Algemene voorwaarden voor de verkoop van onroerende zaken door de gemeente Oldebroek 2020

Geldend van 26-09-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 21-07-2020

Intitulé

Algemene voorwaarden voor de verkoop van onroerende zaken door de gemeente Oldebroek 2020

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Geldigheid

  • a.

    Deze algemene verkoopvoorwaarden horen bij iedere koopovereenkomst tussen de gemeente Oldebroek en haar koper(s) waarin ze uitdrukkelijk van toepassing zijn verklaard, en vormen daarmee één onverbrekelijk geheel.

  • b.

    Deze algemene verkoopvoorwaarden zijn van toepassing behoudens en voor zover in de koopovereenkomst onderdelen daarvan niet van toepassing zijn verklaard.

Artikel 1.2 Citeertitel

Deze voorwaarden kunnen worden aangehaald als "Algemene voorwaarden voor de verkoop van onroerende zaken door de gemeente Oldebroek 2020” of verkort als “AVV 2020”.

Artikel 1.3 Tekening

Bij elke overeenkomst tot verkoop van een gemeentelijke onroerende zaak, hoort een tekening waarop de over te dragen onroerende zaak staat aangegeven. Deze tekening wordt als zodanig gewaarmerkt.

Artikel 1.4 Definities

Aflevering

De feitelijke ter beschikkingstelling van de onroerende zaak.

Algemene voorwaarden voor de verkoop van onroerende zaken

Deze algemene voorwaarden voor de verkoop van onroerende zaken door de gemeente Oldebroek, die bestemd zijn om te gelden bij gemeentelijke verkoopovereenkomsten van grond.

BW

Burgerlijk Wetboek

Gemeente

De gemeente Oldebroek en ook gebruikster van de Algemene voorwaarden voor de verkoop van onroerende zaken door de gemeente Oldebroek, ex artikel 6:231, sub b, BW.

Grond

De over te dragen grond die het object vormt van de verkoop.

Ingebrekestelling

Een schriftelijke aanmaning tot het nakomen van een overeengekomen en opeisbare verplichting waarbij een redelijke termijn voor het nakomen wordt gesteld.

Ingebruikneming

Het moment waarop de koper voor het eerst feitelijk over de onroerende zaak beschikt door deze te betrekken, er feitelijke werkzaamheden in of op uit te voeren of er een afrastering omheen te zetten. Het uitvoeren van een sonderingsonderzoek of een milieukundig bodemonderzoek valt hier echter niet onder en kan, nadat de gemeente daarvoor toestemming heeft verleend, gebeuren zonder dat er sprake is van ingebruikneming.

Koopprijs/koopsom

De overeengekomen prijs voor de onroerende zaak, zoals vermeld in de verkoopovereenkomst.

Koper(s)

De (rechts)persoon die als zodanig vermeld staat in de verkoopovereenkomst.

Notariële akte

De voor overdracht vereiste akte van levering.

Opstallen

De op, in of boven de grond aanwezige gebouwen, werken of beplantingen.

Onroerende zaak

De grond en/of opstallen die het object van de verkoopovereenkomst vormen, waarbij deze Algemene voorwaarden voor de verkoop van onroerende zaken door de gemeente Oldebroek behoren.

Overdracht

Juridische eigendomsovergang door inschrijving van de akte in de openbare registers.

Partijen

De gemeente en de koper tezamen.

Verkoop

De overeenkomst waarbij de gemeente zich verbindt een onroerende zaak te verkopen en de koper om daarvoor een in geld uit te drukken prijs te betalen.

Verkoopovereenkomst

De overeenkomst tot verkoop waarop deze Algemene voorwaarden voor de verkoop van onroerende zaken door de gemeente Oldebroek van toepassing zijn.

Wederpartij

De koper van de gemeente.

HOOFDSTUK 2: BEPALINGEN VOOR KOOP, LEVERING EN OVERDRACHT

Artikel 2.1 Betaling koopsom

  • a.

    Uiterlijk op de dag van de ondertekening van de akte van levering dient de volledige koopsom en de eventueel daarover verschuldigde omzetbelasting te zijn voldaan aan de gemeente of aan de notaris die de akte van levering passeert.

  • b.

    Indien de koopsom niet binnen de onder a. gestelde termijn door de gemeente of de notaris is ontvangen, is de koper in verzuim. In dat geval zal over de koopsom (overeenkomstig het bepaalde in artikel 6:83 BW) zonder ingebrekestelling over de periode vanaf de datum waarop het verzuim intreedt tot aan de datum van betaling, de wettelijke rente (als bedoeld in artikel 6:119 BW) verschuldigd zijn.

Artikel 2.2 Aanvaarding en levering

  • a.

    De akte van levering wordt verleden binnen acht weken na de dag waarop het verkoopbesluit tot stand komt. Het college van burgemeester en wethouders kan uitstel verlenen van deze termijn.

  • b.

    De keuze van de notaris ligt bij de koper bij voorkeur een notaris uit Oldebroek, indien de koper geen notaris aanwijst wijst de gemeente een notaris aan.

  • c.

    De koper kan de onroerende zaak in eigen gebruik en genot aanvaarden, zodra de koopsom alsmede eventuele rente en omzetbelasting volledig zijn betaald en de akte van levering is ondertekend.

  • d.

    In afwijking van het onder c. bepaalde kan de koper met goedvinden van het college van burgemeester en wethouders de onroerende zaak in gebruik nemen vóór het tijdstip bedoeld onder c. Het college van burgemeester en wethouders kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 2.3 Staat van overdracht

  • a.

    De onroerende zaak wordt overgedragen in de staat, waarin zij zich bevindt op het moment van de overdracht dan wel de eerdere ingebruikneming/aflevering behoudens normale slijtage enz.

  • b.

    De onroerende zaak wordt overgedragen vrij van hypotheek, pandrechten, beslagen en inschrijvingen daarvan, onvoorwaardelijk en niet onderhevig aan welke vernietiging dan ook, doch overigens met alle daarbij behorende verplichtingen, lasten en beperkingen, in het bijzonder die uit hoofde van erfdienstbaarheden met betrekking tot de onroerende zaak als heersend erf, mandeligheden en kwalitatieve verplichtingen. Koper aanvaardt uitdrukkelijk alle lasten en beperkingen kenbaar uit de openbare registers.

  • c.

    De onroerende zaak zal geleverd worden geheel vrij van huur, pacht, huurkoop en andere aanspraken tot gebruik, leeg en ontruimd en ongevorderd. De onroerende zaak zal eveneens niet zonder recht of titel in gebruik zijn bij derden.

  • d.

    De gemeente geeft geen enkele garantie of vrijwaring, behoudens die voor:

    • -

      uitwinning;

    • -

      het feit dat zij bevoegd is tot verkoop en juridische levering;

    • -

      het feit dat ten opzichte van derden geen verplichtingen bestaan uit hoofde van een voorkeursrecht of optierecht.

Artikel 2.4 Kosten en belastingen

  • a.

    Alle kosten en belastingen met betrekking tot de verkoopovereenkomst en van de levering en aflevering, waaronder begrepen de kosten van de kadastrale inmeting zijn voor rekening van de koper.

  • b.

    Alle lasten en belastingen, welke van de onroerende zaak worden geheven komen met ingang van 1 januari volgende op de datum van de akte van levering voor rekening van de koper.

Artikel 2.5 Perceelsomschrijving, meting, terreingrenzen, lastgeving kadastrale aanwijzing

  • a.

    Voor de datum van de feitelijke ingebruikneming van de onroerende zaak zullen de nieuwe (buiten)grenzen door de gemeente met piketten of ijzeren buizen in het terrein worden aangeduid en aan de koper in zijn aanwezigheid eenmalig worden aangewezen. Van deze handeling wordt proces-verbaal opgemaakt.

    Het risico voor de instandhouding van de uitgezette punten berust bij de koper. Dit houdt ondermeer in dat de kosten van een op verzoek van de koper herhaalde uitzetting voor rekening van de koper zijn.

  • b.

    In het geval de onroerende zaak meer percelen ten behoeve van projectmatige bouw betreft, geeft de gemeente onherroepelijk in eigen naam en met uitsluiting van de lastgever last en volmacht aan de koper, om de kadastrale aanwijzing aan het kadaster te verzorgen van de tussengrenzen volgens het betrekkelijke bouwplan. De koper is verplicht daarbij overleg te plegen met de uiteindelijke eigenaar van een bouwkavel. De aan deze uitmeting verbonden kosten komen niet voor rekening van de gemeente. Deze last en volmacht zal eindigen indien en zodra de kadastrale uitmeting vanwege het kadaster definitief is toegepast.

Artikel 2.6 Over- en ondermaat

  • a.

    Van de uitgifte-overeenkomst maakt een tekening deel uit waarop de over te dragen onroerende zaak met kadastrale aanduiding en globale perceeloppervlakte staat aangegeven.

  • b.

    Verschil tussen de werkelijke grootte, zoals die door het kadaster is vastgesteld en de grootte zoals die in de uitgifte-overeenkomst en op de daarbij behorende tekening is aangegeven, wordt niet verrekend tenzij deze afwijking meer dan 5% van de in de uitgifte-overeenkomst genoemde oppervlakte bedraagt en het te verrekenen bedrag minimaal € 750,00 exclusief omzetbelasting bedraagt.

  • c.

    Bij uitgifte van bedrijfsterreinen en van grond voor complexgewijze woningbouw wordt over- en ondermaat niet verrekend en vindt het bepaalde in lid b geen toepassing. In geval van een ABC-levering geldt het in dit lid (lid c) bepaalde slechts ten aanzien van de koper. Bij ABC-contracten worden verkavelingstekeningen niet mee ingeschreven in het kadaster.

Artikel 2.7 Milieukundig onderzoek

  • a.

    Wanneer de onroerende zaak bestemd is voor bebouwing wordt een nader indicatief onderzoek verricht naar de aanwezigheid in de te verkopen onroerende zaak van voor het milieu of de volksgezondheid naar de huidige maatstaven en regelgeving gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen.

  • b.

    Er wordt door de gemeente geen onderzoek uitgevoerd naar PFAS. Indien er sprake is van grondverzet moet koper zelfstandig een PFAS onderzoek uit te voeren, tenzij dit reeds in de bodemkwaliteitskaart is opgenomen.

  • c.

    De resultaten van dit onderzoek worden vastgelegd in een rapport waarin de toestand van de onroerende zaak wordt omschreven en waaruit blijkt dat er geen reden is om aan te nemen dat zich in de onroerende zaak stoffen bevinden die naar de huidige maatstaven en regelgeving schadelijk zijn en daarom aan het gebruik van de onroerende zaak voor het beoogde doel in de weg staan. Dit rapport is voor de koper ter inzage. De koper is gerechtigd om zelf vóór de juridische levering voor eigen rekening extra casu quo aanvullende onderzoek(en) uit te (laten) voeren.

  • d.

    De gemeente verklaart, dat er gezien het voorafgaande gebruik van de bodem voor zover dat aan de gemeente bekend is, evenmin reden is om aan te nemen dat dergelijke verontreinigende stoffen zich in de bodem van de onroerende zaak zouden bevinden.

  • e.

    Wanneer de resultaten van het onderzoek zodanig zijn dat deze verklaring niet kan worden afgegeven, zal met de koper ter zake overleg worden gevoerd en zijn partijen niet verplicht de koopovereenkomst na te komen.

Artikel 2.8 Ontbinding in geval van verontreiniging

  • a.

    Indien voor de datum van ondertekening van de akte van levering, of indien dat eerder is, voor de datum van de feitelijke ingebruikneming van de onroerende zaak, zou blijken van aanwezigheid van verontreinigende stoffen in een zodanige concentratie dat van de koper in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij zonder dat de bodem wordt gesaneerd, de onroerende zaak aanvaardt, heeft de koper eenzijdig het recht de overeenkomst te ontbinden en de onroerende zaak ter vrije beschikking van de gemeente te stellen, voor zover mogelijk in de toestand, waarin de onroerende zaak zich bevond bij het aangaan van de overeenkomst.

  • b.

    Onder verontreinigende stoffen wordt niet verstaan: funderingsrestanten, puin of andere restanten van bouwkundige aard (met uitzondering van asbest). Evenmin wordt hieronder verstaan de aanwezigheid van de draagkracht van de grond beïnvloedende omstandigheden, noch stobben van bomen of struiken. Op deze zaken heeft dit artikel derhalve geen betrekking.

  • c.

    Door ondertekening van de akte van levering aanvaardt de koper uitdrukkelijk de in het artikel 2.7 bedoelde rapport aangegeven toestand van de bodem, alsmede onbekend gebleven verontreinigingen van de bodem (het "restrisico").

Artikel 2.9 Faillissement en beslag

  • a.

    Indien de koper voor de datum van ondertekening van de akte van levering in staat van faillissement wordt verklaard of surseance van betaling heeft gekregen, of wanneer er voor de datum van ondertekening van de akte van levering beslag op zijn roerende en onroerende zaken wordt gelegd, is de gemeente bevoegd de overeenkomst als ontbonden te beschouwen, zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst zal zijn vereist.

  • b.

    Reeds betaalde gedeelten van de koopsom zullen worden gerestitueerd voor zover ze het bedrag van de kosten en boeten ingevolge de koopovereenkomst te boven gaan.

Artikel 2.10 Hoofdelijkheid

Indien in de verkoopovereenkomst omtrent één en hetzelfde object meer dan één natuurlijke of rechtspersoon als koper van de gemeente staat genoemd, zijn deze personen ieder hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van de verplichtingen die uit de verkoopovereenkomst voortvloeien.

Artikel 2.11 Boetebepaling

  • a.

    Bij niet-nakoming van enige verplichting, voortvloeiende uit de verkoopovereenkomst en het daarin van toepassing verklaarde deel van deze algemene verkoopvoorwaarden, verbeurt de koper, na ingebrekestelling en na verloop van de in die ingebrekestelling bepaalde termijn, ten behoeve van de gemeente een onmiddellijk opeisbare boete van tien procent (10%) van de koopsom (exclusief BTW), tenzij in enig artikel waarvan het verbod wordt overtreden, een andere boete is bepaald. Voor zover de gemeente meer schade lijdt dan de hoogte van de boete, heeft zij naast de boete recht op aanvullende schadevergoeding.

  • b.

    Wanneer de koper een waarborgsom in depot heeft gestort, zal de boete uit die waarborgsom worden voldaan.

  • c.

    Naast het onder a gestelde behouden de gemeente en koper het recht om bij niet-nakoming van enige verplichting nakoming te vorderen.

Artikel 2.12 Archeologische vondsten

  • a.

    In de bodem van de onroerende zaak kunnen zaken of omstandigheden worden aangetroffen van monumentale of archeologische waarde in de zin van de Monumentenwet. Graafwerkzaamheden in het verkochte worden ten aanzien van archeologische vondsten aangemerkt als een opgraving in de zin van de Monumentenwet. De gemeente behoudt zich de eigendom van dergelijke vondsten voor, voor zover de wet zich daartegen niet verzet. De koper wordt van dergelijke zaken of omstandigheden slechts als eigenaar beschouwd indien en voor zover hij overeenkomstig artikel 43 van de Monumentenwet kan aantonen daarvan eigenaar te zijn en is verplicht aan de gemeente van eventuele vondsten melding te maken.

  • b.

    Bij het verrichten van werkzaamheden op de verkochte kavel die verstoring van de bodem met zich meebrengen zal namens de gemeente door een opgravingsbevoegd instituut toezicht worden gehouden op de aanwezigheid van eventuele monumentale of archeologisch waardevolle zaken of omstandigheden in de bodem.

  • c.

    In geval er bij de onder a. en b. bedoelde werkzaamheden zaken of omstandigheden worden aangetroffen als bedoeld in artikel 47 van de Monumentenwet, wordt daarvan door de toezichthouder onmiddellijk aan de burgemeester melding gemaakt. De burgemeester kan daarop de werkzaamheden in het gebied waarin deze zaken of omstandigheden zijn aangetroffen met onmiddellijke ingang voor ten hoogste drie dagen stilleggen. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op grond van 42 van de Monumentenwet de mogelijkheid om de werkzaamheden voor een langere termijn dan genoemd op te schorten.

  • d.

    De kosten en schade ontstaan door het stilleggen van de werkzaamheden gedurende de eerste drie dagen zullen, voor zover deze niet door de Staat vergoed worden, ieder voor de helft voor rekening komen van de gemeente en de grondexploitant tezamen. De kosten van het doen van onderzoek, opgraving en de overige werkzaamheden daartoe komen, voor zover deze niet door de Staat vergoed worden, voor rekening van de gemeente.

Artikel 2.13 Toepasselijk recht en geschillenregeling

De verkoopovereenkomst en deze Algemene verkoopvoorwaarden worden bij uitsluiting beheerst door het Nederlands recht. Alle geschillen, van welke aard ook, waaronder begrepen de geschillen die slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd, welke naar aanleiding van de verkoopovereenkomst tussen partijen mochten ontstaan, zullen in eerste aanleg bij uitsluiting worden beslecht door de bevoegde rechter in het arrondissement Gelderland, tenzij partijen ter zake van die geschillen arbitrage overeenkomen.

Artikel 2.14 Termijnen

Op de in deze Algemene voorwaarden voor de verkoop van onroerende zaken door de gemeente Oldebroek vermelde termijnen, is de Algemene Termijnenwet van toepassing.

HOOFDSTUK 3: BESTEMMINGEN EN GEBRUIK VAN DE ONROERENDE ZAAK

TITEL 1: BEBOUWING

Artikel 3.1 Bouwplicht

  • a.

    De koper is verplicht om binnen 6 maanden na afgifte van de eventueel noodzakelijke omgevingsvergunning(en) voor het bouwen te starten met de bouw en te bouwen in een continu bouwproces. Onder het starten van de bouw wordt verstaan dat de palen zijn geheid en/of de fundamenten zijn gelegd.

  • b.

    Binnen twee jaar na datum van akte van levering of, indien de onroerende zaak vervroegd in gebruik is genomen vanaf die datum, moet de op de onroerende zaak te stichten bebouwing voltooid en gebruiksklaar zijn. De redenen voor het niet voldoen aan deze bouwplicht, bijvoorbeeld als gevolg van het niet doen van een aanvraag van een eventueel noodzakelijke omgevingsvergunning voor het bouwen, komen voor de verantwoordelijkheid van de koper. Indien daartoe aanleiding bestaat, kan deze termijn op basis van een door de koper tijdig schriftelijk ingediend en gemotiveerd verzoek door burgemeester en wethouders worden verlengd. Aan deze verlenging kunnen voorwaarden worden verbonden.

  • c.

    Zolang niet is voldaan aan de in lid b vermelde verplichting mag de koper de onroerende zaak niet zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders in eigendom of economische eigendom overdragen, met beperkte rechten bezwaren, verhuren of verpachten of anderszins onder welke titel dan ook aan een ander in gebruik afstaan. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden. Voor vestiging van het recht van hypotheek is geen toestemming nodig.

  • d.

    Het bepaalde in lid c is niet van toepassing in geval van:

    • 1.

      overlijden van de koper, tevens zijnde eindgebruiker, of één van zijn gezinsleden;

    • 2.

      verkoop op grond van machtiging van de rechter als bedoeld in artikel 3:174 BW;

    • 3.

      executoriale verkoop door hypothecaire schuldeisers als bedoeld in artikel 3:268 BW.

  • e.

    Bij niet-nakoming van het bepaalde in lid c is de koper aan de gemeente een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd van minstens vijftigduizend euro (€ 50.000,-).

Artikel 3.2 Terugleveringsverplichting

  • a.

    Indien niet uiterlijk binnen de in artikel 3.1 (bouwplicht) gestelde termijn na akte van levering de bebouwing voltooid en gebruiksklaar is, zal koper binnen vier weken na eerste verzoek van de gemeente het juridisch eigendom van de onroerende zaak terug leveren aan de gemeente, tegen restitutie door de gemeente aan koper van negentig procent van de actuele grondwaarde met een maximum van negentig procent van de door koper voor de desbetreffende onroerende zaak betaalde koopprijs (inclusief betaalde BTW).

  • b.

    De onroerende zaak zal bij teruglevering als bedoeld in sub a van dit artikel worden overgedragen in de staat waarin deze zich bevindt (bebouwd of onbebouwd) en koper zal daarbij aan de gemeente de eventuele schade vergoeden die de gemeente leidt door de veranderde toestand van de onroerende zaak ten opzichte van de staat waarin de onroerende zaak zich bevond op de datum van levering zoals bedoeld in artikel 2.3 van de AVV 2020. De hiervoor bedoelde schade kan onder meer bestaan uit de kosten van sloop van reeds door koper gerealiseerde bebouwing of de daartoe uitgevoerde voorbereidingswerkzaamheden.

  • c.

    Alle kosten en verschuldigde belastingen verbonden aan de teruglevering als bedoeld in sub a van dit artikel, zijn voor rekening en risico van de koper.

Artikel 3.3 Ophoging/aanpassing bouwterrein

  • a.

    De onroerende zaak wordt bouwrijp in de zin van de Wet op de Omzetbelasting opgeleverd. Eventueel naderhand door de koper gewenste ophogingen, aanvullingen en/of afgravingen, alsmede eventuele andere werkzaamheden, die hij gewenst acht om op het terrein te kunnen bouwen, dienen door en voor rekening van de koper te geschieden.

  • b.

    De koper is verplicht het terrein bij ophoging aan te passen aan de hoogte van de aangrenzende terreinen, een en ander ten genoegen van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 3.4 Gebruik gemeentegrond

  • a.

    Het is de koper niet toegestaan om zonder schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders buiten de onroerende zaak ten behoeve van de bouw van opstallen op de onroerende zaak bouwmaterialen en dergelijke op gemeente-eigendommen en/of openbare grond te plaatsen.

Artikel 3.5 Vrijkomende grond

De koper dient de bij de bouw vrijkomende grond op de bouwlocatie (niet in het aanliggende openbare gebied) zelf te verwerken, dan wel deze op verantwoorde wijze, conform de geldende (milieu) regelgeving voor zijn rekening en risico af te voeren.

Artikel 3.6 Aansprakelijkheid aangebrachte schade bij bouwen

De koper is aansprakelijk voor herstel van tijdens en ten gevolge van de bouw veroorzaakte beschadiging aan gemeente-eigendommen, waaronder begrepen straten, trottoirs, bermen, beplantingen, hekwerken enzovoorts en betaalt de kosten van het verwijderen van het buiten de verkochte grond gestorte en/of liggende puin, vuilnis of andere van bouw afkomstige stoffen, een en ander voorzover hij daarin nalatig is.

Artikel 3.7 Onderhoud onbebouwde terreinen

Zolang het verkochte niet is bebouwd, zal het door de koper in een ordelijke staat worden onderhouden. Bij overtreding van het in de vorige zin bepaalde zal het college van burgemeester en wethouders de koper in gebreke stellen. Vanaf de in de ingebrekestelling vermelde datum waarvóór de overtreding ongedaan dient te worden gemaakt, is de koper een zonder rechterlijke tussenkomst, direct opeisbare boete verschuldigd van éénhonderd euro (€ 100,00) per dag dat de overtreding voortduurt. Een gedeelte van een dag wordt voor een gehele dag gerekend.

Artikel 3.8 Nutsvoorzieningen

  • a.

    Te realiseren woning(en), (maatschappelijke) voorziening(en) en/of het commercieel onroerend goed dienen door of namens koper blijvend te worden aangesloten op het, door of namens de gemeente, aangelegde rioleringsstelsel en op de overige openbare nutsvoorzieningen, zoals water, elektriciteit en, indien van toepassing, gas en stadsverwarming. Koper dient de aansluitingen tijdig aan te vragen bij de gemeente (voor wat betreft de riolering) en de nutsbedrijven (voor wat betreft de overige openbare nutsvoorzieningen). Alle aansluitkosten komen voor rekening van koper. Koper verbindt zich mee te werken aan het vestigen van de nodige erfdienstbaarheden en/of opstalrechten indien de gemeente en/of nutsbedrijven dat verzoeken.

  • b.

    Op dit artikel is artikel 3.23 van de AVV 2020 (kettingbeding) van toepassing.

Artikel 3.9 Waterhuishouding en riolering

  • a.

    Het is koper bekend dat bij de inrichting van het perceel en/of realisatie van het bouwwerk de waterhuishouding op de bouwkavel moet voldoen aan:

    • Het water- en rioleringsbeleid;

    • Het Bouwbesluit;

    • De rioolaansluit- en afkoppelverordening;

    • Het bestemmingsplan.

  • b.

    Op het moment van de aanvraag van een eventuele omgevingsvergunning, dient de koper bij de inrichting van het perceel, voor wat betreft de waterhuishouding op de bouwkavel, gelijktijdig een rioleringsplan ter goedkeuring aan de gemeente te overleggen.

Artikel 3.10 Aanleg parkeerplaats(en)

  • a.

    Koper verplicht zich tegenover de gemeente om gelijktijdig met het gereedkomen van de bebouwing voor zijn rekening een in de koopovereenkomst vastgelegd aantal van de openbare weg af met een motorvoertuig toegankelijke verharde parkeerplaatsen op de onroerende zaak aan te leggen en in stand te houden.

  • b.

    Bij niet-nakoming van de onder a genoemde verplichting tot het aanleggen en/of in stand houden van bedoelde parkeerplaats(en) is koper na ingebrekestelling door de gemeente en na het verstrijken van de in die ingebrekestelling genoemde termijn aan de gemeente een boete verschuldigd van honderd euro (€ 100) voor elke dag dat koper in gebreke is.

  • c.

    Op dit artikel is artikel 3.23 AVV 2020 (kettingbeding) van toepassing.

Artikel 3.11 Erfafscheiding

  • a.

    De koper is verplicht de onroerende zaak uiterlijk drie maanden na levering behoorlijk en zichtbaar afgescheiden te houden van de aangrenzende gemeentegrond casu quo de openbare weg. Een eventuele erfafscheiding dient op de onroerende zaak te worden geplaatst.

TITEL 2: BEWONING

Artikel 3.12 Toepassing woonruimteverdeling

  • a.

    De koper of diens rechtsverkrijger mag tot het moment dat de woning voltooid en gebruiksklaar is, niet tot gehele of gedeeltelijke vervreemding of verhuring van het gekochte met de daarop gestichte opstallen overgaan of het gekochte op enige andere wijze in gebruik geven.

  • b.

    Bij niet-nakoming van het bepaalde in lid a. van dit artikel verbeurt de koper een boete gelijk aan de koopsom ten bate van de gemeente Oldebroek.

Artikel 3.13 ABC bepaling

De gemeente staat toe dat de koper zijn rechten op overdracht van de onroerende zaak overdraagt aan de kopers van de woningen op de door haar te bebouwen kavels, eventueel voordat die bebouwing is tot stand gekomen, onder de voorwaarde dat:

  • a.

    in de tussen de koper en haar rechtsopvolger(s) te sluiten overeenkomsten deze Algemene voorwaarden, voorzover deze van toepassing zijn verklaard, integraal worden opgenomen, alsmede de overeengekomen bijzondere bedingen;

  • b.

    de koper zich garant stelt tegenover de gemeente voor de bouw, waartoe zij zich tegenover de hiervoor bedoelde kopers heeft verplicht.

TITEL 3: BEDRIJVEN

Artikel 3.14 Afrastering

Koper is verplicht de onroerende zaak behoorlijk af te scheiden en afgescheiden te houden van de aangrenzende grond c.q. van de openbare weg, zulks ten genoegen van de gemeente. De kosten voor het maken, onderhouden en instandhouden van de erfafscheiding op de onroerende zaak komen in afwijking van artikel 5:46 en 5:49 BW geheel voor rekening van koper.

Artikel 3.15 Inrichting terrein

Voordat in het op te richten bedrijfspand bedrijfsmiddelen worden ondergebracht, dient de koper het omliggende, niet bebouwde gedeelte van de onroerende zaak te voorzien van een goed werkend waterafvoersysteem overeenkomstig een door de gemeente goedgekeurd aansluitplan, alsmede van een deugdelijke klinkerbestrating of gelijkwaardige verharding, zulks ter beoordeling van de gemeente.

Artikel 3.16 Buitenopslag

Buitenopslag van goederen, machines of materialen is, mits ordelijk, beperkt toegestaan en alleen op zodanige wijze dat deze opslag vanaf de straatzijde niet zichtbaar is.

Artikel 3.17 Verbod doorverkoop

  • a.

    De onroerende zaak mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders niet binnen een tijdsbestek van vijf jaren na de datum van de akte van levering, die wordt opgemaakt ter uitvoering van de verkoopovereenkomst, door koper worden vervreemd of in gebruik worden gegeven aan een derde.

  • b.

    Indien de koper binnen vijf jaar na het passeren van de akte van levering tot vervreemding van het gekochte wil overgaan, heeft de gemeente, onverminderd het bepaalde in artikel 2.11 van de "Algemene voorwaarden", het recht van terugkoop van de (onder)grond tegen de dan geldende gemeentelijke uitgifteprijzen voor bedrijfsgrond (voor dit bedrijventerrein), alsmede het recht van eerste koop op de opstallen. De waarde van de opstallen wordt vastgesteld op de dan geldende marktwaarde op basis van vrije oplevering. Partijen verplichten zich alsdan de procedure te zullen volgen zoals die is beschreven in een afzonderlijke overeenkomst tussen partijen. De met de (terug)koop door de gemeente verband houdende kosten komen voor rekening van koper.

    Over de koopsom wordt geen rente vergoed.

  • c.

    Ten bewijze van niet-nakoming, dan wel niet volledige nakoming van een of meer van de voorwaarden die zijn vermeld in titel 3 zal de gemeente per gebeurtenis c.q. van de betreffende situatie een foto, voorzien van een automatische datum- en tijdsaanduiding, aan koper overleggen, waaruit blijkt dat de betreffende voorwaarde niet (of slechts ten dele) is nagekomen. Koper aanvaardt op voorhand dit middel als genoegzaam bewijs van de feitelijke situatie op de op de foto aangegeven datum (en tijd).

Artikel 3.18 Weigering onherroepelijke omgevingsvergunning

  • a.

    De koper is verplicht de onroerende zaak en hetgeen daarop mocht zijn gebouwd aan de gemeente te koop aan te bieden indien en zodra vaststaat dat een besluit of rechterlijke uitspraak tot weigering van een omgevingsvergunning voor de bouw van een bedrijfspand op de bedrijfskavel ten behoeve van koper onherroepelijk is geworden. De aanbieding aan de gemeente zal uiterlijk plaatsvinden binnen twee weken nadat is komen vast te staan dat genoemde omstandigheid zich heeft voorgedaan. Indien deze termijn wordt overschreden wordt koper de wettelijke rente verschuldigd over de koopsom van de onroerende zaak vanaf de eerste dag van de overschrijding van deze termijn in rekening gebracht. Indien de gemeente van het recht van koop gebruik maakt indien zich bovenvermelde omstandigheid heeft voorgedaan, betaalt de gemeente via de derdengeldenrekening van de notaris die de akte van (terug)levering zal passeren, de koopprijs aan de koper terug. De gemeente vergoedt geen rente over de koopprijs. Voor het geval ten tijde van deze (terug)levering reeds opstallen op het terrein van koper aanwezig zijn, is de procedure van kracht zoals beschreven in een afzonderlijke overeenkomst gesloten tussen partijen over dit onderwerp. De kosten van de akte van (terug)levering komen voor rekening van degene die tot (terug)levering verplicht is.

  • b.

    Indien er binnen een jaar na datum van het ondertekenen van de akte van levering geen onherroepelijke omgevingsvergunning tot stand komt voor de bouw van het nieuwe bedrijfspand op de verkochte grond, heeft de gemeente, onverminderd het bepaalde in artikel 3.1 van deze "Algemene voorwaarden", het recht van terugkoop van de (onder)grond tegen de dan op de locatie van de gekochte kavel geldende gemeentelijke uitgifteprijzen voor bedrijfsgrond. Over de koopprijs wordt geen rente vergoed en de door de koper gemaakte kosten blijven voor rekening van de koper.

TITEL 4: ALGEMEEN

Artikel 3.19 Opstalrecht voor kabels en leidingen

  • a.

    Ten laste van een gedeelte van de onroerende zaak aangeduid op de tekening, die behoort bij de verkoopovereenkomst en ten behoeve van de in die verkoopovereenkomst aangegeven begunstigde wordt gevestigd een opstalrecht, inhoudende het recht nutsvoorzieningen te hebben, te houden, te inspecteren, te onderhouden en te vernieuwen.

  • b.

    Bij dit opstalrecht wordt bepaald dat op, respectievelijk in of boven dat gedeelte van het verkochte geen bouwwerken mogen worden opgericht, noch een gesloten wegdek worden aangebracht, ontgrondingen worden verricht of bomen, dan wel diepwortelende struiken worden geplant, of aan derde toestemming tot zulk een handeling worden verleend. Voor de vestiging van dit zakelijk recht is de begunstigde geen enkele vergoeding verschuldigd.

  • c.

    In de verkoopovereenkomst wordt bepaald ten laste van wie de kosten van het vestigen van het opstalrecht komen.

Artikel 3.20 Gedoogplicht

  • a.

    De koper is verplicht te gedogen dat al hetgeen ten behoeve van openbare voorzieningen op, in of boven de onroerende zaak is aangebracht wordt onderhouden en dat al hetgeen noodzakelijk is ten behoeve van openbare voorzieningen op, in of boven de onroerende zaak zal worden aangebracht en onderhouden, een en ander voor zover deze bepaling door de koper uitdrukkelijk is aanvaard.

  • b.

    De koper is verplicht al hetgeen ingevolge lid a. van dit artikel is aangebracht bevestigd te laten.

  • c.

    Alle schade, die een onmiddellijk gevolg is van het aanbrengen, bestaan, herstellen of vernieuwen van de onder a. bedoelde zaken, zal door de gemeente op haar kosten worden hersteld of, indien de koper dat wenst, aan de koper worden vergoed.

  • d.

    Partijen komen overeen dat de bepalingen onder a., b. en c. als kwalitatieve verplichting rusten op de onroerende zaak en van rechtswege zullen overgaan op degene(n) die het goed onder bijzondere titel zal/zullen verkrijgen, waarbij tevens wordt bepaald dat diegenen mede gebonden zullen zijn die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het goed zullen verkrijgen.

Artikel 3.21 Erfdienstbaarheden

  • a.

    Ten behoeve en ten laste van het over te dragen perceel c.q. het aan de gemeente in eigendom verblijvende perceel wordt/worden gevestigd en aangenomen de erfdienstbaarheid/-heden zoals aangegeven in de verkoopovereenkomst en/of op de daarbij behorende tekening.

  • b.

    Ook voor wat betreft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse kabels en leidingen, rioleringen, waterafvoeren, ventilatiesystemen, lichtinval, inankeringen, inbalkingen en overbouwingen zullen de nodige erfdienstbaarheden worden gevestigd waardoor de toestand waarin de onroerende zaken zich ten opzichte van elkaar na afbouw bevinden, gehandhaafd blijven. Hieronder kan echter nimmer een verbod tot bouwen of verbouwen worden verstaan.

  • c.

    Indien de onroerende zaak (mede) wordt gebruikt voor het stichten van panden in een aaneengesloten bouw, zodanig, dat ten behoeve van aan de achterzijde ingesloten panden een uitpad nodig zal zijn, kan het college van burgemeester en wethouders de gezamenlijke eigenaren van de aaneengesloten bouw of één hunner verplichten om de benodigde grond te bestemmen voor achteruitpad ter breedte van anderhalve meter (1.50 meter).

    Dit uitpad moet in goede staat onderhouden worden en aan de betrokken mede-eigenaren/gebruikers moet in dat geval het recht van erfdienstbaarheid worden verleend. De kosten van vestiging komen ten laste van de gezamenlijke eigenaren van de heersende erven.

Artikel 3.22 Overdracht van rechten en verplichtingen

  • a.

    Het is koper verboden om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst en/of eventuele met deze overeenkomst samenhangende overeenkomsten tussen partijen, geheel of gedeeltelijk over te dragen aan derden. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om aan het verlenen van toestemming voorwaarden te verbinden.

  • b.

    De uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen tot een bepaald gedrag, handelen of nalaten, zullen eveneens worden nageleefd of nagekomen door tot dezelfde ondernemingsgroep behorende of feitelijk of juridisch gelieerde vennootschappen.

Artikel 3.23 Kettingbeding

  • a.

    De koper is verplicht en verbindt zich jegens de gemeente, die dit voor zich aanvaardt, het bepaalde in de daartoe in de verkoopovereenkomst aangewezen artikelen bij overdracht van het geheel of een gedeelte van de onroerende zaak, op te leggen ten behoeve van de gemeente en ten behoeve van de gemeente aan te nemen en in verband daarmee, om het in die artikelen bepaalde in de akte van levering woordelijk op te nemen. Deze verplichting en aanvaarding geldt ook in het geval de koper een beperkt recht verleent aan een nieuwe eigenaar of een beperkt gerechtigde. Verkoper verbeurt bij niet-nakoming een direct opeisbare boete van vijfentwintigduizend euro (€ 25.000,00) ten behoeve van de gemeente, met bevoegdheid voor deze laatste om daarnaast nakoming en/of de eventueel meer geleden schade te vorderen.

  • b.

    Op gelijke wijze als hierboven onder a. is bepaald, verbindt de koper zich jegens de gemeente tot het bedingen bij wijze van derdenbeding van de nieuwe eigenaar of beperkt gerechtigde dat ook deze zowel het bepaalde in de onder a. bedoelde artikelen, als de onder a. en in het onderhavige lid b. opgenomen verplichting om dit door te geven, zal opleggen van diens rechtsopvolgers onder bijzondere titel.

    Elke opvolgende vervreemder neemt daarbij namens en ten behoeve van de gemeente het beding aan.

Artikel 3.24 Kwalitatieve verplichting

De in de verkoopovereenkomst als kwalitatieve verplichting aangewezen en door de koper als zodanig uitdrukkelijk aanvaarde artikelen blijven rusten op de onroerende zaak en zullen van rechtswege overgaan op degene(n) die het goed onder bijzondere titel zal/zullen verkrijgen, waarbij tevens wordt bepaald dat mede gebonden zullen zijn degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik van de onroerende zaak zullen verkrijgen.

Aangezien van de koopovereenkomst tussen partijen een notariële akte wordt opgemaakt die daarna zal worden ingeschreven in de openbare registers, is voldaan aan de eis van artikel 6:252, lid 2 BW.

Ondertekening

Oldebroek, 21 juli 2020

Burgemeester en wethouders van Oldebroek,

burgemeester

secretaris