Marktverordening gemeente Oldambt

Geldend van 01-04-2015 t/m heden

Intitulé

Marktverordening gemeente Oldambt

De raad van de gemeente Oldambt;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 februari 2015 2014, corsanummer 14.00311;

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van alle ingestelde wa-renmarkten;

Gezien het advies van de Marktcommissie van 9 september 2014;

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

B E S L U I T : vast te stellen de volgende: Marktverordening gemeente Oldambt 2015, luidende als volgt:

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op alle door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkten die op gezette tijden worden gehouden.  

Artikel 2 Inrichtingsplan

  • 1

    • Voor elke markt stellen burgemeester en wethouders een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

    • a.

      aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijden);

    • b.

      een kaart van de markt;

    • c.

      indien van toepassing, de mededeling dat het anciënniteitsstelsel van artikel 5 van toepassing is;

    • d.

      aanduiding van de wijze waarop nieuwe vaste-standplaatsvergunningen, dagplaatsvergunningen en standwerkvergunningen kunnen worden verstrekt (wachtlijststelsel van artikel 6, selectiestelsel van artikel 7 of lotingsstelsel van artikel 8);

  • 2 Op de kaart zijn aangegeven:

    a. de grenzen van de markt;

    b. de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste-standplaats-vergunning;

    c. voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen alsmede, indien van toepassing, het maximum aantal vaste-standplaatsvergunningen die voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;

    d. indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een dagplaatsvergunning;

    e. indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een standwerkvergunning.

  • 3 Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste-standplaatsvergunning bij aanvang van de markt nog niet door de vergunninghouder is ingenomen, kan daarvoor een dagplaatsvergunning worden afgegeven.

Artikel 3 Vergunningen

  • 1. Het is verboden op een markt zonder vaste-standplaatsvergunning of dagplaatsvergunning van burgemeester en wethouders een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2. Een vaste-standplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3. Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 4. Het is verboden op een markt zonder standwerkvergunning van burgemeester en wethouders als standwerker op te treden op een markt. Onder standwerker wordt verstaan iemand die publiek om zich heen verzamelt en publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen artikelen te kopen.

  • 5. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 6. Vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die ge-rechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en die niet al in het bezit is van een standplaatsver-gunning voor de betrokken markt.

Artikel 4 Mandaatverboden

De bevoegdheid tot het vaststellen van inrichtingsplannen kan niet worden gemandateerd. De be-voegdheid tot wijzigen daarvan en de bevoegdheid tot het verlenen of het intrekken van een vaste-standplaatsvergunning kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemanda-teerd.

Hoofdstuk 2 Vaste-standplaatsvergunningen

Artikel 5 Vrijgekomen standplaats; plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst

Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het anciënniteitsstelsel wordt gehanteerd, geldt het volgende:

  • 1.

    Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van de houders van een vaste- standplaatsvergunning, met vermelding van de datum waarop de betrokkenen voor het eerst een vaste-standplaatsvergunning werd verleend en met vermelding van de branche waartoe zij behoren of de artikelen die zij verhandelen (anciënniteitslijst).

  • 2.

    Als een standplaats vrijkomt die werd ingenomen door de houder van een vaste-stand­plaatsvergunning, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hoogstgeplaatste aanvrager op de anciënniteitslijst in volgorde van de datum waarop hem voor het eerst een vaste-standplaatsvergunning werd verleend. Als de plaats bestemd is voor een specifieke branche of artikelgroep, komt alleen iemand in aanmerking die aan dat vereiste voldoet.

Artikel 6 Wachtlijststelsel

Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het wachtlijststelsel wordt gehanteerd voor de toekenning van vaste-standplaatsvergunningen, geldt het volgende:

1. Burgemeester en wethouders houden een wachtlijst bij van de kandidaten voor een vaste- standplaatsvergunning die daarvoor een aanvraag hebben ingediend en die een handelingsbekwame natuurlijke persoon zijn.

2. Op de wachtlijst worden bij iedere kandidaat vermeld:

a. de naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, adres en woonplaats;

b. de datum van de aanvraag;

c. de branche waartoe de kandidaat behoort of de soort artikelen die hij wenst te verhandelen;

d. informatie over de uitstalling die de kandidaat wenst te gebruiken.

3. De kandidaat ontvangt een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.

4. De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

a. als aan de kandidaat een vaste-standplaatsvergunning is toegekend,

b. als de kandidaat heeft afgezien van een vaste-standplaatsvergunning waarvoor hij over-eenkomstig het volgende lid in aanmerking kwam,

c. op schriftelijke aanvraag van de kandidaat,

d. na zijn overlijden,

e. als hij onder curatele is gesteld of

f. als hij niet vóór 1 januari van het lopende jaar een aanvraag om verlenging voor dat jaar heeft gedaan.

5. Als er ruimte is om een nieuwe vaste-standplaatsvergunning toe te kennen, komt daarvoor als eerste in aanmerking de hoogstgeplaatste kandidaat die op de wachtlijst staat en die verder voldoet aan de vereisten voor toekenning. Daarna komen andere aanvragers in aanmerking, in volgorde van indiening van hun aanvraag tot plaatsing op de wachtlijst. De kandidaat die in aanmerking komt voor de vergunning moet daarvoor binnen vier weken een ontvankelijke aanvraag indienen.

Artikel 7 Selectiestelsel

Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het selectiestelsel wordt gehanteerd voor de toe-kenning van vaste-standplaatsvergunningen, geldt het volgende:

1. Burgemeester en wethouders maken bekend dat voor de markt een of meer vaste-stand-plaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

2. De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving in het elektronisch gemeenteblad.

3. Bij de beoordeling van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

a. of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassortiment vormt (

20); b. de uitstraling van de uitstalling (20);

c. het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (20);

d. of bij de gegadigde sprake is van maatschappelijk verantwoord ondernemen (20).

4. Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten.

5. Burgemeester en wethouders leggen de aanvragen om advies voor aan een door hen te benoemen Marktcommissie.

Artikel 8 Loting

Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het lotingsstelsel wordt gehanteerd voor de toekenning van vaste-standplaatsvergunningen, geldt het volgende:

  • 1.

    Burgemeester en wethouders maken bekend dat voor de markt een of meer vaste-standplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen. Op de bekendmaking is artikel 7, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Een vergunning wordt door loting toegewezen aan een in aanmerking komende gegadigde. Gaat het om een bepaalde branche of artikelgroep, dan wordt per branche of artikelgroep geloot. De in aanmerking komende gegadigden worden uitgenodigd bij de loting aanwezig te zijn.

Artikel 9 Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

  • 2. Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste 3 jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of ten minste 3 jaren heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.

  • 3. In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder moet de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden na datum overlijden of ondercuratelestelling worden ingediend.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 1, 2 en 3 afwijken voor zover de toe-passing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

  • 5. De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste-standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

Artikel 10 Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders trekken een vaste-standplaatsvergunning in:

    a. op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder of

    b. twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend in overeenstemming met artikel 9.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    a. als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    b. als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    c. als van de vergunning gedurende ten minste twee maanden achtereen of gedurende een ka-lenderjaar in totaal meer dan 8 weken geen gebruik is gemaakt; of

    d. als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3. In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de aan de vergunninghouder toegewezen standplaats vervalt.

  • 4. Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 11 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk 1 uur na aanvang van de markttijd heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag.

Artikel 11 Persoonlijk innemen standplaats en vervanging

  • 1. De houder van een vaste-standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2. In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders echter toestaan dat gedurende maximaal 8 weken per kalenderjaar de toegekende standplaats en uitstalling wordt ingenomen door een vervanger. In de aanvraag moet vermeldt worden de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en naam en adres van de beoogde vervanger. Bij de aanvraag moet een kopie van een geldig legitimatiebewijs worden overlegd.

  • 3. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging als gevolg van het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de ver-gunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Hoofdstuk 3 Dagplaatsen en standwerkers.

Artikel 12 Dagplaatsvergunning

  • 1. Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging in overeenstemming met artikel 11.

  • 2. Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die daarvoor die dag vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan een eventueel van toepassing zijnde branche- of artikelgroepvereiste, aan wie gedurende de voorafgaande 3 maanden niet vaker dan 2 maal een dagplaatsvergunning is verleend en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande zes marktdagen:

    a. zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    b. niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitings-grond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 4. De dagplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen. Gegadigden die een artikel of artikelsoort wensen te verkopen dat nog niet op de markt verkrijgbaar is hebben daarbij voorrang.

  • 5. Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 13 Standwerkvergunning

  • 1. Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 12, tweede, derde en vijfde lid. De standwerkvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen. Gegadigden die een artikel of artikelsoort wensen te verkopen dat nog niet op de markt verkrijgbaar is, hebben daarbij voorrang.

  • 2. Een standwerkvergunning geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelen.

Hoofdstuk 4 Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 14 Bijstand

De houder van een vaste-standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 15 Legitimatieplicht

Degene die een standplaats of een standwerkplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 16 Markttijden in acht nemen

  • 1. Het is een vergunninghouder verboden meer dan 2 uur voor de aanvang en meer dan 1 uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens een op aanvraag door burgemeester en wethouders verleende ontheffing. Aan deze ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 17 Markt schoonhouden

  • 1. Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op en inname van zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het markt-terrein daardoor niet wordt verontreinigd, de doorgang voor het publiek niet wordt belemmerd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. De vergunninghouder voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Artikel 18 Afmetingen standplaats

De afmetingen van de standplaats worden vermeld in de vergunning. De afmetingen mogen niet overschreden worden. Er mag geen verkoopwaar buiten de afmetingen geplaatst worden.

Hoofdstuk 5 Handhaving

Artikel 19 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen marktmeester(s) en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 20 Onmiddellijke verwijdering

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 21 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 22 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De Marktverordening gemeente Oldambt wordt ingetrokken.

  • 2. De krachtens de Marktverordening gemeente Oldambt gehanteerde wachtlijsten gelden als wacht-lijsten krachtens deze verordening. Degenen die daags voor het in werking treden van deze verordening op de wachtlijst stonden, behouden de rechten die daaruit volgens de op die dag geldende regels voortvloeiden gedurende een half jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

  • 3. Een krachtens de Marktverordening gemeente Oldambt verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 4. Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de Marktverordening gemeente Oldambt maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden af-gehandeld in overeenstemming met deze verordening.

Artikel 23 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt - na behoorlijk te zijn bekendgemaakt - in werking op 1 april 2015.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Oldambt 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oldambt op 16 maart 2015
de griffier, P. Norder.
de voorzitter, Mr. M. Zijlstra. 

Bijlage Toelichting Marktverordening gemeente Oldambt 2015

Algemeen

Het doel van deze verordening is in principe meervoudig. Ten eerste worden hiermee de kaders gecreëerd om markten zodanig te (her)organiseren dat de gemeentelijke belangen beschermd worden. Ten tweede dat de markten tegelijkertijd aantrekkelijk blijven voor zowel consumenten als marktkooplieden. Ten derde dat de markten een aanvulling geven op het levendig houden van een plaats en een bijdrage leveren aan de toeristische aantrekkingskracht. En voor zover gemeenten daar invloed op kunnen uitoefenen: dat op de weekmarkt een divers aanbod van waren wordt aangeboden en dat deze van goede kwaliteit is. Als laatste heeft deze verordening tot doel de markten op een overzichtelijke, duidelijke manier te regelen, ontdaan van overbodige regels en administratieve lasten.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1. Toepassingsgebied

Op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onderdeel h, van de Gemeentewet kunnen burgemeester en wethouders jaarmarkten of gewone marktdagen instellen, afschaffen of veranderen. Deze marktverordening is van toepassing op dergelijke van gemeentewege ingestelde markten, voor zover het warenmarkten zijn en deze met enige regelmaat plaatsvinden. Het gaat hierbij om de twee bestaande weekmarkten in Scheemda en Winschoten als ook eventueel nieuw in te stellen markten.

Samenloop met APV

De regulering van andere ambulante handel anders dan waar deze verordening op van toepassing is, is te vinden in de Algemene plaatselijke verordening (APV). Artikel 2:25 van de APV bevat bijvoorbeeld het vergunningstelsel voor evenementen, zoals de voorjaarsmarkt, Duitse markten, kerstmarkt en braderieën. De Allerheiligenmarkt (Adrillen) valt ook onder genoemd artikel tenzij het college hiervoor een instellingsbesluit maakt met een eigen inrichtingsplan. Verder bevat hoofdstuk 5 van de APV bepalingen over collecteren (afdeling 2), venten (afdeling 3), standplaatsen niet zijnde standplaatsen op markten (afdeling 4) en snuffelmarkten (afdeling 5). Uit de in de APV opgenomen bepalingen blijkt steeds dat deze niet van toepassing zijn op door burgemeester en wethouders op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet ingestelde markten.

 

Artikel 2. Inrichtingsplan

Dit artikel schrijft voor dat burgemeester en wethouders per markt een inrichtingsplan vast moeten stellen en regelt wat daarin geregeld moet en kan worden. Zo kan per markt onder andere bepaald worden wat de marktdag en markttijd is. Welke delen van de markt bestemd zijn voor welke marktactiviteiten. Elk inrichtingsplan moet worden voorzien van een kaart waarop dit is vermeld. In het inrichtingsplan staat ook op welke wijze vergunningen worden verleend.

 

Artikel 3. Vergunningen

 

Vaste-standplaatsvergunningen gelden in beginsel voor onbepaalde tijd, maar hier kan in individuele gevallen van worden afgeweken (tweede lid). Bijvoorbeeld als gewerkt wordt met een ‘proefperiode’.

Een (standwerk)vergunning kan beperkt worden tot het verkopen van bepaalde typen producten.

In bijzondere gevallen (eveneens tweede lid) kan een andere standplaats worden aangewezen. Daarbij kan gedacht worden aan zaken als extreme weersomstandigheden, noodzakelijke reconstructiewerkzaamheden, feestdagen en bepaalde evenementen (bijvoorbeeld op Koningsdag).

Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijke persoon en de beperking tot één vergunning per persoon per markt wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van vergunningen bewerkstelligd. Het kan zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld de eigenaar of bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is dus niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.

Doordat de eis van handelingsbekwaamheid niet gekoppeld is aan een minimumleeftijd komen ook zestien- en zeventienjarigen aan wie door de kantonrechter handlichting is verleend in aanmerking voor een vergunning. Er is geen reden om deze minderjarigen die in het rechtsverkeer als handelingsbekwaam beschouwd worden, van de vergunning uit te sluiten. Bij het overlijden van de beide ouders kunnen de kinderen het bedrijf voortzetten.

Het vereiste ‘gerechtigd in Nederland arbeid te verrichten’ voorziet in het bijzonder op vreemdelingen die een vergunning op grond van de Wet arbeid vreemdelingen nodig hebben.

 

Artikel 5. Vrijgekomen standplaats; plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst in verhouding met artikel 6. Wachtlijststelsel

In de gemeente Oldambt is bij de start van de gemeente gekozen voor een uitgifte van standplaatsen op basis van aanmelding. De aanmeldingen komen op een wachtlijst en vervolgens wordt een vrijgekomen staanplaats toegekend op basis van anciënniteit.

De keuze voor handhaving van het anciënniteitsstelsel ligt bij het college. Het college kan ook kiezen voor toekenning van een vrijgekomen standplaats voor een systeem van loting of selectie. Welk stelsel wordt gekozen blijkt uit het inrichtingsplan voor de betrokken markt.

Als bij een markt waarvoor een anciënniteitsstelsel wordt gehanteerd, een vaste standplaats vrijkomt, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hooggeplaatste op de door burgemeester en wethouders bijgehouden anciënniteitslijst. Artikel 5 ziet dus niet op de verlening van nieuwe vergunningen maar alleen op een wijziging van een al verleende vergunning vanwege de toewijzing van een andere (veelal) betere vaste standplaats. Bij vertrek van een vaste-standplaatshouder wordt eerst aan de overige standplaatshouders gevraagd de vrijgekomen standplaats in te nemen. Indien deze geen belangstelling tonen komen de vermeldingen op de wachtlijst in desbetreffende artikelgroep aan de beurt. Bij het wachtlijststelsel gaat het dus om nieuwe marktkooplieden die graag een standplaats op de markt willen. Dit in tegenstelling tot het anciënniteitsstelsel waar gaat het om de verdeling van een vrijgekomen standplaats onder de huidige marktkooplieden. Kan aan iemand die vermeldt is op de wachtlijst geen vergunning worden verleend wordt via een uitvraag een kandidaat gezocht.

De ‘uitstalling’ (artikel 6, derde lid, onder d) is de kraam of ander onderkomen van waaruit de verkoop plaatsvindt.

Om rechtszekerheid aan de aanvrager te verschaffen, krijgt deze een schriftelijk bewijs van zijn inschrijving op de wachtlijst (artikel 6, vierde lid). Wel moet de aanvrager jaarlijks (vóór 1 januari) zijn inschrijving verlengen. Deze jaarlijkse verlenging is wenselijk om controle te houden op het systeem, opschonen van de wachtlijst en om de gegadigden gemotiveerd te houden.

Artikel 7. Selectiestelsel

 

In dit artikel is een selectiestelsel uitgewerkt waarmee aanvragen voor de te verlenen nieuwe vaste-standplaatsvergunningen op bepaalde aspecten kunnen worden beoordeeld. Of de verlening via een selectiestelsel plaatsvindt, blijkt uit het inrichtingsplan voor de betrokken markt. De Marktcommissie adviseert op basis van dit stelsel de vrijgekomen standplaatsen uit te geven. Aan de hand van dit stelsel wordt een evenwichtige markt opgebouwd. In Winschoten staan van een paar branches twee marktkooplieden opgesteld. Aan de van het selectiestelsel kan worden bepaald dat bij vertrek van een van de twee marktkooplieden er geen nieuwe vergunning voor die branche wordt verleend. Er is dan de mogelijkheid de markt uit te breiden met een marktkoopman die artikelen uit een andere branche verkoopt. Dat komt de verscheidenheid in aanbod te goede.

Artikel 8. Loting

 

In dit artikel is een stelsel voor verlening van nieuwe vaste standplaatsen op basis van loting uitgewerkt. Of de verlening op basis van loting plaatsvindt, blijkt uit het inrichtingsplan voor de betrokken markt. De tekst van het artikel gaat ervan uit dat alleen degenen die voldoen aan de vereisten voor vergunningverlening van een vaste-standplaatsvergunning aan de loting deelnemen.

Artikel 9. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

Dit artikel regelt de gevallen en voorwaarden waaronder het mogelijk is om vaste-standplaatsvergun­ningen over te schrijven. Het gaat om overschrijving van een vaste-standplaatsvergunning met alle daaraan verbonden voorwaarden en beperkingen, waaronder dus de nader bepaalde individuele standplaats.

 

 

 

Artikel 12. Dagplaatsvergunning

De afgifte van een dagplaatsvergunning kan zich voordoen als de vergunning voor de betrokken plaats is vervallen voor die marktdag, doordat bijvoorbeeld de vergunninghouder niet tijdig is komen opdagen; zie artikel 10, vierde lid of zich tijdig heeft afgemeld.

Het in aanmerking nemen van een termijn ex artikel 12, derde lid, betekent dat langer dan een paar marktdagen wordt ‘teruggekeken’ om te zien of de betrokkene zich heeft misdragen of in gebreke is gebleven met de betaling van zijn marktgeld.

 

Artikel 20. Onmiddellijke verwijdering

In artikel 125 van de Gemeentewet is bepaald dat het gemeentebestuur onder andere ter uitvoering van gemeentelijke verordeningen de bevoegdheid heeft een last onder bestuursdwang op te leggen. Artikel 20 van de verordening geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid om een bijzondere vorm van bestuursdwang (verwijdering) toe te passen als een vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog op de markt of bij andere overtredingen van de marktverordening.

Bij deze vorm van bestuursdwang wordt spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:31, eerste lid, van de Awb, verondersteld. Dan kan de bestuursdwang worden toegepast zonder voorafgaande last. Bij zéér spoedeisende gevallen, waarbij een besluit niet kan worden afgewacht, kan bestuursdwang onmiddellijk worden toegepast (artikel 5:31, tweede lid, van de Awb). Wel dient het besluit in dat geval achteraf alsnog bekendgemaakt te worden overeenkomstig artikel 5:31, tweede lid, van de Awb jo. artikel 5:24, derde lid, van de Awb. Het hangt van de omstandigheden van het geval af of er sprake is van een spoedeisend geval, of misschien zelfs van een zeer spoedeisend geval. 

Artikel 22. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

Deze marktverordening vervangt de oude marktverordening. Het op de oude marktverordening gebaseerde marktreglement vervalt daarmee automatisch.