Mandaatregeling van het Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur, en de voorzitter aan de directeur van de Omgevingsdienst Regio Arnhem

Geldend van 28-03-2013 t/m heden

Intitulé

Mandaatregeling van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de voorzitter aan de directeur

Het Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur en de voorzitter van de Omgevingsdienst regio Arnhemieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft,



gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

gelet op de artikelen 14, 18 en 20 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regioArnhem;



Besluiten vast te stellen:



De regeling houdende de verlening van mandaat en volmacht aan de directeur van deOmgevingsdienst.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

    

  • a.

    ambtelijke organisatie: de ambtelijke organisatie van de Omgevingsdienst;

  • b.

    algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst;

  • c.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst;

  • d.

    voorzitter: de voorzitter van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 19 van degemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Arnhem;

  • e.

    directeur: de directeur van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 25 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Arnhem

  • f.

    ambtenaar: hij die door of vanwege de omgevingsdienst is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan.             

  • g.

    Omgevingsdienst: het openbaar lichaam Omgevingsdienst regio Arnhem, bedoeldin artikel 3 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Arnhem;



Artikel 2 Algemeen

Bij de uitoefening van de bevoegdheden in mandaat wordt het daaromtrent gestelde bij of krachtenswetten, verordeningen, regelingen, besluiten,aanwijzingen en richtlijnen, hoe ook genaamd, van Europese, rijks, provinciale en gemeentelijke wetgevers of andere bestuursorganen in acht genomen.

Artikel 3 Mandaat

  • 1. Aan de directeur wordt mandaat verleend voor de bevoegdheid tot:       

    • a.

       het benoemen, schorsen en ontslaan van functionarissen van de ambtelijke organisatie,alsmede het nemen van andere individuele rechtspositionele besluiten met betrekking totambtenaren, behoudens de plaatsvervangend secretaris;

    • b.

      het aangaan van detacheringsovereenkomsten;

    • c.

      het aanmerken van een ongeval als bedrijfsongeval;

    • d

      het nemen van besluiten op grond van de Wet verbetering poortwachter en de Arbeidsomstandighedenwet;

    • e.

      het beslissen tot het aangaan van overeenkomsten tot een bedrag van € 100.000,- ten behoeve van de bedrijfsvoering van de Omgevingsdienst;

    • f.

      beslissen op verzoeken op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur voor zover het om autonome bevoegdheden van de Omgevingsdienst gaat. 

  • 2. Onder functionarissen van de ambtelijl<e organisatie als bedoeld in het eerste lid aanhef en onder a, worden mede die functionarissen verstaan met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan.

    

Artikel 4 Reikwijdte mandaat, volmacht- of machtigingsverstrekking

  • 1. Indien het algemeen bestuur, dagelijks bestuur of de voorzitter mandaat, volmacht of machtiging verleent ten aanzien van de uitvoering van een bevoegdheid, geschiedt deze verlening in de ruimste zin des woords voor zover direct te maken hebbend met de opgedragen taken en onverminderd het bepaalde in artikel 2.

  • 2. De uitoefening van bevoegdheden in mandaat, verleend bij of krachtens dit besluit, geschiedt met inachtneming van de ter zake schriftelijk vastgelegde  instructies per geval of in algemene zin van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur dan wel de voorzitter overeenkomstig het mandaatregister.    

  • 3. Waar volmacht is verleend tot het besluiten en verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling aan een gevolmachtigde wordt daarmee ook de  bevoegdheid verleend tot  bewaking van uitvoering van die rechtshandeling, waartoe worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een  overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden, met uitzondering van de beslissing tot het voeren van  een rechtsgeding.  

    

Artikel 5 Kaders uitoefening bevoegdheden

De directeur maakt van het aan hem verleende mandaat geen gebruik indien:       

  • a.

     het besluit genomen moet worden met toepassing van de In artikel 4:84 van de  Algemene wet bestuursrecht vervatte Inherente afwijkingsbevoegdheid;           

  • b.

    de financiële consequenties van het besluit naar verwachting het daartoe in de door  het algemeen bestuur vastgestelde begroting bestemde budget overschrijden;           

  • c.

    er persoonlijke betrokkenheid van de directeur bij het te nemen besluit bestaat;

  • d.

    de uitoefening van de bevoegdheden ingrijpende gevolgen voor de Omgevingsdienst kan hebben, of indien het algemeen bestuur vooraf om inlichtingen verzoekt.           



Artikel 6 Informatieplicht

De directeur verschaft het algemeen bestuur, dagelijks bestuur dan wel de voorzitter op diens verzoek informatie over de uitvoering van de aan hem gemandateerde bevoegdheden.



Artikel 7 Volmacht en machtiging

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover van  toepassing, met mandaat gelijkgesteld:         

  • a.

    de verlening van volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, en

  • b.

     de machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit noch eenprivaatrechtelijke rechtshandeling zijn.





Artikel 8 Ondermandaat

  • 1. De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in artikel 3, eerste lid, in ondermandaat verlenen aan functionarissen in dienst van of werkzaam voor de Omgevingsdienst.

        

  • 1. De directeur gaat niet over tot het opdragen in ondermandaat dan na verkregen toestemming van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter. 

    

Artikel 9 Ondertekening

In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht dat het besluit is genomen krachtens mandaat of volmacht. Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden:



"Het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst regio Arnhem

namens deze:"

De directeur van de Omgevingsdienst regio Arnhem,

gevolgd door de handtekening, functie en naam van de gemandateerde, gevolmachtigde ofgemachtigde.



OF

"Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst regio Arnhem,

namens deze:"

De directeur van de Omgevingsdienst regio Arnhem,

gevolgd door de handtekening, functie en naam van de gemandateerde, gevolmachtigde ofgemachtigde.



OF

"De voorzitter van de Omgevingsdienst regio Arnhem, namens deze:"

De directeur van de Omgevingsdienst regio Arnhem,

gevolgd door de handtekening, functie en naam van de gemandateerde, gevolmachtigde ofgemachtigde.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag volgend op de dag van bekendmaking.

  • 1. Dit besluit wordt aangehaald als: 'Regeling houdende de verlening van mandaat en volmacht aan de directeur van de Omgevingsdienst regio Arnhem 2012.'

    

                                                                                             

Ondertekening

Aldus besloten in de oprichtingsvergadering van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van
de Omgevingsdienst regio Arnhem,
Het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Regio Arnhem
de voorzitter,
mevrouw M.J. van Gastel
de waarnemend secretaris,
de heer ing. J.B.H. Robben
Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Regio Arnhem
de voorzitter,
mevrouw M.J. van Gastel
de waarnemend secretaris,
de heer ing. J.B.H. Robben
De voorzitter van de Omgevingsdienst Regio Arnhem
de voorzitter,
mevrouw M.J. van Gastel