Beleidsregels voor de aanleg en verbreding van inritten bij nieuwbouwwoningen

Geldend van 11-03-2014 t/m 06-12-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Beleidsregels voor de aanleg en verbreding van inritten bij nieuwbouwwoningen

Het college van burgemeester en wethouders gemeente Noordoostpolder;

Overwegende dat het de geldende regels voor het aanleggen van inritten bij nieuwbouwwoningen verouderd zijn en daardoor niet meer toereikend zijn;

Gelet op artikel 160, lid 1 onder e Gemeentewet in samenhang met artikel 4:81, lid 1 Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende

Beleidsregels voor de aanleg en verbreding van inritten bij nieuwbouwwoningen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    nieuwbouwwoning: een nieuw gebouwde woning welke toebehoort aan de eerste particuliere eigenaar na de bouwoplevering;

  • b.

    inrit: de verharding op openbare grond die nodig is voor toegang naar een nieuwbouwwoning of een perceel voor een nieuwbouwwoning;

  • c.

    oprit: een deel van een kavel van een woning, dat gebruikt wordt of bestemd is voor het parkeren of stallen van een voertuig of het bereiken van een garage.

Artikel 2 Doel van de regeling

Doel van deze regeling is om de regels vast te leggen voor de aanleg of verbreding van een inrit bij een nieuwbouwwoning.

Artikel 3 Vrijstaande woning en twee onder één kap woning

Bij een vrijstaande woning of een twee onder één kap woning kan in beginsel één inrit worden aangelegd.

Artikel 4 Inrit bij een rijwoning

  • 1. Bij een woning in een rij wordt geen inrit aangelegd, tenzij:

    • a.

      het een woning in het midden van de rij betreft die voorzien is van een garage of carport;

    • b.

      het de woning op de hoek van de rij betreft die voorzien is van een ruime zij- of achtertuin waar parkeren naast of achter de woning mogelijk is.

  • 2. Voordat een inrit aangelegd wordt bij een rijwoning wordt altijd vooraf beoordeeld of de verkeerssituatie en de verkeersveiligheid de aanleg van de inrit toelaat.

Artikel 5 Maatvoering

  • 1. De breedte van een inrit bedraagt maximaal zes meter.

  • 2. Met de bewoner van een nieuwbouwwoning wordt vooraf de gewenste breedte van een inrit bepaald, waarbij die breedte niet groter kan zijn de maximale breedte van de verharding op de eigen oprit.

Artikel 6 Aanlegkosten

  • 1. De kosten voor de aanleg of verbreding van een inrit voorafgaand of tijdens het woonrijp maken van een woningbouwperceel zijn voor rekening van de gemeente.

  • 2. Wanneer de openbare ruimte rondom de nieuwbouwwoning al volledig woonrijp gemaakt is, worden op basis van voorcalculatie de werkelijk gemaakte kosten in rekening gebracht.

Artikel 7 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: “Regeling aanleg en verbreding bij inritten”.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 11 maart 2014 en werkt terug tot en met 1 januari 2013.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 4 maart 2014,
de secretaris, de burgemeester,