Regeling vervallen per 26-01-2022

Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Oost Gelre 2021

Geldend van 21-01-2021 t/m 25-01-2022 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Oost Gelre 2021

Het college van burgemeester en wethouders van Oost Gelre;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Oost Gelre;

Besluit:

De volgende “Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Oost Gelre 2021” vast te stellen:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    Wko: Wet kinderopvang;

  • b.

    ASV: Algemene subsidieverordening Oost Gelre;

  • c.

    KOT: kinderopvangtoeslag;

  • d.

    aanvrager: de aanbieder van gecertificeerde voorschoolse voorziening;

  • e.

    doelgroep: peuters in de leeftijd van 2 jaar en 3 maanden tot 4 jaar;

  • f.

    gecertificeerde voorschoolse voorziening: een voorziening voor peuteropvang in Oost Gelre die zowel aan de geldende wettelijke eisen, als aan de overige in Oost Gelre van toepassing zijnde kwaliteitseisen voldoet. De voorziening is in het LRK geregistreerd als kinderdagverblijf;

  • g.

    Inkomensafhankelijke bijdrage: voor de eerste 8 uur per week betalen ouders een inkomensafhankelijke bijdrage. Deze is afhankelijk van het bruto jaarinkomen. Hiervoor volgt de aanvrager de ouderbijdragetabel van de kinderopvang die jaarlijks door het Rijk wordt vastgesteld. De aanvullende uren voor peuters met een VVE-indicatie komen volledig voor rekening van de gemeente Oost Gelre;

  • h.

    LRK: landelijk register kinderopvang;

  • i.

    ouder: persoon met ouderlijk gezag;

  • j.

    peuter: een kind in de leeftijd van 2 jaar en 3 maanden tot 4 jaar dat een peuteropvangplaats heeft op een gecertificeerde voorschoolse voorziening;

  • k.

    peuteropvang: een kindplaats met een omvang van maximaal 8 uur per week verdeeld over 2 dagdelen op een gecertificeerde voorschoolse voorziening, waar het kind een programma voor voor- en vroegschoolse educatie aangeboden krijgt. Peuteropvang kan geen onderdeel zijn van een op die dag langer durend kinderopvangprogramma op de locatie van de gecertificeerde voorschoolse voorziening. Peuters die een VVE-indicatie hebben, ontvangen gratis een aanvullend aanbod van 4 tot maximaal 8 uur extra per week verdeeld over 1 of 2 dagdelen;

  • l.

    subsidie: een bedrag dat via de aanvrager beschikbaar wordt gesteld aan ouders, waarbij eventuele vergoedingen via de belastingdienst verrekend worden. Indien geen fiscale compensatie mogelijk is, wordt een ouderbijdrage via de aanbieder verrekend;

  • m.

    VVE-indicatie: een door JGZ (consultatiebureau) afgegeven verklaring dat een peuter aan de voorwaarden voldoet om voor een aanvullend aanbod in aanmerking te komen;

Artikel 2. Doel

De doelstelling van deze subsidieregeling is om door middel van subsidieverstrekking te zorgen voor een kwalitatief goed aanbod van peuteropvang. Dit voor de stimulering van de ontwikkeling van peuters en als voorbereiding op de basisschool. Voor peuters met een VVE-indicatie geldt de aanvullende doelstelling dat deze via een aanvullend aanbod met een zo klein mogelijke achterstand aan het basisonderwijs beginnen.

Artikel 3. Subsidieplafond

De hoogte van het subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld door het college. Voor 2021 is dit subsidieplafond € 241.521. Indien er voor meer peuteropvangplekken subsidie wordt aangevraagd dan volgens het budget beschikbaar is, wordt de subsidie naar rato van het marktaandeel op 1 mei van het betreffende jaar van de aanvragers verdeeld.

Hoofdstuk 2 Subsidiabele activiteiten

Artikel 4. Criteria

  • 1.

    Het aanbod van voorschoolse opvang voor reguliere peuters:

    • a.

      is maximaal 8 uur per week verdeeld over 2 dagdelen van 4 uur;

    • b.

      gedurende maximaal 40 weken per jaar.

  • 2.

    Het aanbod van voorschoolse opvang voor peuters met een VVE-indicatie:

    • a.

      is minimaal 12 uur en maximaal 16 uur per week verdeeld over minimaal 3 en maximaal 4 dagdelen van 4 uur;

    • b.

      gedurende maximaal 40 weken per jaar.

    • c.

      Voor de opvang van reguliere peuters en peuters met een VVE-indicatie geldt dat de begin- en eindtijden gelijk zijn.

Artikel 5. Maximum uurtarief peuteropvang

  • 1.

    Het maximum uurtarief waarvoor subsidie peuteropvang kan worden verstrekt is € 9,66 per uur (normtarief kinderopvang 2021 ad € 8,46 + opslag ad € 1,20).

  • 2.

    In afwijking van lid 1 bedraagt het maximumuurtarief voor een peuter waarvoor door de Jeugdgezondheidszorg een zgn. VVE-indicatie is afgegeven, € 9,90 (maximum uurtarief ad € 9,66 + extra opslag € 0,24 voor bijkomende werkzaamheden).

  • 3.

    Het college kan jaarlijks het maximum uurtarief bijstellen.

Artikel 6. Subsidiehoogte

  • 1.

    De aanvrager ontvangt subsidie van de gemeente voor de uitvoering van peuteropvang op basis van de ingediende begroting.

  • 2.

    De subsidie voor de peuters (niet-KOT) bestaat uit twee componenten:

    • a.

      Een aanvulling op de inkomensafhankelijke ouderbijdrage tot de landelijk vastgestelde maximale uurprijs dagopvang (normtarief kinderopvang), en

    • b.

      Een door het college vastgestelde opslag per uur voor extra voorbereidings- en evaluatietijd en de door de gemeente gehanteerde kwaliteitseisen bovenop de wettelijke minimumeisen.

  • 3.

    De subsidie voor peuters (KOT) bestaat uit een jaarlijks door het college vastgestelde opslag per uur voor extra voorbereidings- en evaluatietijd en de door de gemeente gehanteerde kwaliteitseisen bovenop de wettelijke minimumeisen.

  • 4.

    De subsidie voor het aanvullende aanbod voor peuters (KOT en niet-KOT) met een VVE-indicatie bestaat uit drie componenten:

    • a.

      De landelijk vastgestelde maximale uurprijs dagopvang (normtarief kinderopvang),

    • b.

      Een door het college vastgestelde opslag per uur voor extra voorbereidings- en evaluatietijd en de door de gemeente gehanteerde kwaliteitseisen bovenop de wettelijke minimumeisen en

    • c.

      Een door het college vastgestelde opslag per uur voor extra inzet pedagogisch medewerkers voor extra administratieve werkzaamheden voor deze groep peuters.

Artikel 7. Ouderbijdrage

  • 1.

    De aanvrager brengt aan ouders (niet-KOT) een ouderbijdrage in rekening voor de eerste 2 dagdelen peuteropvang (maximaal 8 uur per week). Hierbij volgen zij de ouderbijdragetabel van de kinderopvang welke jaarlijks door het Rijk wordt vastgesteld.

  • 2.

    De aanvrager brengt het normtarief kinderopvang in rekening bij de ouders (KOT). Op basis van dit bedrag kunnen ouders kinderopvangtoeslag aanvragen. Het bedrag dat na aftrek van de kinderopvangtoeslag overblijft is de ouderbijdrage.

  • 3.

    Ouders van peuters die een indicatie hebben voor een aanvullend aanbod betalen geen ouderbijdrage over de extra 4 tot 8 uur per week.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 8. Subsidieaanvrager

  • 1.

    De subsidie wordt aangevraagd door de aanvrager.

  • 2.

    De aanvrager bepaalt, aan de hand van de door de ouders te verstrekken actuele inkomensgegevens, welke ouders in aanmerking komen voor subsidie.

  • 3.

    De aanvrager voldoet, bovenop de eisen uit de Wko, aan het door de gemeente Oost Gelre vastgestelde kwaliteitskader (zie bijlage 1). Deze bijlage maakt onderdeel uit van deze subsidieregeling.

Artikel 9. Aanvraag en aanvraagtermijn

  • 1.

    Met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 van de ASV vraagt de aanvrager jaarlijks subsidie aan door het indienen van een vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    De aanvraag voor een subsidie wordt gedaan uiterlijk 1 september in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 3.

    De aanvraag bevat in ieder geval informatie over de onderverdeling: KOT, niet-KOT, VVE-indicatie ja/nee en een opgave van het aantal bezette dagdelen en uren per peuter.

Artikel 10. Subsidieduur

  • 1.

    De subsidie wordt betaald aan de aanbieder van de gecertificeerde voorschoolse voorziening voor maximaal 40 schoolweken.

  • 2.

    De subsidie gaat in op de eerste of de vijftiende van de maand waarin de peuter een peuteropvangplaats bezet.

  • 3.

    De subsidie eindigt met ingang van de datum waarop de peuter om welke reden dan ook de peuteropvang verlaat.

Artikel 11. Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1.

    De aanvrager dient uiterlijk vóór 1 mei de verantwoording over het voorafgaande jaar in. Voor de verantwoording dient gebruik te worden gemaakt van het door het college vastgestelde formulier.

  • 2.

    In de verantwoording dient te worden ingegaan op:

    • De daadwerkelijke besteding van het toegekende budget en de gerealiseerde verplichtingen.

    • Toelichting op significante afwijkingen ten opzichte van de begroting bij het aanvraagformulier.

  • 3.

    De gemeente toetst aan de hand van de verantwoording of de aanvrager heeft voldaan aan de verplichtingen uit deze regeling. Het college beslist binnen drie maanden na ontvangst van de verantwoording over de vaststelling van de subsidie.

  • 4.

    De subsidie wordt vastgesteld op de daadwerkelijk bestede uren per peuter aan de hand van het afgesproken uurtarief en onderverdeling naar de verschillende categorieën.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 12. Verplichtingen

  • 1.

    De aanvrager brengt de subsidie in mindering op het door de ouders van de peuters te betalen uurtarief voor het gebruik van een peuteropvangplaats.

  • 2.

    De aanvrager rapporteert tussentijds (halfjaarrapportage) aan de gemeente cumulatief per geplaatste peuter de volgende gegevens:

    • a.

      LRK-nummer en adres

    • b.

      Klantnummer

    • c.

      Startdatum van de opvang

    • d.

      Einddatum, indien relevant

    • e.

      KOT/niet-KOT

    • f.

      Aanvullend aanbod ja/nee incl. aantal uren

    • g.

      Ouderbijdrage %

In deze tussentijdse rapportage wordt de voortgang van de activiteiten aangegeven, een prognose voor de (doorlopende) activiteiten gemaakt en een inzicht in de besteding van de subsidie gegeven.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2021.

  • 2.

    Bij de inwerkingtreding van de Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Oost Gelre 2021 wordt de Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Oost Gelre 2020 versie augustus, vastgesteld op 14 juli 2020, ingetrokken.

  • 3.

    Op subsidieaanvragen voor 2020, welke in 2019 zijn ingediend, zijn de Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Oost Gelre 2020 en de Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Oost Gelre 2020 versie augustus, van toepassing.

  • 4.

    Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Subsidieregeling kindgebonden financiering peuteropvang gemeente Oost Gelre 2021`.

Kwaliteitskader voorschoolse instellingen gemeente Oost Gelre

De inspectie-eisen zijn gekoppeld aan de subsidiemogelijkheden ‘Kindgebondenbudget’. Deze subsidiemogelijkheid volgt een peuter, die gebruik maakt van een door de gemeente Oost Gelre

erkende voorschoolse voorziening uitgevoerd onder de Wet kinderopvang.

Doel : Bewaken, beheersen en verbeteren van de peuteropvang/VVE-kwaliteit in de gemeente

Oost Gelre.

Looptijd : Dit eisenpakket gaat in per 1-1-2021 en eindigt per 31-12-2021. Voor 1 november 2021

vindt er een evaluatie plaats aangaande de hieronder beschreven eisen en worden de

eisen voor kalenderjaar 2022 vastgesteld.

Nr.

Omschrijving

1.

Wettelijke kaders

Wet Kinderopvang

Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang

Basisbesluit kwaliteit voorschoolse educatie

Toezichtkader onderwijsinspectie

Controlerende instantie GGD

2.

Uitvoerende condities peuteropvang

Peuteropvang bestaat uit een aanbod van maximaal 6 uur per week verdeeld over 2 dagdelen op verschillende dagen

De peuteropvang is kortdurend en maakt geen onderdeel uit van een langer aanbod kinderopvang op de locatie.

Een dagdeel peuteropvang is een opvangaanbod voor peuters van minimaal 2,5 uur en maximaal 3,5 uur per dag.

Het totaalaantal uren voor een peuter met een VVE-indicatie is minimaal 10 uur en maximaal 12 uur per week, verdeeld over minimaal 3 dagen.

Organisaties die een aanvullend aanbod voor peuters met een VVE-indicatie aanbieden, moeten in het LRK geregistreerd staan als kinderdagverblijf met Voorschoolse educatie.

Peuteropvang wordt gegeven in een horizontale vaste groep met in principe vaste pedagogische medewerkers. Als er sprake is van een verticale stamgroep wordt deze ten behoeve van de peuteropvang gesplitst in gescheiden groepen.

Kinderen kunnen vanaf 2 jaar instromen echter vanaf 2 jaar en 3 maanden tot 4 jaar vallen kinderen onder de door de gemeente gesubsidieerde peuteropvang.

Er wordt gewerkt met een door het NJI goedgekeurde integrale VVE-methode en de pedagogisch medewerkers zijn hiervoor geschoold.

Om de ontwikkeling van de kinderen structureel te volgen wordt er gewerkt met het kind-volgsysteem overeenkomstig het protocol Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Oost Gelre.

Pedagogisch medewerkers die de peuteropvang aanbieden zijn in overeenstemming met de wettelijke eisen geschoold.

3.

Afspraken handleiding Voor- en Vroegschoolse Educatie

gemeente Oost Gelre

Doorgaande lijn:

Er wordt gewerkt overeenkomstig de afspraken beschreven in het protocol Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Oost Gelre.

Resultaten:

De resultaten van de kinderen met een VVE-indicatie worden geregistreerd en gerapporteerd overeenkomstig de gemaakte afspraken in het protocol Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Oost Gelre.

Ouders:

Organisaties die peuteropvang aanbieden beschrijven in het pedagogisch beleidsplan voor elke locatie de wijze waarop er aandacht is voor ouderbetrokkenheid.

Externe zorg:

Organisaties die peuteropvang aanbieden nemen actief deel aan de externe zorgstructuur.

Interne kwaliteitszorg voorschoolse instelling:

Organisaties die peuteropvang aanbieden beschrijven in het pedagogisch beleidsplan op welke wijze de interne kwaliteitszorg is ingericht.

Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeenteniveau

Organisaties die peuteropvang aanbieden leveren 1x per jaar de gevraagde gegevens aan bij de gemeente zoals is beschreven in het protocol VVE Gemeente Oost Gelre.

4

Organisaties die peuteropvang aanbieden, leggen in het pedagogisch beleidsplan vast op welke wijze door pedagogisch medewerkers invulling wordt gegeven aan de voorbereidings- en evaluatietijd, oudercontactmomenten en overleg momenten.

Ondertekening

Vastgesteld te Lichtenvoorde op 5 januari 2021,

Burgemeester en wethouders,

Jeroen Heerkens

Secretaris

Annette Bronsvoort

Burgemeester