Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oirschot houdende regels omtrent de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting 2021)

Geldend van 24-11-2020 t/m 08-04-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oirschot houdende regels omtrent de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting 2021)

De raad der gemeente Oirschot;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 september 2020;

gegeven de agendering door het Presidium d.d. 6 oktober 2020;

besluit:

vast te stellen :

De verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2021

Artikel 1 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de Basis Registratie Personen van de gemeente.

  • 2. Degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in lid 1 brengt geen toeristenbelasting in rekening en draagt ook geen toeristenbelasting af ten aanzien van personen die ingeschreven zijn in de BPR van de gemeente Oirschot (eigen inwoners). Als onverhoopt wel toeristenbelasting in rekening is gebracht kan degene die (onterecht) betaald heeft de belasting terugvorderen bij de recreatiehouder. De gemeente Oirschot is hierin geen partij.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1 lid 1.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 lid 1.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 2A Registratieplicht

  • 1. De belastingplichtige als bedoeld in artikel 2 die opteert voor niet – forfaitaire heffing als bedoeld in artikel 5A is verplicht verblijfhebbenden te registreren in een nachtregister. Deze vastlegging kan plaatsvinden in een door de gemeente gratis beschikbaar gesteld register, dan wel in een door belastingplichtige zelf ontworpen nachtregister.

  • 2. Het nachtregister moet tegelijk met het aangiftebiljet worden ingediend bij de gemeente.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    Van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen.

  • 2.

    Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 , die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet , en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

  • 3.

    Van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd.

  • 4.

    Als deelnemer van een Scouting / Jong Nederland verblijft in het onderkomen van een van de Scoutinggroepen in de gemeente Oirschot

  • 5.

    Als deelnemer of begeleider in vakantiehuis De Sprinkhaan,

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

    • b.

      kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen geheel of nagenoeg geheel ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

    • c.

      vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar.

    • d.

      volgtijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen.

    • e.

      woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen.

    • f.

      particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf.

    • g.

      particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.

  • 2. Voor particulier verhuurde woningen en voor kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen kan het aantal overnachtingen forfaitair worden vastgesteld.

  • 3. Bij de forfaitaire berekening voor particulier verhuurde woningen wordt per woning het aantal overnachtende personen gesteld op het aantal slaapplaatsen. Het aantal malen dat wordt overnacht wordt bepaald op 60.

  • 4. Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen wordt per standplaats het aantal overnachtende personen gesteld op 3 personen. Het aantal malen dat wordt overnacht wordt bepaald op 60.

  • 5. Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op volgtijdige standplaatsen, wordt: per standplaats het aantal overnachtende personen gesteld op 3 personen. Het aantal malen dat wordt overnacht wordt bepaald op 60.

Artikel 5A Niet - forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 5 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen, als blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 5 berekende aantal (forfaitaire heffing). Ter onderbouwing van de aangifte zal aan belastingplichtige een verzoek worden gedaan om een door het college van burgemeester en wethouders geaccepteerd nachtregister te overleggen.

Artikel 6 Belastingtarief

  • 1. Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 2,00.

  • 2. Indien sprake is van verblijf in een groepsaccommodatie in een georganiseerd verband gezamenlijk en in eenzelfde periode door tien (10) of meer personen onder leiding c.q. begeleiding, waarbij het verblijf een educatief, religieus of sportief karakter heeft, bedraagt in afwijking van het tarief genoemd onder lid 1 het tarief per persoon per overnachting, voor personen beneden de leeftijd van 18 jaar € 1,60.

  • 3. Onder een groepsaccommodatie als bedoeld in lid 2 wordt verstaan : een verblijf dat bestemd is voor en gebruikt wordt als verblijf voor groepen personen waarbij het gemeenschappelijk gebruik van sanitaire voorzieningen, keuken, verblijfsruimten en slaapzalen centraal staat.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 10,-- worden niet opgelegd.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag betaald worden binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn;

  • 3. In afwijking van lid 1 is de belasting verschuldigd in acht gelijke termijnen als belastingplichtige de gemeente toestemming geeft voor automatische incasso. De eerste termijn is verschuldigd één maand na dagtekening van het aanslagbiljet, de daarop volgende termijnen steeds een maand later.

Artikel 10a Kwijtschelding

Voor de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Overgangsrecht

De 'Verordening toeristenbelasting 2020' van 17 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting 2021'.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Oirschot van 27 oktober 2020.

De gemeenteraad,

Han Struijs,

Griffier

Judith Keijzers - Verschelling

Voorzitter