Beleidsregel onderwijsmogelijkheden van jongeren in de Participatiewet

Geldend van 15-04-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Beleidsregel onderwijsmogelijkheden van jongeren in de Participatiewet

Het college van burgemeester en wethouders,

overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor de wijze waarop de gemeente beoordeelt of een inwoner tussen de 18 en 27 jaar nog mogelijkheden heeft binnen ’s Rijks kas bekostigd onderwijs en daardoor geen aanspraak kan maken op een uitkering op grond van de Participatiewet

gelet op artikel 13, lid 2, sub c van de Participatiewet,

besluit vast te stellen: de

Beleidsregel onderwijsmogelijkheden van jongeren in de Participatiewet

Artikel 1 Geen recht indien onderwijsmogelijkheden

Artikel 13, lid 2, sub c van de Participatiewet luidt: Geen recht op algemene bijstand heeft degene die jonger is dan 27 jaar en uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs kan volgen en:

  • 1.

    in verband daarmee aanspraak heeft op studiefinanciering op grond van de Wet op de studiefinanciering 2000, dan wel

  • 2.

    in verband daarmee geen aanspraak heeft op studiefinanciering en dit onderwijs niet volgt.

Artikel 2 Definitie onderwijsmogelijkheden

  • 1. Een persoon jonger dan 27 jaar die met het volgen van een opleiding zijn arbeidskansen vergroot, heeft in beginsel onderwijsmogelijkheden.

  • 2. Het behalen van een startkwalificatie vergroot in ieder geval de arbeidskansen. Iedere persoon jonger dan 27 jaar zonder startkwalificatie heeft daarom mogelijkheden binnen het onderwijs.

Artikel 3 Uitzonderingsgronden

  • 1. De capaciteiten of belemmeringen van de persoon jonger dan 27 jaar, kunnen reden zijn voor de gemeente om te oordelen dat er geen onderwijsmogelijkheden zijn.

  • 2. De capaciteiten of belemmeringen van de persoon jonger dan 27 jaar, kunnen reden zijn voor de gemeente om te oordelen dat het volgen van onderwijs de arbeidskansen niet verder vergroot.

  • 3. Op basis van art, 41, lid 5 van de Participatiewet, verstrekt de persoon jonger dan 27 jaar documenten waaruit moet blijken dat er vanwege de capaciteiten of belemmeringen van deze persoon geen onderwijsmogelijkheden zijn die de arbeidskansen vergroten.

Artikel 4 Overbrugging

  • 1. Voor een persoon jonger dan 27 jaar die onderwijsmogelijkheden heeft, kan – bij het ontbreken van een voorliggende voorziening – algemene bijstand worden verstrekt tussen de dag waarop de jongere zich heeft gemeld en de dag waarop de jongere studiefinanciering kan ontvangen.

  • 2. Op deze persoon jonger dan 27 jaar blijven de verplichtingen van de Participatiewet van kracht, waaronder het aanvaarden van (tijdelijk en ongeschoold) werk.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de persoon jonger dan 27 jaar afwijken van de bepalingen in deze beleidsregel, indien toepassing van de beleidsregel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 7 Intrekking beleidsregel

De beleidsregel onderwijsmogelijkheden van jongeren in de Wet werk en bijstand wordt met ingang van 1 januari 2015 ingetrokken.

Artikel 8 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel onderwijsmogelijkheden jongeren Participatiewet

Ondertekening

Emmeloord, 2 december 2014
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder,
de secretaris, de burgemeester,

Toelichting

In de Wet werk en bijstand is bepaald dat jongere tot 27 jaar die uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs kan volgen en in verband daarmee aanspraak heeft op studiefinanciering, niet in aanmerking komt voor algemene bijstand.

Het volgen van uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs is ook mogelijk zonder dat een jongere aanspraak heeft op studiefinanciering. Kan een jongere een dergelijke door het Rijk gefinancierde opleiding volgen waarvoor geen recht op studiefinanciering bestaat, maar laat hij dat na, dan bestaat evenmin recht op algemene bijstand. Dit is geregeld in artikel 13 lid 2 onder c van de Wet werk en bijstand.

In de Beleidsregel onderwijsmogelijkheden van jongeren in de Wet werk en bijstand is een nadere uitwerking gegeven van de situaties waarin sprake is van het kunnen volgen van uit `s Rijks kas bekostigd onderwijs.

 

In artikel 13 lid 2 sub c Participatiewet is een identieke bepaling opgenomen.

De Beleidsregel onderwijsmogelijkheden jongeren Participatiewet betreft daarom  alleen een technische aanpassing; inhoudelijk is de beleidsregel niet gewijzigd niet opzichte van de Beleidsregel onderwijsmogelijkheden jongeren in de Wet werk en bijstand. Het uitgangspunt blijft dat scholing moet bijdragen aan het vergroten van de kansen op de arbeidsmarkt.

Artikelsgewijs

Artikelen die hierbij niet zijn opgenomen behoeven geen nadere toelichting

Artikel 2.

Het volgen van onderwijs moet de kansen op de arbeidsmarkt vergroten. Dit geldt in elk geval voor jongeren zonder startkwalificatie. Voor jongeren met startkwalificatie wordt onderzocht of het volgen van onderwijs de kansen op de arbeidsmarkt vergroot.

Artikel 3

In lid 1 is de mogelijkheid opgenomen om te oordelen dat er geen scholingsmogelijkheden zijn. Hierbij wordt met name de groep bedoeld die door berperkingen niet in staat is om een startkwalificatie te halen.

Lid 2 heeft betrekking op jongeren die een startkwalifactie hebben en waarbij het volgen van onderwijs de arbeidskansen niet meer vergroot. Als iemand een arbeidsmarkt relevante opleiding heeft afgerond en niet in staat is om een vervolgopleiding op een hoger niveau te halen is er geen sprake van onderwijsmogelijkheden.

Iemand met een starkwalificatie maar van een opleiding zonder enige arbeidsmarkt relevantie kan zijn kansen wel vergroten door het volgen van een andere beroepsopleiding ook als dit op hetzelfde niveau is als de eerder afgeronde opleiding.