Beleidsregel uitbreiding arbeiderserven Noordoostpolder

Geldend van 08-07-2015 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel uitbreiding arbeiderserven Noordoostpolder

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 mei 2015, no. 314040-1;

gelezen de ‘Memo beleidsregel uitbreiding arbeiderserven’ (309892, 310101);

overwegende dat steeds vaker agrarische grond grenzend aan arbeiderserven in strijd met het bestemmingsplan betrokken wordt bij het perceel;

overwegende dat een eenduidig kader op basis waarvan verzoeken om uitbreiding van arbeiderserven beoordeeld kunnen worden ontbreekt;

gelet op:

  • artikel 4.81, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 3.1 en 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening.

B E S L U I T:

vast te stellen de;

Beleidsregel uitbreiding arbeiderserven Noordoostpolder

Artikel 1 Begripsomschrijving:

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    planologische maatregel: een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3º van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of een bestemmingsplan op grond van afdeling 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • b.

    erfsingel: boomsingel van minimaal 3 m breed, waarbij het type beplanting is afgestemd op de singel van het naastgelegen agrarisch erf.

Artikel 2 Juridisch-planologische regeling

  • 1. Bij de planologische maatregel moet benoemd worden welk gedeelte zodanig bestemd wordt dat het niet bij het erf hoort en waar vergunningsvrij bouwen dus niet mogelijk is.

  • 2. Bij de planologisch maatregel wordt de realisatie van de erfsingel afgedwongen middels een voorwaardelijke verplichting.

  • 3. De aanvrager van de planologische maatregel moet aantonen dat er overeenstemming is met de bewoners van de aangrenzende percelen.

  • 4. De bewoners van de aangrenzende percelen mogen door de planologische maatregel niet onevenredig in hun woongenot belemmerd worden.

  • 5. Voor het overige moet in een goede ruimtelijke onderbouwing de goede ruimtelijke ordening aangetoond worden.

  • 6. Het planschadeverhaal in relatie tot de planologische maatregel moet geregeld worden in een overeenkomst.

Artikel 3 Landschappelijke inpassing algemeen

  • 1. De achterzijde wordt bij voorkeur afgerond met een erfsingel. De zijkant wordt altijd afgerond met een erfsingel.

  • 2. De erfsingel maakt onderdeel van de uitbreiding, de maatvoering van de uitbreiding is dus inclusief de erfsingel.

  • 3. De hoofdfunctie van de woning blijft behouden.

Artikel 4 Landschappelijke inpassing achterzijde

De uitbreiding van het arbeiderserf aan de achterzijde vindt voor het gehele blok van arbeiderswoningen gelijktijdig plaats en over eenzelfde diepte van maximaal 15 m.

Artikel 5 Landschappelijke inpassing buitenzijde

De uitbreiding van het arbeiderserf aan de buitenkant vindt over de gehele zijkant van het arbeiderserf plaats met een vaste breedte van maximaal 15 m.

Artikel 6 Landschappelijke inpassing in combinatie met uitbreiding agrarisch erf

De uitbreiding van de arbeiderserven in combinatie met de uitbreiding van een agrarisch erf vindt voor het gehele arbeidersblok gelijktijdig plaats over eenzelfde diepte tot maximaal de uitbreiding van het agrarisch erf, inclusief singel. Deze diepte is gelijk aan het denkbeeldige verlengde van het originele agrarische erf.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregel uitbreiding arbeiderserven Noordoostpolder’.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 8 juli 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van 29 juni 2015.
De griffier, de voorzitter,