Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012

Geldend van 01-07-2012 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012

De raad van de gemeente Ooststellingwerf;

nr. C.21

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 april 2012;

gelet op artikel 8, eerste lid, onder g, en tweede lid, onder d en artikel 35, vijfde lid van de Wet werk en bij-stand;

overwegende dat,

de raad bij verordening nadere regels stelt voor het verlenen van categoriale bijzondere bijstand voor maat-schappelijke participatie van het schoolgaande kind;

b e s l u i t :

vast te stellen de

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE SCHOOLGAANDE KINDEREN 2012

 

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

  • 2 In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand;

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van Ooststellingwerf;

    • c.

      de raad: de gemeenteraad van Ooststellingwerf;

    • d.

      bijdrage: de categoriale bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 35, lid 5, van de wet.

    • e.

      sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteit: een maatschappelijke, educatieve, sportieve of culturele activiteit die beoogt een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken.

Artikel 2 Maatschappelijke participatie

Uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie van een ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, komen in aanmerking voor bijstandsverlening op grond van deze verordening. Met maatschappelijke participatie wordt bedoeld dat het oogmerk van bijstandsverlening dient te zijn het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement.

Hoofdstuk 2 VOORWAARDEN

Artikel 3 Doelgroep

  • 1 Uitsluitend een belanghebbende zoals bedoeld in artikel 35 lid 5 WWB, met een in aanmerking te nemen inkomen dat niet uitkomt boven een door het college vast te stellen percentage van de geldende bijstandsnorm, komt in aanmerking voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening.

  • 2 Uitsluitend kosten voor sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteiten in verband met ‘maatschappelijke participatie’ zoals bedoeld in artikel 2 komen in aanmerking voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening.

Artikel 4 Uitvoering

  • 1 Het college stelt met betrekking tot de uitvoering van deze verordening beleidsregels vast.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde beleidsregels bevatten regels voor vaststelling van:

    • a.

      het percentage bedoeld in artikel 3 eerste lid van deze verordening, waarbij dit percentage in ieder geval niet hoger wordt vastgesteld dan 110 procent van de geldende bijstandsnorm.

    • b.

      de hoogte van de bijdrage per kind en de wijze waarop deze wordt verstrekt.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde beleidsregels bevatten tevens een richtsnoer van de te verstrekken kosten in verband met sociaal-culturele, educatieve en sportieve activiteiten.

Hoofdstuk 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 5 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012’.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2012.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van 26 juni 2012.
                                                            , griffier.                                       , voorzitter.

Toelichting 1 ALGEMENE TOELICHTING