstation

  • 1. Voor gebruik van het afvalscheidingsstation gelden de regels in dit artikel. Het zijn regels zoals bedoeld in artikel 6, vijfde lid, onder b van de Afvalstoffenverordening.

  • 2. Het afvalscheidingsstation is uitsluitend toegankelijk met behulp van een toegangs- of milieupas die door of namens het college is verstrekt.

  • 3. Het is verboden om de navolgende huishoudelijke afvalstoffen op het afvalscheidingsstation aan te bieden:

    • a.

      afvalstoffen die afkomstig zijn van – of aangeboden worden door – bedrijven;

    • b.

      gevaarlijke afvalstoffen, met uitzondering van asbest;

    • c.

      afvalstoffen die overmatige stank verspreiden of ongedierte bevatten en waarvoor een andere mogelijkheid bestaat om ze te verwijderen;

    • d.

      afvalstoffen die brand kunnen veroorzaken;

    • e.

      autowrakken en autobanden;

    • f.

      gasflessen;

    • g.

      huishoudelijke afvalstoffen die geen grof huishoudelijk afval zijn en die ook niet onder een andere categorie valt die op het afvalscheidingsstation wordt ingezameld.

  • 4. Op het afvalscheidingsstation gelden de volgende regels:

    • a.

      het afval moet gescheiden in de juiste container worden gedaan;

    • b.

      elektrische en elektronische apparatuur moet schoon zijn en zonder batterijen;

    • c.

      het brengen van asbest moet tevoren op de juiste wijze zijn gemeld;

    • d.

      asbest moet volgens de aanwijzingen van de beheerder in de juiste container worden gedaan;

    • e.

      het brengen van kadavers moet voordat de bewoner het afvalscheidingsstation oprijdt, bij de beheerder zijn gemeld;

    • f.

      kadavers moeten zonder verpakking die in de daarvoor bestemde container worden gedaan;

    • g.

      het is voor bewoners niet toegestaan om het afvalscheidingsstation te betreden met tractoren, shovels, heftrucks, voertuigen waarvoor een ander rijbewijs nodig is dan B of E, combinaties met een hoger gewicht dan 3500 kg of een lengte van meer dan 12 meter;

    • h.

      personen jonger dan 12 jaar moeten in de auto blijven.

  • 5. Indien de omstandigheden op en rond het afvalscheidingsstation daar aanleiding toe geven, kan het college besluiten om bepaalde huishoudelijke afvalstoffen tijdelijk niet te accepteren. Het college voorziet in die gevallen in een vervangende voorziening.

  • 6. De beheerder van het afvalscheidingsstation kan aan eenieder die zich op het afvalsscheidingsstation bevindt of voornemens is afvalstoffen naar het afvalscheidingsstation te brengen, aanwijzingen geven over:

    • a.

      het behandelen van afvalstoffen;

    • b.

      het gebruik van het afvalscheidingsstation en de voorzieningen daarop;

    • c.

      het betreden van het afvalscheidingsstation;

    voor zover die aanwijzingen nodig zijn om:

    • -

      de veiligheid van personen te beschermen;

    • -

      de gescheiden inzameling van herbruikbare afvalstoffen te bevorderen;

    • -

      te zorgen dat de afvalstoffen op de juiste wijze worden aangeboden en in de juiste container terecht komen;

    • -

      de voorschriften worden nageleefd waaraan het afvalscheidingsstation is gebonden vanuit de milieuregelgeving die voor deze inrichting geldt, waaronder in ieder geval de voorschriften krachtens hoofdstuk 8 van de Wet milieubeheer;

    • -

      de materialen en eigendommen van de gemeente of derden te beschermen en schade aan het terrein te voorkomen;

    • -

      het efficiënt gebruik van het afvalscheidingsstation te bevorderen, waaronder in ieder geval aanwijzingen die de doorstroming van de bezoekers bevorderen en het weren van voertuigen die door hun aard of omvang belemmeringen kunnen veroorzaken.

  • 7. Eenieder die zich op het afvalscheidingsstation bevindt, is verplicht om de aanwijzingen van de beheerder stipt en onmiddellijk op te volgen.

  • 8. Huishoudelijke afvalstoffen mogen uitsluitend door een vervoerder van het afvalscheidingsstation worden afgevoerd en uitsluitend voor zover dat gebeurt op basis van een overeenkomt met het college.

Artikel 8 Tijdelijk afwijken voor proeven

Het college kan artikel 4, artikel 5, artikel 6 en artikel 7 buiten toepassing laten voor de uitvoering van een nieuwe inzamelmethodiek die bij wijze van proef wordt uitgevoerd, mits:

  • a.

    de proef tijdelijk is en vooraf duidelijk is wat de looptijd van de proef is;

  • b.

    de uitvoering van de proef niet strijdig is met de Afvalstoffenverordening;

  • c.

    de bewoners tevoren schriftelijk worden geïnformeerd over de inzameldata en andere bepalingen die gedurende de looptijd van de proef voor hen gelden.

Artikel 9 Eigendom en aansprakelijkheid

  • 1. Krachtens artikel 6, vijfde lid, onder b, van de Afvalstoffenverordening stelt het college de volgende regels voor het gebruik van de van gemeentewege verstrekte inzamelvoorzieningen:

    • a.

      het beheer van de inzamelvoorzieningen, inclusief de toegangspas voor het afvalscheidingsstation, die in bruikleen zijn verstrekt door of namens de gemeente, berust bij de gemeente of bij de inzameldienst of inzamelaar die is aangewezen in artikel 2, eerste lid;

    • b.

      de inzameldienst kan haar inzamelvoorzieningen voorzien van stickers of andere aanduidingen waarop is aangegeven voor welke categorieën van afvalstoffen de inzamelvoorziening is bestemd of waarmee de inzamelvoorziening kan worden geïdentificeerd, zoals, een postcode, een plaatsnaam, een straatnaam of een huisnummer;

    • c.

      de door of namens de gemeente verstrekte inzamelvoorzieningen, inclusief de toegangspas voor het afvalscheidingsstation, behoren bij de woning en moeten bij verhuizing in de woning worden achtergelaten;

    • d.

      bij vermissing van een inzamelvoorziening, meldt de bewoner dit op voorgeschreven wijze bij de inzameldienst;

    • e.

      bij beschadiging van een door of namens de gemeente verstrekte inzamelvoorziening maakt de bewoner daarvan melding bij de inzameldienst;

    • f.

      indien een nieuwe bewoner bij aanvaarding van de woning geen inzamelvoorzieningen of milieupas aantreft, maakt hij daarvan melding bij de inzameldienst;

    • g.

      de gebruiker is verplicht de inzamelvoorzieningen zodanig te gebruiken dat deze in goede staat van onderhoud blijven en geen overlast voor derden veroorzaken.

  • 2. Krachtens artikel 6, vijfde lid, onder b, van de Afvalstoffenverordening stelt het college de volgende bepalingen voor het afvalscheidingsstation:

    • a.

      eenieder, met uitzondering van medewerkers van de gemeente Noordoostpolder die er verblijven vanwege hun werk, betreedt het afvalsscheidingsstation op eigen risico;

    • b.

      buiten de openingstijden mogen zich geen personen op het afvalscheidingsstation bevinden zonder uitdrukkelijke toestemming van de beheerder.

Paragraaf 3 Zwerfafval

Artikel 10 Zwerfafval

  • 1. Het is verboden afvalstoffen of inzamelvoorzieningen te doorzoeken of te verspreiden.

  • 2. Het is verboden om afvalstoffen of inzamelvoorzieningen, die gereed staan voor inzameling zodanig te behandelen dat het afval buiten de inzamelvoorzieningen terecht komt of redelijkerwijs verwacht kan worden dat het afval door de handeling buiten de inzamelvoorziening terecht komt.

  • 3. De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

    • a.

      een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

    • b.

      zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, - mand of verwerp steeds tijdig wordt geleegd;

    • c.

      zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met het toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

  • 4. Het derde lid geldt alleen voor zover dit onderwerp niet is voorzien in voorschriften die bij of krachtens een Algemene Maatregel van Bestuur, zoals bedoeld in artikel 8.40 van de Wet Milieubeheer zijn gesteld.

  • 5. Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

  • 6. Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die de genoemde werkzaamheden verricht, alsmede diens opdrachtgever, verplicht de weg te reinigen of te laten reinigen. Dit moet plaatsvinden:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar oplevert voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek;

    • b.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar oplevert voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek;

    • c.

      elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de werkzaamheden langer dan een dag duren.

  • 7. Het zesde lid geldt alleen voor zover dit onderwerp niet is voorzien in de Wet bodembescherming of in regels die krachtens die wet zijn gesteld.

Paragraaf 4 Slotbepalingen

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Dit Uitvoeringsbesluit treedt in werking op de dag waarop de Afvalstoffenverordening in werking treedt.

  • 2. De “Uitvoeringsbesluiten Afvalstoffenverordening Noordoostpolder”, vastgesteld op 4 oktober 2005, worden ingetrokken op de dag waarop dit Uitvoeringsbesluit in werking treedt.

  • 3. In afwijking van het tweede lid, wordt de bepaling over de toepassing van artikel 17 Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten, niet ingetrokken.

  • 4. Het “Reglement scheidingsstation”, vastgesteld op 23 februari 1999, wordt ingetrokken op de dag waarop dit Uitvoeringsbesluit in werking treedt.

Artikel 12 Citeerbepaling

Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van
burgemeester en wethouders d.d. 4 december 2012,
de secretaris, de burgemeester,

BIJLAGE 1 Voorwaarden voor inzamelen van oud papier en karton

Algemeen

 

  • 1.

    [vervallen]

  • 2.

     [vervallen]

  • 3.

     [vervallen]

  • 4.

     [vervallen]

  • 5.

    [vervallen]

Uitvoering van de inzameling

 

  • 6.

    [vervallen]

  • 7.

    [vervallen]

  • 8.

    [vervallen]

  • 9.

    [vervallen]

Transport

 

  • 10.

    [vervallen]

Kwaliteit oud papier

 

  • 11.

    [vervallen]

  • 12.

    [vervallen]

Toelichting op het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Noordoostpolder 2013

Toelichting op het

Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Noordoostpolder 2013

Algemeen

De inhoud van dit uitvoeringsbesluit volgt zoveel mogelijk de inhoud van de Afvalstoffenverordening (hierna: verordening). Alle bevoegdheden die het college krachtens die verordening heeft, zijn in dit uitvoeringsbesluit uitgewerkt. Net als bij de verordening, is ook in dit uitvoeringsbesluit kritisch gekeken naar de noodzaak en de handhaafbaarheid van de bepalingen die erin staan. En ook zijn de aanbevelingen opgevolgd uit de publicatie “100 Ideeën voor de gemeentelijke regelgever; begrijpelijk, leesbaar en doelmatig”.

Artikelsgewijze toelichting

Toelichting artikel 1 (begrippen):

De begripsomschrijvingen in dit uitvoeringsbesluit zijn grotendeels gebaseerd op beschrijvingen die elders worden toegepast of die door de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) als voorbeeld zijn aangereikt in modelverordeningen. Naast de begrippen die in dit artikel staan, zijn ook de begrippen uit hogere regelgeving van toepassing, zoals de Wet milieubeheer (Wm) en de Afvalstoffenverordening (Asv).

Bijvoorbeeld:

  • -

    huishoudelijke afvalstoffen (Wm);

  • -

    doelmatig beheer van afvalstoffen (Wm);

  • -

    gescheiden inzameling (Wm);

  • -

    bewoner (Asv);

  • -

    inzameldienst (Asv);

  • -

    inzamelvoorziening (Asv).

Toelichting artikel 2 (aanwijzing inzamelaars):

  • -

    Lid 1.

    Het aanwijzen van een inzameldienst is een wettelijke verplichting (art 10.23 Wm). In de verordening is bepaald dat het college deze aanwijzing in de gemeente Noordoostpolder uitvoert. Dat doet zij in art 2, lid 1 van het uitvoeringsbesluit.

    In Noordoostpolder is HVC op dit moment de inzameldienst.

  • -

    Lid 2.

    Naast de inzameldienst kunnen andere organisaties ook afval inzamelen. Ook die aanwijzingsbevoegdheid legt de verordening bij het college. In het uitvoeringsbesluit wijst het college diverse inzamelaars aan die momenteel (bij de inwerkingtreding van deze besluiten) ook al afval inzamelen in de gemeente Noordoostpolder, zoals Het GOED en de organisaties die huis-aan-huis textiel inzamelen. Nieuw is dat kringlooporganisaties niet meer individueel aangewezen hoeven te worden, maar slechts aan een bijlage met algemene voorschriften moeten voldoen. Ook nieuw is dat de papierinzamelaars niet langer een inzamelvergunning hebben, maar eveneens mogen inzamelen zolang zij aan een bijlage met algemene voorschriften voldoen. Het oude systeem van inzamelvergunningen bestaat in de nieuwe verordening niet meer. Alle inzamelaars die momenteel in Noordoostpolder actief zijn, zijn nu in dit artikel van het uitvoeringsbesluit aangewezen.

Toelichting artikel 3 (categorieën huishoudelijke afvalstoffen):

In artikel 3 beschrijft het college de verschillende categorieën van afvalstoffen. Het gaat vooral om categorieën die gescheiden kunnen worden verwerkt en die door de inwoners als verschillende soorten afval worden herkend. Op basis van deze beschrijving vindt vaak ook gescheiden inzameling plaats, of inzameling van enkele categorieën in specifieke combinaties.

Toelichting artikel 4 (aanwijzing inzamelvoorzieningen):

In artikel 4 bepaalt het college welke inzamelvoorzieningen voor de inwoners beschikbaar zijn. Er bestaat een standaardpakket aan voorzieningen per woning (lid 1). Voor appartementen verschilt dat iets, want daar staan verzamelcontainers in plaats van minicontainers (lid 2). Ook voor woningen buiten de bebouwde kom is het iets anders, want die hebben geen gescheiden GFT inzameling (lid 3).

Toelichting artikel 5 (Inzameltijden en -plaatsen):

In lid 1 t/m 6 bepaalt het college inzameldagen en -plaatsen. Daarmee zijn de huidige inzameldagen en de bestaande containeropstelplaatsen (en locaties van verzamelcontainers) bedoeld. In lid 7 en 8 staat welke belangen het college betrekt wanneer zij nieuwe containeropstelplaats kiest of een nieuwe locatie voor een verzamelcontainer. Hiermee stelt het college zichzelf een norm voor zorgvuldige belangenafweging bij het bepalen van de locaties voor nieuwe containers of aanbiedplaatsen.

Toelichting artikel 6 t/m 8 (Gebruik inzamelvoorzieningen):

De artikelen 6, 7 en 8 bevatten de regels die het college stelt voor het aanbieden van huishoudelijk afval. In artikel 6 staan de regels over het aanbieden van de afvalstoffen, zoals de maximale hoeveelheid afval die per keer mag worden aangeboden. Artikel 7 bevat regels over het gebruik van het Afvalscheidingsstation. En in artikel 8 staan bepalingen over eigendomsrechten en aansprakelijkheid m.b.t. de inzamelvoorzieningen. De inhoud van deze artikelen komt inhoudelijk grotendeels overeen met de regels die voorheen golden vanuit de oude versie van de Afvalstoffenverordening en de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten en het oude reglement voor gebruik van het Afvalscheidingstation. Nieuw is dat de beheerder van het afvalscheidingsstation aanwijzingen kan geven, bijvoorbeeld om de goede gescheiden inzameling te bevorderen of om de veiligheid van de personen op het terrein te borgen.

Verder is de norm voor het brengen van asbest op het Afvalscheidingsstation. In de oude versie was dat maximaal 50 kg, nu is dat maximaal 35 m2. De norm van 35 m2 sluit aan op de grens waaronder geen asbestinventarisatierapport nodig is (art 3 en art 4, lid 3 van het Asbestverwijdingsbesluit 2005). Dat zal in de praktijk ook vaak de grens zijn waarbij particulieren het asbest nog zelf verwijderen.

Toelichting artikel 9 (Zwerfafval):

Artikel 9 bevat regels om zwerfafval te voorkomen.

Toelichting artikel 10 en 11 (Slotbepalingen):

Artikel 10 en 11 bevatten de gebruikelijke slotbepalingen: de citeertitel en de datum waarop het uitvoeringsbesluit in werking treedt. Dit uitvoeringsbesluit hangt samen met de nieuwe verordening en treedt daarom ook pas in werking wanneer de nieuwe verordening in werking treedt. De oude uitvoeringsbesluiten hingen aan de oude verordening en worden daarom ingetrokken. Het oude Reglement scheidingsstation, dat specifieke bepalingen over het afvalscheidingsstation bevatte, is geheel opgenomen in het nieuwe uitvoeringsbesluit en wordt daarom ook ingetrokken. Het besluit om alleenrecht aan HVC te verlenen, blijft uitdrukkelijk wel van kracht. De procedure om tot de huidige overeenkomst met HVC te komen, kan immers niet met terugwerkende kracht worden gewijzigd. Daarom kunnen de besluiten waarop die overeenkomst is gebaseerd, niet worden ingetrokken.

BIJLAGE 2 Voorwaarden voor inzameling van herbruikbare huisraad

  • 1.

    De inzameling van herbruikbare huisraad vindt uitsluitend plaats na schriftelijke melding aan het college of op basis van een schriftelijke overeenkomst met het college.

  • 2.

    De bij 1 bedoelde melding bevat ten minste de volgende gegevens:

    • -

      naam en adres van degene die verantwoordelijk is voor de inzameling. Dit dient een rechtsgeldige vertegenwoordiger te zijn van de rechtspersoon die de inzameling uitvoert of, indien dat geen onderneming is, een natuurlijk persoon;

    • -

      de adresgegevens van de locatie waar de inzameling plaatsvindt;

    • -

      de adresgegevens van de locatie waar de ingezamelde afvalstoffen worden opgeslagen;

    • -

      de wijze waarop – en de locatie waar - de ingezamelde producten worden hergebruikt of voor hergebruik aan derden worden aangeboden;

    • -

      de wijze waarop de inzameling plaatsvindt en bekendgemaakt wordt;

    • -

      de kwaliteitseisen die aan de ingezamelde afvalstoffen worden gesteld om te borgen dat ze geschikt zijn voor hergebruik. En de wijze waarop die eisen voorafgaand aan – en tijdens - de inzameling aan de bewoners worden uitgelegd.

    • -

      eventuele andere gegevens die het college vraagt.

  • 3.

    Minimaal 90% van de herbruikbare huisraad die de inzamelaar inzamelt, moet worden toegepast voor producthergebruik.

  • 4.

    Op de inzamelvoorzieningen, in de voorlichtingsmaterialen en in alle eventuele andere vormen van bekendmaking geeft de inzamelaar uitdrukkelijk producthergebruik als doel van de inzameling aan. Daarbij worden tevens de kwaliteitseisen bekend gemaakt (bijv. schoon, heel en compleet).

  • 5.

    Degene die verantwoordelijk is voor de inzameling levert jaarlijks uiterlijk op 31 januari schriftelijk een rapportage aan bij het college, waarin ten minste de volgende gegevens staan:

    • -

      de hoeveelheid herbruikbare huisraad die in het direct daaraan voorafgaande jaar is ingezameld, uitgebruikt in kilogrammen. Indien de inzameling op meerdere locaties is uitgevoerd, worden de ingezamelde hoeveelheden in de rapportage per inzamellocatie aangegeven;

    • -

      de hoeveelheid ingezamelde herbruikbare huisraad die is overgedragen aan nieuwe gebruikers en de wijze waarop dat is gebeurd (bijv. door verkoop in een kringloopwinkel, verkoop op een rommelmarkt, uitgifte als hulpgoederen in rampgebieden etc);

    • -

      de wijze en data waarop de inzameling heeft plaatsgevonden;

    • -

      de wijze waarop de ingezamelde afvalstoffen voor producthergebruik aan eventuele derden zijn overgedragen;

    • -

      eventuele andere gegevens die het college vraagt.

  • 6.

    De volgende categorieën afvalstoffen mogen niet worden ingezameld voor producthergebruik:

    • -

      klein chemisch afval;

    • -

      asbest;

    • -

      afvalstoffen waarvan de inzameling en/of het hergebruik ervan gebonden is aan verboden of bepalingen uit andere wet- en regelgeving.