Regeling vervallen per 26-09-2019

Kadernota Veiligheid 2015-2018 gemeente Nuenen

Geldend van 16-06-2016 t/m 25-09-2019

Intitulé

Kadernota Veiligheid 2015-2018 gemeente Nuenen ‘Samen (door)werken aan veiligheid’

De raad van de gemeente Nuenen c.a.;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015

gelet op artikel 38b van de Politiewet en de bepalingen in de Gemeentewet;

BESLUIT:

de Kadernota Veiligheid 2015-2018 gemeente Nuenen c.a. vast te stellen.

Nuenen wil een gemeente zijn waar inwoners, ondernemers en bezoekers veilig zijn en zich veilig voelen. In vergelijking met de andere 39 gemeenten in de regionale (politie) eenheidOost-Brabant is Nuenen relatief veilig. Dit willen we zo houden en waar mogelijk verder verbeteren. Hoe we dit de komende vier jaar gaan invullen, is uitgewerkt in dezeKadernota Veiligheid 2015-2018.

In essentie is ons veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en aanpakken van criminaliteit en het voorkomen dat de openbare orde wordt aangetast.

1. Inleiding

1.1 Functie kadernota

Deze kadernota geeft richting aan het uitvoeringsbeleid en biedt dus kaders die bijdragenaan het bereiken van:

  • ·

    minder criminaliteit;

  • ·

    minder overlast;

  • ·

    minder onveiligheidsgevoelens bij burgers.

Daarnaast helpt de kadernota de gemeente om de regierol op het gebied van veiligheid op zich te nemen. Deze regierol houdt in dat we sturen op een effectieve samenwerking met alle partners op het gebied van veiligheid. De rol vloeit voort uit het feit dat wettelijk is bepaald dat de burgemeester is belast met de handhaving van openbare orde en veiligheid.

Deze kadernota kan daarvoor als sturingsmiddel beschouwd worden. De uitvoering van dit beleid komt tot stand in samenwerking met betrokken partners (zie bijlage 1).

1.2 Kaderstelling

Het integraal veiligheidsbeleid raakt nagenoeg alle gemeentelijke beleidsterreinen. Er zijn veel belangrijke thema’s, maar die kunnen niet allemaal direct en met dezelfde intensiteit worden opgepakt. De basis van deze kadernota is een analyse van de huidige lokale veiligheidssituatie, de Veiligheidsanalyse 2010-2014 van de gemeente Nuenen. Met behulp van de veiligheidsanalyse heeft de gemeenteraad prioriteiten vastgesteld die we met voorrang oppakken. Deze prioriteiten staan uitgewerkt in deze kadernota en bieden daarmee de kaders voor verdere realisatie.

De gekozen prioriteiten zijn:

  • ·

    verminderen woninginbraken;

  • ·

    terugdringen geweld;

  • ·

    aanpak georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit;

  • ·

    aanpak problematische jeugd en jeugdgroepen (met name drank- en drugsgebruik);

  • ·

    bevorderen brandveiligheidsbewustzijn;

  • ·

    aanpak buurtproblemen.

Het college stelt jaarlijks een uitvoeringsprogramma Veiligheid vast met daarin de stand van zaken met betrekking tot prioriteiten en een overzicht van wat we het volgende jaar concreet gaan doen op het gebied van veiligheid. De onderwerpen die niet geprioriteerd worden, raken niet ‘uit beeld’. Deze worden in het uitvoeringsprogramma Veiligheid opgenomen.

Belangrijk verschil tussen prioriteiten en de overige onderwerpen is dat de overige onderwerpen geen bijzondere doorontwikkeling of intensivering behoeven; ze hebben meer een ‘going concern’-karakter.

Wij werken volgens Kernbeleid Veiligheid van de VNG waarbij een onderscheid wordt gemaakt in veiligheidsvelden en –thema’s. In bijlage 2 is een schema opgenomen met de veiligheidsvelden en veiligheidsthema’s (waaronder de prioriteiten). In bijlage 3 is de beleidscyclus van het integraal veiligheidsbeleid opgenomen.

2. Uitgangspunten

Bij het focussen op de gestelde prioriteiten, nemen we een aantal uitgangspunten in acht. Deze punten fungeren als kaders voor de uitvoering van het beleid (prioriteiten en overige onderwerpen).

A.We stimuleren eigen verantwoordelijkheid, eigen kracht en zelfredzaamheid

We gaan uit van een eigen verantwoordelijkheid van inwoners en ondernemers om de zelf regels na te leven en daarnaast criminaliteit te voorkomen. Zij moeten goed kunnen inschatten welke maatregelen zij zelf kunnen nemen. De gemeente en haar partnersondersteunen en stimuleren door middel van goede voorlichting over de mogelijkheden.

B.We betrekken onze burgers (burgerparticipatie)

Veiligheid kan niet alleen worden gerealiseerd door de gemeente en haar partners. Wij stimuleren deelname van inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties aan de ontwikkeling en uitvoering van het veiligheidsbeleid. Inwoners kunnen een rol vervullenals ‘de ogen en oren’ op straat en spelen daarom een belangrijke rol in het voorkomen van criminaliteit en bij opsporingsonderzoeken. In onze veiligheidsaanpak gaan we inwoners en ondernemers nog meer betrekken om veilige woon- en leefomgeving te bevorderen.

C.We werken samen aan veiligheid (integrale ketenaanpak, samen met de partners, op adequaat schaalniveau)

Het veiligheidsbeleid is niet iets van de gemeente alleen. Dat doen we met onze (keten)partners zoals politie, Openbaar Ministerie, Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost,

Veiligheidshuis Brabant-Zuidoost, woningcorporaties, welzijnsorganisaties, jeugdinstellingen en vele andere organisaties.

Een goede afstemming

De aanpak binnen veiligheid wordt gekenmerkt door een goede afstemming van de verschillende activiteiten met onze partners. Hierbij gaan we uit van de veiligheidsketen:

  • ·

    pro-actie

  • ·

    preventie

  • ·

    preparatie

  • ·

    repressie

  • ·

    nazorg.

In de veiligheidsketen is het doel een goede balans te realiseren tussen preventieve enrepressieve maatregelen. De lijn is preventief waar het kan (zo veel mogelijk voorkomen) enrepressief waar het moet (wanneer nodig hard optreden door politie en OM). Toezicht enhandhaving maken een logisch onderdeel uit van een sluitende reguleringsketen. In deveiligheidsaanpak zetten we zo veel mogelijk beproefde methodes in die bijdragen aan een

goede veiligheid in Nuenen.

Het juiste schaalniveau

We pakken problematiek aan op het schaalniveau dat past bij de aard van het probleem. Aanpak kan op het niveau van buurt, wijk, gemeente, basisteam Dommelstroom, eenheid Oost-Brabant, provincie Noord-Brabant, etcetera. Vaak zal er sprake zijn van aanpak op meerdere niveaus tegelijk.

Oog voor de impact van inwoners

Bij de uitvoering van maatregelen op het gebied van veiligheid houden we rekening met wat het effect van de maatregel op het veiligheidsgevoel van inwoners kan zijn.

D.We verbinden zorg en veiligheid

De decentralisaties in het sociale domein (decentralisatie jeugdzorg, AWBZ, Participatiewet) hebben directe raakvlakken met een groot aantal thema’s uit het veiligheidsdomein. Het gaat bijvoorbeeld over overlastgevende jeugdgroepen, huiselijk geweld, woonoverlast, multiprobleem gezinnen, nazorg ex-gedetineerden, jongeren die afglijden richting de criminaliteit, psychisch kwetsbaren die overlast veroorzaken en een gevaar vormen voor zichzelf en hun omgeving.

De decentralisaties en de daarbij behorende werkwijzen kunnen de veiligheid (zowelobjectief als subjectief) in de dorpskernen onder druk zetten. Aan de andere kant, degemeentelijke verantwoordelijkheid voor het hele sociale domein biedt ook kansen. Doorpreventie, zorg, drang en dwang te combineren kunnen wij als gemeente mensen beter helpen: ‘één gezin, één plan, één regisseur’ onder de vlag van het Centrum Maatschappelijke Deelname (CMD). Wanneer reguliere inzet van de partners binnen de eigen keten niet meer werkt, wordt een beroep gedaan op het Veiligheidshuis Brabant-Zuidoost (a).

Ook moet rekening worden gehouden met (toekomstige) nieuwe wetgeving op het gebied van de GGZ en de forensische zorg. In deze wetten wordt de nadruk gelegd op het verbinden van zorg en veiligheid, maar ook op ambulantisering (b) van de zorg. Dit kan totgevolg hebben dat bepaalde doelgroepen eerder en/of sneller terugkeren in de samenleving, met mogelijke gevolgen voor (woon)overlast.

E.We stellen realistische doelen en algemene doelen

Een volledig veilige leefomgeving zonder criminaliteit en overlast bestaat niet. In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma Veiligheid staan deze doelen gespecificeerd en waar mogelijk SMART geformuleerd (c). Op deze manier kunnen we de doelstellingen, waar nodig, tussentijds bijstellen op basis van actuele ontwikkelingen.

3. Prioriteiten

De kaders die in deze nota zijn gesteld, richten zich op de inzet van de zes prioriteiten die hier aan bod komen. Hieronder staan per prioriteit onze doelstelling, de hoofdlijn van de aanpak en flankerend beleid(d) geschetst. Deze aspecten zijn op hoofdlijnen uitgewerkt.

In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma Veiligheid staan de acties voor dat komende jaar benoemd op basis van de ervaringen van het voorgaande jaar en mogelijke nieuwe ontwikkelingen. Accenten qua maatregelen en instrumenten zijn indicatief, niet limitatief.

1. Verminderder woninginbraken

Woninginbraak behoort met geweld, straatroof en overvallen tot de High Impact Crimes. Voor deze delicten geldt dat er een grove inbreuk plaatsvindt in het privédomein van hetslachtoffer. Iedere inbraak kost de maatschappij ongeveer € 4.600,-. Maar belangrijker is de grote emotionele schade die slachtoffers vaak nog lang na een inbraak ondervinden.

Wij willen dat onze inwoners veilig wonen en zich veilig voelen. Om dat te bereiken zijninspanningen nodig van de burger zelf, de gemeente, de politie en de woningbouwcorporaties.

Doelstellingen 2018

In Nuenen en de overige Dommelstroom-gemeenten is in het aantal woninginbraken een dalende trend waar te nemen. Uitbannen kan niet, maar met een effectieve, preventieve aanpak ‘aan de voorkant’ (met inwoners en ondernemers), in combinatie met integrale daderaanpak ‘aan de achterkant’, is er een effectief samenspel van preventie en repressie.

Hoofdlijnen 2015-2018

Het doel is het verlagen van het aantal woninginbraken. Hiervoor bewandelen we drie sporen:

  • 1.

    Domeingerichte aanpak

  • 2.

    (Potentiële) slachtoffergerichte aanpak

  • 3.

    Dadergerichte aanpak

De domeingerichte aanpak richt zich op (kenmerken van) een buurt, wijk of woning. Er is daarbij aandacht voor algemene (preventieve) maatregelen en we realiseren gerichte activiteiten op locaties waar veel inbraken voorkomen, de zogenoemde hotspots. Maatregelen en acties die gebaseerd zijn op goede informatie en analyse, hebben een veel grotere kans op effect. Belangrijke vragen daarbij zijn:

  • ·

    Wat zijn de hotspots en hottimes, oftewel plekken en tijdstippen die ertoe doen;

  • ·

    Wat zijn de woningkenmerken van woningen waar is ingebroken;

  • ·

    Wat voor methodes gebruiken de inbrekers?

Dit 'informatie gestuurde werken' staat bij politiebasisteam Dommelstroom nog in dekinderschoenen. Belangrijke vraag die we de komende beleidsperiode gaan uitwerken is: Hoe kunnen we gestructureerde informatie gebruiken om:

  • a.

    de kans op inbrekers heterdaad te betrappen te vergroten, en;

  • b.

    tot betere preventie te komen.

(Potentiële) slachtoffergerichte aanpak richt zich zowel op slachtoffers van een woninginbraak als de potentiële slachtoffers. Preventieve activiteiten, zoals voorlichting, dragen bij aan de bewustwording bij inwoners over het risico dat zij lopen op een woninginbraak én wat zij zelf kunnen bijdragen aan het voorkomen van woninginbraken en het pakken van de daders.

De dadergerichte aanpak moet er toe leiden dat daders op hun huid worden gezeten, de pakkans wordt vergroot en herhaling wordt voorkomen. Hiervoor wordt een gezamenlijke aanpak door verschillende partijen gehanteerd. Het Veiligheidshuis speelt hierbij een cruciale rol.

Flankerend beleid

Belangrijk flankerend beleid bij dit thema is sociaal beleid gericht op de thuis- en gezinssituatie, wijk- en dorpsgericht werken, inrichting en beheer van de openbare ruimte envergunning- en handhavingsbeleid. Beleid van externe partners dat hier relevant is, is met name het landelijke en regionale politie- justitiebeleid, gericht op aanpak van vermogenscriminaliteit.

Indicatoren

  • 1.

    aantal aangiften woninginbraak

  • 2.

    ophelderingspercentage

  • 3.

    percentage slachtofferkans

2. Terugdringen geweld

Geweld komt nog steeds veel voor en in allerlei vormen en heeft een grote impact op slachtoffers. In onze buurten en wijken, in thuissituaties en tegen werknemers met een publieke functie. Denk aan overvallen, straatroof, relationeel (huiselijk) geweld (e),kindermishandeling en uitgaansgeweld. De gemeente Nuenen wil en zal geweld niet tolereren.

Doelstellingen 2018

Het aantal geweldsdelicten in Nuenen is gedaald. Verder willen wij de aangiftebereidheid bijgeweldsdelicten verhogen. Meer aandacht voor deze delicten zal naar verwachting leiden tot een stijging van het aantal geregistreerde incidenten.

Hoofdlijn 2015-2018

Afstemming en actie

Om de genoemde vormen van geweld effectief aan te pakken, gaan we de komende jaren, in afstemming met onze partners, verschillende acties ondernemen. Daarbij is het uitwisselen van informatie, zowel onderling, als met actoren in de zorg, de horeca en hetbedrijfsleven een basisvoorwaarde voor succes.

Ouderen in Nuenen

De komende beleidsperiode is er ook speciale aandacht voor ouderen. De vergrijzing binnen de gemeente zorgt ervoor dat de groep ouderen de komende periode groeit.

Ouderen blijven steeds langer zelfstandig wonen. Zij vormen daardoor een kwetsbare groep om slachtoffer te worden van veel voorkomende criminaliteit, zoals straatroven, woningovervallen, babbeltrucs en woninginbraken. Maar ook de brandveiligheid in seniorenwoningen is een belangrijk aandachtspunt. Voorlichting over de risico’s enpreventiemaatregelen aan deze kwetsbare groep staat de komende beleidsperiode dan ook centraal. In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma Veiligheid worden concrete acties opgenomen.

Aanpak huiselijk geweld/relationeel geweld

Kinderen en volwassenen hebben recht op een veilig thuis. Geweld in huiselijke kring en kindermishandeling zijn onaanvaardbaar. Het bestrijden van dit geweld, het doorbrekenvan het taboe rondom het onderwerp en het voorkomen van schade en overdracht naar een volgende generatie vragen om een sluitende integrale aanpak. De ketenaanpak van huiselijkgeweld en kindermishandeling is gericht op het voorkomen, signaleren (inclusief bevorderen melding en aangifte), stoppen en het beperken van de schadelijke gevolgen van huiselijkgeweld en kindermishandeling. Dat doen we via maatwerk per geval. Instrumenten zoals het tijdelijke huisverbod worden adequaat ingezet ter voorkoming van escalatie en recidive vangeweld.

Het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling heet Veilig Thuis Zuidoost-Brabant. Iedereen, zowel inwoners als professionals, kan voor advies of meldingen over (kinder)mishandeling en geweld in huiselijke kring terecht bij Veilig Thuis Zuidoost-Brabant. Veilig Thuis Zuidoost-Brabant werkt samen met politie, Openbaar Ministerie en zorgpartners aan het terugdringen van deze vorm van geweld.

Veilige Publieke Taak

Als gemeente richten wij ons ook op de aanpak van geweld tegen bestuurders en medewerkers met een publieke taak (programma Veilige Publieke Taak). Samen met andere gemeenten en andere publieke werkgevers werken politie en Openbaar Ministerie toe naar invoering van de benodigde VPT-maatregelen.

Flankerend beleid

De aanpak van verschillende vormen van geweld heeft raakvlakken met beleid in het sociaal domein (o.a. welzijnsbeleid, jeugdbeleid), economisch beleid, handhavingsbeleid en drank- en horecabeleid.

Indicatoren

  • 1.

    aantal meldingen huiselijk geweld (cijfers Veilig Thuis)

  • 2.

    aantal aangiften huiselijk geweld

  • 3.

    aantal incidenten openlijk geweld (ruzie/vechtpartij)

  • 4.

    aantal incidenten mishandeling (fysiek geweld)

  • 5.

    aantal incidenten bedreiging (psychisch geweld)

  • 6.

    aantal straatroven

  • 7.

    ophelderingspercentage straatroven

  • 8.

    aantal overvallen

  • 9.

    ophelderingspercentage overvallen

  • 10.

    percentage ‘voelt zich onveilig in eigen buurt’ (cijfers Veiligheidsmonitor)

Artikel 3. Aanpak georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit

De georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit is in heel Nederland een ernstig maatschappelijk probleem. Het zorgt niet alleen voor veel onveiligheid en (drugs)overlast bij de bevolking, maar ook voor minder zichtbare, sluipende ontwrichting van de samenleving. Een belangrijk doel is dan ook het tegengaan van de vermenging van de onderwereld met de bovenwereld (f).

Net als veel andere gemeenten heeft Nuenen te maken met verschillende vormen van georganiseerde criminaliteit. Het gaat om fenomenen als georganiseerde hennepteelt, het vervaardigen van synthetische drugs, drugshandel, uitbuiting, illegale prostitutie,mensenhandel, illegale autohandel en witwaspraktijken. Politie en justitie zijn primair verantwoordelijk voor de strafrechtelijke aanpak van georganiseerde criminaliteit. Doordat criminele activiteiten vaak samengaan met reguliere activiteiten, zijn wij hier als gemeente ook bij betrokken.

Doelstelling 2018

We ‘keren’ de ondermijnende krachten en verstoren en hinderen die zoveel mogelijk via de inzet van onze bestuurlijke instrumenten. Er is een stevig bewustzijn van de risico’s, van het risico van ‘ongewild faciliteren’ van de criminaliteit. We betrekken onze maatschappelijkepartners in de aanpak.

Hoofdlijn 2015-2018

Een effectieve bestrijding van georganiseerde ondermijnende criminaliteit vraagt om een geïntegreerde aanpak (1-overheid) op regionaal niveau. De strafrechtelijke opsporing en vervolging sluiten daarbij aan op fiscale en bestuurlijke maatregelen. Het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) speelt hier een ondersteunende rol. Het doel daarbij is:

  • a.

    voorkomen dat criminelen door de overheid worden gefaciliteerd (bijvoorbeeld door het verlenen van een vergunning);

  • b.

    voorkomen dat vermenging ontstaat tussen onder- en bovenwereld;

  • c.

    doorbreken van economische machtsposities, die zijn opgebouwd met behulp van op criminele wijze verkregen kapitaal.

Waar ligt de kracht van de gemeente

Onze kracht ligt primair in ‘hinderen, verstoren en tegenhouden’. Belangrijke aanknopingspunten zijn vergunningverlening, toezicht en handhaving. Zo voeren we de Bibob-toets uit bij vergunningaanvragen binnen geselecteerde branches. Samen met partners houden we toezicht op de naleving van regels. Waar nodig intensiveren we de handhaving. Eventueel formuleren we extra voorschriften, generiek of in vergunningen. Bij complexere situaties, waarbij zich meerdere vormen van criminaliteit voordoen of vermoed

worden – ‘handhavingsknelpunten’–, is integrale handhaving het meest effectief. De combinatie van regimes waarop gehandhaafd wordt, vergroot de slaagkans en het effect van de interventie. We zetten dit instrument de komende tijd gericht en goed geborgd in.

Samenwerkingspartners

Samenwerkingspartners bij dit thema zijn politie, justitie, belastingdienst, FIOD en buurgemeenten. Regionale samenwerking valt onder het Convenant Bestuurlijke en Geïntegreerde Aanpak Georganiseerde Criminaliteit, Bestrijding Handhavingsknelpunten enBevordering Integriteitsbeoordelingen. Als uitvloeisel daarvan worden wij ondersteund door het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC). Het RIEC helpt ons bedreigingen te herkennen, beoordelen en van de juiste aanpak te voorzien.

Wat is er nodig voor een goede aanpak?

Voorwaarde voor een effectieve aanpak is bewustzijn /awareness van de aard en risico’s van de fenomenen waar het hier om gaat. Belangrijk is dat we onze eigen informatiepositie versterken. Dat hangt direct samen met het vergroten van de bewustwording van degemeentelijke organisatie. Het inzetten op de bewustwording van de eigen organisatie is dan ook stap 1. Het bestuur en ambtelijke organisatie moeten zich er nog meer van bewust worden dat ook in de gemeente Nuenen sprake is van georganiseerde criminaliteit en

dat de (diensten van de) lokale overheden ingezet worden om criminele activiteiten te ontplooien. De volgende stap is om de eigen organisatie bewust te maken van de signalen die op dergelijke criminele activiteiten kunnen duiden. Tot slot is het van belang datduidelijk is waar medewerkers deze signalen aan kunnen kaarten en vast moeten leggen, zodat een casus bij voldoende signalen integraal opgepakt kan worden.

Buitengebied

Het dumpen van afval van drugslabs en hennepplantages in het buitengebied is een steeds groter wordend probleem in Brabant en Limburg. Daarnaast worden in het buitengebied van deze gemeenten regelmatig hennepkwekerijen (zoals tussen de mais of in bosgebied) en drugslabs aangetroffen. Overlast, stijgende kosten en een gevaar voor de veiligheid en de gezondheid zijn de gevolgen hiervan. Vooralsnog valt de stijgende lijn niet in Nuenen waar te nemen. Als het aantal incidenten in het buitengebied toeneemt, dan worden adequateaatregelen toegepast om te komen tot een verbetering van de situatie van het buitengebied. Dit geldt ook voor (het voorkomen van) stroperij. De eventuele maatregelenworden opgenomen in het jaarlijks uitvoeringsprogramma Veiligheid.

Flankerend beleid

Belangrijk flankerend beleid bij dit thema is vergunning- en handhavingsbeleid, aanbestedingen- en subsidiebeleid, recreatie- en toerismebeleid, beleid in het sociaal domein (uitkeringen/bijstand). In kader van Veilige Publieke Taak worden trainingen georganiseerd om het bewustzijn/awareness onder bestuurders en medewerkers te verhogen. Beleid van externe partners dat hier relevant is, is met name het landelijke

en regionale politie- en justitiebeleid, gericht op de aanpak van ondermijnende, georganiseerde criminaliteit.

Indicatoren

  • 1.

    aantal aanvragen waar Bibob-beleid van toepassing is

  • 2.

    aantal aanvragen waar een Quickscan op is uitgevoerd (scan om te bepalen of een Bibob-toets nodig is)

  • 3.

    aantal aanvragen waar een interne Bibob-toets op is uitgevoerd

  • 4.

    aantal aanvragen waar een Bibob-toets op is uitgevoerd door het Landelijk bureau

  • 5.

    aantal sluitingen woningen en bedrijfspanden op grond van Damocles-beleid

Artikel 4. Aanpak problematische jeugd en jeugdgroepen (met name drank- en drugsgebruik)

‘It takes a village to raise a child’, zo luidt het van oorsprong Afrikaans gezegde. Maar die ‘village’ bestaat niet meer in een tijd waarin allerlei sociale verbanden zijn vervaagd, en waarin kinderen opgroeien in een geïndividualiseerde samenleving. Problematische jeugd(overlast) kan worden gezien als een opvoedprobleem van ouders, maar vervolgens ook school, omwonenden, jongerenwerkers, gemeenschap (g), gemeente en

politie.

De ouders, omwonenden en de gemeenschap moeten de vaardigheid ontwikkelen en de verantwoordelijkheid nemen om onze jongeren aan te spreken op hun overlastgevend gedrag, inclusief drank- en drugsgebruik. De maatschappelijke, zorg- en veiligheidspartnerszijn er ook om de ouders, omwonenden en de gemeenschap te ondersteunen in deze rol.

Ondanks het geringe aantal overlastgevende of hinderlijke jeugdgroepen, blijven jongeren met problemen en het gebruik van drugs en alcohol onder jongeren, een belangrijk thema de komende jaren.

Door de decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten, is het borgen van denauwe aansluiting tussen de zorg- en de veiligheidsketen noodzakelijk. Een intensieve samenwerking rondom (een) jongere(n) met problemen tussen gemeenten en partners uit de zorg- en veiligheidsketen vergt de komende jaren daarom nog meer aandacht.

Doelstelling 2018

Jeugdoverlast en –criminaliteit zijn verder afgenomen. We voeren een goede balans van preventie en repressie, van strafrecht en zorg. Ouders en omwonenden hebben de vaardigheid ontwikkeld en nemen de verantwoordelijkheid om onze jongeren aan te spreken op hun overlastgevend gedrag, inclusief drank- en drugsgebruik.

Hoofdlijn aanpak 2015-2018

Wij richten ons zowel op individuele jongeren met problemen, beschouwd in hun eigen context (‘systeem’), als op problematische jeugdgroepen. Wij voeren de regie op de aanpak van problematische jeugdgroepen en het Openbaar Ministerie voert de regie over de strafrechtelijke aanpak van criminele jeugdgroepen.

Als het gaat om jeugdoverlast, treedt in eerste instantie ambulant jongerenwerk in contact met de melders van jeugdoverlast. Het doel is dat de jongeren met de omwonenden onder begeleiding van het ambulant jongerenwerk gezamenlijk tot een oplossing komen. De omwonenden leren onder andere de jongeren aan te spreken op hun gedrag. Als het nodig is, maakt de gemeente samen met politie, OM en jongerenwerk een analyse per groep om probleemgericht en persoonsgericht effectieve interventies in te kunnen zetten. In de aanpakwerkt de gemeente nauw samen met ouders, omwonenden, gemeenschap, ondernemers, CMD, welzijnsinstellingen, scholen, woningcorporaties, etcetera.

Onder regie van de gemeenten wordt persoonsgericht te werk gegaan: effectief aanpakken van kopstukken uit de overlastgevende jeugdgroepen door optimaal en creatief gebruik te maken van het wettelijk instrumentarium. Deze aanpak moet aansluiten bij de gezinsgerichte aanpak vanuit de zorg. Wanneer reguliere inzet van de partners binnen de eigen keten niet meer werkt, wordt een beroep gedaan op het Veiligheidshuis Brabant-Zuidoost.

Doelstellingen in relatie tot alcohol en drugsgebruik onder jongeren, vallen onder het gezondheidsbeleid. Drank- en drugsmisbruik vormen echter vaak de katalysator voorgeweld. Naast repressieve interventies is het ook noodzakelijk dat we samen met zorgpartners (zoals GGD en Novadic) ook preventieve maatregelen nemen. Weondersteunen de NIX18-campagne.

Flankerend beleid

Belangrijk flankerend beleid bij dit thema is sociaal beleid gericht op de thuis- en gezinssituatie, zoals het beleidsplan Sociaal domein inclusief Wmo, jeugd-en participatiebeleid, maar ook leerplicht, onderwijs- en arbeidsmarktbeleid, wijk- en dorpsgericht werken, economisch beleid en handhavingsbeleid.

Indicatoren

  • 1.

    aantal incidenten jeugdoverlast (cijfers politie)

  • 2.

    percentage jongeren (12-17 jaar) dat wel eens alcohol drinkt (cijfers GGD)

  • 3.

    percentage jongeren recent dronken of aangeschoten geweest (cijfers GGD)

  • 4.

    percentage jongeren recent gebruik soft- en harddrugs (cijfers GGD)

  • 5.

    percentage ‘ervaart veel overlast van rondhangende jongeren (cijfers Veiligheidsmonitor)

  • 6.

    aantal meldingen schoolverzuim en vroegtijdig schoolverlaters (cijfers gemeente)

5. Bevorderen brandveiligheidsbewustzijn

In 2015 is het eindrapport Toekomstvisie Brandweerzorg vastgesteld. De toekomstvisie is een pleidooi voor versterking van ‘de voorkant van brandveiligheid’. Pijlers zijn namelijk het voorkomen van onveiligheid en incidenten, eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en

een optredende overheid bij grote risico’s. Belangrijk is de inzet op bewustwording en gedragsverandering bij burgers in het kader van brandveiligheid. Dit moet leiden tot minderbranden, slachtoffers en schade. Deze doelstelling is uitgangspunt in het nieuwe programmaplan Brandveilig Leven. Brandveilig Leven biedt diverse producten aan dieeen bijdrage leveren aan de doelstelling.

Doelstelling 2018

Verhogen van het brandveiligheidsbewustzijn van inwoners, bedrijven en instellingen.

Hoofdlijn 2015-2018

We zetten vooral in op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners, bedrijven en instellingen. Organisaties die bovengemiddeld veel te maken hebben met mensen met een verminderde zelfredzaamheid, krijgen hierbij extra aandacht. Zelfredzaamheid houdt in dat inwoners engebruikers weten wat ze moeten doen om een brand te voorkomen, te ontdekken en te ontvluchten. In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma Veiligheid worden concrete acties c.q. producten opgenomen.

Het project Nuenen (brand)veilig gaat door

In 2013 zijn we gestart met het project ‘Nuenen (brand)veilig’, waarbij rookmelders door vrijwilligers werden geplaatst in private woningen in Gerwen, Nederwetten en Eeneind enalle huurwoningen van woningbouwvereniging Helpt Elkander. Het project is erg succesvol. Allereerst door de toename van de veiligheid van onze inwoners door het plaatsen van

rookmelders en een verhoging van het brandveiligheidsbewustzijn. Daarnaast is het project zeker ook een succes vanuit het oogpunt van burgerparticipatie en sociale cohesie. Nu deelproject I is afgerond, wordt het project verder uitgerold over de rest van koopwoningen in Nuenen. Het succes leidt ertoe dat er regionale en landelijke aandacht is voor het project.

Flankerend beleid

Belangrijk flankerend beleid bij dit thema is vergunning- (toezicht) en handhavingsbeleid en sociaal beleid, met name burgerparticipatie en Wmo-beleid.

Indicatoren

  • 1.

    percentage ‘mate van belangrijkheid brandveiligheid in het algemeen’ Veiligheidsmonitor)

  • 2.

    percentage woningen met rookmelders (Veiligheidsmonitor)

6. Aanpak buurtproblemen

In 2013 heeft de gemeente Nuenen meegedaan met de Veiligheidsmonitor (h) waarbij er uitspraken zijn gedaan over de leefbaarheid en veiligheid in de gemeente Nuenen. Door middel van een enquête is aan inwoners ook gevraagd wat zij als het grootste probleem in hun buurt ervaren, waarvan zij vinden dat dit als eerste moet worden aangepakt. In Nuenen is de volgende top 3 ontstaan:

Top

Buurtprobleem

Nuenen

Basisteam Dommelstroom

Politieregio Oost-Brabant

1

Hard rijden

25%

22%

20%

2

Hondenpoep

20%

21%

16%

3

Parkeerprobleem

7%

9%

10%

Ook blijkt uit de Veiligheidsmonitor 2013 ontevredenheid over het groenonderhoud.

Doelstelling 2018

In Nuenen is ten aanzien buurtproblemen een dalende trend waar te nemen.

Hoofdlijn 2015-2018

Samen met de inwoners willen we werken aan het verbeteren van de directe leefomgeving door kleine ergernissen aan te pakken.

Verkeer

Uit de Veiligheidsmonitor 2013 blijkt dat hard rijden als buurtprobleem nummer 1 wordt aangemerkt.

Gelet op de ongevallencijfers, kunnen we concluderen dat het om subjectieve onveiligheid gaat (het gevoel van mensen).

Extra infrastructurele maatregelen zullen het probleem niet oplossen. Onze inwoners veroorzaken dan ook vaak zelf het probleem: volgens onderzoek door Veilig Verkeer Nederland komt 90% tot 100% van de hardrijders in een woonstraat uit de eigen wijk. Het is dan ook belangrijk de bewoners (mede-) verantwoordelijk te maken voor de verkeersveiligheid in de wijk. We zetten in op mensgerichte maatregelen, hierbij haken we zoveel mogelijk aan bij de Brabantbrede acties.

Parkeerproblemen staat in de top 3, maar is enkel voor 7% van de ondervraagden een probleem. We blijven onze aanpak voor wat betreft parkeren voortzetten: bij een melding wordt eerst een quickscan van het gebied gemaakt en indien nodig een schouw op locatie uitgevoerd. Mocht dit onvoldoende beeld geven kan in het uiterste geval een parkeerdrukmeting worden gedaan. Als blijkt dat sprake is van een probleem, dan wordt adequaat gehandeld. De melder wordt geïnformeerd over de uitkomst van de scan, schouw of parkeerdrukmeting en eventuele vervolgstappen.

Hondenpoep

Het college stelt voor de aanpak van overlast van hondenpoep een plan op. De insteek van de aanpak is om de hondenbezitter beter op te voeden (beter bekendmaken van het hondenbeleid en zorgen dat de overlastveroorzaker bewust is van het probleem en datde oplossing niet alleen bij de gemeente ligt). De aanpak leidt ertoe dat er minder overlast wordt ervaren.

Groenonderhoud

Samen met onze burgers zorgen wij voor een fijne woon- en leefomgeving. Een van de acties die op dit gebied wordt uitgevoerd is de wijkschouw. Wij bezoeken per jaar vier wijken om, naast de reguliere onderhoudsplannen, meer intensief, samen met burgers naar de situatie in de wijk te kijken en kijken welke acties er (samen) opgepakt kunnen worden.

Flankerend beleid

Belangrijk flankerend beleid bij dit thema is vergunning-(toezicht) en handhavingsbeleid, wijk- en dorpsgericht werken, verkeersbeleid, inrichting en beheer van de openbare ruimte en sociaal beleid, met name burgerparticipatie.

Indicatoren

  • 1.

    Top 3 van buurtproblemen die volgens burgers het eerst moet worden opgepakt (cijfers Veiligheidsmonitor)

4. Organisatie en coordinatie

In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke voorzieningen we moeten treffen om de uitvoering van het veiligheidsbeleid zo zorgvuldig en integraal mogelijk te laten verlopen.

4.1 Bestuurlijke en ambtelijke coordinatie

Met deze kadernota worden de kaders voor het veiligheidsbeleid voor de komende vier jaar bepaald. De uitvoering van het veiligheidsbeleid vindt plaats op basis van de kadernota. Jaarlijks stellen we een uitvoeringsprogramma Veiligheid op met daarin de concreteactiviteiten. Het bepalen en uitvoeren van de activiteiten in het uitvoeringsprogramma gebeurt samen met de partners. Daaruit voortvloeiend maken we afspraken in het uitvoeringsprogramma over hun bijdrage aan het veiligheidsbeleid en de gestelde doelen in de kadernota.

Coordinatie op de uitvoering

Artikel 172 Gemeentewet geeft aan dat de burgemeester verantwoordelijk is voor handhaving van de openbare orde. De coördinatie op de uitvoering van het veiligheidsbeleid ligt bij de driehoek (burgemeester, OM en politie). De burgemeester gaat over de openbare orde en het OM over de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. In de driehoek worden afspraken gemaakt over de aanpak van prioriteiten en inzet van de politie op basis van de kadernota en de veiligheidsontwikkelingen in de gemeente.

Intergrale verantwoordelijkheid

Een integraal veiligheidsbeleid is meer dan alleen het stellen van veiligheidsprioriteiten. Denk ook aan bijvoorbeeld veiligheid(saspecten) bij de inrichting van de openbare ruimte, bijontwikkeling van jeugd- of jongerenbeleid of beleid voor informatieveiligheid/privacy.

Het veiligheidsbeleid is dan ook een integrale verantwoordelijkheid van het college. Iedereportefeuillehouder heeft op de een of andere wijze in zijn portefeuilles raakvlakken met veiligheid. De burgemeester stemt de veiligheidsaanpak af met de wethouders en waar nodig geven zij samen richting aan de uitvoering en aanpak. In de gemeentelijke organisatie moet op alle gebieden aandacht zijn voor veiligheid. Ambtelijk is de beleidsmedewerker

Openbare Orde en Veiligheid verantwoordelijk voor het veiligheidsbeleid en specifiek voor de realisatie van de doelen in de kadernota. Per prioriteit en activiteiten kijken we welke partners nodig zijn en in welke vorm afstemming plaatsvindt.

Met de invoering van de nationale politie wordt steeds meer op eenheidsniveau beleidslijnen bepaald en zaken afgestemd.

De burgemeester neemt deel aan een aantal regionale en landelijke overleggen gericht op veiligheid. Ook op ambtelijk niveau vindt deelname plaats aan overleggen waarin beleid wordt voorbereid en afgestemd voor bestuurlijke besluitvorming.

4.2 Financien

Nuenen kiest ervoor om de gelden voor veiligheid waar mogelijk te integreren in de diverse beleidsvelden (verkeer, vergunningverlening, handhaving, brandweer, rampenbestrijding, etc). Daardoor is het niet eenvoudig om het totaalbedrag voor veiligheid in beeld tebrengen.

In programma 2 Veiligheid en Handhaving is een algemeen budget opgenomen in de meerjarenbegroting 2016-2019. Uit dit budget worden bijvoorbeeld de kosten voor de vierjaarlijkse veiligheidsmonitor, het project Nuenen (brand)veilig, onze bijdrage aan het Veiligheidshuis en het RIEC betaald.

De belangrijkste opgave van de komende jaren is de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Om uitvoering te geven aan deze opgave zijn via de programmabegroting 2016 en de meerjarenbegroting 2016-2019 extra middelen ontvangen. Onderstaande budgetten zijn opgenomen in de begroting 2016.

2016

2017

2018

2019

Veiligheidsoverleg

€ 5.625

€ 5.625

€ 5.625

€ 5.625

Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC)

€ 10.190

€ 10.190

€ 10.190

€ 10.190

Veiligheidshuis Brabant-Zuidoost

€ 5.839

€ 5.839

€ 5.839

€ 5.839

Treffen fysiek maatregelen

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

Antidiscriminatie-voorziening

€ 1.500

€ 1.500

€ 1.500

€ 1.500

Project Nuenen (brand)veilig

€ 1.000

€ 1.000

€ 1.000

€ 1.000

Aanpak georganiseerde criminaliteit

€ 76.000

€ 50.000

€ 50.000

€ 30.000

Totaal

€ 105.154

€ 79.154

€ 79.154

€ 59.154

Verantwoording

Via de planning- en controlcyclus wordt in hoofdlijnen verantwoording afgelegd over de uitvoering van het veiligheidsbeleid. Als in de komende beleidsperiode extra middelen nodig zijn voor realisatie van de plannen dan wordt dit voorgelegd aan de gemeenteraad.

4.3 Communicatie

De communicatiestrategie binnen veiligheid is gericht op:

  • ·

    communicatie over maatregelen en resultaten t.b.v. bewustwording

  • ·

    beïnvloeden van gedrag

Om gedrag van inwoners, ondernemers en bezoekers van de gemeente te beïnvloeden, communiceren we over welke regels binnen de gemeente gelden en wat mensen zelf kunnen doen om de veiligheid te verbeteren.

Om zoveel mogelijk mensen te bereiken, zetten we verschillende communicatie-instrumenten in. Dat resulteert in een afgewogen mix van zowel persoonlijke als schriftelijke en digitale media. Denk aan publicaties op de website, sociale media, huis aan huis brieven en door het organiseren van themagerichte bijeenkomsten. De exacte invulling van deze communicatie komt in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma aan bod.

Daarin wordt, onder andere, per prioriteit een concreet communicatieplan opgesteld, met daarin beschreven wie verantwoordelijk is voor de communicatie, wie de doelgroep is enwelke middelen er ingezet worden met bijbehorende doelstellingen. De gemeente publiceert de kadernota en het jaarlijkse uitvoeringsprogramma Veiligheid op de gemeentelijke website.

In geval van een (dreiging van) sociale of fysieke ramp of crisis, kan de gemeente Nuenen gebruik maken van de mogelijkheid om op het gebied van crisiscommunicatie een beroep te doen op de kennis en expertise van de veiligheidsregio.

Artikel 4.4 Cyclus/vervolgtraject

Na het vaststellen van deze kadernota door de gemeenteraad komt een jaarlijks terugkerende cyclus op gang. Allereerst worden de ambities en doelstellingen uit de kadernota door vertaald naar een uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma (en de evaluatie) wordt vastgesteld door het college en vervolgens ter kennisname aan de commissie ABZ/Fin voorgelegd. Aan het eind van het jaar evalueren we het uitvoeringsprogramma. Deze evaluatie geldt als input voor het uitvoeringsprogramma van het jaar daarna.

Bijlage 1 Betrokken partners in het veiligheidsdomein

Kernpartners:

  • ·

    Inwoners

  • ·

    Basisteamgemeenten

  • ·

    40 gemeenten in politie-eenheid Oost-Brabant

  • ·

    Politie Oost-Brabant

  • ·

    Openbaar Ministerie

  • ·

    Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost

  • ·

    Belastingdienst

Veiligheidspartners:

  • ·

    Ministerie van Veiligheid en Justitie

  • ·

    Reclassering Nederland

  • ·

    Jeugdreclassering

  • ·

    Raad voor de Kinderbescherming

  • ·

    Dienst Justitiële Inrichtingen

  • ·

    Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid

  • ·

    Slachtofferhulp Nederland

  • ·

    Veilig Thuis

Zorgpartners:

  • ·

    Centrum voor Maatschappelijke deelname (CMD)

  • ·

    Maatschappelijk werk

  • ·

    Jeugdzorg en jeugdreclassering

  • ·

    Jongerenwerk

  • ·

    GGZ-instellingen

  • ·

    GGD Zuidoost Brabant

Maatschappelijke partners:

  • ·

    Woningcorporaties

  • ·

    Onderwijsinstellingen

  • ·

    Belangenverenigingen Ouderen

  • ·

    Kerken

  • ·

    (Sport)verenigingen

  • ·

    Dorps- en wijkraden

Gemeenschappelijke regelingen en samenwerkingsverbanden:

  • ·

    Veiligheidsregio Brabant Zuidoost

  • ·

    Veiligheidshuis Brabant Zuidoost

  • ·

    Regionaal Expertise- en Informatie Centrum (RIEC)

  • ·

    Taskforce Brabant/Zeeland

Overige partners:

  • .

    Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

Bijlage 2 Onderwerpen veiligheid (voor uitvoeringsprogramma) volgens Kernbeleid Veiligheid VNG

Veiligheidsvelden

Veiligheidsthema’s

Beleidsprioriteiten Nuenen 2015-2018

1: Veilige woon- en leefomgeving

1.1: Sociale kwaliteit (o.m. woonoverlast/botsende leefstijlen, overlast zwervers en verslaafden)

1.2: Fysiek kwaliteit (o.m. vernieling, overlast hondenpoep, graffiti, zwerfvuil)

Aanpak buurtprobleem

1.3: Objectieve veiligheid/veel voorkomende criminaliteit (o.m. woninginbraak, fietsendiefstal, geweldsdelicten)

Verminderen woninginbraken

Terugdringen geweld

1.4: Subjectieve veiligheid/veiligheidsgevoel

2: Bedrijvigheid en veiligheid

2.1: Veilig winkelgebied

2.2: Veilig bedrijventerrein

2.3: Veilig uitgaan

2.4: Veilige evenementen

2.5: Veilig toerisme

3: Jeugd en veiligheid

3.1: Jeugdoverlast

3.2: Jeugdcriminaliteit/individuele probleemjongeren

3.3: Jeugd, alcohol en drugs

Aanpak problematische jeugd en jeugdgroepen (met name drank- en drugsgebruik)

3.4: Veiligheid in en om de school

4: Fysieke veiligheid

4.1: Verkeersveiligheid

4.2: Brandveiligheid

Bevorderen brandveiligheidsbewustzijn

4.3: Externe veiligheid

4.4: Rampenbestrijding en crisisbeheersing

5: Integriteit en veiligheid

5.1: Polarisatie en radicalisering

5.2: Georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit

Aanpak georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit

5.3: Veilige publieke taak

5.4: Informatieveiligheid

5.5: Ambtelijke en bestuurlijke integriteit

Bijlage 3 Schema cyclus veiligheidsbeleidoofdstuk

[leeg artikel]

[lege alinea]

Eindnoten

  • a.

    Het veiligheidshuis is een netwerksamenwerking tussen straf-, zorg- en andere (gemeentelijke) partners, waarin zij, onder eenduidige regie, komen tot een ketenoverstijgende aanpak van complexe persoons- systeem- en gebiedsgerichte problematiek om ernstige overlast en en criminaliteit te bestrijden.

  • b.

    Streven om mensen met een beperking zo ‘normaal’ mogelijk te laten participeren en de benodigde hulp aan huis te bieden. De geboden hulp aan huis kan variëren van een of twee contacten per week tot elke dag intensieve thuishulp, crisisopvang aan huis of intensieve gedragskundige begeleiding.

  • c.

    Een meetbare doelstelling gaat over een gekwantificeerd, geoperationaliseerd doel, bevat een of meer indicatoren (meetbare variabelen) en bevat een streefwaarde (het nagestreefde niveau waarop de indicator op een vastgelegd moment moet komen). Een voorbeeld van een meetbare doelstelling: het aantal aangiften woninginbraak in Nuenen (de indicator) moet in 2018 gedaald zijn tot 88 (de streefwaarde).

  • d.

    Er zijn verschillende beleidsontwikkelingen, zowel intern als extern, die nauw samenhangen met integrale veiligheid en die niet los gezien kunnen worden van het nieuwe integrale veiligheidsbeleid. Een aantal van deze flankerende beleidsprocessen zijn: Algemene plaatselijke verordening, evenementenbeleid, handhavingsbeleid, jeugdbeleid, preventie- en handhavingsplan Drank- en Horecawet, beleid openbare ruimte, Bibob-beleidsregels, verkeersbeleid, bestuurlijke en ambtelijke integriteit. De opsomming is niet limitatief.

  • e.

    Onder geweld in relationele sfeer valt ook ouderenmishandeling. Vormen van ouderenmishandeling zijn lichamelijke en psychische mishandeling, financiële uitbuiting, verwaarlozing en seksueel misbruik.

  • f.

    Zie ook overzichtsstudie ‘Verwevenheid van onder- en bovenwereld bij georganiseerde criminaliteit’ van het RIEC http://www.riec.nl/doc/oostbrabant/documenten/Verwevenheid-RIECOM.druk03012012.pdf

  • g.

    Zoals (sport)verenigingen.

  • h.

    VM 2017: de eerstvolgende meting vindt plaats medio 2017. Resultaat is begin 2018 bekend.