Regeling vervallen per 04-05-2011

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Schipleidelaan 2004

Geldend van 04-05-2011 t/m 03-05-2011

Intitulé

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Schipleidelaan 2004

De raad van de gemeente Oldenzaal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2003, nr. 43/11;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de Wet en het Besluit op de lijkbezorging;

b e s l u i t :

vast te stellen de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Schipleidelaan 2004.

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats aan de Schipleidelaan;

college: het college van burgemeester en wethouders;

eigen graf: een graf, grafkelder en een islamitisch graf daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • -

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    het doen verstrooien van as;

algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot:

  • -

    het doen begraven van lijken;

  • -

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

kindergraf: een graf, waarvoor alleen ten behoeve van kinderen tot en met 12 jaar aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • -

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    het doen verstrooien van as;

eigen urnenkelder: een kelder waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen met of zonder urnen;

verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

eigen gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

grafbedekking: gedenkteken/grafmonument en/of grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats;

beheerder: de persoon die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen eigen graf

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover van belang onder 'eigen graf' mede verstaan: eigen kindergraf, eigen urnennis, eigen urnenkelder en eigen gedenkplaats.

HOOFDSTUK 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 3 Openstelling begraafplaats

  • 1. De begraafplaats is voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende de door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Zij maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1. Het is verboden op de begraafplaats nodeloos rumoer te maken of zich anderszins onbetamelijk te gedragen.

  • 2. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van het college, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten.

  • 3. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen anders dan voor een begrafenis of voor het vervoeren van materialen;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur.

  • 4. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van lid 3.

  • 5. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 6. Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 5 Plechtigheden

  • 1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de ambtenaar van de burgerlijke stand zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2. Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.

  • 3. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 8 Geluidsapparatuur

  • 1. Het gebruik van de geluidsapparatuur moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de apparatuur gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2. De geluidsapparatuur staat voor iedere plechtigheid gedurende een vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.

Artikel 9 Over te leggen stukken

  • 1. Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de ambtenaar van de burgerlijke stand te worden overgelegd, ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3. Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 18, tweede lid.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5. De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is:

    • -

      op werkdagen van 08.00 tot 15.00 uur;

    • -

      op zaterdagen van 10.00 tot 13.00 uur.

  • 2. Het college kan de in het eerste lid genoemde tijden beperken, en nadere regels stellen.

  • 3. Het college kan in bijzondere gevallen van de in het eerste lid genoemde tijden afwijken

HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN

Artikel 11 Indeling graven en asbezorging

  • 1. Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      eigen graven en eigen kindergraven;

    • b.

      eigen urnennissen en eigen urnenkelders;

    • c.

      eigen gedenkplaatsen.

  • 2. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven en hoeveel verstrooiingen van as er op of in de eigen graven kunnen plaatshebben. Zij bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 12 Verstrooiingsplaats

  • 1. Verstrooiing van as vindt plaats op een door het college op de begraafplaats aangewezen terrein.

  • 2. Op en nabij dit terrein is geen grafbedekking toegestaan.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de inrichting van deze verstrooiingsplaats.

Artikel 13 Aantal overledenen in algemene graven

  • 1. In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.

  • 2. In algemene graven kan een door het college te bepalen aantal asbussen met of zonder urnen worden bijgezet.

Artikel 14 Volgorde van uitgifte

  • 1. De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2. Het college kan een eigen graf toewijzen anders dan voor directe begraving, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 15 Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen graven onderverdelen in categorieën. Zij bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 16 Termijnen

  • 1. Het college verleent, voorzover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig of dertig jaar het recht op een eigen graf, eigen kindergraf en eigen urnenkelder. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf, eigen kindergraf of eigen urnenkelder is uitgegeven.

  • 2. Het college verleent, voorzover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien jaar het recht op een eigen urnennis. De termijn begint te lopen op de datum waarop de eigen urnennis is uitgegeven.

  • 3. Het in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaren, mits de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 4. De opdracht voor plaatsing van een asbus in de eigen urnennis zoals in lid 2 is genoemd, is tevens opdracht tot verstrooiing na het verstrijken van de termijn van 10 jaren mits niet is overgegaan tot verlenging of andere keuze voor de asbestemming.

  • 5. Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 18, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 6. Het college stelt grafruimte ter beschikking voor algemene graven voor een termijn van tien jaar. Verlenging van de termijn is niet mogelijk.

Artikel 17 Grafkelder

  • 1. Op schriftelijke aanvraag kan het college aan de rechthebbende op een eigen graf, een grafkelder uitgeven.

  • 2. De grafkelder wordt door de gemeente geplaatst.

Artikel 18 Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het in het 1e en 2e lid van artikel 16 bedoelde recht kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het in het 1e en 2e lid van artikel 16 bedoelde recht worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen.

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kan het college het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 19 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het in het 1e en 2e lid van artikel 16 bedoelde recht. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

HOOFDSTUK 5 GRAFBEDEKKING

Artikel 20 Vergunning grafbedekking

  • 1. Voor het hebben van een grafbedekking is schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2. De rechthebbende van een eigen graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan. Bij algemene graven wordt de vergunning op naam van de aanvrager van de begrafenis gesteld.

  • 3. Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, het tijdstip van plaatsing van de grafbedekking, de aard, de afmetingen en de wijze van aanbrengen kan het college nadere regels vaststellen.

  • 4. Het college kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 5. Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 6. Het bepaalde in artikel 24, lid 4, is overeenkomstig van toepassing op een eigen graf of algemeen graf.

Artikel 21 Tijdelijke grafbedekking

  • 1. Voor het plaatsen en hebben van een tijdelijke grafbedekking is geen vergunning nodig van het college.

  • 2. De tijdelijke grafbedekking bedoeld onder lid 1 moet binnen één jaar na begraving van lijken of het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen of het doen verstrooien van as, van het graf verwijderd worden.

  • 3. Het college stelt nadere regels betreffende de aard en afmeting van deze tijdelijke grafbedekking.

  • 4. De tijdelijke grafbedekking wordt, na het verstrijken van de termijn genoemd in lid 2, door de beheerder van de begraafplaats verwijderd.

Artikel 22 Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende grafbeplantingen en losse voorwerpen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 23 Verwijdering grafbedekking

  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het college worden verwijderd.

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door het college bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.

  • 3. Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft het gedenkteken/grafmonument na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 20 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4. Het gedenkteken/grafmonument vervalt aan de gemeente indien:

    • -

      geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken;

    • -

      het gedenkteken/grafmonument niet binnen 12 weken nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

Artikel 24 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2. Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college van burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde gedenkteken/grafmonument blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 4. Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.

Artikel 25 Onderhoud door de gemeente

Het college voorziet in het schoonhouden en het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken en in de zorg voor winterharde beplanting.

HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 26 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt zij mee wanner de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maakt zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.

  • 2. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden herbegraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats.

  • 3. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.

    Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 4. De rechthebbende op een eigen graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze elders opnieuw te doen begraven.

    De rechthebbende op een eigen urnenkelder of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

HOOFDSTUK 7 GEDEELTE VOOR KERKGENOOTSCHAP

Artikel 27 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

  • 1. Het college kan na overleg met het bestuur van een kerkgenootschap een deel van de begraafplaats aan het kerkgenootschap beschikbaar stellen.

  • 2. Het college kan na overleg met het bestuur van een kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats, nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 11, tweede lid, 14 en 20, tweede lid van deze verordening.

  • 3. Het bestuur van een kerkgenootschap kan het college schriftelijk verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op een of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.

  • 4. Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stelt het college het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.

HOOFDSTUK 8 INSTANDHOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 28 Lijst

  • l. Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3. Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

HOOFDSTUK 9 INRICHTING REGISTER

Artikel 29 Voorschriften

Het college stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as. Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

HOOFDSTUK 10 SLOTBEPALINGEN

Artikel 30 Intrekking oude regeling

De Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Schipleidelaan 2000, vastgesteld op 3 februari 2002, nr. 257 wordt ingetrokken.

Artikel 31 Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Schipleidelaan 2000 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Schipleidelaan 2000 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 32 Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 33 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met toepassing van de spoedprocedure zoals bedoeld in artikel 25, eerste lid van de Tijdelijke referendumwet in werking op 1 januari 2004.

Artikel 34 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Schipleidelaan 2004”.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2003,
de griffier a.i., de voorzitter,

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING