Regeling vervallen per 09-07-2019

Winkeltijdenverordening Gemeente Oisterwijk 2012

Geldend van 04-01-2013 t/m 08-07-2019

Intitulé

Winkeltijdenverordening Gemeente Oisterwijk 2012

De raad van de gemeente Oisterwijk, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk d.d.

13 november 2012;

gelet op de Winkeltijdenwet, het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet en artikel 149 van de gemeentewet,

besluit vast te stellen de Winkeltijdenverordening gemeente Oisterwijk 2012, inclusief de toelichting.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • c.

    feestdag: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste kerstdag en tweede kerstdag;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    SBI 2008: Standaard Bedrijfsindeling 2008 van het Centraal Bureau voor de Statistiek en is bindend bij de bepaling van de bedrijfsactiviteit en/of hoofdproduct;

  • f.

    (Deel)gebieden:

    de gehele gemeente;

    bebouwde kom Oisterwijk (m.u.v. perifere detailhandel bedrijventerreinen);

    bebouwde kom Moergestel (m.u.v. perifere detailhandel bedrijventerreinen);

    perifere detailhandel bedrijventerreinen Oisterwijk;

    perifere detailhandel bedrijventerreinen Moergestel;

    het buitengebied van de gemeente Oisterwijk;

  • g.

    werkdagen: maandag tot en met zaterdag;

  • h.

    Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet: besluit van 21 maart 1996, Stb. 183, houdende verlening van enige vrijstellingen van de verboden van de Winkeltijdenwet.

Artikel 2 Beslistermijn

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen 8 weken.

  • 2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste 8 weken verdagen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

  • 1. Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen schriftelijke toestemming van het college.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffing doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder dit aanvraagt.

Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling

  • 1. De verboden, genoemd in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college aan te wijzen, zondagen en feestdagen per kalenderjaar.

  • 2. Deze bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

  • 3. De volgende dagen worden niet als koopzondag aangewezen: Nieuwjaarsdag, eerste Paasdag, eerste Pinksterdag en eerste Kerstdag.

  • 4. De winkelopenstelling op koopzondagen vindt uitsluitend plaats tussen 11.00 en 18.00 uur.

Artikel 6 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

Artikel 6 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

  • 1. Het college kan voor wat betreft zondagen en feestdagen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet genoemde verboden, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen;

    • c.

      tentoonstellingen in kunstateliers

  • 2. De ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen of beurzen.

  • 3. Er wordt geen ontheffing verleend op de volgende dagen: Nieuwjaarsdag, eerste Paasdag, 4 mei na 19.00 uur, eerste Pinksterdag, 24 december na 19.00 uur en eerste Kerstdag.

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

  • 5. Aan een ontheffing kunnen naast het al bepaalde in de verordening overige voorschriften of beperkingen worden verbonden.

Artikel 7 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c, van de wet.

  • 2. Er wordt geen ontheffing verleend op de volgende dagen: Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, 4 mei, 24 december en eerste Kerstdag.

  • 3. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

  • 4. Aan een ontheffing kunnen naast het al bepaalde in de verordening overige voorschriften of beperkingen worden verbonden.

Artikel 8 Toerisme

  • 1.

    De verboden, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de wet gelden, om reden van op de gemeente gericht toerisme, voor zover zij betrekking hebben op de zondagen en de feestdagen, niet voor de kunstgaleries en de levensmiddelenbranche met SBI-codes 2008:

    4711 Supermarkten en dergelijke winkels met een algemeen assortiment voeding- en genotmiddelen;

    4721 Winkels in aardappelen, groenten en fruit;

    47221 Winkels in vlees en vleeswaren;

    47222 Winkels in wild en gevogelte;

    4723 Winkels in vis;

    47241 Winkels in brood en banket;

    47242 Winkels in chocolade en suikerwerk;

    47291 Winkels in kaas;

    47292 Winkels in natuurvoeding en reformartikelen;

    47293 Winkels in buitenlandse voedingsmiddelen;

    47299 Gespecialiseerde winkels in overige voedings- en genotmiddelen niet elders genoemd.

    91022 Kunstgalerieën en -expositieruimten

  • 2.

    De SBI-codes 2008 worden in deze verordening als bindend beoordeeld bij bepaling van de bedrijfsactiviteit en/of bepaling hoofdproduct. Indien de SBI-codes 2008 worden gewijzigd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt deze gehanteerd.

  • 3.

    De algemene vrijstelling voor in het eerste lid van dit artikel genoemde winkels is niet van toepassing op de navolgende dagen: Nieuwjaarsdag, eerste Paasdag, eerste Pinksterdag en eerste Kerstdag.

  • 4.

    Het college kan per deelgebied bovenop de 12 reguliere koopzondagen als bedoeld in artikel 5 ontheffing verlenen van maximaal 14 zon- en/of feestdagen om reden van op de gemeente gericht toerisme, waarvoor de verboden, bedoeld in artikel 2 eerste lid van de wet niet van kracht zijn, voor zover zij betrekking hebben op de zondagen en de feestdagen.

  • 5.

    Een ontheffing als bedoeld in lid 4 kan worden verleend voor

    • a.

      de gehele gemeente;

    • b.

      Bebouwde Kom Oisterwijk (m.u.v. perifere detailhandel bedrijventerreinen);

    • c.

      Bebouwde Kom Moergestel (m.u.v. perifere detailhandel bedrijventerreinen);

    • d.

      Perifere Detailhandel bedrijventerreinen Oisterwijk;

    • e.

      Perifere Detailhandel bedrijventerreinen Moergestel;

    • f.

      het buitengebied van de gemeente Oisterwijk.

  • 6.

    Een ontheffing wordt niet verleend op de navolgende dagen: Nieuwjaarsdag, eerste Paasdag, eerste Pinksterdag en eerste Kerstdag.

  • 7.

    De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

  • 8.

    De winkelopenstelling op koopzondagen vindt uitsluitend plaats tussen 11.00 en 18.00 uur.

  • 9.

    Aan een ontheffing kunnen naast het al bepaalde in de verordening overige voorschriften of beperkingen worden verbonden.

Artikel 9 Overgangsbepaling en inwerkingtreding

  • 1. De ontheffingen die op grond van de oude verordening zijn verleend worden geacht ontheffingen te zijn op grond van de nieuwe verordening.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op de publicatie van de vaststelling van deze verordening.

  • 3. De Winkeltijdenverordening gemeente Oisterwijk 2009 wordt ingetrokken op het moment dat de Winkeltijdenverordening gemeente Oisterwijk 2012 in werking treedt.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Winkeltijdenverordening gemeente Oisterwijk 2012'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2012.
de voorzitter, de griffier,
Hans Janssen Nelleke van Wijk

Toelichting Winkeltijdenverordening gemeente Oisterwijk 2012 De toelichting bestaat uit twee delen. Het eerste deel van de toelichting (deel A) betreft de toelichting op de verordening, zoals deze door de raad van de gemeente Oisterwijk is vastgesteld. Deel B betreft een algemene toelichting op de regelingen op het gebied van winkeltijden. De Winkeltijdenwet, het vrijstellingenbesluit winkeltijden en de modelverordening winkeltijden van de VNG worden in dit deel besproken.

  • A.

    Artikelgewijze toelichting

    Artikel 1. Begripsbepalingen

    Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een winkel gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

    Voor de omschrijving van het begrip feestdag is aansluiting gezocht bij artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet. In de wet is geen definitie opgenomen van feestdag, maar worden de volgende dagen genoemd als dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn (naast de zondag): Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de modelverordening gedefinieerd als feestdag. Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdag in de modelverordening.

    Door in de verordening het begrip feestdag te definiëren, kan waar nodig worden volstaan met het woord “feestdag” of “feestdagen” en hoeven niet steeds alle dagen bij naam genoemd te worden. Koninginnedag en Bevrijdingsdag (5 mei) zijn, voor zover deze dagen niet op zondag vallen, in de wet niet aangemerkt als een dag waarop de winkels gesloten moeten zijn.

    Artikel 2. Beslistermijn

    Dit artikel geeft aan binnen welke termijn het college een besluit neemt en dat het college de mogelijkheid heeft om die termijn te verlengen.

    Artikel 3. Overdracht van de ontheffing

    De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de schriftelijke toestemming van het college. De ontheffing kan aan een (rechts)persoon worden verleend als het gaat om straatverkoop als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet. Als het om een winkel gaat, heeft de ontheffing naar zijn aard betrekking op het pand waarin het winkelbedrijf wordt uitgeoefend. Als het om een ontheffing voor straatverkoop gaat biedt de tussenkomst het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger. Als het gaat om overdracht van het winkelpand aan een ander rechthebbende, moet het college kunnen toetsen of de ontheffing in stand kan blijven of dat er eventueel andere voorschriften aan moeten worden verbonden. Er kan immers sprake zijn van een heel ander soort winkel dan voorheen.

    Artikel 4. Intrekken of wijzigen van de ontheffing

    Dit artikel geeft aan in welke gevallen het college de bevoegdheid heeft om een verleende ontheffing in te trekken of te wijzigen.

    Artikel 5. Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

    Dit artikel is een uitwerking van artikel 3, tweede lid, Winkeltijdenwet, dat de raad de mogelijkheid geeft de bevoegdheid die in het eerste lid aan de raad wordt gegeven, te delegeren aan het college. Dit is wel een beperkte delegatie: de raad zelf verleent vrijstelling, B&W bepalen wanneer die precies geldt door het aanwijzen van maximaal 12 koopzondagen per jaar. De eerste twee leden van artikel 3 Winkeltijdenwet luiden:

    • 1.

      De gemeenteraad kan voor ten hoogste twaalf door hem aan te wijzen dagen per kalenderjaar vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste of tweede Kerstdag. De beperking tot twaalf dagen per kalenderjaar geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

    • 2.

      De gemeenteraad kan, al dan niet onder het stellen van regels, de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid delegeren aan burgemeester en wethouders.

    Artikel 6. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

    Dit artikel steunt op artikel 4, tweede lid, Winkeltijdenwet. Artikel 4 luidt:

    • 1.

      Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling van de in artikel 2 vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste of tweede Kerstdag, verlenen op grond van plotseling opkomende bijzondere omstandigheden.

    • 2.

      Zij kunnen in door de gemeenteraad bij verordening aangewezen gevallen ontheffing verlenen van de in het eerste lid bedoelde verboden ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en ten behoeve van het uitstallen van goederen.

    • 3.

      De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

    Aangezien de Winkeltijdenwet in artikel 4, eerste lid een directe bevoegdheid verleent aan het college om vrijstelling te verlenen op grond van plotseling opkomende bijzondere omstandigheden hoeft deze mogelijkheid niet afzonderlijk te worden genoemd in de verordening. Wel worden hier op grond van het tweede lid van artikel 4 van de Winkeltijdenwet de gevallen aangewezen waarin ontheffing kan worden verleend ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard.

    Uit de bewoordingen van artikel 4, eerste lid, van de Winkeltijdenwet in relatie tot die van 3, vierde lid volgt dat deze ontheffing zowel op aanvraag als ambtshalve kan worden verleend.

    Kunstateliers en galeries

    Kunstateliers (atelier van een kunstenaar) en galeries zijn winkels, maar hebben in de Winkeltijdenwet een speciale status, die voortkomt uit de oude Winkelsluitingswet en het daarop berustende Besluit gemeentelijke ontheffingen Winkelsluitingswet. In artikel 4 van dat landelijk geldende besluit was een afzonderlijke regeling opgenomen voor kunstateliers en galeries. Deze bepaling hield in dat burgemeester en wethouders ontheffing konden verlenen ten behoeve van het uitstallen van niet fabrieksmatig vervaardigde kunstvoorwerpen door of voor rekening van de vervaardiger daarvan, voor de zon- en feestdagen en de sluitingsuren op werkdagen. Bij het opstellen van de Winkeltijdenwet in 1996 is deze ontheffingsmogelijkheid niet meer expliciet overgenomen in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Daar kwamen direct veel vragen over. In overleg met het ministerie van Economische Zaken zijn de kunstateliers en de galeries in artikel 7, tweede lid, van de toenmalige en nu het eerste lid van de huidige modelverordening Winkeltijdenwet opgenomen. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de wet, zoals uitgewerkt in artikel 6, eerste lid van de modelverordening, kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen voor de zon- en feestdagen voor bijzondere situaties. De wet laat hierin de gemeenten beleidsvrijheid. Met gebruikmaking van deze beleidsvrijheid kan de ontheffing verleend worden voor tentoonstellingen in kunstateliers en galeries. De achtergrond van deze bijzondere status voor kunstateliers en galeries is dat de mogelijkheden voor kunstenaars aan hun werk bekendheid te geven door middel van (verkoop)tentoonstellingen niet te zeer aan banden gelegd mag worden. Bovendien spelen concurrentieoverwegingen hier nauwelijks een rol, gezien het individuele karakter van de betrokken voorwerpen.

    In artikel 6, eerste lid onder c van de verordening worden alleen tentoonstellingen in kunstateliers genoemd. Er is voor gekozen galeries de ruimte te geven elke zondag open te zijn. Vandaar dat deze niet meer in dit artikel voorkomen maar zijn verplaatst naar artikel 8.

    Jurisprudentie

    Onder bijzondere omstandigheden van tijdelijke aard kunnen feestelijkheden worden verstaan. In een uitspraak van 28 oktober 2008, LJN: BG2147 (Amsterdam Noord), heeft het CBB het begrip “feestelijkheden” ingevuld. Het ging in deze zaak onder meer om de vraag of allerlei buitenlandse en nogal buitenissige feestdagen zoals de Chinese dag van het kind, de Amerikaanse "doe vriendelijk dag" en dergelijke konden worden aangemerkt als "feestelijkheden" zoals bedoeld in de Winkeltijdenverordening van het desbetreffende stadsdeel. Uit de uitspraak blijkt "….dat het moet gaan om feestelijkheden die bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard zijn. Bij het hanteren van het begrip "bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard" moet er een verband kunnen worden aangewezen met een gebeurtenis dan wel met het beleven of uiten van opvattingen of gevoelens, waaraan blijkens een breed gedragen mening van de bevolking of een bevolkingsgroep op landelijk dan wel op lokaal niveau, een feestelijke, gedenkwaardige betekenis moet worden gehecht."

    In een uitspraak van 18 december 2009 bepaalde de voorzieningenrechter dat het verlenen van ontheffing om op zondag 20 december open te zijn in verband met het plaatsvinden van een feestelijkheid (de laatste zondag voor Kerstmis), niet mogelijk was. In deze mondelinge uitspraak overwoog de rechter: “Er is echter niet gebleken welke feestelijkheid op die dag plaats zal vinden en tevens niet of de genoemde feestelijke activiteiten ten tijde van het verlenen van de ontheffing reeds gepland waren. Doordat de ontheffing is verleend aan alle winkeliers in de gemeente Lisse, komt de ontheffing eigenlijk overeen met het aanwijzen van een extra algemene koopzondag. De voorzieningenrechter merkt daarbij op dat de gemeenteraad de mogelijkheid heeft om burgemeester en wethouders de bevoegdheid te geven twaalf koopzondagen aan te wijzen. De gemeenteraad heeft deze bevoegdheid echter beperkt tot zes zon- en feestdagen, van welke bevoegdheid ook gebruik is gemaakt. Door het aanwijzen van deze extra koopzondag, hebben burgemeester en wethouders in strijd met de verordening gehandeld.” (LJN BK 7097, Lisse).

    Artikel 7. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

    Dit artikel steunt op artikel 7, tweede lid, van de Winkeltijdenwet. Artikel 7 luidt:

    • 1.

      De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.

    • 2.

      De gemeenteraad kan bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om, met inachtneming van de in die verordening te stellen regels, vrijstelling en op een daartoe strekkende aanvraag ontheffing van de in het eerste lid bedoelde verboden te verlenen.

    • 3.

      De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

    Het verbod van artikel 2 van de wet voor de werkdagen staat in het eerste lid, onder c en houdt in dat de winkels niet tussen 22 en 6 uur open mogen zijn. Hetzelfde geldt voor straatverkoop (art 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet). Er kunnen dus gebieden worden aangewezen waar de winkels door de week wel tussen 22 en 6 uur open mogen zijn en waar straatverkoop mag plaatsvinden. Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid gebieden of vormen van detailhandel aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. De gemeenteraad kan dit rechtstreeks in de verordening doen. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing worden verleend.

    De modelverordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving, de veiligheid en de openbare orde.

    De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend. Aan de ontheffing kan bijvoorbeeld de beperking worden verbonden dat er na een bepaald tijdstip geen alcoholhoudende drank mag worden verkocht (CBB 18-03-2009, AWB 08/802 S2, Zaanstad) .

    In het Vrijstellingenbesluit is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon- en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen 22.00 en 06.00 uur op werkdagen wordt door de verordening geregeld.

    Artikel 8. Toerisme

    Algemeen

    De grondslag van het artikel in de modelverordening is artikel 3, derde lid, onder a van de Winkeltijdenwet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op basis van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders. Artikel 3, derde lid, aanhef en onder a van de wet luidt:

    De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde verboden of aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, in die verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op een daartoe strekkende aanvraag ontheffing van die verboden te verlenen ten behoeve van:

    a.op de betrokken gemeente of een deel daarvan gericht toerisme, mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of ontheffing mogelijk worden gemaakt; (…....)

    Door het wetsvoorstel 31728 wordt dit artikellid uit de Winkeltijdenwet aangescherpt in die zin dat er sprake moet zijn van substantieel toerisme in de gemeente en dat de raad dan wel het college bij zijn besluit nadrukkelijk de volgende belangen moet meewegen:

    • a.

      werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel,

    • b.

      de zondagsrust in de gemeente, en

    • c.

      de leefbaarheid, veiligheid en de openbare orde in de gemeente.

    Verder bepaalt het wetsvoorstel dat bij de verordening een toelichting moet worden gevoegd waarin wordt gemotiveerd dat er sprake is van toeristische aantrekkingskracht van de gemeente of het gebied in kwestie. De toelichting moet verder expliciet de belangen beschrijven die bij de besluitvorming zijn betrokken, in elk geval die belangen die hiervoor onder a, b en c zijn genoemd.

    In de Memorie van Toelichting wordt nog met nadruk op de volgende aspecten gewezen. Van belang is allereerst dat de bepaling alleen mag worden toegepast als er sprake is van toerisme van een substantiële omvang in de gemeente of een deel daarvan. Daarnaast moet het gemeentebestuur aangeven dat de aantrekkingskracht van de gemeente of het desbetreffende deel ervan geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of de bevoegdheid om ontheffing te verlenen mogelijk worden gemaakt. De toeristische aantrekkingskracht van de gemeente moet met andere woorden autonoom zijn. Verder is van belang dat de winkelopening moet dienen ter ondersteuning van het toerisme. De raad heeft bij dat alles een zekere beoordelingsvrijheid. (TK 2009-2009, 31728, nr. 3, pag. 4-5 en pag.11).

    Over de uitleg van het begrip “toerisme” overwoog de voorzieningenrechter CBB op 11 maart 2009 (stadsdeel Amsterdam-Noord, LJN: BH5474): “…….dat de woorden "toerisme" en "aantrekkingskracht voor dat toerisme" strikt dienen te worden geïnterpreteerd, aangezien bij een andere benadering het verbod tot zondagsopenstelling zoals vervat in artikel 2, eerste lid, van de Wet, feitelijk illusoir zou worden gemaakt. Dat betekent dat wanneer natuur- of stedeschoon, toeristische recreatiecentra en toeristische evenementen zich niet in betekenende mate onderscheiden van datgene wat ter zake bij vele andere gemeenten voorhanden is, deze omstandigheden op zichzelf noch tezamen de toeristische aantrekkingskracht kunnen vormen waarop artikel 3, derde lid, aanhef en onder a, van de Wet (….) het oog heeft, zulks omdat bij een andere interpretatie het uitzonderingskarakter van de desbetreffende bepaling teloor zou gaan. Het zal, zoals van regeringswege bij de behandeling van de Winkelsluitingswet 1976 en de Wet ook is aangegeven, moeten gaan om toeristische trekpleisters die, los van de gelegenheid tot winkelen, zelf in een in aanmerking te nemen mate ("publieksstroom"; memorie van toelichting bij de wijziging van de Winkelsluitingswet 1976, p.8) toeristen naar de desbetreffende gemeente of de(e)l(en) van

    de gemeente trekken. “

    Inhoud artikel 8

    In artikel 8 van de winkeltijdenverordening is geregeld dat de levensmiddelenbranche en de galeries elke zondag open mogen zijn van 11.00 – 18.00 uur.

    Voor de overige detailhandel zijn er naast de twaalf zondagen uit artikel 5 van de verordening ook nog maximaal 14 zondagen beschikbaar. Het totaal komt hiermee op 26 per jaar.

    Er is geen verschil gemaakt tussen de deelgebieden in de gemeente.

    Motivering bij artikel 8

    Met deze toelichting bij het toerismeartikel uit de Winkeltijdenverordening wordt gevolg gegeven aan de motiveringsplicht als bedoeld in artikel 3 lid 7 van de Winkeltijdenwet (Wtw).

    De motivering dient in ieder geval twee onderdelen te bevatten.

    In de eerste plaats moet gemotiveerd worden dat is voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 3, derde lid onder a.

    In de tweede plaats dient de motivering een inzicht te geven in de belangenafweging die aan het besluit ten grondslag ligt (artikel 3, lid 6).

    De hierna gegeven motivering voldoet aan deze wettelijke eisen.

    1.Artikel 3 lid 3, onder a van de Winkeltijdenwet

    De raad heeft op grond van artikel 3 lid 3 Wtw de bevoegdheid om bij verordening als onderhavige vrijstelling te verlenen van het verbod om winkels op zon- en feestdagen geopend te hebben. Deze bevoegdheid is aan voorwaarden gebonden. Deze voorwaarden zijn gesteld in artikel 3 lid 3 onder a van de Wtv.

    Er dient binnen de gemeente sprake te zijn van op de gemeente of een deel daarvan gericht toerisme met een substantiële omvang, mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling mogelijk worden gemaakt (het toerisme dient autonoom te zijn).

    De vaststelling of aan deze voorwaarden is voldaan, vergt een beoordeling van alle feiten en omstandigheden van het geval, die nauw verweven is met de specifieke situatie van de gemeente. De raad heeft daarom een zekere beoordelingsvrijheid, die de rechter bij zijn toetsing behoort te respecteren.

    De hiernavolgende redenen voldoen aan deze toepassingsvoorwaarden.

    Autonoom toerisme met een substantiële omvang.

    In de gemeente is sprake van autonoom toerisme met een substantiële omvang. In onze gemeente zijn namelijk een aantal toeristische trekpleisters c.q. voorzieningen aanwezig, op grond waarvan de gemeente zich onderscheidt van andere gemeenten, zoals o.a. de Oisterwijkse bossen en vennen, het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten, Piet Plezier, Staalbergven, Centrum van Oisterwijk, Kanoboerderij De Reusel, Kerkhovense Molen en de vele recreatieve fiets-, wandel- en ruiterpaden. Daarnaast zijn er aansprekende evenementen met bovenlokale aantrekkingskracht zoals, Oisterwijk Sculptuur, Oisterwijk Swingt, Modedag en Oisterwijk on Ice, Moergestel Fietsdorp en de Reuzendag

    a.Autonoom toerisme

    De toeristische trekpleisters maken al decennia onderdeel uit van de gemeente en trekken jaarlijks vele toeristen nog voordat er sprake was van koopzondagen. Er is sprake van ongeveer 400.000 overnachtingen per jaar en minstens 1 miljoen dagrecreanten. Oisterwijk had dus al een autonome aantrekkingskracht op toeristen nog voordat de wetgeving de zondagopenstelling mogelijk maakte.

    b.Substantiële omvang

    Bij een omvang van 400.000 overnachtingen en ongeveer 1 miljoen dagrecreanten is er sprake van substantiële omvang van toerisme. De bestedingen zijn, gebaseerd op cijfers uit 2009, totaal € 26.420.000,-- per jaar.

    2.Artikel 3 lid 6 van de Winkeltijdenwet

    De wet bepaalt dat de raad in ieder geval de volgende belangen dient te betrekken bij de besluitvorming:

    • a.

      werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel;

    • b.

      de zondagsrust in de gemeente;

    • c.

      de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde in de gemeente.

    In het rapport “Midden-Brabant, Toegevoegde waarde zondagopenstelling” van BRO (2011), dat in opdracht van Leisure Boulevard is opgesteld, is een uitgebreide analyse te vinden van het toeristisch profiel van de regio Midden-Brabant.

    Winkelen is, door het laagdrempelige karakter, een belangrijke vrijetijdsactiviteit.

    Bovendien is het bij uitstek een “winterharde” activiteit, die de beoogde seizoensverbreding en korte termijn vakantiemarkt in Midden-Brabant een forse impuls kan geven. Gebiedsbrede zondagopenstelling kan de aantrekkelijkheid van het gebied vergroten.

    In het rapport wordt de conclusie getrokken dat de winkels in het centrum van Oisterwijk, samen met andere functies, een belangrijke trekker van bovenregionale betekenis vormen en wordt een aanbeveling gedaan te komen tot een verruiming van het aantal koopzondagen.

    Ad a. Werkgelegenheid en economische bedrijvigheid

    In de gemeente zijn 160 bedrijven actief binnen de sector recreatie en toerisme. Binnen deze sector werken ongeveer 1050 personen waarvan 52% met een full-time arbeidsplaats. De sector is goed voor 10% van de werkgelegenheid in de gemeente.

    Binnen de detailhandel zijn 313 bedrijven met een werkgelegenheid van 1.600 personen. Deze sector is goed voor 15 % van de werkgelegenheid.

    34% van de uitgaven op zondag kunnen worden bestempeld als extra uitgaven. Deze bestedingen zouden anders in andere sectoren terecht zijn gekomen.

    Uit de inspraak is niet naar voren gekomen dat de belangen van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel worden geschaad. Personeel zal mogelijk vaker gevraagd worden om op zondag te werken. Door andere wetgeving kunnen werknemers niet gedwongen worden om op zondag te werken.

    Ad b. De zondagsrust in de gemeente

    De zondagsrust wordt gewaarborgd door de Zondagswet. Op grond daarvan mag de kerkgang tussen 10.00 tot 13.00 uur niet worden verstoord. Het bepaalde in artikel 8 maakt geen (onaanvaardbare inbreuk op de zondagsrust. De belangen van de zondagsrust worden voldoende gewaarborgd.

    Ad c. De leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde in de gemeente.

    Het is niet waarschijnlijk dat deze belangen op ontoelaatbare wijze zullen worden beïnvloed door het verruimen van het aantal koopzondagen. In het algemeen zorgt winkelend publiek niet of nauwelijks voor overlast of verstoring van de openbare orde.

    Artikel 9. Overgangsbepaling en inwerkingtreding

    De wet kent geen overgangsbepaling. Aangezien de regeling op grond van de Winkelsluitingswet en Winkeltijdenwet voor toerisme niet veranderd is, is een overgangsbepaling opgenomen in de verordening.

    Hierin is geregeld dat de ontheffingen die op grond van de oude verordening zijn verleend geacht worden ontheffingen te zijn op grond van de nieuwe verordening. Betrokkenen hoeven dan geen nieuwe ontheffing aan te vragen en de gemeente kent minder bestuurslasten en ontheffingen. Het tijdstip van in werking treden van de verordening zal om de bestaande ontheffingen en vrijstellingen te kunnen laten doorlopen moeten worden gekoppeld aan het tijdstip van intrekken van de oude verordening.

    Artikel 10. Citeertitel

    Om te voorkomen dat de nieuwe verordening dezelfde naam heeft als de voorganger – die via artikel 12 wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van deze nieuwe – wordt achter de gemeentenaam het jaartal van de vaststelling opgenomen.

  • B.

    ALGEMENE TOELICHTING

De Winkeltijdenwet

Op 1 juni 1996 is de Winkeltijdenwet tezamen met het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet in werking getreden. Deze wet stelt ruimere regels voor de openingstijden van winkels dan zijn voorganger, de Winkelsluitingswet 1976.

De tekst van de Winkeltijdenwet en het bijbehorende Vrijstellingenbesluit zijn gepubliceerd in het Staatsblad van 28 maart 1996, onder nummer 182 en 183. Op dit moment is een wijziging van de Winkeltijdenwet bij de Eerste Kamer in behandeling (EK 2009-2010; 31728). Deze wijziging heeft tot doel een inkadering te geven van de bevoegdheid om toeristische gebieden aan te wijzen, waar de winkels op alle zon- en feestdagen open mogen zijn. Het gaat om een aantal extra eisen aan de besluitvorming en een aanscherping van de bevoegdheid op grond van artikel 3, derde lid, onder a, van de wet. Verder worden door deze wetswijziging de vrijstellingen die de raad op basis van dit artikel bij verordening kan geven, vatbaar voor bezwaar en beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Uitgangspunten Winkeltijdenwet

In concreto komen deze uitgangspunten neer op het volgende.

  • 1.

    Op maandag t/m zaterdag, de werkdagen, is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00 en 22.00 uur. Gemeenten mogen tijdens deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels.

  • 2.

    Aan het aantal openingsuren per winkel per week is geen maximum verbonden.

  • 3.

    Tijdens de nachturen van 22.00 tot 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Gemeenten kunnen echter vrijstellingen of ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op Goede Vrijdag, Kerstavond (24 december) en. Dodenherdenking (4 mei) moeten de winkels vanaf 19.00 uur dicht zijn.

  • 4.

    Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling of ontheffing van deze verplichte sluiting verlenen. De Winkeltijdenwet merkt in dit verband als feestdagen aan: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag.

  • 5.

    Winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk levensmiddelen worden verkocht (in de praktijk gaat het vaak om supermarkten) kunnen ontheffing krijgen om op zon- en feestdagen vanaf 16.00 uur open te zijn. Ze moeten dan wel op alle zon- en feestdagen voor 16.00 uur dicht zijn, ook als die als koopzondag zijn aangewezen. Belangrijk is ook dat er in een gemeente maar één ontheffing per 15.000 inwoners mag worden verleend.

  • 6.

    De raden kunnen bij verordening vrijstelling verlenen van de verplichte winkelsluiting op zon- en feestdagen in verband met op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom toerisme. Zoals hiervoor vermeld wordt deze bevoegdheid door het wetsvoorstel 31728 nader ingekaderd.

De Winkeltijdenwet is niet alleen van toepassing op winkels: het is op de in artikel 2, eerste lid, van de wet bedoelde dagen en tijden ook verboden om in de uitoefening van een bedrijf (anders dan in een winkel) goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan particulieren. Dit volgt uit artikel 2, tweede lid.

Gemeentelijke bevoegdheden

Als algemene regel geldt dat op zon- en feestdagen de winkels gesloten zijn. Hierop bestaat een aantal uitzonderingen in de vorm van vrijstellings- en ontheffingsmogelijkheden. Hiermee kan het gemeentebestuur ook buiten de wettelijk geregelde sluitingstijden winkelopening toestaan. Deze bevoegdheden kunnen worden ingedeeld in de volgende vier categorieën.

1.Bevoegdheden op werkdagen

De gemeentelijke bevoegdheden op werkdagen behelzen feitelijk de mogelijkheid om ook na 22.00 uur winkelopening toe te staan (art. 7 van de Winkeltijdenwet). De winkeltijdenverordening moet in een grondslag voorzien om de detailhandelsactiviteiten mogelijk te maken die na 22.00 uur op werkdagen plaatsvinden. Dat is gebeurd in artikel 9 van de modelverordening.

2.Bevoegdheden op zon- en feestdagen en 19-uurdagen

De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, eerste lid, Winkeltijdenwet de bevoegdheid om per kalenderjaar maximaal twaalf zondagen of feestdagen als koopzondag aan te wijzen. Deze bevoegdheid geldt per deel van de gemeente afzonderlijk en kan worden overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders. Ook kan de raad het college van burgemeester en wethouders een ontheffingsbevoegdheid toekennen.

Artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, Winkeltijdenwet bepaalt dat de winkels op zondag gesloten moeten zijn. In het eerste lid, onder b, wordt een aantal andere dagen genoemd waarop de winkels gesloten moeten zijn, namelijk Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de modelverordening gedefinieerd als feestdagen. Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid onder b, van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdagen. In deze toelichting worden ze verder aangeduid als “19-uurdagen”.

Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag zijn ook in artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet gedefinieerd als feestdagen.

Artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet noemt als dagen die als koopzondag kunnen worden aangewezen naast de zondagen alleen de hiervoor vermelde feestdagen Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Daaruit volgt dat de 19uurdagen niet als koopzondag kunnen worden aangewezen indien zij op een zondag vallen.

3.Bevoegdheden voor specifieke situaties

De gemeente heeft de bevoegdheid om bij verordening een vrijstelling te verlenen van het verbod om op zon- en feestdagen open te zijn vanwege op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom toerisme (artikel 3, derde lid, onder a). Deze vrijstelling kan worden verleend voor de gehele gemeente of een deel daarvan. Hierbij geldt de wettelijke voorwaarde dat de lokale aantrekkingskracht voor toeristen niet wordt bepaald door de (vrijgestelde) winkelopening. Deze bevoegdheid is uitgewerkt in artikel 10 van de modelverordening.

Zoals in de inleiding vermeld is een wetsvoorstel bij de Eerste Kamer in behandeling waardoor deze bepaling verder wordt ingekaderd. Zie voor meer informatie en jurisprudentie de artikelgewijze toelichting bij artikel 10 van deze modelverordening.

De wet voorziet in artikel 3, vierde lid, in een bevoegdheid van de gemeenteraad om in een verordening een bevoegdheid aan het college van burgemeester en wethouders toe te kennen om aan winkels die uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren verkopen een ontheffing te verlenen voor opening op zon- en feestdagen vanaf 16.00 uur. Per 15.000 inwoners van de gemeente mag slechts één winkel worden aangewezen. In gemeenten met minder dan 15.000 inwoners mag aan één winkel een dergelijke ontheffing worden verleend. Deze bepaling komt in plaats van de avondwinkelbepaling in de Winkelsluitingswet 1976. Net als onder de Winkelsluitingswet 1976 moeten deze winkels zich uitsluitend of hoofdzakelijk richten op de verkoop van eet- en drinkwaren, met uitzondering van sterke drank in de zin van artikel 1 van de Drank en Horecawet. Het gaat in de praktijk vaak om supermarkten. Doordat artikel 3, vierde lid van de Winkeltijdenwet verwijst naar artikel 2, tweede lid onder a en b, kan een dergelijke supermarkt dus op zondagen, feestdagen en op 19uur dagen geopend zijn. Zie verder de toelichting bij artikel 6 van deze verordening.

Winkels die een ontheffing op grond van artikel 3, vierde lid, hebben mogen op werkdagen ook op de reguliere winkeltijden, dus tussen 06.00 uur en 22.00 uur, onbeperkt geopend zijn. Daarnaast kan nog vrijstelling of ontheffing worden verleend voor de uren tussen 22.00 uur en 06.00 uur (artikel 7 Winkeltijdenwet). De betrokken winkels moeten echter wel op alle zon- en feestdagen gesloten zijn tot 16.00 uur. Dit geldt dus ook voor die zon- en feestdagen die als koopzondag zijn aangewezen.

Daarnaast heeft de gemeente de mogelijkheid om voor grensoverschrijdend verkeer een vrijstelling te verlenen aan winkels in de nabijheid van grensovergangen langs daarop aansluitende doorgaande wegen.

Het college heeft op grond van artikel 4, eerste lid, van de wet de bevoegdheid om bij plotseling opkomende bijzondere omstandigheden een vrijstelling van de verplichte winkelsluiting te verlenen. Daarnaast kan de raad het college in bij de verordening aangewezen gevallen de bevoegdheid toe kennen op verzoek een ontheffing verlenen bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en voor het uitstallen van goederen. Zie daarover ook de toelichting bij artikel 7.

Het college kan op grond van artikel 6 van de Winkeltijdenwet op verzoek een ontheffing verlenen voor de openstelling van de winkel op zondag aan winkeliers die tot een kerkgenootschap behoren dat de wekelijkse religieuze rustdag op een andere dag dan de zondag houdt. Deze winkeliers moeten dan wel op hun eigen religieuze rustdag hun winkel gesloten houden

4.Algemeen

Alle op grond van de wet en de verordening te verlenen vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend; ook kunnen er voorschriften aan worden gebonden. Aan de ontheffingen op grond van artikel 3, vierde lid, en op grond van artikel 7 van de Winkeltijdenwet (avondopenstelling op zondag respectievelijk op werkdagen) kan bijvoorbeeld de beperking worden verbonden dat er na een bepaald tijdstip geen alcoholhoudende drank mag worden verkocht (CBB 18-03-2009, AWB 08/802 S2, Zaanstad)

Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

In het Vrijstellingenbesluit worden aan enkele vormen van detailhandel landelijke vrijstellingen verleend van de openingsverboden uit de Winkeltijdenwet. Hierbij worden landelijke vrijstellingen voor de gehele week en landelijke vrijstellingen voor de zondagen en de feestdagen onderscheiden. Voor de detailhandelsactiviteiten van de laatste categorie kunnen voor de werkdagen op lokaal niveau vrijstellingen en ontheffingen worden verleend. De twee categorieën zijn hieronder nader uitgewerkt.

Aan dit onderscheid ligt de keuze ten grondslag om het zwaartepunt bij de mogelijkheid voor het verlenen van vrijstellingen bij de gemeenten te leggen. Voor een beperkt aantal detailhandelsactiviteiten wordt de vrijstelling gedurende de gehele week echter van zo groot landelijk belang geacht, dat hiervoor landelijke vrijstellingen zijn opgenomen. Het gaat om de detailhandel in instellingen voor de volksgezondheid, verkeer en vervoer en de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften. Omdat de bevoegdheid van gemeenten om detailhandel op zon- en feestdagen toe te staan beperkt blijft tot twaalf dagen per jaar, geeft het besluit ook landelijke vrijstellingen voor enkele soorten detailhandel die van oudsher op zon- en feestdagen plaatsvindt. Het gaat deels om winkels die gewoonlijk ook op werkdagen na 22.00 uur geopend zijn. Om de openstelling van deze winkels dan mogelijk te maken, kan in de verordening een vrijstelling of mogelijkheid voor het verlenen van een ontheffing worden opgenomen.

1.Vrijstellingen voor zon- en feestdagen en werkdagen

De vrijstellingen die voor de hele week gelden zijn alleen van toepassing op:

  • a.

    Instellingen van volksgezondheid (apotheken en winkels in en op het terrein van ziekenhuizen en verpleeghuizen). Het college krijgt daarbij de bevoegdheid om op verzoek een ontheffing te verlenen voor verkooppunten van uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten, op ten hoogste 250 meter afstand van de publieksingang van een ziekenhuis of verpleeghuis. Deze ontheffing mag gelden vanaf een half uur voor de aanvang van de bezoektijden tot het einde daarvan.

  • b.

    Instellingen van verkeer en vervoer (winkels in NS-stationsgebouwen, luchtvaartterreinen voor intercontinentaal verkeer, shops in benzinestations en wegrestaurants en verkoop ten behoeve van de beroepsscheepvaart). Het college krijgt daarbij de bevoegdheid op verzoek een ontheffing te verlenen aan winkels gericht op reizigers in een gebouw voor een knooppunt van openbaar vervoer of voor het verkopen van bloemen en planten op een afstand van ten hoogste 100 meter daarvan.

  • c.

    Instellingen voor de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften.

  • 2.

    Vrijstellingen uitsluitend voor zon- en feestdagen

Vrijstellingen voor uitsluitend de zon- en feestdagen worden in dit besluit verleend voor:

  • a.

    Bepaalde winkels (musea; winkels waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, via een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband worden verkocht; videotheken, mits geen andere goederen te koop worden aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment).

  • b.

    Openstelling van winkels anders dan voor verkoop, indien noodzakelijk voor het betreden van een restaurant of lunchroom en voor fietsenwinkels voor zover noodzakelijk voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • c.

    Straatverkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken. Indien de plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de raad bij verordening bepalen dat deze vrijstelling niet geldt voor de betrokken gemeente of een of meer delen daarvan. Daarin is voorzien in artikel 8 van de modelverordening.

  • d.

    Verkoop van bloemen en planten gedurende de openingstijden op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats.

  • e.

    Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen bij voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard vanaf een uur voor aanvang tot een uur na afloop.

  • f.

    Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen in of op het terrein van sportcomplexen gedurende de openingstijden van die sportcomplexen.

  • g.

    Winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten worden verkocht.

  • h.

    Winkels in fotoartikelen, indien betreden noodzakelijk is voor het maken van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

  • i.

    Verkoop van bloemen en planten op dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

  • j.

    Verkoop van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, en wel tussen twee uur vóór zonsondergang tot zonsondergang gedurende de Ramadan, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.

  • k.

    Verkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken, religieuze artikelen en souvenirs, alsmede bloemen en planten, in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht.

  • l.

    Verkoop van feestartikelen op zondag waarop carnaval wordt gevierd, vanaf 12.00 uur en op zon- en feestdagen waarop in de gemeente een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

Handhaving

De controle op de naleving van de regels is in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde politie in overleg met de gemeente. De Belastingdienst/FIOD-ECD wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is.

Uiteraard is ook bestuursrechtelijke handhaving mogelijk. Over de handhaving van de Winkeltijdenwet heeft de Minister van Economische Zaken op 22 december 2006 een brief naar alle gemeenten gestuurd. Over de samenloop van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving heeft de VNG nadere informatie gegeven. Deze is te vinden op de website van de VNG, http://www.vng.nl/eCache/DEF/62/907.html .