Mandaatbesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Geldend van 19-05-2016 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout.

Overwegende dat:

  • het Rijk, het IPO en de VNG in 2009 afspraken hebben gemaakt om de kwaliteit van milieuvergunningverlening en -handhaving te verbeteren;

  • onderdeel van deze afspraken is het oprichten van regionale omgevingsdiensten, waarin de uitvoering van een bepaald minimum takenpakket (het basistakenpakket voor milieutaken) wordt ondergebracht. Het onderbrengen van andere taken in het kader van het omgevingsrecht is daarbij als optie open gehouden;

  • afgesproken is dat de uitvoeringsdiensten de vorm hebben van een openbaar lichaam in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen (hierna ook: Wgr);

  • het college van de gemeente Oosterhout eerder mee heeft besloten tot het oprichten van een gemeenschappelijke regeling ‘Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant’;

  • in het kader van bovengenoemde besluiten en afspraken, bevoegdheden moeten worden gemandateerd aan de directeur van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant;

Gelet op:

BESLUIT

vast te stellen:

het Mandaatbesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    burgemeester:

  • de burgemeester van de gemeente Oosterhout;

  • b.

    college:

  • het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout;

  • c.

    directeur OMWB:

  • de directeur van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 24 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant;

  • d.

    gemeente:

  • de gemeente Oosterhout;

  • e.

    Omgevingsdienst:

  • het openbaar lichaam Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant, bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant;

Artikel 2 Mandaat

  • 1. Aan de directeur OMWB wordt, voor zover het bevoegdheden van de burgemeester en het college betreft, mandaat verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende mandaatlijst.

  • 2. Aan de directeur OMWB wordt, voor zover het de in het eerste lid genoemde bevoegdheden betreft, in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot het machtigen van ambtenaren van de Omgevingsdienst voor het in rechte vertegenwoordigen van de gemeente, dan wel het ondersteunen van de vertegenwoordiger van de gemeente in gerechtelijke procedures.

  • 3. De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, behelzen niet de bevoegdheid te beslissen op bezwaarschriften, bedoeld in artikel 7:1 eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 4. De directeur neemt bij de aan hem in mandaat opgedragen bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval van de burgemeester en het college in acht, als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3 Kaders uitoefening bevoegdheden

  • 1. De directeur betrekt bij de uitoefening van de aan hem gemandateerde bevoegdheden het beleid van de burgemeester en het college ter zake, alsmede de door de gemeenteraad van de gemeente vastgestelde kaders.

  • 2. De burgemeester en het college treden bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen in overleg met de Omgevingsdienst inzake uitvoeringsaspecten indien dat beleid raakt aan de taken en bevoegdheden die de Omgevingsdienst uitvoert.

  • 3. De burgemeester en het college zenden de directeur alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

  • 4. Indien de directeur in afwijking van het bepaalde in het eerste lid wenst te besluiten, treedt hij hierover in overleg met de burgemeester of het college.

  • 5. Indien sprake is van besluiten die, naar verwachting, politiek gevoelige en/of publicitaire consequenties hebben of het een besluit is dat strategisch van belang is, geldt het mandaat niet en moet het besluit aan het college voorgelegd worden.

  • 6. Indien voor een bepaalde bevoegdheid een mandaat wordt verleend, geschiedt deze verlening in de ruimste zin des woords. Naast het nemen van besluiten in positieve of negatieve zin wordt heironder dan ook mede verstaan:

    • a.

      het nemen van alle voorbereidende besluiten c.q. ontwerpbesluiten;

    • b.

      het geven van inlichtingen c.q. houden van voorlichtingsbijeenkomsten;

    • c.

      het uitreiken van een gespecificeerd bewijs van ontvangst e.d.;

    • d.

      het vaststellen van formulieren voor het indienen van aanvragen e.d.;

    • e.

      verdagen en/of uitstellen;

    • f.

      verzoeken om aanvullende informatie;

    • g.

      het voeren van correspondentie, die direct te maken heeft met de opgedragen taken;

    • h.

      het stellen van nadere voorwaarden;

    • i.

      het bekend maken van besluiten/beschikkingen, daar waar de verplichting daartoe in de wetgeving is opgenomen;

    • j.

      het toezenden van besluiten/beschikkingen, daar waar de verplichting daartoe in de wetgeving is opgenomen;

    • k.

      voeren van algemene correspondentie (o.a. toezending bezoekverslagen);

    • l.

      uitvoeren van de doorzendplicht.

Artikel 4 Informatieplicht

  • 1. Een ieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat of ondermandaat is verleend informeert de burgemeester of het college bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden.

  • 2. De directeur en de burgemeester of het college overleggen regelmatig over de planning, de aantallen en de kwaliteit van de te nemen en reeds genomen besluiten door de directeur namens de burgemeester en het college.

Artikel 5 Ondermandaat

  • 1. De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in artikel 2, in ondermandaat opdragen aan medewerkers op het niveau van leidinggevenden.

  • 2. Artikel 2, artikel 3 en artikel 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de uitoefening van bevoegdheden in ondermandaat.

Artikel 6 Afwezigheid gemandateerde

  • 1. Ingeval van afwezigheid van de gemandateerde worden de verleende bevoegdheden uitgeoefend door zijn plaatsvervangers of waarnemers.

  • 2. Indien een bevoegdheid is uitgeoefend door een plaatsvervanger of waarnemer, dient dit in de ondertekening tot uitdrukking te worden gebracht door gebruikmaking van de woorden ‘plaatsvervangend’ of ‘waarnemend’.

Artikel 7 Machtiging

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover van toepassing, en in verband met de activiteiten waarvoor mandaat wordt verleend, met mandaat gelijkgesteld de machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 8 Ondertekening

In de krachtens mandaatverlening genomen besluiten wordt tot uitdrukking gebracht dat zij namens het college zijn genomen.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1. Dit besluit vervangt het besluit van 16 december 2013 en treedt in werking met ingang van de dag nadat het overeenkomstig artikel 3:42, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is bekendgemaakt.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant.

Ondertekening

Aldus besloten door de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout op

19 april 2016.

de secretaris,
Mr P.J. de Ridder
de burgemeester,
Mr drs S.W.Th. Huisman
de burgemeester,
Mr drs S.W.Th. Huisman
Voor instemming ingevolge artikel 10:4 Awb:
Dagelijks Bestuur Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
Voorzitter,
Secretaris
De interim-directeur van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
Mevrouw Y. Van Delft

BIJLAGE: GEMANDATEERDE BEVOEGDHEDEN

Nr.

Omschrijving bevoegdheid

Betrokken orgaan

Mandaat/volmacht/machti-

Specifieke bepalingen / voorwaarden

ging van de bevoegdheid aan

WET MILIEUBEHEER (Wm), Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Algemene wet bestuursrecht (Awb), Woningwet en Bouwbesluit 2012

1

Verzoeken om aanvraag omgevingsvergunning voor een milieuinrichting aan te vullen

College van B&W

Directeur OMWB

2

Het afhandelen op meldingen ingevolge de Wm of een (mede daarop gebaseerde) amvb.

College van B&W

Directeur OMWB

3

Besluiten over het stellen nadere eisen of maatwerkvoorschriften op grond van de Wm of een (mede daarop gebaseerde) amvb, met uitzondering van procedures waarin zienswijzen en/of een negatief advies zijn/is ingebracht.

College van B&W

Directeur OMWB

4

Het beslissen op aanvragen op grond van de Wabo voor activiteiten die uitsluitend betrekking hebben op artikel 2.1 lid 1 onder e. en i. Wabo (zie uitzonderingen bij specifieke voorwaarden).

College van B&W

Directeur OMWB

Indien sprake is van een groepsrisico in het kader van het Bevi, geldt het mandaat niet.

5

Het beslissen op een aanvraag als bedoeld in artikel 2.6 Wabo (revisievergunning), uitsluitend voor zover dit betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder e. en i. van de Wabo.

College van B&W

Directeur OMWB

6

Het vragen van adviezen als bedoeld in artikel 2.26 Wabo en H6 Bor

College van B&W

Directeur OMWB

7

Het vragen van een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27 Wabo en H6 Bor

College van B&W

Directeur OMWB

8

Het beslissen over aanvragen met betrekking tot het wijzigen of intrekken van vergunningen als bedoeld in artikel 2.31 en 2.33 Wabo voor zover deze betrekking hebben op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder e. en i. van de Wabo.

College van B&W

Directeur OMWB

9

Besluiten tot het buiten behandeling laten van een aanvraag op grond van 4:5 Awb voor zover deze betrekking hebben op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder e. en i. van de

Wabo.

College van B&W

Directeur OMWB

aanvullende gegevens niet ingediend of onvolledig/onvoldoende

10

Besluiten tot het buiten behandeling laten van een aanvraag op grond van artikel 3.18 Wabo voor zover deze betrekking hebben op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder e. van de

Wabo.

College van B&W

Directeur OMWB

Coördinatie met Waterwet bij ippc inrichtingen

11

Besluiten tot het buiten behandeling laten (7.28 lid 2 Wm, relatie met de mer-beoordeling) van de aanvraag voor zover de aanvraag toeziet op een activiteit genoemd in 2.1 lid 1 onder e en i Wabo.

12

Intrekken van een omgevingsvergunning op grond van artikel 3.23 Wabo, na opdracht hiertoe van de gemeente en voor zover deze betrekking hebben op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder e. en i. van de Wabo, na opdracht hiertoe van de gemeente.

College van B&W

Directeur OMWB

Coördinatie met Waterwet bij ippc inrichtingen

13

Besluiten over het wijzigen van voorschriften aan een omgevingsvergunning voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder e. en i. van de Wabo en (gedeeltelijk) intrekken van een dergelijke omgevingsvergunning op grond van de artikelen 2.31 en 2.33 Wabo, in opdracht van de gemeente en anders dan als sanctie, en uitgezonderd de procedures waarin zienswijzen en/of een negatief advies zijn/is ingebracht.

College van B&W

Directeur OMWB

14

Actualiseren van omgevingsvergunningen voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder e. en i. van de Wabo, op grond van artikel 2.30 Wabo na opdracht van de gemeente en met uitzondering van procedures waarin zienswijzen en/of negatief advies zijn/is uitgebracht.

College van B&W

Directeur OMWB

15

Het aanwijzen van toezichthouders van de OMWB, belast met toezicht op naleving van hetgeen bij of krachtens de volgende wetgeving is bepaald:

Algemene wet bestuursrecht, het Besluit bodemkwaliteit, het

Besluit risico’s zware ongevallen 2015, het Bouwbesluit, de

Bouwverordening, de Brandbeveiligingsverordening, de Huisvestingswet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet bodembescherming, de Wet milieubeheer, de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de Woningwet, de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Oosterhout, alsmede de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten, circulaires en regelingen.

College van B&W/ burgemeester

Directeur OMWB

16

Aanwijzen toezichthouders voor toezicht op naleving Havenbeveiligingswet en op die wet gebaseerde uitvoeringsregelingen.

College van B&W

Directeur OMWB

17

Toezenden of uitreiken ontvangstbevestiging van de sloopmelding.

College van B&W

Directeur OMWB

Betreft:

-beoordeling melding

onder andere het asbestinventarisatierapport;

-ontvangstbevestiging;

-besluit.

Toezenden of uitreiken ontvangstbevestiging van de sloopmelding indien de melding betrekking heeft op de verwijdering van

asbest in het kader van de uitoefening van een bedrijf op grond

van het Bouwbesluit.

Besluiten inzake het stellen van nadere voorwaarden op grond van artikel 1.29 lid 1 en 2 Bouwbesluit 2012, na een sloopmelding als bedoeld in artikel 1.26 Bouwbesluit 2012.

Besluiten inzake het wijzigen van nadere voorwaarden op grond van artikel 1.30 Bouwbesluit 2012, na een sloopmelding als bedoeld in artikel 1.26 Bouwbesluit 2012.

Besluiten inzake het stellen en het wijzigen van nadere voorwaarden na een sloopmelding indien de melding betrekking heeft op de verwijdering van asbest in het kader van de uitoefening van een bedrijf op grond van het Bouwbesluit.

Toezenden brief Niet acceptatie sloopmeldingen (melding voldoet niet aan indieningsvereisten artikel 1.26 lid 6 van het Bouwbesluit 2012).

HANDHAVING

18

Vooraankondiging op aanschrijving last onder bestuursdwang of dwangsom gericht op naleving van:

-artikel 2.1 lid 1 onder e en i Wabo en de op grond van dit artikelverleende omgevingsvergunningen,

-het gestelde in artikel 8.40 en 8.41 Wm en de daaraan gerelateerde amvb’s,

-het gestelde in het Besluit risico’s zware ongevallen 2015 endaarbij behorende regelingen,

-het gestelde in het Bouwbesluit 2012, de Woningwet, alsmedede daarbij behorende uitvoeringsbesluiten, circulaires en regelingen, voor zover betrekking hebbend op het slopen van bouwwerken.

College van B&W

Directeur OMWB

19

Het opleggen van een last onder (spoed)bestuursdwang of (spoed)dwangsom, gericht op naleving van:

College van B&W

Directeur OMWB

Voorzover besluit ligt binnen de vastgestelde

-artikel 2.1 lid 1 onder e en i Wabo en de op grond van dit artikel

gemeentelijke kaders.

verleende omgevingsvergunningen,

Daarbuiten blijft alleen

-het gestelde in artikel 8.40 en 8.41 Wm en de daaraan gerelateerde amvb’s,

-het gestelde in het Besluit risico’s zware ongevallen 2015 endaarbij behorende regelingen,

-het gestelde in het Bouwbesluit 2012, de Woningwet, alsmedede daarbij behorende uitvoeringsbesluiten, circulaires en regelingen, voor zover betrekking hebbend op het slopen van bouwwerken.

het college bevoegd.

20

Mededelen van het voldoen aan een aanschrijving of het intrekken van een last onder bestuursdwang of dwangsom zoals genoemd onder punt 19.

College van B&W

Directeur OMWB

21

Het beslissen tot het stopzetten van handhaving, (bestuursdwang of dwangsom) met betrekking tot de besluiten zoals genoemd onder punt 19.

College van B&W

Directeur OMWB

22

Het beslissen op verzoeken om handhaving gericht op de naleving van:

College van B&W

Directeur OMWB

Voorzover besluit ligt binnen de vastgestelde

-artikel 2.1 lid 1 onder e en i Wabo en de op grond van dit artikel

gemeentelijke kaders.

verleende omgevingsvergunningen,

Daarbuiten blijft alleen

-het gestelde in artikel 8.40 en 8.41 Wm en de daaraan gerelateerde amvb’s,

-het gestelde in het Besluit risico’s zware ongevallen 2015 endaarbij behorende regelingen.

het college bevoegd.

23

Nemen van een beschikking tot vaststelling en invordering van de kosten van bestuursdwang met betrekking tot besluiten zoals genoemd onder punt 19.

College van B&W

Directeur OMWB

24

Besluiten op een verzoek tot het toepassen van bestuursdwang (art. 5:31a Awb) met betrekking tot de besluiten zoals genoemd onder punt 19.

College van B&W

Directeur OMWB

25

Nemen van een beschikking omtrent de invordering van een dwangsom (5:37 Awb).

College van B&W

Directeur OMWB

26

(voor)aankondiging last onder bestuursdwang of dwangsom in verband met overtreding artikel 2:29 APV (sluitingstijd horeca).

Burgemeester

Directeur OMWB

27

Indien de handelingen en besluiten zoals bedoeld onder de hierboven genoemde punten 20 t/m 26 voor een ondergeschikt gedeelte ook betrekking hebben op niet-milieugerelateerde acti-

College van B&W

Directeur OMWB

Alleen na overleg met en op aanwijzing van gemeente.

viteiten, zoals hieronder limitatief worden opgesomd, hebben deze mandaten ook betrekking op deze bevoegdheden.:

Alleen bij gecombineerde aanschrijvingen

-Artikel 2.1, lid 1, onderdeel a, Wabo (bouwen zonder vergun-

waar de niet-milieugere-

ning).

lateerde onderdelen

-Artikel 2.1, lid 1, onderdeel b, Wabo (uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, zonder vergunning).

slechts minimaal aanwezig zijn, en/of geen

-Artikel 2.1, lid 1, onderdeel c, Wabo (strijdig planologisch gebruik zonder vergunning).

-Artikel 2.1, lid 1, onderdeel d, Wabo (het in gebruik nemen vaneen bouwwerk, zonder vergunning voor brandveiligheid).

complex karakter hebben.

- Artikel 2.3, onderdeel b, Wabo, alleen voor zover dit betrekkingheeft op onderdelen, zoals genoemd in artikel 2.1, lid 1 onder a t/m d, Wabo (handelen in strijd met een voorschrift van een omgevingsvergunning);

Handelen in strijd met artikel 1b en artikel 2 Woningwet (handelen in strijd met de voorschriften van het Bouwbesluit). - Handelen in strijd met artikel 7b Woningwet (handelen in strijd met de voorschriften van de Bouwverordening Oosterhout)

28

Het uitoefenen van toezicht op de naleving van het bij of krach- tens de Wabo en de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten juncto 5.2 van deze wet

29

Het voeren van correspondentie in het kader van toezicht en handhaving, waaronder in ieder geval begrepen:

a. een bezoekbevestigingsbrief

b.een voorwaarschuwingsbriefvorderingen om informatie in het kader van de controle op de naleving van regelgeving, alsmede de reacties op de in dit kader toegezonden informatie (art. 5.16 Awb)

30

Het naar aanleiding van de kenbaar gemaakte zienswijze afzien van bestuurlijk optreden

31

Het nemen van besluiten op grond van artikel 5:27 Awb welke zijn benodigd ten behoeve van de toepassing van bestuursdwang

32

Besluit tot:

a. starten van verhaalsprocedure voor kosten bestuursdwang (inclusief conservatoir beslag) of het afzien van kostenverhaal;

b. vaststellen van de hoogte van de verschuldigde kosten in verband met het toepassen van bestuursdwang (art. 5:25, lid 6 Awb);

c. invordering dwangsom, restitutie van te veel betaaldedwangsombedragen, vermindering of het afzien van invordering van de dwangsom;

het treffen van een betalingsregeling in het kader van de onder c genoemde verhaalsprocedure, of in het kader van de inning van verbeurde dwangsommen

e. beslaglegging in het kader van executie van een dwangbevel,met betrekking tot een dwangsombesluit inroepen retentierecht

a. starten van verhaalsprocedure voor kosten bestuursdwang (inclusief conservatoir beslag) of het afzien van kostenverhaal;

b. vaststellen van de hoogte van de verschuldigde kosten in verband met het toepassen van bestuursdwang (art. 5:25, lid 6 Awb);

c. invordering dwangsom, restitutie van te veel betaaldedwangsombedragen, vermindering of het afzien van invordering van de dwangsom;

het treffen van een betalingsregeling in het kader van de onder c genoemde verhaalsprocedure, of in het kader van de inning van verbeurde dwangsommen

e. beslaglegging in het kader van executie van een dwangbevel,met betrekking tot een dwangsombesluit inroepen retentierecht