Verordening regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de milieuraad

Geldend van 01-12-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening op de milieuraad

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 83 en 149 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende "Verordening op de milieuraad".

Afdeling I. Algemene bepalingen.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Taken en bevoegdheden.

  • 1. De milieuraad heeft tot taak het college te adviseren over alle onderwerpen die het gemeentelijk milieubeheer betreffen.

  • 2. De milieuraad is daartoe belast met de volgende werkzaamheden:

    • a.

      het verstrekken van adviezen, gevraagd en ongevraagd aan het college;

    • b.

      het bevorderen van het overleg en de samenwerking tussen de gemeentelijke bestuursorganen en personen en instellingen, die op het gebied van het milieubeheer werkzaam zijn;

    • c.

      het onderhouden van contacten c.q. zich laten adviseren door organen, instellingen, organisaties en personen die buiten de gemeente op het gebeid van het milieubeheer werkzaam zijn;

    • d.

      het doen van zodanige voorstellen aan het college als hij ter vervulling van zijn taak nuttig en nodig oordeelt.

Artikel 3. samenstelling en benoeming.

De milieuraad bestaat uit:

  • 1.

    een lid uit en door de gemeenteraad te benoemen;

  • 2.

    ten hoogste 7 leden, benoemd door de gemeenteraad op voorstel van het college, die op grond van hun belangstelling voor het milieu of hun deskundigheid op enig onderdeel daarvan voor benoeming in aanmerking komen of representatief zijn te achten voor de diverse organisaties die zich met de zorg voor het milieu in de gemeente bezighouden.

Artikel 4. Zittingsduur.

  • 1. De leden van de milieuraad worden benoemd voor de zittingsperiode van de raad. Aftredende leden kunnen terstond worden herbenoemd.

  • 2. Een lid van de milieuraad kan te allen tijde ontslag nemen. Het lid geeft daarvan schriftelijk kennis aan de gemeenteraad.

  • 3. Aftredende leden, die blijven voldoen aan de vereisten van het lidmaatschap, oefenen hun functies uit totdat hun opvolgers zijn benoemd.

  • 4. Zodra blijkt dat een lid van de milieuraad de hoedanigheid op grond waarvan hij is benoemd niet meer bezit, houdt hij op lid van de milieuraad te zijn.

  • 5. De vervulling van vacatures geschiedt zo mogelijk binnen drie maanden na het ontstaan.

Artikel 5. De voorzitter.

De milieuraad wijst uit zijn midden een voorzitter aan.

Artikel 6. Secretaris.

  • 1. Het college wijst een ambtenaar tot secretaris van de milieuraad aan.

  • 2. De secretaris is belast met de voorbereiding van de door de milieuraad te behandelen zaken en met de uitvoering van de besluiten van de milieuraad. Hij maakt van elke vergadering van de milieuraad een verslag.

  • 3. De secretaris is geen lid van de milieuraad. Hij heeft een adviserende stem.

Artikel 7. Werkwijze.

  • 1. De milieuraad kan deskundigen raadplegen of tot bijwoning van haar vergadering uitnodigen. Indien hier kosten aan zijn verbonden, behoefd de milieuraad toestemming van het college.

  • 2. De milieuraad kan, als dit voor de behandeling van een onderwerp nodig wordt geacht, tijdelijke werkgroepen instellen, door hem uit zijn midden aan te wijzen voorzitter en leden.

  • 3. De secretaris van de milieuraad is tevens secretaris van elke werkgroep.

Afdeling II. Vergaderingen.

Artikel 8. Openbaarheid.

  • 1. De vergaderingen van de commissie worden in het openbaar gehouden.

  • 2. Bij de aanvang van een openbare commissievergadering zal aan de aanwezige bezoekers gelegenheid worden gegeven te spreken over de op de agenda geplaatste onderwerpen.

  • 3. De deuren worden gesloten wanneer één der aanwezige leden het verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt; de milieuraad beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

Artikel 9. Tijd.

  • 1. Een commissie vergadert indien de voorzitter dit nodig oordeelt, doch tenminste twee maal per jaar.

  • 2. De voorzitter belegt voorts een vergadering als tenminste de helft van het aantal zittende leden dat nodig acht. De vergaderingen worden in dat laatste geval binnen vier weken na ontvangst van het verzoek gehouden. Wordt de vergadering binnen deze termijn niet belegd, dan zijn de verzoekers hiertoe zelf gerechtigd.

Artikel 10. Oproep, agenda en voorstellen.

  • 1. Het oproepen voor een vergadering vindt schriftelijk plaats en wordt, spoedeisende gevallen uitgezonderd, twee weken voor de vergadering aan de leden toegezonden.

  • 2. De oproepbrief vermeldt de plaats, het aanvangstijdstip alsmede de onderwerpen van de vergadering, in de volgorde waarin die aan de orde worden gesteld.

  • 3. De voorzitter zorgt er voor, dat de te behandelen voorstellen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, bij de oproepbrief zijn gevoegd.

  • 4. Elk lid van de commissie heeft het recht onderwerpen ter behandeling aanhangig te maken, welke niet in de oproepbrief zijn vermeld.

Artikel 11. Openbare kennisgeving.

  • 1. Gelijktijdig met de oproeping van de leden wordt een openbare vergadering door aankondiging op de gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, de aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de bijbehorende voorstellen kan inzien.

Artikel 12. Presentielijst.

De leden tekenen ter vergadering de presentielijst.

Artikel 13. Opening en quorum.

  • 1. De voorzitter opent de vergadering nadat is gebleken, dat tenminste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. Wanneer het vereiste aantal leden niet aanwezig is, bepaalt de voorzitter binnen twee weken een nieuwe vergadering. In die vergadering kunnen de dan aanwezige leden alleen beraadslagen en besluiten over onderwerpen die in de oproepbrief zijn vermeld.

Artikel 14. Besluitvorming.

  • 1. Besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen. Desgewenst kan een minderheidsstandpunt worden ingenomen.

  • 2. Als de stemmen staken, wordt het onderwerp in een volgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Als ook dan de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 3. In de in lid 2 van artikel 13 laatst bedoelde vergadering kunnen besluiten worden genomen, ongeacht het aantal opgekomen leden, maar alleen over onderwerpen, welke in de oproeping tot de vergadering zijn vermeld.

Afdeling III. Overige bepalingen.

Artikel 15. Reactie college.

  • 1. Het college deelt de milieuraad schriftelijk mee welk besluit zij hebben genomen omtrent adviezen die door de milieuraad zijn uitgebracht.

  • 2. Als in afwijking van het advies van de milieuraad wordt beslist, dient het college dit te motiveren.

Artikel 16. Intrekking/wijziging verordening.

Over besluiten tot wijziging en intrekking van deze verordening wordt de milieuraad gehoord.

Afdeling IV. Slotbepalingen.

Artikel 17. Citeerartikel.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de milieuraad".

Artikel 18. Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking op 1 december 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 november 2010.
De griffier, de voorzitter,