Regeling vervallen per 31-12-2009

Drank- en horecaverordening 2009

Geldend van 24-12-2009 t/m 30-12-2009

Intitulé

DRANK- EN HORECAVERORDENING 2009

De raad van de gemeente Opmeer;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2009;

Gelet op het advies van de commissie van 26 november 2009;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

DRANK- EN HORECAVERORDENING 2009

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    De wet: de Drank- en horecawet;

  • 2.

    Alcoholhoudende drank: de drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat (artikel 1, lid 1 van de wet);

  • 3.

    Sterke drank: de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor vijftien of meer volumeprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn (artikel 1, lid 1 van de wet);

  • 4.

    Zwakalcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank (artikel 1, lid 1 van de wet);

  • 5.

    Alcoholvrije drank: drank die geen alcohol bevat alsmede drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor hoogstens een half volumeprocent uit alcohol bestaat of hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, lid 1 van de wet.

  • 6.

    Café: een inrichting, niet zijnde een discotheek of dancing, die tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken voor gebruik ter plaatse, met als mogelijke nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid;

  • 7.

    Discotheek/dancing: een inrichting die tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije danken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen;

  • 8.

    Horecabedrijf: de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse (artikel 1, lid 1 van de wet);

  • 9.

    Lokaliteit: een besloten ruimte, onderdeel uitmakend van een inrichting (artikel 1, lid 1 van de wet);

  • 10.

    Horecalokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik te plaatse (artikel 1, lid 1 van de wet);

  • 11.

    Inrichting: de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte (artikel 1, lid 1 van de wet);

  • 12.

    Snackbar/cafetaria: een inrichting die tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken;

  • 13.

    Vergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet;

  • 14.

    Evenement: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Algemene Plaatselijke Verordening.

§ 2 Verbod verstrekking alcoholhoudende drank

Artikel 2 verbod verstrekking sterke drank

  • 1. Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet, sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een snackbar of cafetaria.

  • 2. Het is tevens verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij een in artikel 4 van de wet genoemde instelling of organisatie.

Artikel 3 Beperking verstrekking zwakalcoholhoudende drank.

  • 1. Het is verboden om in een voor publiek toegankelijke besloten ruimte als bedoeld in artikel 18, tweede lid onder c van de wet na 22.00 uur zwakalcoholhoudende drank anders dan om niet voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken.

  • 2. Het is verboden om in een inrichting die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij een in artikel 4 van de wet genoemde instelling of organisatie bedrijfsmatig of anders dan om niet zwakalcoholhoudende drank te verstrekken gedurende de tijd dat deze inrichting wordt gebruikt voor activiteiten, die geheel of in belangrijke mate gericht zijn op personen die de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt.

Artikel 4 Tijdelijk verstrekkingverbod alcoholhoudende drank

  • 1. Het is verboden om in een door de burgemeester aangewezen tijdsruimte in de hele gemeente, in een aangewezen deel daarvan of in een aangewezen pand of lokaliteit bedrijfsmatig of anders dan om niet, alcoholhoudende drank als bedoeld in artikel 1 van de wet, te verstrekken.

  • 2. Een aanwijzing als bedoeld in lid 1 kan worden gegeven in het belang van de handhaving van de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid.

Artikel 5 Ontheffingsregeling verstrekkingbeperkingen

  • 1.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 en 3 opgenomen verboden.

  • 2.

    De burgemeester kan in het belang van het reguleren van het gebruik van

    alcoholhoudende drank voorschriften aan de in het eerste lid bedoelde ontheffing

    verbinden.

  • 3.

    De burgemeester kan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid intrekken indien:

    a) Niet langer wordt voldaan aan de in het tweede lid bedoelde voorschriften;

    b) Zich feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van de

    ontheffing gevaar zou opleveren voor de openbare orde.

§ 3 Verstrekking alcoholvrije drank

Artikel 6 Verstrekking alcoholvrije drank

  • 1. Het is verboden om zonder ontheffing van de burgemeester in een voor publiek toegankelijke besloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.

  • 2. Dit verbod geldt niet:

    • a)

      indien gehandeld wordt krachtens een vergunning ingevolge de wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf;

    • b)

      indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen die in die besloten ruimte vertoeven anders dan voor het gebruiken van consumpties;

    • c)

      voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.

  • 3. Aan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 7 Vereisten verstrekken alcoholvrije drank

  • 1. Voor het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 6 moet een natuurlijk persoon voldoen aan de eisen die bij of krachtens artikel 8, 2e en 3e lid van de wet worden gesteld.

  • 2. Indien niet wordt voldaan aan het in het eerste lid bepaalde, weigert de burgemeester de ontheffing als bedoeld in artikel 6.

  • 3. De burgemeester weigert de ontheffing als bedoeld in artikel 6 indien sprake is van het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 8 Intrekking ontheffing alcoholvrije drank

  • 1.

    De burgemeester trekt een ontheffing als bedoeld in artikel 6 in, indien:

    • a)

      niet (meer) wordt voldaan aan de in artikel 7 gestelde eisen

    • b)

      gedurende een jaar anders dan wegens overmacht van de ontheffing geen gebruik is gemaakt

    • c)

      zich in de besloten ruimte als bedoeld in artikel 6 feiten hebben voorgedaan, die de vrees rechtvaardigen , dat het van kracht blijven van de ontheffing gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid

    • d)

      er sprake is van het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.

  • 2.

    De burgemeester kan een ontheffing als bedoeld in artikel 6 intrekken, indien niet langer wordt voldaan aan de krachtens artikel 6 lid 3 gestelde voorschriften.

§ 4 Leeftijdsgrenzen

Artikel 9 Leeftijdsgrenzen

  • 1.

    Het is de leidinggevende van een horeca-inrichting, waarin in één der lokaliteiten een houseparty, dansfeest, popconcert of een ander door de burgemeester bij besluit aan te geven evenement of gebeurtenis plaatsvindt, verboden personen van wie is vastgesteld, dat zij een in het besluit vastgestelde leeftijd nog niet hebben bereikt, tot die lokaliteit toe te laten.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde leeftijd is nooit hoger dan 21 jaar.

  • 3.

    In het besluit, genoemd in het eerste lid, geeft de burgemeester aan op welke lokaliteit dit verbod betrekking heeft.

§ 5 Slotbepalingen

Artikel 10 Strafbepaling

  • 1. Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet wanneer het bepaalde in de Wet op de economische delicten van toepassing is.

Artikel 11 Toezicht en handhaving

Met het toezicht op- en de handhaving van het bepaalde in deze verordening zijn belast:

  • 1.

    opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 141 Wetboek van Strafvordering;

  • 2.

    de bij besluit van burgemeester en wethouders aangewezen personen, te weten:

    • a)

      toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b)

      buitengewoon opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142 Wetboek van strafvordering.

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt niet wanneer artikel 41 van de wet van toepassing is.

Artikel 12 Intrekking vorige verordening

De Drank- en Horecaverordening 1996, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 1996, wordt ingetrokken.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1. Ontheffingen welke zijn verleend onder de werking van de Drank- en horecaverordening 2006 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, worden aangemerkt als ontheffingen krachtens deze verordening. Deze ontheffingen worden na twee jaar nadat deze verordening van kracht is geworden, indien noodzakelijk, aangepast aan deze verordening.

  • 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om ontheffing op grond van de Drank- en horecaverordening 2006 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3. Op bezwaarschriften gericht tegen een besluit krachtens de Drank- en horecaverordening 2006 wordt beslist met toepassing van deze verordening, indien de beslissing wordt genomen nadat deze verordening van kracht is geworden.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Drank- en horecaverordening 2009

Besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Opmeer

van 17 december 2009     

mevrouw M.C.G.M. de Vree-Bekker,

griffier gemeenteraad Opmeer

de heer G.J.A.M. Nijpels,

voorzitter gemeenteraad Opmeer