Regeling commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden Kempengemeenten 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m heden

Intitulé

Regeling commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden Kempengemeenten 2012

Regeling commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden Kempengemeenten 2012

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. ambtenaar: ambtenaar ingevolge artikel 1:1, lid 1, sub a CAR/UWO van de Samenwerking Kempengemeenten,

    respectievelijk de gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden. Voor de toepassing van

    dit artikel wordt eveneens als ambtenaar beschouwd hij die is aangesteld als buitengewoon ambtenaar van de 

    burgerlijke stand (babs) en vrijwilliger bij de gemeentelijke brandweer;

b. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

c. commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

d. Dagelijks Bestuur: Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten;

e. Algemeen Bestuur: Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten;

f. Kempengemeenten: de gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden;

 

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van het Dagelijks Bestuur of het college

op het gebied van personele aangelegenheden.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1 De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden, welke ieder afzonderlijk een verregaande expertise 

    hebben op het gebied van personele aangelegenheden. De expertise van de afzonderlijke leden draagt bij aan een zo 

    breed mogelijke samenstelling van de commissie in de zin van een werknemers- en werkgeversvertegenwoordiging.

  • 2 De voorzitter en de leden worden door het Dagelijks Bestuur benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3 Het Dagelijks Bestuur kan een aantal plaatsvervangende leden benoemen.

  • 4 De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 5 De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder 

    verantwoordelijkheid van het Algemeen of Dagelijks Bestuur dan wel van één van de bestuursorganen 

    van de Kempengemeenten.

Artikel 4 Secretaris

  • 1 De secretaris van de commissie is een door het Dagelijks Bestuur aangewezen ambtenaar.

  • 2 Het Dagelijks Bestuur wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1 De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van drie jaar. Het is mogelijk 

    twee keer herbenoemd te worden. Hun benoeming eindigt echter eerder, van rechtswege, zodra de werkzaam-

    heden van de commissie worden ondergebracht in een algemene regionale bezwaarschriftencommissie.

  • 2 De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk 

    mededeling aan het Dagelijks Bestuur.

  • 3 De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de 

    opvolging is voorzien.

Artikel 5a Hoogte vergoedingen

  • 1 De voorzitter en de leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van de vergadering een vergoeding 

    per vergadering c.q. dagdeel, gebaseerd op het vergoedingsbedrag voor commissieleden, categorie tussen 

    de 10.001 en 20.000 inwoners, zoals opgenomen in tabel IV behorend bij het Rechtspositiebesluit raads- en 

    commissieleden.

  • 2 De vergoeding als bedoeld in het eerste lid wordt voor de voorzitter vermenigvuldigd met de factor 3 en voor 

    de leden met de factor 2,5.

  • 3 De in het eerste en tweede lid bedoelde vergoedingen worden jaarlijks aangepast aan de hand van een door 

    de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties te bepalen indexcijfer.

  • 4 De voorzitter en de leden ontvangen een vergoeding op grond van de Regeling tegemoetkoming reiskosten woon-

    werkverkeer Kempengemeenten voor de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten op basis van de 

    kortste route.

  • 5 De vergoedingen worden per kwartaal uitbetaald.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1 Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2 Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7 Bemiddeling

De commissie kan onderzoeken of laten onderzoeken of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens de zaak in

behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening

uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

a. artikel 2:1, lid 2 (het verzoeken om een schriftelijke machtiging van een gemachtigde);

b. artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn voor herstel van verzuimen;

c. artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

d. artikel 7:6, lid 4 (het wegens gewichtige redenen niet op de hoogte stellen van het verhandelde buiten elkaars aanwezig-

    heid, indien belanghebbenden afzonderlijk zijn gehoord).

 

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1 De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2 De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen 

    en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf mach-

    tiging van het Dagelijks Bestuur nodig wanneer het een besluit betreft van het Dagelijks Bestuur en van het college van de 

    betreffende Kempengemeente wanneer het een besluit betreft van het college.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1 De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend 

    orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2 De voorzitter beslist over de toepassing van horen als bedoeld in artikel 7:3 Awb (wanneer kan van horen worden 

    afgezien).

  • 3 Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de 

    belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 11 Uitnodiging zitting

  • 1 De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2 Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van

    redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3 De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de be-

    langhebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4 De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen

    die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter,

of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien

daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

De zitting van de commissie is niet openbaar

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1 Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2 Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3 Indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord,

    maakt het verslag hiervan melding.

  • 4 Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden

    gehecht.

  • 5 Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1 Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt

    te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek

    houden.

  • 2 De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het

    verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3 De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week

    na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het

    beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4 Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze regeling die betrekking hebben op de hoorzitting,

    zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1 De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2 De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3 Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4 Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5 Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6 Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1 Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie

    ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaar-

    schrift dient te beslissen.

  • 2 Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, genoemd in artikel 7:10,

    lid 1 Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een be-

    slissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3 Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 19 Toezending afschrift beslissing

Het verwerend orgaan doet de commissie een afschrift toekomen van zijn beslissing op het bezwaarschrift.

Artikel 20 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks aan het Dagelijks Bestuur, de colleges, de ondernemingsraad van de Samenwerking

Kempengemeenten en de ondernemingraden van de Kempengemeenten verslag uit van haar werkzaamheden in

het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 21 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het Dagelijks Bestuur.

Artikel 22 Intrekking oude regeling

De Verordening commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden Kempengemeenten, welke met terug-

werkende kracht in werking is getreden per 20 december 2006, wordt ingetrokken.

Artikel 23 Overgangsbepaling

Bezwaarschriften die voor de datum van de inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend en waarover op

het moment van de inwerkingtreding van deze regeling nog niet is geadviseerd aan het verwerend orgaan,

worden afgehandeld overeenkomstig deze regeling.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 25 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Regeling commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden

Kempengemeenten 2012’.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 15 november 2011.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot,
de secretaris,                                          de burgemeester,