Regeling vervallen per 15-10-2013

Verordening winkeltijden gemeente Nuth 2012

Geldend van 15-10-2013 t/m 14-10-2013

Intitulé

Verordening winkeltijden gemeente Nuth 2012

De raad van de gemeente Nuth,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 september 2011;

gelet op de Winkeltijdenwet en het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening winkeltijden gemeente Nuth 2012

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • c.

    feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen zes weken.

  • 2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste zes weken verdagen.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing

  • 1. Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4. Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffingintrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder dit aanvraagt.

Artikel 5. Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

  • 1. De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college aan te wijzen, zondagen of feestdagen per kalenderjaar.

  • 2. Deze bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

Artikel 6. Openstelling van levensmiddelenwinkels op de avonden van zon- en feestdagen

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet genoemde verboden aan winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren plegen te worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.

  • 2. Het college kan de ontheffing voor ten hoogste één winkel verlenen.

  • 3. Aan de ontheffing wordt in elk geval het volgende voorschrift verbonden:

    • a.

      de winkel dient op de zondagen en de feestdagen vóór 16.00 uur gesloten te zijn.

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling.

Artikel 7. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

  • 1. Het college kan voor wat betreft zondagen of feestdagen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet genoemde verboden, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen;

    • c.

      tentoonstellingen in kunstateliers en galeries

  • 2. De ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen of beurzen.

Artikel 8. Toerisme

  • 1. Het college kan op aanvraag een ontheffing verlenen van de verboden, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de wet, om reden van op de gemeente gericht toerisme, voor zover zij betrekking hebben op de zondagen en de feestdagen.

  • 2. Het college kan beperkingen stellen en voorschriften verbinden aan de ontheffing.

Artikel 9. Intrekking voorgaande regeling en overgangsrecht

  • 1. De Verordening Winkeltijden gemeente Nuth 1996 wordt ingetrokken.

  • 2. De op grond van artikel 6 van de in lid 1 genoemde verordening verleende ontheffingen voor openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen worden geacht te zijn verleend op grond van artikel 6 van deze Verordening.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012

Artikel 11. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening winkeltijden Gemeente Nuth 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 november 2011.
De griffier plv., De voorzitter,
R.L.L. Hendrix Mr. H.G. Vos

Algemene toelichting

De Winkeltijdenwet

Op 1 juni 1996 is de Winkeltijdenwet tezamen met het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet in werking getreden. Deze wet stelt ruimere regels voor de openingstijden van winkels dan zijn voorganger, de Winkelsluitingswet 1976.

De tekst van de Winkeltijdenwet en het bijbehorende Vrijstellingenbesluit zijn gepubliceerd in het Staatsblad van 28 maart 1996, onder nummer 182 en 183. Recent is de Winkeltijdenwet gewijzigd. Deze wijziging heeft tot doel een inkadering te geven van de bevoegdheid om toeristische gebieden aan te wijzen, waar de winkels op alle zon- en feestdagen open mogen zijn. Het gaat om een aantal extra eisen aan de besluitvorming en een aanscherping van de bevoegdheid op grond van artikel 3, derde lid, onder a, van de wet. Verder worden door deze wetswijziging de vrijstellingen die de raad op basis van dit artikel bij verordening kan geven, vatbaar voor bezwaar en beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Uitgangspunten Winkeltijdenwet

In concreto komen deze uitgangspunten neer op het volgende.

  • a.

    Op maandag t/m zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00 en 22.00 uur. Gemeenten mogen tijdens deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels.

  • b.

    Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum verbonden.

  • c.

    Tijdens de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Gemeenten kunnen echter vrijstellingen of ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op Goede Vrijdag, Kerstavond (24 december) en. Dodenherdenking (4 mei) moeten de winkels vanaf 19.00 uur dicht zijn.

  • d.

    Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling of ontheffing van deze verplichte sluiting verlenen. De Winkeltijdenwet merkt in dit verband als feestdagen aan: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag.

  • e.

    Winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk levensmiddelen worden verkocht (in de praktijk gaat het vaak om supermarkten) kunnen ontheffing krijgen om op zon- en feestdagen vanaf 16.00 uur open te zijn. Ze moeten dan wel op alle zon- en feestdagen voor 16.00 uur dicht zijn, ook als die als koopzondag zijn aangewezen. Belangrijk is ook dat er in een gemeente maar één ontheffing per 15.000 inwoners mag worden verleend.

  • f.

    De raden kunnen bij verordening vrijstelling verlenen van de verplichte winkelsluiting op zon- en feestdagen in verband met op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom toerisme. Zoals hiervoor vermeld wordt deze bevoegdheid door de recente wetswijziging nader ingekaderd.

De Winkeltijdenwet is niet alleen van toepassing op winkels: het is op de in artikel 2, eerste lid, van de wet bedoelde dagen en tijden ook verboden om in de uitoefening van een bedrijf (anders dan in een winkel) goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan particulieren. Dit volgt uit artikel 2, tweede lid.

Gemeentelijke bevoegdheden

Als algemene regel geldt dat op zon- en feestdagen de winkels gesloten zijn. Hierop bestaat een aantal uitzonderingen in de vorm van vrijstellings- en ontheffingsmogelijkheden. Hiermee kan het gemeentebestuur ook buiten de wettelijk geregelde sluitingstijden winkelopening toestaan. Deze bevoegdheden kunnen worden ingedeeld in de volgende vier categorieën.

1. Bevoegdheden op werkdagen

De gemeentelijke bevoegdheden op werkdagen behelzen feitelijk de mogelijkheid om ook na 22.00 uur winkelopening toe te staan (art. 7 van de Winkeltijdenwet). De winkeltijdenverordening moet in een grondslag voorzien om de detailhandelsactiviteiten mogelijk te maken die na 22.00 uur op werkdagen plaatsvinden. In de voorliggende verordening is die mogelijkheid niet opgenomen. Gelet op het karakter van de Gemeente Nuth is ervoor gekozen deze bepaling niet op te nemen.

2. Bevoegdheden op zon- en feestdagen en 19-uurdagen

De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, eerste lid, Winkeltijdenwet de bevoegdheid om per kalenderjaar maximaal twaalf zondagen of feestdagen als koopzondag aan te wijzen. Deze bevoegdheid geldt per deel van de gemeente afzonderlijk en kan worden overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders. Ook kan de raad het college van burgemeester en wethouders een ontheffingsbevoegdheid toekennen.

Artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, Winkeltijdenwet bepaalt dat de winkels op zondag gesloten moeten zijn. In het eerste lid, onder b, wordt een aantal andere dagen genoemd waarop de winkels gesloten moeten zijn, namelijk Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de modelverordening gedefinieerd als feestdagen. Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid onder b, van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdagen. In deze toelichting worden ze verder aangeduid als “19-uurdagen”.

Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag zijn ook in artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet gedefinieerd als feestdagen.

Artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet noemt als dagen die als koopzondag kunnen worden aangewezen naast de zondagen alleen de hiervoor vermelde feestdagen Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Daaruit volgt dat de 19-uurdagen niet als koopzondag kunnen worden aangewezen indien zij op een zondag vallen.

3. Bevoegdheden voor specifieke situaties

De gemeente heeft de bevoegdheid om bij verordening een vrijstelling te verlenen van het verbod om op zon- en feestdagen open te zijn vanwege op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom toerisme (artikel 3, derde lid, onder a). Deze vrijstelling kan worden verleend voor de gehele gemeente of een deel daarvan. Hierbij geldt de wettelijke voorwaarde dat de lokale aantrekkingskracht voor toeristen niet wordt bepaald door de (vrijgestelde) winkelopening. Deze bevoegdheid is uitgewerkt in artikel 8 van de verordening. Zie voor meer informatie en jurisprudentie de artikelsgewijze toelichting bij artikel 8 van deze verordening.

De wet voorziet in artikel 3, vierde lid, in een bevoegdheid van de gemeenteraad om in een verordening een bevoegdheid aan het college van burgemeester en wethouders toe te kennen om aan winkels die uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren verkopen een ontheffing te verlenen voor opening op zon- en feestdagen vanaf 16.00 uur. Per 15.000 inwoners van de gemeente mag slechts één winkel worden aangewezen. In gemeenten met minder dan 15.000 inwoners mag aan één winkel een dergelijke ontheffing worden verleend. Deze bepaling komt in plaats van de avondwinkelbepaling in de Winkelsluitingswet 1976. Net als onder de Winkelsluitingswet 1976 moeten deze winkels zich uitsluitend of hoofdzakelijk richten op de verkoop van eet- en drinkwaren, met uitzondering van sterke drank in de zin van artikel 1 van de Drank en Horecawet. Het gaat in de praktijk vaak om supermarkten. Doordat artikel 3, vierde lid van de Winkeltijdenwet verwijst naar artikel 2, tweede lid onder a en b, kan een dergelijke supermarkt dus op zondagen, feestdagen en op 19-uur dagen geopend zijn. Zie verder de toelichting bij artikel 6 van deze verordening.

Winkels die een ontheffing op grond van artikel 3, vierde lid, hebben mogen op werkdagen ook op de reguliere winkeltijden, dus tussen 06.00 uur en 22.00 uur, onbeperkt geopend zijn. Daarnaast kan nog vrijstelling of ontheffing worden verleend voor de uren tussen 22.00 uur en 06.00 uur (artikel 7 Winkeltijdenwet). De betrokken winkels moeten echter wel op alle zon- en feestdagen gesloten zijn tot 16.00 uur. Dit geldt dus ook voor die zon- en feestdagen die als koopzondag zijn aangewezen. In de verordening is deze mogelijkheid niet opgenomen.

Daarnaast hebben gemeenten de mogelijkheid om voor grensoverschrijdend verkeer een vrijstelling te verlenen aan winkels in de nabijheid van grensovergangen langs daarop aansluitende doorgaande wegen. In de verordening is deze mogelijkheid niet opgenomen nu de gemeente geen grensoverschrijdend verkeer kent.

Het college heeft op grond van artikel 4, eerste lid, van de wet de bevoegdheid om bij plotseling opkomende bijzondere omstandigheden een vrijstelling van de verplichte winkelsluiting te verlenen. Daarnaast kan de raad het college in bij de verordening aangewezen gevallen de bevoegdheid toe kennen op verzoek een ontheffing verlenen bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en voor het uitstallen van goederen. Zie daarover ook de toelichting bij artikel 7.

Het college kan op grond van artikel 6 van de Winkeltijdenwet op verzoek een ontheffing verlenen voor de openstelling van de winkel op zondag aan winkeliers die tot een kerkgenootschap behoren dat de wekelijkse religieuze rustdag op een andere dag dan de zondag houdt. Deze winkeliers moeten dan wel op hun eigen religieuze rustdag hun winkel gesloten houden

4. Algemeen

Alle op grond van de wet en de verordening te verlenen vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend; ook kunnen er voorschriften aan worden gebonden. Aan de ontheffingen op grond van artikel 3, vierde lid, en op grond van artikel 7 van de Winkeltijdenwet (avondopenstelling op zondag respectievelijk op werkdagen) kan bijvoorbeeld de beperking worden verbonden dat er na een bepaald tijdstip geen alcoholhoudende drank mag worden verkocht (CBB 18-03-2009, AWB 08/802 S2, Zaanstad)

Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

In het Vrijstellingenbesluit worden aan enkele vormen van detailhandel landelijke vrijstellingen verleend van de openingsverboden uit de Winkeltijdenwet. Hierbij worden landelijke vrijstellingen voor de gehele week en landelijke vrijstellingen voor de zondagen en de feestdagen onderscheiden. Voor de detailhandelsactiviteiten van de laatste categorie kunnen voor de werkdagen op lokaal niveau vrijstellingen en ontheffingen worden verleend. De twee categorieën zijn hieronder nader uitgewerkt.

Aan dit onderscheid ligt de keuze ten grondslag om het zwaartepunt bij de mogelijkheid voor het verlenen van vrijstellingen bij de gemeenten te leggen. Voor een beperkt aantal detailhandelsactiviteiten wordt de vrijstelling gedurende de gehele week echter van zo groot landelijk belang geacht, dat hiervoor landelijke vrijstellingen zijn opgenomen. Het gaat om de detailhandel in instellingen voor de volksgezondheid, verkeer en vervoer en de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften. Omdat de bevoegdheid van gemeenten om detailhandel op zon- en feestdagen toe te staan beperkt blijft tot twaalf dagen per jaar, geeft het besluit ook landelijke vrijstellingen voor enkele soorten detailhandel die van oudsher op zon- en feestdagen plaatsvindt. Het gaat deels om winkels die gewoonlijk ook op werkdagen na 22.00 uur geopend zijn. Om de openstelling van deze winkels dan mogelijk te maken, kan in de verordening een vrijstelling of mogelijkheid voor het verlenen van een ontheffing worden opgenomen.

1. Vrijstellingen voor zon- en feestdagen en werkdagen

De vrijstellingen die voor de hele week gelden zijn alleen van toepassing op:

  • a.

    Instellingen van volksgezondheid (apotheken en winkels in en op het terrein van ziekenhuizen en verpleeghuizen). Het college krijgt daarbij de bevoegdheid om op verzoek een ontheffing te verlenen voor verkooppunten van uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten, op ten hoogste 250 meter afstand van de publieksingang van een ziekenhuis of verpleeghuis. Deze ontheffing mag gelden vanaf een half uur voor de aanvang van de bezoektijden tot het einde daarvan.

  • b.

    Instellingen van verkeer en vervoer (winkels in NS-stationsgebouwen, luchtvaartterreinen voor intercontinentaal verkeer, shops in benzinestations en wegrestaurants en verkoop ten behoeve van de beroepsscheepvaart). Het college krijgt daarbij de bevoegdheid op verzoek een ontheffing te verlenen aan winkels gericht op reizigers in een gebouw voor een knooppunt van openbaar vervoer of voor het verkopen van bloemen en planten op een afstand van ten hoogste 100 meter daarvan.

  • c.

    Instellingen voor de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften.

2. Vrijstellingen uitsluitend voor zon- en feestdagen

Vrijstellingen voor uitsluitend de zon- en feestdagen worden in dit besluit verleend voor:

  • a.

    Bepaalde winkels (musea; winkels waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, via een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband worden verkocht; videotheken, mits geen andere goederen te koop worden aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment).

  • b.

    Openstelling van winkels anders dan voor verkoop, indien noodzakelijk voor het betreden van een restaurant of lunchroom en voor fietsenwinkels voor zover noodzakelijk voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • c.

    Straatverkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken. Indien de plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de raad bij verordening bepalen dat deze vrijstelling niet geldt voor de betrokken gemeente of een of meer delen daarvan. In deze verordening is die mogelijkheid uitgesloten.

  • d.

    Verkoop van bloemen en planten gedurende de openingstijden op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats.

  • e.

    Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen bij voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard vanaf een uur voor aanvang tot een uur na afloop.

  • f.

    Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen in of op het terrein van sportcomplexen gedurende de openingstijden van die sportcomplexen.

  • g.

    Winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten worden verkocht.

  • h.

    Winkels in fotoartikelen, indien betreden noodzakelijk is voor het maken van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

  • i.

    Verkoop van bloemen en planten op dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

  • j.

    Verkoop van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, en wel tussen twee uur vóór zonsondergang tot zonsondergang gedurende de Ramadan, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.

  • k.

    Verkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken, religieuze artikelen en souvenirs, alsmede bloemen en planten, in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht.

  • l.

    Verkoop van feestartikelen op zondag waarop carnaval wordt gevierd, vanaf 12.00 uur en op zon- en feestdagen waarop in de gemeente een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

Handhaving

De controle op de naleving van de regels is in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde politie in overleg met de gemeente. De Belastingdienst/FIOD-ECD wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is.

Uiteraard is ook bestuursrechtelijke handhaving mogelijk. Over de handhaving van de Winkeltijdenwet heeft de Minister van Economische Zaken op 22 december 2006 een brief naar alle gemeenten gestuurd. Over de samenloop van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving heeft de VNG nadere informatie gegeven. Deze is te vinden op de website van de VNG, .http://www.vng.nl/eCache/DEF/62/907.html

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een winkel gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

Voor de omschrijving van het begrip feestdag is aansluiting gezocht bij artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet. In de wet is geen definitie opgenomen van feestdag, maar worden de volgende dagen genoemd als dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn (naast de zondag): Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de modelverordening gedefinieerd als feestdag. Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdag in de modelverordening.

Door in de verordening het begrip feestdag te definiëren, kan waar nodig worden volstaan met het woord “feestdag” of “feestdagen” en hoeven niet steeds alle dagen bij naam genoemd te worden. Koninginnedag en Bevrijdingsdag (5 mei) zijn, voor zover deze dagen niet op zondag vallen, in de wet niet aangemerkt als een dag waarop de winkels gesloten moeten zijn.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. De ontheffing kan aan een (rechts)persoon worden verleend als het gaat om straatverkoop als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet. Als het om een winkel gaat, heeft de ontheffing naar zijn aard betrekking op het pand waarin het winkelbedrijf wordt uitgeoefend. Als het om een ontheffing voor straatverkoop gaat biedt de tussenkomst het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger. Als het gaat om overdracht van het winkelpand aan een ander rechthebbende, moet het college kunnen toetsen of de ontheffing in stand kan blijven of dat er eventueel andere voorschriften aan moeten worden verbonden. Er kan immers sprake zijn van een heel ander soort winkel dan voorheen.

Artikel 5. Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

Dit artikel is een uitwerking van artikel 3, tweede lid, Winkeltijdenwet, dat de raad de mogelijkheid geeft de bevoegdheid die in het eerste lid aan de raad wordt gegeven, te delegeren aan het college. Dit is wel een beperkte delegatie: de raad zelf verleent vrijstelling, B&W bepalen wanneer die precies geldt door het aanwijzen van maximaal 12 koopzondagen per jaar. De eerste twee leden van artikel 3 Winkeltijdenwet luiden:

  • 1.

    De gemeenteraad kan voor ten hoogste twaalf door hem aan te wijzen dagen per kalenderjaar vrijstelling verlenen van de in vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste of tweede Kerstdag. De beperking tot twaalf dagen per kalenderjaar geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk. artikel 2

  • 2.

    De gemeenteraad kan, al dan niet onder het stellen van regels, de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid delegeren aan burgemeester en wethouders.

Artikel 6. Openstelling van levensmiddelenwinkels op de avonden van zon- en feestdagen

Dit artikel van de modelverordening steunt op artikel 3, vierde lid, van de Winkeltijdenwet, dat luidt:

  • 4.

    Voorts kan de gemeenteraad bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen op een daartoe strekkende aanvraag en met inachtneming van de in die verordening gestelde regels ontheffing te verlenen van de in , vervatte verboden, voor zover het winkels betreft die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde dagen tussen 0 uur en 16 uur, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren plegen te worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in . De verordening bepaalt in ieder geval het aantal winkels waarvoor in de gemeente ontheffing kan worden verleend. Dit aantal kan ten hoogste één winkel per 15 000 inwoners van de gemeente zijn of, indien het inwonertal lager is dan 15 000, één winkel. artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet artikel 2, eerste lid, onder a en b

De vereisten uit de Winkeltijdenwet zijn dus:

  • .

    de ontheffing kan alleen worden verleend aan winkels:

    • -

      die gesloten zijn op zon- en feestdagen vóór 16 uur, ook als die als koopzondag zijn aangewezen (verwerkt in onderdeel a van derde lid), en

    • -

      waar hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet (verwerkt in het eerste lid van artikel 6 van deze verordening);

  • .

    er mag maar 1 ontheffing verleend worden per 15.000 inwoners (verwerkt in het tweede lid van artikel 6 van deze Verordening). Dit aantal moet strikt worden toegepast, er mag dus niet naar boven worden afgerond. Een gemeente die minder dan 15.000 inwoners heeft mag aan één winkel de ontheffing ex artikel 3, vierde lid verlenen.

Het zal vaak voorkomen dat er – na toetsing aan de weigeringsgronden - meer aanvragen liggen dan dat er ontheffingen kunnen worden verleend. Het verdient aanbeveling dat het college beleid ontwikkelt over de manier waarop in dat geval wordt geselecteerd tussen de aanvragers. Dit kan bijvoorbeeld door een systeem van loting. Ook zou een rouleersysteem in het leven kunnen worden geroepen, waarbij diverse supermarkten tijdelijk ontheffing krijgen, elk voor een afzonderlijke periode. Ontheffing voor een bepaalde periode heeft ook los daarvan het voordeel dat er na verloop van tijd kan worden geëvalueerd.

Ook kan het college de ontheffingen elk jaar aan andere winkels verlenen of de ontheffingen verdelen via een vergelijkende toets (zie CBb 8 januari 2010, AB 2010, 73). Een vergelijkende toets in dit verband houdt in dat het college een tijdvak bekend maakt waarbinnen ondernemers die interesse hebben een ontheffing kunnen aanvragen, waarna het college alle factoren afweegt voordat het besluit welke winkel de ontheffing voor de zondagavondopenstelling krijgt. Er werd in het concrete geval van de hiervoor aangehaalde uitspraak onder andere gekeken naar mogelijke overlast, voldoende parkeergelegenheid en een afscheiding tussen de (verkoop van) sterke drank en de overige winkelruimte.

Aan de ontheffing op grond van artikel 3, vierde lid van de Winkeltijdenwet kan bijvoorbeeld de beperking worden verbonden dat er na een bepaald tijdstip geen alcoholhoudende drank mag worden verkocht (CBB 18-03-2009, AWB 08/802 S2, Zaanstad).

Artikel 7. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

Dit artikel steunt op artikel 4, tweede lid, Winkeltijdenwet. Artikel 4 luidt:

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling van de in vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste of tweede Kerstdag, verlenen op grond van plotseling opkomende bijzondere omstandigheden. artikel 2

  • 2.

    Zij kunnen in door de gemeenteraad bij verordening aangewezen gevallen ontheffing verlenen van de in het eerste lid bedoelde verboden ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en ten behoeve van het uitstallen van goederen.

  • 3.

    De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

Aangezien de Winkeltijdenwet in artikel 7, eerste lid een directe bevoegdheid verleent aan het college om vrijstelling te verlenen op grond van plotseling opkomende bijzondere omstandigheden hoeft deze mogelijkheid niet afzonderlijk te worden genoemd in de verordening. Wel worden hier op grond van het tweede lid van artikel 7 van de Winkeltijdenwet de gevallen aangewezen waarin ontheffing kan worden verleend ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard.

Uit de bewoordingen van artikel 4, eerste lid, van de Winkeltijdenwet in relatie tot die van 3, vierde lid volgt dat deze ontheffing zowel op aanvraag als ambtshalve kan worden verleend.

In artikel 7, eerste lid onder c worden tentoonstellingen in kunstateliers en galeries genoemd. De reden daarvan is het volgende. Kunstateliers en galeries zijn winkels, maar hebben in de Winkeltijdenwet een speciale status, die voortkomt uit de oude Winkelsluitingswet en het daarop berustende Besluit gemeentelijke ontheffingen Winkelsluitingswet. In artikel 4 van dat landelijk geldende besluit was een afzonderlijke regeling opgenomen voor kunstateliers en galeries. Deze bepaling hield in dat burgemeester en wethouders ontheffing konden verlenen ten behoeve van het uitstallen van niet fabrieksmatig vervaardigde kunstvoorwerpen door of voor rekening van de vervaardiger daarvan, voor de zon- en feestdagen en de sluitingsuren op werkdagen. Bij het opstellen van de Winkeltijdenwet in 1996 is deze ontheffingsmogelijkheid niet meer expliciet overgenomen in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Daar kwamen direct veel vragen over. In overleg met het ministerie van Economische Zaken zijn de kunstateliers en de galeries in artikel 7, tweede lid, van de toenmalige en nu het eerste lid van de huidige modelverordening Winkeltijdenwet opgenomen. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de wet, zoals uitgewerkt in artikel 7, eerste lid van de modelverordening, kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen voor de zon- en feestdagen voor bijzondere situaties. De wet laat hierin de gemeenten beleidsvrijheid. Met gebruikmaking van deze beleidsvrijheid kan de ontheffing verleend worden voor tentoonstellingen in kunstateliers en galeries. De achtergrond van deze bijzondere status voor kunstateliers en galeries is dat de mogelijkheden voor kunstenaars aan hun werk bekendheid te geven door middel van (verkoop)tentoonstellingen niet te zeer aan banden gelegd mag worden. Bovendien spelen concurrentieoverwegingen hier nauwelijks een rol, gezien het individuele karakter van de betrokken voorwerpen.

Onder bijzondere omstandigheden van tijdelijke aard kunnen feestelijkheden worden verstaan. In een uitspraak van 28 oktober 2008, LJN: BG2147 (Amsterdam Noord), heeft het CBB het begrip “feestelijkheden” ingevuld. Het ging in deze zaak onder meer om de vraag of allerlei buitenlandse en nogal buitenissige feestdagen zoals de Chinese dag van het kind, de Amerikaanse "doe vriendelijk dag" en dergelijke konden worden aangemerkt als "feestelijkheden" zoals bedoeld in de Winkeltijdenverordening van het desbetreffende stadsdeel. Uit de uitspraak blijkt "….dat het moet gaan om feestelijkheden die bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard zijn. Bij het hanteren van het begrip "bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard" moet er een verband kunnen worden aangewezen met een gebeurtenis dan wel met het beleven of uiten van opvattingen of gevoelens, waaraan blijkens een breed gedragen mening van de bevolking of een bevolkingsgroep op landelijk dan wel op lokaal niveau, een feestelijke, gedenkwaardige betekenis moet worden gehecht."

In een uitspraak van 18 december 2009 bepaalde de voorzieningenrechter dat het verlenen van ontheffing om op zondag 20 december open te zijn in verband met het plaatsvinden van een feestelijkheid (de laatste zondag voor Kerstmis), niet mogelijk was. In deze mondelinge uitspraak overwoog de rechter: “Er is echter niet gebleken welke feestelijkheid op die dag plaats zal vinden en tevens niet of de genoemde feestelijke activiteiten ten tijde van het verlenen van de ontheffing reeds gepland waren. Doordat de ontheffing is verleend aan alle winkeliers in de gemeente Lisse, komt de ontheffing eigenlijk overeen met het aanwijzen van een extra algemene koopzondag. De voorzieningenrechter merkt daarbij op dat de gemeenteraad de mogelijkheid heeft om burgemeester en wethouders de bevoegdheid te geven twaalf koopzondagen aan te wijzen. De gemeenteraad heeft deze bevoegdheid echter beperkt tot zes zon- en feestdagen, van welke bevoegdheid ook gebruik is gemaakt. Door het aanwijzen van deze extra koopzondag, hebben burgemeester en wethouders in strijd met de verordening gehandeld.” (LJN BK 7097, Lisse).

Artikel 8. Toerisme

De grondslag van het artikel in de modelverordening is artikel 3, derde lid, onder a van de Winkeltijdenwet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op basis van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders. Artikel 3, derde lid, aanhef en onder a van de wet luidt:

  • 3.

    De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde verboden of aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, in die verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op een daartoe strekkende aanvraag ontheffing van die verboden te verlenen ten behoeve van:

    • a.

      op de betrokken gemeente of een deel daarvan gericht toerisme, mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of ontheffing mogelijk worden gemaakt; (…....)

Door de recente wetswijziging is dit artikellid uit de Winkeltijdenwet aangescherpt in die zin dat er sprake moet zijn van substantieel toerisme in de gemeente en dat de raad dan wel het college bij zijn besluit nadrukkelijk de volgende belangen moet meewegen:

  • a.

    werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel,

  • b.

    de zondagsrust in de gemeente, en

  • c.

    de leefbaarheid, veiligheid en de openbare orde in de gemeente.

Verder bepaalt de wet dat bij de verordening een toelichting moet worden gevoegd waarin wordt gemotiveerd dat er sprake is van toeristische aantrekkingskracht van de gemeente of het gebied in kwestie. De toelichting moet verder expliciet de belangen beschrijven die bij de besluitvorming zijn betrokken, in elk geval die belangen die hiervoor onder a, b en c zijn genoemd.

In de Memorie van Toelichting wordt nog met nadruk op de volgende aspecten gewezen. Van belang is allereerst dat de bepaling alleen mag worden toegepast als er sprake is van toerisme van een substantiële omvang in de gemeente of een deel daarvan. Daarnaast moet het gemeentebestuur aangeven dat de aantrekkingskracht van de gemeente of het desbetreffende deel ervan geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of de bevoegdheid om ontheffing te verlenen mogelijk worden gemaakt. De toeristische aantrekkingskracht van de gemeente moet met andere woorden autonoom zijn. Verder is van belang dat de winkelopening moet dienen ter ondersteuning van het toerisme. De raad heeft bij dat alles een zekere beoordelingsvrijheid. (TK 2009-2009, 31728, nr. 3, pag. 4-5 en pag.11).

Er zijn twee alternatieven: de bevoegdheid tot het verlenen van vrijstelling in verband met toerisme blijft bij de raad zelf of de bevoegdheid wordt door de raad aan het college geattribueerd. In deze Verordening wordt die bevoegdheid geattribueerd aan het college. Dat ontslaat echter de raad niet van de verplichting een toelichting bij de verordening te voegen, waarin de belangen zijn beschreven die bij de besluitvorming zijn betrokken. Deze toelichting maakt als bijlage deel uit van de Toelichting op de Verordening.

Via een wijziging van artikel 10 van de Winkeltijdenwet zal na inwerkingtreding van de wetswijziging bezwaar en beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven openstaan tegen het verlenen van de vrijstelling bij de verordening.

Over de uitleg van het begrip “toerisme” overwoog de voorzieningenrechter CBB op 11 maart 2009 (stadsdeel Amsterdam-Noord, LJN: BH5474): “…….dat de woorden "toerisme" en "aantrekkingskracht voor dat toerisme" strikt dienen te worden geïnterpreteerd, aangezien bij een andere benadering het verbod tot zondagsopenstelling zoals vervat in artikel 2, eerste lid, van de Wet, feitelijk illusoir zou worden gemaakt. Dat betekent dat wanneer natuur- of stedeschoon, toeristische recreatiecentra en toeristische evenementen zich niet in betekenende mate onderscheiden van datgene wat ter zake bij vele andere gemeenten voorhanden is, deze omstandigheden op zichzelf noch tezamen de toeristische aantrekkingskracht kunnen vormen waarop artikel 3, derde lid, aanhef en onder a, van de Wet (….) het oog heeft, zulks omdat bij een andere interpretatie het uitzonderingskarakter van de desbetreffende bepaling teloor zou gaan. Het zal, zoals van regeringswege bij de behandeling van de Winkelsluitingswet 1976 en de Wet ook is aangegeven, moeten gaan om toeristische trekpleisters die, los van de gelegenheid tot winkelen, zelf in een in aanmerking te nemen mate ("publieksstroom"; memorie van toelichting bij de wijziging van de Winkelsluitingswet 1976, p.8) toeristen naar de desbetreffende gemeente of de(e)l(en) van de gemeente trekken. “

Artikel 10. Inwerkingtreding

Lid 1: In dit model is gekozen voor een vaste datum van inwerkingtreding. Dat is duidelijker en later makkelijker terug te vinden dan een afzonderlijk besluit van het college.

Lid 2: De in de afgelopen jaren verleende ontheffing voor openstelling van avondwinkels wordt door de intrekking van de verordening uit 1996 niet geraakt.

Artikel 11. Citeertitel

Om te voorkomen dat de nieuwe verordening dezelfde naam heeft als de voorganger – die via artikel 12 wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van deze nieuwe – wordt voorgesteld achter de gemeentenaam het jaartal van vaststelling te plaatsen.

Met dit gedeelte van de toelichting geeft de gemeenteraad gevolg aan de motiveringsplicht als bedoeld in artikel 3, lid 7 WTW. Deze motivering dient in elk geval twee onderdelen te bevatten. In de eerste plaats dient de raad te motiveren dat is voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 3, derde lid onder a. In de tweede plaatst dient de motivering van het besluit een grondig inzicht te geven in de belangenafweging die aan het besluit ten grondslag ligt.

Toepassingsvoorwaarden.

De raad heeft o.g.v. artikel 3, derde lid WTW de bevoegdheid om bij verordening vrijstelling te verlenen van het verbod om winkels op zon- en feestdagen geopend te hebben. Deze bevoegdheid is aan voorwaarden gebonden. Die voorwaarden zijn gesteld in artikel 3, derde lid onder a.

Er dient binnen de gemeente sprake te zijn van:

  • 1.

    Op de gemeente of een deel daarvan gericht toerisme met een substantiële omvang,

  • 2.

    Mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel mogelijk is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling mogelijk worden gemaakt, d.w.z. het toerisme dient autonoom te zijn.

De rechter kan het gebruik van deze bevoegdheid toetsen, al dient hij de beoordelingsvrijheid van de gemeenteraad te respecteren.

Autonoom toerisme met een substantiële omvang.

In Nuth is sprake van autonoom toerisme met een substantiële omvang. Nuth telt een aantal unieke toeristische trekpleisters c.q. voorzieningen op grond waarvan Nuth zich onderscheidt van andere gemeenten. De gemeente kent een groot aantal monumenten: kasteel Wijnandsrade, kasteel Reijmersbeek, Huize Nierhoven, Huize Niethuizen, Huize de Bockenhof. Verder zijn er veel typische Limburgse carréboerderijen, is er het beschermd dorpsgezicht Terstraten en kent de gemeente de watertoren van Schimmert, het monument Steenland en de Beltkorenmolen in Hunnecum.

Verder heeft Nuth een aantal maneges, waardoor de gemeente zich onderscheidt als paardengemeente. Er is een aantal grote evenementen zoals het jaarlijkse Cultuur- en Folklorefestival in kasteel Wijnandsrade (aantal bezoekers 5000), de Paardenmarkt Grijzegrubben (5000 bezoekers), wielertochten, Rondje Watertoren, kunstroutes, Kerststallentocht in Schimmert. Door de gemeente loopt het Pieterpad en het MDKL (1200 bezoekers in het eerste jaar). Daarnaast is er het Boerderijmuseum Schimmert dat per jaar ongeveer 3000 bezoekers ontvangt. Kwekerij Bastin in Aalbaak ontvangt op jaarbasis vele duizenden bezoekers.

De trekpleisters worden onder meer genoemd in de aan het einde van de bijlage vermelde links, waarbij de toeristische informatie staat beschreven over de diversen monumenten en trekpleisters uit de Gemeente Nuth.

Autonoom.

Het merendeel van deze toeristische trekpleisters maakt al sinds de tachtiger jaren van de vorige eeuw onderdeel uit van het maatschappelijke en economische leven van de gemeente en trekt sindsdien in toenemende mate toeristen. Daarmee staat vast dat deze autonomie aantrekkingskracht los staat van de in de gemeente op grond van de WTW verleende vrijstellingen (Albert Heijn Hulsberg sinds 2009, Jumbo Nuth en C1000 Schimmert sinds 2009).

Substantiële omvang.

Aantal inwoners gemeente: 15.500

Aantal toeristische overnachtingen: stijgend van 36.685 in 2006 naar 42.680 in 2010.

Inkomsten voor de gemeente uit het toerisme: (bron: ZKA Consultants & Planners))

4,88 miljoen onder te verdelen in;

1,97 miljoen verblijfstoerisme

2,91 miljoen dagtoerisme.

Arbeidsplaatsen toeristische sector:

direct (logies,- maaltijd- en drankverstrekking peil 2010) 285 arbeidsplaatsen.

Indirect (agro- en paardentoerisme, Inkomsten voor de gemeente uit het toerisme:

Bezoekers grote evenementen: > 15.000

De openstelling van winkels is nodig ten hoeve van het bezoek van toeristen aan de trekpleisters omdat toeristen behoefte hebben aan verse levensmiddelen en dagelijkse behoeften, zoals brood, vlees, primaire levensbehoeften.

Nu aan de toepassingsvoorwaarden van artikel 3, derde lid onder a WTW is voldaan, is de raad bevoegd van de toerismebepaling gebruik te maken. Deze is in artikel 8 van de verordening uitgewerkt.

Belangenafweging.

De raad dient de volgende belangen in de afweging te betrekken:

  • 1.

    Werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van de winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel;

  • 2.

    De zondagsrust;

  • 3.

    de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde in de Gemeente Nuth

Economische belangen.

Sedert 2004 is toerisme in Nuth een speerpunt van beleid en is sprake van toerisme met een substantiële omvang. De toeristisch-recreatieve sector speelt economisch een belangrijke rol.

In Nuth is duidelijk gekozen voor kleinschalige en extensieve vormen van recreatie en toerisme. Het agro- en paardentoerisme en de ontwikkeling van Bed & Breakfast groeit gestaag. De wandel- fiets- mountainbike en paardenroutes zijn een vertrouwd beeld in het buitengebied en de gemeente speelt een belangrijke regisserende rol bij de totstandkoming en uitvoering van evenementen met uitstraling.

Toerisme en recreatie leveren niet alleen bestedingen (en werkgelegenheid) op binnen toeristisch-recreatieve bedrijven maar ook in aanverwante sectoren / bedrijven.

De openstelling van winkels is nodig ten hoeve van het bezoek van toeristen aan de trekpleisters omdat toeristen behoefte hebben aan verse levensmiddelen en dagelijkse behoeften, zoals brood, vlees, primaire levensbehoeften etc.

Feitenkaart detailhandel Nuth (omvang - augustus 2011):

Kengetallen gemeente Nuth aanbod (basis gegevens Locatus) naar sector:

Aantal inwoners

15.725

Aanbod dagelijks

- m2 winkelvloeroppervlak (wvo)

- aantal winkels

- per 1000 inw.(m2)

- winkels per 1000 inw.

5.323

21

339

1,3

Aanbod niet dagelijks

- m2 wvo

- aantal winkels

- per 1000 inw.(m2)

- winkels per 1000 inw.

7.248

50

461

3,2

Leegstand

- m2 wvo

- aantal winkels

1.977

6

Kerngetallen aanbod (basis gegevens Locatus) naar branchegroep:

- dagelijkse artikelen

- mode & luxe

- vrij tijd

- in en om het huis

- overig

Totaal aanbod

5.323

882

405

5.615

346

12.571

Het belang van de sector voor Nuth blijkt uit het door de raad op 7 juni 2011 vastgesteld economisch beleidsplan gemeente Nuth 2011-2014, dat gebaseerd op de strategische visie Toerisme Parkstad Limburg. De missie van het toeristische beleid van Parkstad is: het genereren van aanvullende werkgelegenheid, het doen groeien van de bestedingen, het versterken van het imago van Parkstad Limburg en het verbeteren van de woonwerkomgeving. Aan de ontwikkeling is inmiddels een uitwerking gegeven met het opstellen van in totaal 19 clusters waar hoogwaardig, intensief vermaak, dan wel meer extensieve recreatie aan de orde is. De doelstelling van Nuth is het creëren van een extensief groengebied rondom Wijnandsrade met als icoon Kasteel Wijnandsrade.

Zondagsrust.

Ten aanzien van de zondagsrust kan gesteld worden dat er in de afgelopen jaren nooit problemen zijn geweest en dat de in de gemeente al jarenlang op zondag georganiseerde evenementen en festiviteiten nooit tot problemen aangaande zondagsrust hebben geleid.

Leefbaarheid openbare orde en veiligheid.

Aangaande de leefbaarheid, veiligheid en openbare orde overweegt de raad dat uit de Nota Integraal Veiligheidsbeleid Gemeente Nuth blijkt dat er geen problemen bestaan door de nu al bestaande openstelling van winkels op zon- en feestdagen.

Daarnaast zijn de volgende belangen in de afweging betrokken:

Horeca

Horeca in Nuth is wezenlijk voor de leefbaarheid en vitaliteit van de kernen en heeft in het verleden nooit tot problemen aangaande zondagsrust geleid.

Wegen van de belangen.

Het voorgaande afwegend komt de raad tot de conclusie dat er geen beletselen zijn om toepassing te geven aan de wettelijke bevoegdheid zoals in artikel 8 van de Verordening neergelegd.

Onderstaand de links, waarbij de toeristische informatie staat beschreven over de de diversen monumenten en trekpleisters uit de Gemeente Nuth.

http://www.erfgoednederland.nl/jaaroverzichten-mac/data-per-gemeente/nuth/item10208

http://www.vvvzuidlimburg.nl/ontdekken/plaats.aspx?id=80

http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_rijksmonumenten_in_Nuth_(gemeente)

http://www.kasteelwijnandsrade.nl/

http://www.freewebs.com/reijmersbeek/

http://nl.wikipedia.org/wiki/Huis_Nierhoven

http://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_De_Bockenhof

http://www.manege-blauwe-steen.nl/

http://nl.wikipedia.org/wiki/Watertoren_(Schimmert)

http://www.grijzegrubben.nl/

http://www.boerderijmuseumschimmert.nl/

http://nl.wikipedia.org/wiki/Schimmert

http://www.bastin.nl/

http://nl.wikipedia.org/wiki/Hunnecum

http://www.hulsberg.info/

http://nl.wikipedia.org/wiki/Hulsberg

http://nl.wikipedia.org/wiki/Vaesrade

http://www.st.martinus-vaesrade.nl/

http://nl.wikipedia.org/wiki/Wijnandsrade

http://www.festivalwijnandsrade.nl/

http://nl.wikipedia.org/wiki/Haasdal

http://nl.wikipedia.org/wiki/Arensgenhout

http://nl.wikipedia.org/wiki/Swier

http://nl.wikipedia.org/wiki/Aalbeek

http://nl.wikipedia.org/wiki/Oensel_(Limburg)

http://nl.wikipedia.org/wiki/Hommert_(Nederland)

http://nl.wikipedia.org/wiki/Nuth_(plaats)

http://www.arensgenhout.nl/

http://www.detentsjteit.nl/

http://www.fanfareschimmert.nl/

http://nl.wikipedia.org/wiki/Terstraten

http://nl.wikipedia.org/wiki/Hellebroek

http://nl.wikipedia.org/wiki/Brand_(Nuth)

http://nl.wikipedia.org/wiki/Grijzegrubben

http://nl.wikipedia.org/wiki/Leeuw_(Nuth)

http://nl.wikipedia.org/wiki/Reuken

http://nl.wikipedia.org/wiki/Tervoorst

http://nl.wikipedia.org/wiki/Nierhoven

http://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_Reijmersbeek