Regeling vervallen per 01-01-2024

Afvalstoffenverordening Noordoostpolder 2013

Geldend van 11-12-2014 t/m 31-12-2023

Intitulé

Afvalstoffenverordening Noordoostpolder 2013

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2012, no. 17632-1;

gelet op artikel 10.23, eerste lid van de Wet milieubeheer

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening:

Afvalstoffenverordening Noordoostpolder 2013

Paragraaf 1 Algemene Bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan of mede verstaan onder:

    • -

      Afvalbeleidsplan: Afvalbeleidsplan dat is vastgesteld door de gemeenteraad van Noordoostpolder;

    • -

      andere inzamelaars: personen en instanties die krachtens artikel 2, tweede lid zijn aangewezen voor het inzamelen van categorieën van huishoudelijke afvalstoffen;

    • -

      bewoner: één of meer inwoners die gezamenlijk feitelijk gebruik maken van een perceel in de gemeente Noordoostpolder waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan (hierna: bewoner);

    • -

      herbruikbare huishoudelijke afvalstoffen: afvalstoffen die na inzameling (al dan niet na bewerking) als grondstof of product kunnen worden toegepast, daaronder niet begrepen organisch hergebruik en de terugwinning van energie;

    • -

      inzamelen: de activiteiten die gericht zijn op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

    • -

      inzameldienst: de inzameldienst die krachtens artikel 2, eerste lid, is aangewezen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

    • -

      inzamelvoorziening: een hulp- of bewaarmiddel of bewaarplaats die bestemd is voor de inzameling van afvalstoffen van één of meer huishouden(s), bijvoorbeeld een minicontainer, kca-box, verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot;

    • -

      openbare weg: weg of wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994;

    • -

      ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelvoorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

    • -

      zwerfafval: afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes, blikjes, etenswaren of verpakkingen daarvan, die ontstaan buiten een perceel en geen klein chemisch afval zijn.

  • 2. De begripsbeschrijvingen die zijn gesteld bij of krachtens de Wet milieubeheer zijn tevens van toepassing bij de uitleg van deze verordening.

Paragraaf 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 2 Aanwijzing inzamelaars

  • 1. Het college wijst de inzameldienst aan, die belast is met het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2. Het college kan, naast de inzameldienst, andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Bij het aanwijzen van de inzameldienst of andere inzamelaars, betrekt het college in haar besluitvorming in ieder geval:

    • a.

      het belang van de bescherming van het milieu;

    • b.

      vastgesteld beleid van de gemeente Noordoostpolder, waaronder ten minste het Afvalbeleidsplan;

    • c.

      het belang van een doelmatig beheer van afvalstoffen.

  • 4. Het college kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden, in het belang van:

    • a.

      de bescherming van het milieu;

    • b.

      de uitvoering en naleving van het vastgestelde beleid van de gemeente Noordoostpolder;

    • c.

      een doelmatig beheer van afvalstoffen.

  • 5. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

  • 6. Het college kan een alleenrecht verlenen als bedoeld in artikel 17 Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten voor inzameling en verwerking van al het door of vanwege de gemeente ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 3 Verbod inzamelen zonder aanwijzing

  • 1. Het is verboden om huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen zonder een aanwijzing van college, zoals bedoeld in artikel 2.

  • 2. Dit verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 4 Gescheiden inzameling

  • 1. Het college stelt categorieën van huishoudelijke afvalstoffen vast, met een omschrijving per categorie.

  • 2. Het college draagt zorg voor het gescheiden inzamelen van ten minste de volgende huishoudelijke afvalstoffen:

    • a.

      afgedankte elektrische en elektronische apparatuur;

    • b.

      kunststof verpakkingen;

    • c.

      oud papier en karton;

    • d.

      eventuele overige huishoudelijke afvalstoffen waarvoor de gemeente een plicht tot gescheiden inzameling heeft vanuit landelijke regels of convenanten.

  • 3. Overige herbruikbare huishoudelijke afvalstoffen worden gescheiden van het restafval ingezameld, voor zover dat past binnen het Afvalbeleidsplan van de gemeente Noordoostpolder.

Artikel 5 Gecombineerde inzameling

  • 1. In afwijking van artikel 10.21 van de Wet milieubeheer, vindt de inzameling van groente- fruit- en tuinafval gecombineerd plaats met gebruikte wegwerpluiers van kinderen. Het college kan besluiten om deze combinatie uit te breiden met één of meer andere categorieën van huishoudelijke afvalstoffen, voor zover dat past binnen de uitvoering van het Afvalbeleidsplan.

  • 2. Het college bepaalt welke overige categorieën van huishoudelijke afvalstoffen gecombineerd worden ingezameld.

Artikel 6 Huishoudelijke afvalstoffen voor inzameling aanbieden

  • 1. In afwijking van artikel 10.21 van de Wet milieubeheer, vindt de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen in Noordoostpolder plaats op minimaal één locatie per woonkern.

  • 2. In afwijking van artikel 10.21 van de Wet milieubeheer, worden huishoudelijke afvalstoffen, met uitzondering van grove huishoudelijke afvalstoffen, in Noordoostpolder ten minste eenmaal per maand ingezameld.

  • 3. In afwijking van artikel 10.21 van de Wet milieubeheer, vindt de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen in Noordoostpolder niet door of vanwege de gemeente plaats in gedeelten van het grondgebied die het college gemotiveerd als zodanig heeft aangewezen en waarvoor een alternatieve gelegenheid wordt geboden, zoals bedoeld in artikel 10:27 van de Wet milieubeheer.

  • 4. Het college bepaalt:

    • a.

      via welke inzamelvoorzieningen huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld;

    • b.

      op welke dagen en tijden huishoudelijke afvalstoffen, of categorieën daarvan, ter inzameling kunnen worden aangeboden;

    • c.

      de inzamelfrequentie van de verschillende categorieën van huishoudelijke afvalstoffen, met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid van dit artikel;

    • d.

      de plaatsen waar huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 5. Het college kan regels stellen over:

    • a.

      de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden;

    • b.

      het gebruik van een van gemeentewege verstrekte inzamelvoorziening.

  • 6. Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelvoorziening ter inzameling mogen worden aangeboden.

  • 7. Bij het nemen van besluiten, zoals bedoeld in het vierde en vijfde lid, betrekt het college ten minste het Afvalbeleidsplan van de gemeente Noordoostpolder;

  • 8. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen voor inzameling aan te bieden op een wijze die strijdig is met de regels die het college krachtens het vierde, vijfde of zesde lid heeft gesteld.

Artikel 7 Verbod op aanbieden

  • 1. Het is verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan aan inzamelaars die krachtens artikel 2 van deze verordening zijn aangewezen of daarvan krachtens deze verordening zijn uitgezonderd.

  • 2. Het is verboden om huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via de inzamelvoorziening die voor dat perceel is aangewezen krachtens artikel 6, vierde lid onder a.

  • 3. Het is anderen dan de bewoner verboden om afvalstoffen ter inzameling aan te bieden via de inzamelvoorzieningen die voor de betreffende woning door het college zijn aangewezen krachtens artikel 6, vierde lid, onder a.

  • 4. Het is verboden om bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden via een inzamelvoorziening die bestemd is voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen door of vanwege de gemeente.

  • 5. Het is verboden voor bewoners uit andere gemeenten om huishoudelijke afvalstoffen in de gemeente Noordoostpolder ter inzameling aan te bieden.

Paragraaf 3 Overige bepalingen over huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 8 Zwerfafval

  • 1. Het is verboden om afval achter te laten buiten een inzamelvoorziening of buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer.

  • 2. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;

  • 3. Het college kan regels stellen om te voorkomen dat zwerfafval ontstaat.

  • 4. Het is verboden om in strijd te handelen met de regels die het college krachtens het derde lid heeft gesteld.

Artikel 9 Opslag van afvalstoffen

  • 1. Het is verboden om afvalstoffen op een voor publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

  • 4. Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen conform de regels uit deze verordening;

    • b.

      het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben;

    • c.

      het ter inzameling aanbieden van bedrijfsmatige of gevaarlijke afvalstoffen conform regels die daarvoor zijn gesteld bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet bodembescherming of andere wetgeving.

Artikel 10 Autowrakken

Een autowrak dat een huishoudelijke afvalstof is, mag slechts worden afgegeven aan een inrichting zoals bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.

Paragraaf 4 Straf- en slotbepalingen

Artikel 11 Strafbepalingen

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3, van de Wet op de economische delicten:

Artikel

Onderwerp

Artikel 3, lid 1

Verbod op inzameling van huishoudelijke afvalstoffen zonder aanwijzing.

Artikel 6, lid 8

Verbod op strijdig handelen met regels die het college stelt voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 7

Verbod op ter inzameling aanbieden van afvalstoffen:

-aan niet-aangewezen inzamelaars;

-via een andere voorziening dan die voor dat perceel is aangewezen;

-door anderen dan de gebruikers van een perceel;

-die bedrijfsafvalstoffen zijn;

-door personen die geen inwoner zijn van de gemeente Noordoostpolder.

Artikel 8, lid 1

Verbod op afval achterlaten buiten voorzieningen.

Artikel 8, lid 4

Verbod op strijdig handelen met regels die het college stelt ter voorkoming van zwerfafval.

Artikel 9, lid 1

Verbod op opslag afval op zichtbare plaats.

Artikel 10

Afgifte autowrakken uit particuliere huishoudens aan een instantie die niet voldoet aan het Besluit beheer autowrakken.

Artikel 12 Toezichthouders

De ambtenaren die aangewezen zijn krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

  • 2. De Afvalstoffenverordening van de gemeente Noordoostpolder, vastgesteld op 24 maart 2005, wordt ingetrokken.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van 24 januari 2013.
De griffier, de voorzitter,

Toelichting op de Afvalstoffenverordening Noordoostpolder 2013

Algemeen

Bij het opstellen van deze Afvalstoffenverordening is de modelverordening van de VNG als basis genomen. Vanuit dat model en de mogelijkheden die de Wet milieubeheer biedt, is de verordening passend gemaakt voor de gemeente Noordoostpolder. Het uitgangspunt was een verordening te maken die aansluit op de wensen van de raad en het college om het afvalbeheer efficiënt, duurzaam en inwonergericht uit te kunnen voeren; ofwel, conform het gemeentelijke Afvalbeleidsplan 2011-2021. Om dat mogelijk te maken, is in deze verordening, evenals in de vorige versie, een duidelijke knip gemaakt tussen de bepalingen die (door de raad) in de verordening gesteld moeten worden en de bepalingen die door het college in een uitvoeringsbesluit kunnen worden uitgewerkt. En uiteraard is per bepaling ook kritisch gekeken naar de noodzaak en de handhaafbaarheid ervan.

Om de Afvalstoffenverordening juridisch correct, maar toch zo begrijpelijk en leesbaar mogelijk te houden, zijn de aanbevelingen opgevolgd uit de publicatie “100 Ideeën voor de gemeentelijke regelgever; begrijpelijk, leesbaar en doelmatig”.

Artikelsgewijze toelichting

Toelichting artikel 1 (begrippen):

De begripsomschrijving in deze Afvalstoffenverordening is grotendeels overgenomen uit de modelverordening van de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten). Naast de begrippen die in dit artikel staan, zijn ook de begrippen uit hogere regelgeving van toepassing op deze verordening. De Wet milieubeheer bevat bijvoorbeeld een aantal omschrijvingen van begrippen die in deze verordening staan, zoals:

  • -

    afvalstoffen;

  • -

    bedrijfsafvalstoffen;

  • -

    doelmatig beheer van afvalstoffen;

  • -

    gescheiden inzameling;

  • -

    huishoudelijke afvalstoffen.

Deze begrippen zijn in de Afvalstoffenverordening gebruikt en bedoeld conform hun beschrijving in de Wet milieubeheer.

Toelichting artikel 2 (aanwijzing inzamelaars):

Lid 1

Het aanwijzen van een inzameldienst is een wettelijke verplichting (art 10.23 Wm). Deze bevoegdheid kan via de Afvalstoffenverordening bij het college worden neergelegd. Dat past bij de bevoegdheden omdat het college ook de overeenkomst met de inzameldienst afsluit. In Noordoostpolder is HVC Inzameling op dit moment de inzameldienst.

Lid 2

Naast de inzameldienst kunnen andere organisaties ook afval inzamelen (bijv. Het GOED, ReShare, winkels, scholen en verenigingen). Daarom is het in deze afvalstoffenverordening mogelijk gemaakt om ook dit soort ‘overige inzamelaars’ door het college te laten aanwijzen. Dit systeem vervangt het oude stelsel van inzamelvergunningen. Het omzetten van het vergunningensysteem naar algemene regels past in de trend naar minder administratieve lasten en procedures.

Lid 3

Met deze bepaling wordt geborgd dat het wettelijke kader (de Wet milieubeheer) en het gemeentelijk beleid (Afvalbeleidsplan) als argument worden gebruikt bij besluiten over aanwijzing van de inzameldienst en andere inzamelaars.

Lid 4

Met deze bepaling kan het college de inzameldienst of andere inzamelaars voorschriften opleggen om te borgen dat de uitvoering van de inzameling in lijn is met het wettelijke kader (de Wet milieubeheer) en het gemeentelijk beleid (Afvalbeleidsplan).

Lid 5

Door par 4.1.3.3 Awb uit te sluiten, wordt voorkomen dat inzamelaars ‘van rechtswege’ worden aangewezen wanneer het college niet tijdig besluit. Deze bepaling past logisch bij het karakter van aanwijzing; daaruit blijkt al dat het geen vanzelfsprekendheid is dat iedereen die afval wil inzamelen dat ook mag doen.

Lid 6

Deze bepaling biedt de mogelijkheid om gebruik te maken van alleenrecht bij het aangaan van een overeenkomst over de uitvoering van de afvalinzameling en -verwerking.

Toelichting artikel 3 (verbod op inzamelen zonder aanwijzing):

Lid 1

Deze verbodsbepaling geeft betekenis aan de aanwijzing van de inzameldienst en de overige inzamelaars.

Lid 2

Dit lid voorkomt strijdigheid met hogere regelgeving. Personen en instanties die inzameling van huishoudelijke afvalstoffen uitvoeren vanuit een verplichting in landelijke regelgeving (zoals de AmvB’s voor verpakkingsafval, electrische apparatuur en batterijen) mogen daarbij geen belemmering tegenkomen in de gemeentelijke regelgeving (zoals deze Afvalstoffenverordening).

Toelichting artikel 4 en 5 (Gescheiden en gecombineerde inzameling):

Het kan interessant zijn om bepaalde categorieën van huishoudelijke afvalstoffen gescheiden in te zamelen, of juist gecombineerd (bijv. papier en kunststof samen, luiers en GFT samen). En ook om de inzamelmethode daarop aan te passen (bijv. containers met blauwe deksel). Voor welke afvalstromen welke inzameling interessant is, is afhankelijk van marktontwikkelingen en technische ontwikkelingen in de afvalverwerking en –recycling. De gemeenteraad van Noordoostpolder heeft daarom in het Afvalbeleidsplan 2011-2021 doelstellingen gekozen voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen (milieurendement, economisch effect, gemak voor de inwoners etc). Die doelstellingen bepalen de koers bij het kiezen voor nieuwe inzamelmethoden of combinaties. Deze Afvalstoffenverordening is erop gericht om dat beleid uit te voeren. Het college krijgt de ruimte om te bepalen welke afvalstoffen gecombineerd of gescheiden worden ingezameld, met de doelen uit het Afvalbeleidsplan als kader.

Voor enkele specifieke soorten afvalstoffen bevatten landelijke besluiten verplichtingen of mogelijkheden die de gemeente op raadsniveau moet invullen, in de Afvalstoffenverordening. Dat geldt bijvoorbeeld voor de gescheiden inzameling van elektrische apparatuur en voor de gecombineerde inzameling van andere fracties met GFT. Daarom zijn die afvalstoffen wel in de verordening uitgeschreven.

De Wet milieubeheer biedt de mogelijkheid om te bepalen dat GFT-afval in combinatie met andere afvalsoorten mag worden ingezameld. Van deze afwijkingsmogelijkheid maakte de gemeente Noordoostpolder al gebruik door luiers bij het GFT in te zamelen. Die lijn wordt in deze versie van de Afvalstoffenverordening voortgezet.

Toelichting artikel 6 (huishoudelijke afvalstoffen voor inzameling aanbieden):

Lid 1 t/m 3

De Wet milieubeheer schrijft voor dat de gemeente minimaal eens per week de huishoudelijke afvalstoffen bij ieder perceel inzamelen (art 10.21 Wm). De Wet milieubeheer biedt echter ook de mogelijkheid om in de gemeentelijke Afvalstoffenverordening hiervan af te wijken (art 10.26 Wm). Dat kan door een andere frequentie of een andere afstand te kiezen en door specifieke soorten woningen van de inzameling uit te sluiten. Dat afwijken moet door de raad gebeuren, in de Afvalstoffenverordening. Tegelijk is het niet wenselijk om in de verordening zodanig concrete normen op te nemen dat voor iedere wijziging van het inzamelsysteem een aanpassing van de verordening (en dus een procedure voor een raadsbesluit) nodig is. De gemeente Noordoostpolder heeft daarom in de verordening ruime normen opgenomen (art 6, lid 1 t/m 4). Het college past die dan vervolgens in de uitvoering ‘op maat’ per gebied, per afvalstroom of per woningsoort toe.

De Wet milieubeheer schrijft voor dat de Inspraakverordening moet worden toegepast wanneer gebruik gemaakt wordt van deze afwijkingsbevoegdheden (art 10.26 Wm). Dat is bij de totstandkoming van de besluiten in deze verordening als volgt gebeurd: Het voorstel voor deze verordening heeft zes weken ter inzage gelegen. In die periode kon iedereen zijn zienswijze erop indienen.

Lid 4 t/m 6

In lid 4 t/m 6 krijgt het college de taken en bevoegdheden om regels te stellen over de inzameling. Met die regels en bepalingen zorgt het college voor een goed verloop van de afvalinzameling. Inwoners krijgen duidelijkheid over hun rol en het college kan handhavend optreden tegen ongewenste situaties.

Lid 7

Met deze bepaling wordt geborgd dat het gemeentelijk beleid (Afvalbeleidsplan) als argument wordt gebruikt bij collegebesluiten over inzamelvoorzieningen, inzameldagen etc.

Lid 8

Deze verbodsbepaling geeft betekenis aan de regels en bepalingen van het college over de uitvoering van de inzameling.

Toelichting artikel 7 (verbod op verkeerd aanbieden):

De verbodsbepalingen in dit artikel voorkomen misbruik van de voorzieningen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen in de gemeente Noordoostpolder. In dit artikel is bepaald dat:

  • -

    afval alleen aan aangewezen inzamelaars mag worden aangeboden (lid 1);

  • -

    bewoners alleen de inzamelvoorzieningen mogen gebruiken die voor hen door het college zijn aangewezen (lid 2);

  • -

    afvalbakken bij woningen alleen door de bewoners van de betreffende woning gebruikt mogen worden (lid 3);

  • -

    er geen bedrijfsafval mag worden aangeboden in de voorzieningen voor huishoudelijke afvalstoffen (lid 4);

  • -

    alleen bewoners uit de gemeente Noordoostpolder gebruik van de voorzieningen mogen maken (lid 5).

Deze verboden zijn gesteld om de algemene belangen bij de inzameling te kunnen borgen, vooral door misbruik van voorzieningen die voor anderen bedoeld zijn, te voorkomen. Dit zijn bijvoorbeeld het financiële belang (Afvalstoffenheffing) en het voorkomen van overlast.

Toelichting artikel 8 (zwerfafval):

De verbodsbepalingen in dit artikel zijn gericht op het voorkomen van zwerfafval. Het artikel verbiedt om afval buiten de afvalbakken e.d. achter te laten en ook om afval uit de afvalbakken te halen. Dit artikel sluit aan op de bepalingen in andere regelgeving, zoals de afvalpreventievoorschriften die via een omgevingsvergunning of AmvB worden gesteld en de voorschriften die rechtstreeks gelden vanuit de Wet milieubeheer of APV (Algemene plaatselijke verordening).

Toelichting artikel 9 (opslag afvalstoffen):

In artikel 9 is de mogelijkheid uit de Wet milieubeheer benut om ook voorschriften te stellen over opslag van afval op zichtbare plaatsen. Het is een algemene vangnetbepaling wat gebruikt kan worden om op te kunnen treden tegen overlast of verrommeling van de omgeving door opslag van afvalstoffen.

Toelichting artikel 10 (autowrakken):

Landelijke wetgeving (Artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken) schrijft voor dat de gemeente deze bepalingen opneemt in de Afvalstoffenverordening.

Toelichting artikel 11 en 12 (handhaving):

Artikel 11 benoemt de verboden waar bij overtreding een strafrechtelijke boete opgelegd kan worden. In dit artikel zijn alle verboden uit de verordening als zodanig benoemd. Artikel 12 regelt het toezicht op de naleving van de bepalingen uit deze verordening.

Toelichting artikel 13 (werking verordening):

Dit zijn gangbare bepalingen over het moment waarop de verordening in werking treedt. Er zijn geen overgangsbepalingen opgenomen omdat de inzamelaars die op basis van de oude verordening door het college aangewezen waren of een geldende inzamelvergunning hadden, in de nieuwe uitvoeringsbesluiten opnieuw door het college worden aangewezen.

Toelichting artikel 14 (citeertitel):

Een citeertitel maakt het makkelijker om in andere documenten naar de verordening te verwijzen.