Regeling vervallen per 18-09-2017

Gedragscoderegeling voor politiek ambtsdragers gemeente Oisterwijk 2012

Geldend van 05-04-2012 t/m 17-09-2017

Intitulé

Gedragscoderegeling voor politiek ambtsdragers gemeente Oisterwijk 2012

Gedragscoderegeling

Gedragscoderegeling gemeente Oisterwijk 2012 voor raadsleden, commissieleden en collegeleden

Deel I - Kernbegrippen integriteit van politiek ambtsdragers

Leden van de raad en raadcommissies en van het college van de gemeente Oisterwijk stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Integriteit van politiek ambtsdragers (raadsleden, collegeleden en benoemde commissieleden) houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt, wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan het presidium (voor raadsleden en commissieleden) cq het college (voor collegeleden) maar ook extern aan (organisaties van) burgers namens en voor wie de gekozen volksvertegenwoordigers en de benoemde bestuurders hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van politiek ambtsdragers in een breder perspectief:

Dienstbaarheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uitmaken.

Functionaliteit

Het handelen van een politiek ambtsdrager heeft een herkenbaar verband met de

functie die hij vervult in het bestuur.

Onafhankelijkheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de politiek ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid

Op een politiek ambtsdrager moet men kunnen vertrouwen. Die houdt zich aan zijn

afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt,

wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Zorgvuldigheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen. Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken.

Deel II - Gedragscode politiek ambtsdragers

1. Algemene bepalingen

  • 1.

    1 Deze gedragscode geldt voor de politiek ambtsdragers van de gemeenteraad en raadscommissies en het college van de gemeente Oisterwijk. Daar waar gesproken wordt over “hij” wordt m/v bedoeld.

  • 1.

    2 Onder het begrip “politiek ambtsdragers” wordt in de gemeente Oisterwijk verstaan: raadsleden, door de raad benoemde commissieleden en collegeleden. Onder het begrip “bestuurder” wordt verstaan: een lid van het college.

  • 1.

    3 In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het presidium van de raad cq in het college.

  • 1.

    4 De code is openbaar en voor iedereen makkelijk toegankelijk.

  • 1.

    5 Politiek ambtsdragers ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

  • 1.

    6 Een politiek ambtsdrager is aanspreekbaar op de naleving van deze code.

2. Belangenverstrengeling

  • 2.

    1 Een politiek ambtsdrager doet opgave van zijn (financiële) belangen.

  • 2.

    2 Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de politiek ambtsdrager

(de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.

    3 Een oud-politiek ambtsdrager verricht in het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn geen betaalde werkzaamheden voor de gemeente.

  • 2.

    4 Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een politiek ambtsdrager over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

  • 2.

    5 Een politiek ambtsdrager die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins

persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

2.6 Een politiek ambtsdrager neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn

onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

2.7 Een politiek ambtsdrager vervult geen nevenfuncties die een structureel risico

vormen voor een integere invulling van de politieke functie.

2.8 Een politiek ambtsdrager geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijn

nevenfuncties en q.q-nevenfuncties (= nevenfunctie die voortvloeit uit de hoofdfunctie) aan, voor welke organisatie de functies worden verricht, wat het tijdsbeslag is en of de functies bezoldigd zijn.

2.9 Een politiek ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie

(tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan). De inkomsten komen ten goede aan de kas van gemeente.

2.10 Een politiek ambtsdrager die op private en/of commerciële basis als adviseur ten behoeve van burgers of lokale organisaties optreedt, dient daarbij belangenverstrengeling en zelfs de schijn daarvan te vermijden, wanneer de gemeente op enigerlei wijze in die relatie betrokken is.

3. Omgangsvormen

  • 3.

    1 Een politiek ambtsdrager voert een integer debat waarbij als algemeen uitgangspunt wordt gehanteerd dat collega politiek ambtsdragers respectvol worden benaderd.

  • 3.

    2 De voorzitter van de vergaderingen van zowel de raad(scommissies) als college ziet er op toe dat de algemene uitgangspunten, verwoord onder Deel 1, richting collega’s en derden worden gehanteerd.

  • 3.

    3 Daar waar het geen vergadering betreft, worden politiek ambtsdragers geacht hierop toe te zien en spreken zij elkaar zonodig daarop aan.

4. Informatie

  • 4.

    1 Een politiek ambtsdrager gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat de computer cq tablet beveiligd is.

  • 4.

    2 Een politiek ambtsdrager houdt geen informatie achter. Voor een bestuurder geldt tevens artikel 169 van de Gemeentewet.

  • 4.

    3 Een politiek ambtsdrager verstrekt geen informatie die vertrouwelijk of geheim is aan derden.

  • 4.

    4 Een politiek ambtsdrager maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

  • 4.

    5 Een politiek ambtsdrager gaat verantwoord om met de elektronische email- en documentenbestanden van de gemeente en met de aan hem ter beschikking gestelde communicatie faciliteiten.

5. Geschenken, diensten en uitnodigingen

  • 5.

    1 Een politiek ambtsdrager accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

  • 5.

    2 Geschenken en giften die een politiek ambtsdrager uit hoofde van zijn functie

ontvangt, worden gemeld en geregistreerd.

5.3 Geschenken en giften die een politiek ambtsdrager uit hoofde van zijn functie

ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen, zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 50 of minder vertegenwoordigen, kunnen worden behouden.

5.4 Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is

gebeurd, meldt een politiek ambtsdrager dit aan het presidium cq college, waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

5.5 Aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoederen worden

niet geaccepteerd.

5.6 Een politiek ambtsdrager bespreekt in het bestuursorgaan waar hij deel van uit

maakt uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden.

6. Voorzieningen, bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen en

buitenlandse dienstreizen

6.1 Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan

kunnen worden aangetoond. Een politiek ambtsdrager is terughoudend bij het

in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek

bevinden.

  • 6.

    2 Een politiek ambtsdrager declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 6.

    3 In geval van twijfel over een declaratie of over het correct gebruik van een creditcard door een bestuurder wordt dit voorgelegd aan de burgemeester en zonodig ter besluitvorming aan het college.

  • 6.

    4 Een politiek ambtsdrager die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis (daaronder valt ook een reis naar de landen van het Koninkrijk en de Caraïben en de BES eilanden) te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het presidium cq het college. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 6.

    5 Een politiek ambtsdrager meldt het voornemen tot een buitenlandse dienstreis of een uitnodiging daartoe in het presidium cq college en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

  • 6.

    6 Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een politiek ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

  • 6.

    7 Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is weliswaar niet verboden maar wordt in het algemeen ontraden. In ieder geval wordt dit bij de besluitvorming betrokken.

  • 6.

    8 Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is slechts

beperkt toegestaan en moet betrokken worden bij de besluitvorming. De extra

reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de politiek ambtsdrager.

6.9 Het college kan bepalen dat bestuurders voor hun dienstreizen gebruik

maken van een dienstauto (met of zonder chauffeur) en dat van de dienstauto

gebruik kan worden gemaakt voor woon-werkverkeer of voor de uitoefening van

q.q.-nevenfuncties.

6.10 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan tenzij het betreft de bruikleen van een fax, mobiele telefoon, computer en tablet die mede voor privédoeleinden kunnen worden gebruikt.

Deze regeling vervangt de beide gedragscoderegelingen gemeente Oisterwijk 2003

voor raadsleden en college.

Deze regeling wordt aangehaald als Gedragscoderegeling gemeente Oisterwijk 2012 voor raadsleden, commissieleden en collegeleden.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de Gemeente Oisterwijk op 5

april 2012,

Nelleke van Wijk Hans Janssen

griffier voorzitter