Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2019

Kenmerk: 1009376

De raad van de gemeente Oldebroek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 september 2018;

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2019.

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

1. Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente Oldebroek hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven:

1. van degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, of volgens last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf verblijft.

2. voor verblijf waarvoor toeristenbelasting is verschuldigd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

1. Als de woning deel uitmaakt van een onroerende zaak zoals bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken en waarvoor op grond van hoofdstuk IV van die Wet voor die onroerende zaak een waarde is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de voor die onroerende zaak vastgestelde waarde, zoals die geldt voor het belastingjaar.

2. In afwijking van het eerste lid wordt, als de woning deel uitmaakt van een onroerende zaak zoals bedoeld in artikel 16, onderdeel e. van de Wet waardering onroerende zaken, de belasting geheven naar een vast bedrag per woning.

Artikel 5 Belastingtarief

1. In geval van artikel 4, eerste lid, bedraagt het tarief van de belasting voor elke in artikel 1 bedoelde woning 0,366% van de waarde, met een maximum belastingbedrag van € 1.000,-.

2. In geval van artikel 4, tweede lid, bedraagt het tarief van de belasting voor elke in artikel 1 bedoelde woning € 215,45.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven via aanslag.

Artikel 8 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in maximaal vier gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens twee maanden later.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven over de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 11 Overgangsrecht

De 'Verordening forensenbelasting 2018' van 9 november 2017 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2019. Die verordening blijft echter wel van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening forensenbelasting 2019’.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de gemeenteraad van Oldebroek

op 8 november 2018.

, voorzitter J.F. Snijder-Hazelhoff

, griffier J. Tabak.