Regeling vervallen per 03-10-2015

Financiële verordening gemeente Noordwijkerhout 2004

Geldend van 01-01-2004 t/m 02-10-2015

Intitulé

Financiële verordening gemeente Noordwijkerhout 2004

De raad van de gemeente Noordwijkerhout, gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2004 besluit vast te stellen de aangepaste Verordening op de uitgangspunten voor het financiële beleid, evenals voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Noordwijkerhout.

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    dienst: Iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die als zodanig een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college heeft.

  • b.

    administratie: Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Noordwijkerhout en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • c.

    financiële administratie: Het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Noordwijkerhout, om te tot een goed inzicht te komen in:

    • 1.

      de financieel-economische positie;

    • 2.

      het financiële beheer;

    • 3.

      de uitvoering van de begroting;

    • 4.

      het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • 5.

      als mede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

  • d.

    administratieve organisatie: Het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

  • e.

    financieel beheer: Het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen rechten van de gemeente Noordwijkerhout.

  • f.

    rechtmatigheid: Het in overeenstemming zijn met de begroting en van toepassing zijnde wettelijke regelingen.

  • g.

    doelmatigheid: Het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • h.

    doeltreffendheid: De mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Titel 1. Begroting en verantwoording

Kaderstellen

Artikel 2. Programmabegroting

  • 1. De raad stelt in ieder geval ten behoeve van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.

  • 2. De raad stelt per programma vast:

    • a.

      de beoogde maatschappelijke effecten;

    • b.

      de te leveren goederen en diensten;

    • c.

      de baten en lasten.

  • 3. Het college stelt per programma indicatoren voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren goederen en diensten.

  • 4. De raad stelt de indicatoren, bedoeld in het derde lid, vast.

  • 5. Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

Artikel 3. Producten

  • 1. Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productraming aan de programma’s.

  • 2. De onderverdeling van de programma’s in de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

Artikel 4. Kaders begroting

  • 1.

    Het college biedt uiterlijk 1 juni van het begrotingsjaar een nota aan over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden de bevindingen betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 7 en de jaarstukken bedoeld in artikel 8.

  • 2.

    De raad stelt deze nota uiterlijk 1 juli vast.

  • 3.

    Het college gaat slechts afzonderlijke verplichtingen van een zekere omvang aan die niet bij de begroting zijn vastgesteld, nadat de raad daartoe een besluit heeft genomen. Dit betreft:

    • a.

      aankoop en verkoop van onroerende goederen boven € 10.000,--;

    • b.

      investeringen (niet zijnde vervangingsinvesteringen);

    • c.

      aankoop en verkoop van roerende goederen en diensten groter dan € 5.000,--;

    • d.

      leningen verstrekken groter dan € 10.000,-, waarborgen groter dan € 100.000,- en garanties groter dan € 100.000,-, onder de voorwaarden opgenomen in het treasurystatuut;

    • e.

      deelnemingen en belangen in samenwerkingsverbanden en beleggingen.

Uitvoering

Artikel 5. Uitvoering begroting

  • 1.

    Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2.

    Het college draagt ten aanzien van de productenraming er zorg voor dat:

    • a.

      de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productraming;

    • b.

      de budgetten uit de productraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de uiteenzetting van de financiële positie;

    • c.

      de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.

  • 3.

    Het college draagt er zorg voor dat de lasten van de programma’s zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

Beheersing en Interne controle

Artikel 6. Interne controle

  • 1. Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2. Het college draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van een aantal bedrijfsprocessen of -onderdelen op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van beheershandelingen en draagt voorts zorg voor bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidieregelingen en andere regelingen waarop overdrachtsuitgaven zijn gebaseerd. Ieder bedrijfsonderdeel van de gemeente wordt minimaal eens in 4 jaar getoetst.

  • 3. Het college zorgt op basis van de resultaten van de toets bedoeld in het tweede lid indien nodig voor een plan van verbetering. Het college neemt op basis van het plan van verbetering maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

  • 4. De resultaten van de toets en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Rapportage en Verantwoording

Artikel 7. Tussentijdse rapportage en informatie

  • 1. Het college informeert de raad door middel van minimaal 2 tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste vijf maanden en de eerste negen maanden van het lopende boekjaar door middel van een nota.

  • 2. De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 3. De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft baten als lasten, de geleverde goederen en diensten en indien daar aanleiding voor is de maatschappelijke effecten. In de rapportages wordt in ieder geval aandacht besteed aan afwijkingen van:

    • a.

      inkomsten uit de algemene uitkering;

    • b.

      de rente-ontwikkeling op de kapitaalmarkt;

    • c.

      resultaten uit grondexploitatie;

    • d.

      realisatie op begrote subsidieverwachtingen.

Artikel 8. Jaarstukken

  • 1. Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de diensten naar de productenrealisatie en naar de programmaverantwoording.

  • 2. Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma’s. In de verantwoording geeft het college aan:

    • a.

      wat is bereikt;

    • b.

      welke goederen en diensten zijn geleverd;

    • c.

      wat de kosten zijn;

    • d.

      hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

  • 3. De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen van de programma’s voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

Titel 2. Financiële positie

Kaderstellen

Artikel 9. Financiële positie

  • 1. Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.

  • 2. Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen wordt bij de uiteenzetting van de financiële positie expliciet vermeld.

  • 3. De raad autoriseert met het vaststellen van de financiële positie de kredieten voor vervangingsinvesteringen.

Artikel 10. Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1. Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief worden lineair in vijf jaar afgeschreven.

  • 2. Kosten voor het afsluiten van geldleningen en kosten van agio en disagio worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

  • 3. De materiele vaste activa zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten lineair worden afgeschreven overeenkomstig tabel 1 van deze verordening.

  • 4. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 (betreft totale investering en niet de individuele onderdelen) worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatst genoemden worden altijd geactiveerd.

  • 5. Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden verstaan investeringen in aanleg en onderhoud van: (inrichting) wegen, waterwegen; civiele kunstwerken, riolen, groen en kunstwerken.

  • 6. Aankoop en vervaardiging van activa worden onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves ten laste van de exploitatie gebracht. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken. In geval van activering bij raadbesluit wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door de raad aan te geven tijdsduur.

Artikel 11. Reserves en voorzieningen

  • 1. De in artikel 4 genoemde nota omvat tevens een afzonderlijke paragraaf over reserves en voorzieningen. Hierin wordt o.m. behandeld:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves;

    • b.

      de vorming en besteding voorzieningen;

    • c.

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen, in relatie tot de nota weerstandsvermogen bedoeld in artikel 16 en de nota beleidskader reserves en voorzieningen. Het college maakt daarin melding of het beleid aan wijziging toe is, al dan niet in de vorm van het opstellen van een geheel nieuwe nota.

Artikel 12. Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Noordwijkerhout wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten, reinigingsrechten, bouwleges en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

  • 3. De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij de begroting vastgestelde gecalculeerde rente over de eigen financieringsmiddelen.

Artikel 13: Financieringsfunctie

Het college neemt in een treasurystatuut de regels op die zij hanteert voor het dagelijks beheer van koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s, de uitvoering van het relatiebeheer en geldstromenbeheer alsmede de regels met betrekking tot de administratieve organisatie en interne controle (waaronder taken, bevoegdheden, interne rapportages en bijbehorende informatievoorziening). Het college biedt het treasurystatuut en de wijzigingen aan ter behandeling en vaststelling aan de raad.

Artikel 14. Registratie bezittingen, activa en vermogen

  • 1. Het college draagt zorgt voor een actuele en volledige registratie van bezittingen. In de registratie worden ook opgenomen niet-geactiveerde kunstvoorwerpen met cultuurhistorische waarde en de niet- of netto-geactiveerde investeringen in de openbare ruimte.

  • 2. Het college draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren)vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de (crediteuren) schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de 4 jaar.

  • 3. Bij afwijkingen in de registratie van bezittingen neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen. De resultaten van de controle en eventuele plannen van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Titel 3. Paragrafen

Artikel 15. Lokale heffingen

  • 1. Het college biedt eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota lokale heffingen aan. Deze nota behandelt in ieder geval:

    • a.

      de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen;

    • b.

      de verdeling van de druk van de belastingen over de diverse bevolkingsgroepen en belanghebbenden;

    • c.

      de kostendekkendheid van de heffingen;

    • d.

      de druk van de lokale belastingen en heffingen;

    • e.

      het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid.

  • 2. De nota bevat voorts een overzicht van de verordeningen met de bijbehorende vaststellingsdata waarin tarieven, heffingen en prijzen zijn vastgelegd.

  • 3. Voor het vaststellen van de hoogte van gemeentelijke tarieven, heffingen en prijzen door de raad verstrekt het college aan de raad per verordening de actueel geraamde hoeveelheden per door de gemeente verstrekte dienst, waarover de tarieven, heffingen en prijzen in rekening worden gebracht en per verordening het totaal van de geraamde kosten van de erin genoemde door de gemeente verstrekte diensten.

  • 4. Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van: de opbrengsten per lokale heffing; het volume en bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing; de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor eenpersoonshuishoudingen, meerpersoonshuishoudingen en bedrijven.

Artikel 16. Weerstandsvermogen en risicomanagement

  • 1. Het college geeft in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de risico’s van materieel belang aan en een inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. Het college brengt hierbij in elk geval de risico’s in beeld en actualiseert de risico’s.

  • 2. Hierbij wordt de weerstandscapaciteit aangegeven en in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico’s van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen.

  • 3. In de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en de jaarstukken maakt het college melding of het beleid op dit punt aan wijziging toe is.

Artikel 17. Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1. Het college geeft in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen van de begroting het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau van de openbare ruimte en de gemeentelijke gebouwen. De paragraaf geeft de kaders weer voor de inrichting van het onderhoud en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair, als mede voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen. Daarbij wordt tevens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair beslag aangegeven.

  • 2. Het college biedt tenminste eens in de vier jaar een nota rioleringsplan aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau en de uitbreiding van de riolering als mede de kwaliteit van het milieu en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettaire beslag.

  • 3. Via tussentijdse rapportages als vermeld in artikel 7 en de jaarstukken doet het college verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallige onderhoud aan openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, straatmeubilair, riolering en gebouwen. Het college maakt daarin melding of het beleid aan wijziging toe is.

Artikel 18. Financiering

Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van:

a de kasgeldlimiet;

b de renterisiconorm;

c de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar;

d de rentevisie en

e de rentekosten en rente-opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.

Artikel 19. Bedrijfsvoering

  • 1. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede over nieuwe ontwikkelingen.

  • 2. Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringsparagraaf van de begroting en jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a Gemeentewet, en de uitputting van de bijbehorende budgetten.Artikel 20. Verbonden partijen

  • 1. In de begroting en de jaarstukken worden in de paragraaf verbonden partijen de verbonden partijen weergegeven. Daarnaast wordt in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen.

  • 2. Indien er sprake is van nieuwe verbonden partijen of van wijzigingen in bestaande verhoudingen wordt het openbaar belang, het eigen vermogen, de solvabiliteit, het financieel resultaat, het financieel belang en de zeggenschap van de gemeente weergegeven.

  • 3. Indien de kaders voor het beleid aangaande (nieuwe) participaties aan wijziging toe is, al dan niet in de vorm van het opstellen van een nota ter zake, maakt het college daarvan melding in de paragraaf verbonden partijen in de begroting.

Artikel 21. Grondbeleid

  • 1. Het college biedt tenminste eens in de vier jaar een (bijgestelde) nota grondbeleid aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt aandacht besteed aan:

    • a.

      de relatie met de programma’s van de begroting;

    • b.

      de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

    • c.

      aan te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

    • d.

      de voorraadverwerving en uitgifte van gronden;

    • e.

      de uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpachtvergoedingen.

  • 2. In de paragraaf grondbeleid van de begroting en de jaarstukken wordt ingegaan op de uitvoering van de nota grondbeleid, met name de belangrijkste financiële ontwikkelingen zoals verlies/winstverwachtingen, de verwerving van gronden e.d. en de relaties van het grondbeleid met de programma’s.

Artikel 22. Verstrekking subsidies

De begroting en de jaarstukken bevatten een overzicht van te verstrekken en verstrekte subsidies onder vermelding van de grondslag. Het college maakt daarin melding of het beleid of de subsidieverordening aan wijziging toe is, al dan niet in de vorm van het opstellen van een nota of een geactualiseerde subsidieverordening.

Titel 4. Financiële organisatie en administratie

Artikel 23. Administratie

  • 1. De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de diensten;

    • b.

      het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

    • c.

      het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

    • d.

      het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • e.

      het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • f.

      de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie als mede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 24. Financiële administratie

Het college draagt er zorg voor dat:

  • 1.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • 2.

    de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, als mede aan andere instellingen die specifieke verantwoordings-verplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 25. Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:

  • 1.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • 2.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • 3.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • 4.

    de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

Artikel 26. Aanbesteding en inkoop

Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels ter zake van de Europese Unie.

Artikel 27. Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de toekenning van steunverlening aan ondernemingen en subsidies. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels ter zake van de Europese Unie en de subsidieverordening van de gemeente Noordwijkerhout.

Titel 5. Slotbepalingen

Artikel 28. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking per 16 december 2004, met dien verstande dat de begroting, meerjarenraming, de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het begrotingsjaar 2004 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

Artikel 29. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeente Noordwijkerhout 2004”.

Dit besluit treedt in werking op de 8e dag na die van bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Noordwijkerhout op 16 december 2004.