Regeling vervallen per 08-04-2022

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Opmeer houdende regels omtrent stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer 2019-2022

Geldend van 26-12-2018 t/m 07-04-2022

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Opmeer houdende regels omtrent stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer 2019-2022

De raad van de gemeente Opmeer,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2018;

gelet op het advies van de Commissie Ruimte;

besluit:

  • 1.

    Het gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer 2019-2022 vast te stellen;

Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer 2019-2022

Stedelijk afvalwater, hemelwater, grondwater

1 Een nieuw GRP voor de gemeente Opmeer

1.1 Wat staat er in een GRP?

Gemeenten hebben wettelijke zorgplichten voor stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en overtollig grondwater. Vanwege het aflopen van de planperiode van het vorige GRP (gemeentelijk rioleringsplan) stellen we een nieuw GRP op. Hiermee hebben we weer een actueel plan.

In dit GRP beschrijven we hoe we invulling geven aan deze zorgplichten. We leggen vast hoe we de komende jaren het bestaande stelsel onderhouden. Daarnaast brengen we de nieuwe uitdagingen waar we voor staan, zoals klimaatverandering, in beeld en leggen we vast hoe we hiermee omgaan. Voor al deze werkzaamheden ramen we de benodigde personele inzet en inkomsten.

Dit GRP gaat vooral over de waterketen (de grijze blokken in figuur 1-1). Dit begint bij het gebruik van water voor bijvoorbeeld (af)wassen, douchen en het doorspoelen van de wc. Met de riolering zamelen we het dan ontstane stedelijk afvalwater en overtollig hemelwater in en voeren we dit af naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Deze waterketen is verbonden met de drinkwaterwinning (daar komt een deel van het water vandaan) en met de oppervlaktewateren en grondwater. Hier geven we dus ook aandacht aan in dit GRP.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1 1: Waterketen en watersysteem

1.2 Hoe is het GRP tot stand gekomen?

Het GRP is tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen de gemeenten Opmeer en Koggenland. Beide gemeenten hebben een eigen GRP, maar bij het opstellen is ervoor gekozen om zoveel mogelijk overeenkomsten na te streven. De hoofdstukken 1 tot drie zijn voor beide gemeenten grotendeels gelijk. Met het gezamenlijk doorlopen van het proces willen we ervoor zorgen dat de bij ons beschikbare kennis optimaal wordt gebruikt.

Naast de gemeente is het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier een belangrijke partij in de waterketen, daarom is het hoogheemraadschap nauw betrokken geweest bij het opstellen van dit GRP.

We hebben dit GRP in de ‘wij-vorm’ geschreven om uit te drukken dat het ons gemeentelijk plan is. Overal waar we of wij staat bedoelen we dus ‘de gemeente Opmeer’.

1.3 Opbouw van het GRP

In hoofdstuk 2 beschrijven we onze visie en toekomstverwachting. In hoofdstuk 3 kijken we terug op de afgelopen jaren. In hoofdstuk 4 beschrijven we de huidige situatie. In hoofdstuk 5 vertellen we onze plannen voor de komende jaren. In hoofdstuk 6 beschrijven we de benodigde personele capaciteit en de financiën. 

2 Wat willen we bereiken

2.1 Doelen van de rioleringszorg

De riolering is aangelegd voor het beschermen van de volksgezondheid, om droge voeten te houden en een goede leefomgeving te bevorderen. Hieruit volgen de doelen van onze rioleringszorg, gekoppeld aan de wettelijke zorgplichten:

  • -

    Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater

  • -

    Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater

  • -

    Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier)

  • -

    Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater

  • -

    Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert.

2.2 Stedelijk afvalwater

Met de riolering dragen we bij aan een goede volksgezondheid en een goede kwaliteit van het oppervlaktewater in onze gemeente. Bij alle aanleg, vervanging en verbetering van de riolering volgen we de trits ‘schoonhouden – scheiden – zuiveren’. Waar het kan houden we afvalwater gescheiden van schoon water. Na gebruik van het drinkwater ontstaat stedelijk afvalwater. Dit afvalwater zamelen we in en voeren we af zonder nadelige gevolgen voor de gezondheid. Dit betekent dat we stank en overlast zoveel mogelijk beperken. Ook het milieu mag geen nadelige gevolgen ondervinden van ons afvalwater. We houden de waterkwaliteit goed en brengen geen schade toe aan het milieu.

Bij hevige regenbuien kan het rioolstelsel vol komen te staan en dan wordt het overtollige rioolwater via overstorten geloosd op oppervlaktewateren. Dit voorkomt dat vuil water op straat of in huizen naar boven komt. Lozingen door overstorten willen we zoveel mogelijk verminderen, maar we willen ook een robuust rioolstelsel met een beperkte kans op wateroverlast. Door het uitvoeren van hydraulische berekeningen houden we in beeld hoe groot de kans is op riooloverstortingen. Als er in de praktijk sprake is van een slechte waterkwaliteit rondom een riooloverstort zullen we onderzoek doen naar de mogelijkheid om het aantal overstortingen te verminderen.

We vinden het belangrijk dat alle percelen waar afvalwater vrijkomt worden aangesloten op de riolering of op een zuiverende voorziening die een vergelijkbaar milieurendement biedt. Hierbij blijven we de ‘smalle zorgplicht’ volgen: als het doelmatig is leggen we zelf een riool aan, als het niet doelmatig is moeten burgers en bedrijven zelf zorgen voor de zuivering van huishoudelijk afvalwater. We vinden de aanleg van riolering voor een lozing tot en met 10 inwonerequivalenten in het buitengebied boven een omslagbedrag van € 8.949,- ondoelmatig omdat:

  • Het emissie-aandeel van ongerioleerde percelen in het buitengebied klein is in verhouding tot de totale emissie naar het oppervlaktewater.

  • Gesaneerde lozingen in het buitengebied in het verleden geen aantoonbare positieve invloed hebben gehad op de waterkwaliteit.

  • De geringe meerwaarde voor het milieu geen hogere investering van de perceeleigenaar rechtvaardigt dan het omslagbedrag.

Wanneer het een lozing betreft van meer dan 10 inwonerequivalenten, bijvoorbeeld een groter onderkomen voor seizoenarbeiders, volgen we het activiteitenbesluit. Buiten de bebouwde kom mag afvalwater niet in de bodem of op oppervlaktewater worden geloosd als de afstand tot het dichtstbijzijnde vuilwaterriool of zuiveringstechnisch werk minder of gelijk is aan:

  • 100 meter bij meer dan 10 doch minder dan 25 inwonerequivalenten;

  • 600 meter bij 25 doch minder dan 50 inwonerequivalenten;

  • 1500 meter bij 50 doch minder dan 100 inwonerequivalenten;

  • 3000 meter bij 100 of meer inwonerequivalenten.

2.3 Hemelwater

Met de riolering dragen we bij aan de kwaliteit van de leefomgeving en houden we droge voeten door overtollig hemelwater af te voeren. We volgen hierbij de trits vasthouden-bergen-afvoeren. Dankzij de sloten, kanalen en vijvers in onze gemeente hebben we ruimte om water lokaal vast te houden en te bergen. Ook op straten en in groenstroken is ruimte om bij hevige neerslag water te bergen. Waar het overtollige hemelwater (grote) overlast en schade kan geven, voeren we het zoveel mogelijk af.

Door klimaatverandering zullen de regenbuien in intensiteit en omvang toenemen. Voor de ‘gewone’ situaties gaan we uit van de theoretische bui 08 uit de Kennisbank Stedelijk Water. Bij deze bui die eens in de 2 jaar zou voorkomen mag er geen water op straat blijven staan. Bij alle aanleg, vervanging en verbetering houden we hier rekening mee. Hoe we met klimaatverandering omgaan beschrijven we in hoofdstuk 3.5.

Op termijn willen we hemelwater zoveel mogelijk gescheiden houden van vuilwater. De kosten van een extra hemelwatersysteem zijn echter hoog, daarom leggen we alleen een hemelwaterriool aan als we een duidelijke meerwaarde hiervoor zien. Om de meerwaarde te bepalen kijken we naar de kosten en het effect op de omgeving. Als richtlijn houden we aan dat de kosten niet meer mogen zijn dan 20 euro per m2 afgekoppeld verhard oppervlak en dat er een positief effect in de omgeving zichtbaar moet zijn (bijvoorbeeld het verminderen van het aantal overstortingen).

Onze inwoners en bedrijven hebben een belangrijk rol in het verwerken van hemelwater. Op eigen perceel moeten zij hemelwater zelf verwerken, voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is. Als het perceel grenst aan een oppervlaktewater, dan moeten ze daar het hemelwater lozen (als het hoogheemraadschap hier goedkeuring aan geeft). Het hemelwater moet gescheiden van het overige water worden aangeleverd aan de perceelgrens, als het niet op eigen perceel kan worden verwerkt.

2.4 Grondwater

Voor de goede gezondheid van onze inwoners en om een prettige leefomgeving te behouden willen we dat het grondwater in onze gemeenten geen problemen geeft. Tijdens heel vochtige of heel droge periodes kan er wel tijdelijk overlast zijn door een overschot of tekort aan grondwater. Tot op heden zijn er weinig grondwaterklachten ontvangen, daarom concluderen we dat er geen structurele grondwateroverlast is binnen onze gemeente. Doordat er geen grondwatermeetnet is, kunnen we echter niet aangeven of ontwateringscriteria worden behaald. Op termijn willen we hier meer inzicht in krijgen.

Het is belangrijk om grondwateroverlast te voorkomen. Bij nieuwbouw en aanpassingen kan grondwateroverlast worden voorkomen, bijvoorbeeld door het gebied op te hogen. Bij alle nieuwe situaties hanteren we daarom de volgende ontwateringsdiepten als uitgangspunt:

 

Ontwateringsdiepte (m beneden maaiveld)

Groen (tuinen, plantsoenen, parken)

0,5

Wegen

0,7

Bebouwing

0,7

In bestaande situaties is het vaak moeilijk om grondwateroverlast weg te nemen. Bij grondwateroverlast is in eerste instantie de perceeleigenaar aan zet, maar als deze het niet kan oplossen is er mogelijk een rol voor ons. In het landelijk gebied is het hoogheemraadschap eerste aanspreekpunt hiervoor. Wij kijken daarom na ontvangst van een melding wat de waarschijnlijke oorzaak is en vervolgens of wij dit doelmatig kunnen oplossen. Hierbij nemen we de volgende stappen:

  • Als uit klachten en meldingen blijkt dat er sprake is van grondwateroverlast, neemt de gemeente het initiatief tot het uitvoeren van een verkennend onderzoek.

  • Uit dit onderzoek moet blijken wie waarschijnlijk verantwoordelijkheid heeft voor de grondwateroverlast en of er sprake is van structurele grondwateroverlast. Hiervoor kijken we naar grondwatermetingen: als de ontwateringsdiepten langdurig (meer dan 3 maanden per jaar over een periode van 2 jaar) niet worden behaald, dan zien wij het als structurele grondwateroverlast. Indien er geen grondwatermetingen beschikbaar zijn, dan kijken we of er aan grondwater herleidbare herstelkosten en medische problemen zijn, als indicatie dat er sprake is van grondwateroverlast. In overleg bekijken we hoe lang deze situatie zich al voordoet om te bepalen of het structureel is.

  • Als uit onderzoek blijkt dat de verantwoordelijkheid voor de grondwateroverlast ligt bij de gemeente, dan nemen we maatregelen als deze doelmatig zijn. We kijken hiervoor naar de ernst van de overlast (te zien aan herstelkosten en medische problemen), de omvang (aantal getroffen percelen) en de kosten van de maatregelen. Meestal zijn maatregelen doelmatig als ze gelijktijdig met andere aanpassingen in de openbare ruimte kunnen worden genomen.

  • Wij zullen enkel maatregelen treffen in openbaar gebied. Op eigen terrein heeft de eigenaar zelf de verantwoordelijkheid het grondwaterprobleem op te lossen. Als verwerking van overtollig grondwater op eigen perceel niet mogelijk is, zullen we, indien doelmatig, de mogelijkheid bieden om grondwater te lozen (bijvoorbeeld door het aan te sluiten op het aanwezige of nieuw aan te leggen gemeentelijk drainagesysteem of op de (hemelwater-)riolering). De kosten voor het realiseren van een aansluiting zijn voor rekening van de particulier.

2.5 Samenwerken in de waterketen

Al vele jaren werken we samen in de waterketen van de regio West-Friesland en het gebied Noorderkwartier. Naar aanleiding van het bestuursakkoord water (2011) is in een programmaplan en in bestuurlijke ambities vastgelegd wat we willen bereiken. Het resultaat van de samenwerking monitoren we jaarlijks op kosten, kwaliteit, kwetsbaarheid en duurzaamheid. Dit geeft inzicht in de voortgang van de samenwerking. Binnen het samenwerkingsverband monitoren we de competenties en de capaciteit binnen de organisaties. Vanwege de voordelen die we merken blijven we ons inzetten om de samenwerking in de waterketen te versterken.

2.6 Klimaatadaptatie

Door klimaatverandering zullen extreme weersomstandigheden, vaker voorkomen. De riolering moet daardoor onder extremere omstandigheden het (afval)water kunnen verwerken. Maar ook langdurige perioden van droogte en hitte kunnen vaker voorkomen.

In het landelijke Deltaplan Ruimtelijk Adaptatie uit 2017 is opgenomen wat er van gemeenten wordt verwacht. Van het in beeld brengen van de kwetsbaarheden tot het handelen bij calamiteiten moeten er beslissingen worden genomen. In Tabel 2 1 is uitgelegd hoe we dit invullen.

Tabel 2‑1 Invulling Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie

afbeelding binnen de regeling

Het huidige stelsel is niet berust op extreme weersomstandigheden. Een belangrijke maatregel om in de toekomst wel grotere hoeveelheden neerslag te kunnen verwerken is dat we bij nieuwbouw en aanpassingen van bestaande situaties de leefomgeving aanleggen op het verwerken van 60mm in één uur zonder dat er schade ontstaat. Dit betekent dat er bij extreme buien water op straat en in tuinen mag staan, zolang het geen panden in loopt. Voorlopig voldoet ons stelsel hier niet aan. Inwoners en bedrijven kunnen zelf bepalen of zij zich (eerder) voorbereiden op zwaardere neerslag.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2 - 1 Indicatie water op straat (klimaatatlas HHNK)

Een inventarisatie van water op straat heeft geleid tot het volgende overzicht van risicovolle locaties:

Tabel 2 - 2: risicovolle locaties voor wateroverlast

Plaats

locatie

Indicatie water op straat

Risico

Hoogwoud

 

Burg. Breebaartsstraat 59-69

Meer dan 10 cm

Laag

Burg. Hoogenboomlaan 15-29

5-10 cm

Laag

P achter Radboutstraat 15-21

Meer dan 10 cm

Laag

Albrecht van Beierenstraat 30-36

5-10 cm

Laag

P Albrecht van Beierenstraat 55-69

Meer dan 10 cm

Laag

Weiver voor sporthal

Meer dan 10 cm

Laag

Opmeer

 

De Veken 17-29

Meer dan 10 cm

Laag, riool bijgelegd

Marsstraat/Venusstraat

5-10 cm

Laag

Aardenbaan/Mercuriusstraat

5-10 cm

Laag

Aurora 1-11

5-10 cm

Laag

Koninginneweg

Meer dan 10 cm

Laag

Paardenmarkt P bij Lindengracht

Meer dan 10 cm

Laag

Spanbroek

 

Van Roozendaalstraat 10-42

5-10 cm

Laag

P van Roozendaalstraat 17

5-10 cm

Laag

Van Roozendaalstraat 60-82

5-10 cm

Laag

P Deen

Meer dan 10 cm

Laag

Wuiver 9-23

Meer dan 10 cm

Hoog, want winkels aanwezig

Wuiver 29-87

5-10 cm

Laag

Veldtstralaan 11-27

5-10 cm

Laag

Van Balen Blankenstraat 2-30

Meer dan 10 cm

Laag

Pastoor Meriusstraat

5-10 cm

Laag

Lijster 1-5

Meer dan 10 cm

Laag

Lijster 15-69

5-10 cm

Laag

Door minder verhard oppervlak te krijgen en meer groen aan te leggen verkleinen we de kans op wateroverlast. Deze maatregelen helpen niet alleen tegen wateroverlast, maar ook tegen hittestress en droogteproblemen. We proberen om bij alle maatregelen tegen wateroverlast ook rekening te houden met hittestress en droogteproblemen. In regionaal verband wordt dit verder uitgewerkt in een plan van aanpak.

2.7 Samenwerken, burgerparticipatie en de Omgevingswet

Met de invoering van de Omgevingswet verandert de manier waarop we plannen maken. In plaats van de sectorale plannen worden er gebiedsgerichte plannen gemaakt. In de Omgevingsvisie, het Omgevingsplan en de Omgevingsprogramma’s wordt dit uitgewerkt. De planverplichting voor het GRP verdwijnt en er wordt aangeraden om een vergelijkbaar gemeentelijk rioleringsprogramma te maken. Deze plannen moeten samen met andere gemeentelijke vakgebieden en de inwoners en bedrijven van Opmeer worden opgesteld.

Het is belangrijk dat water een goede plek krijgt in al deze plannen. In de gedachte van de Omgevingswet, zoeken we daarom naar raakvlakken met andere vakgebieden en punten waarop we juist niet op elkaar aansluiten. Door dit gezamenlijk te bespreken stemmen we werkzaamheden op elkaar af. Ook betrekken we inwoners en bedrijven steeds meer bij wat we doen. Hiermee bereiden we ons voor op de Omgevingswet.  

3 Even terugkijken

3.1 Uitvoering van het GRP

We hebben de meeste voorgenomen onderzoeken en maatregelen uitgevoerd. Het GRP Opmeer 2014-2018 heeft duidelijk aangegeven wat er nodig was om de rioleringszorg uit te voeren.

Tabel 3 - 1 Onderzoeken GRP Opmeer 2014-2018

Onderzoeken

Uitgevoerd

Bijhouden rioolbeheerbestand (voor riolering en grondwater)

Uitgevoerd

Opstellen operationeel jaarplan riolering

Uitgevoerd

Onderzoek effect overstortingen gemengd stelsel op oppervlaktewater

Deels uitgevoerd, geen klachten ontvangen

Opstellen afvalwaterakkoord

Uitgevoerd

Monitoring rioolstelsels

Deels uitgevoerd, gemalen worden gemonitord, peil in stelsel niet

Opsporen en herstellen foutieve aansluitingen

Niet uitgevoerd, niet actief opgespoord

Opstellen GRP

Uitgevoerd

Onderzoekskosten Kaderrichtlijn Water

Uitgevoerd

Voorlichting

Uitgevoerd

Externe advisering

Uitgevoerd

Het onderhoud is volgens plan uitgevoerd. Jaarlijks zijn de verschillende onderdelen van de riolering gereinigd, geïnspecteerd en als het nodig was gerepareerd. De rioolvervangingsprojecten zijn achtergebleven bij de planning. Dit komt doordat de kwaliteit van de riolen beter was dan verwacht, ook was de planning volgens de huidige inzichten hoog ingestoken. Er zijn meer riolen gerelined dan in het GRP was aangenomen.

De plannen om verhard oppervlak af te koppelen van het gemengde riool hebben we beperkt uitgevoerd. Doordat de rioolwaterzuivering voldoende capaciteit heeft achten we het niet doelmatig om af te koppelen. Ook zijn nog niet alle percelen in het buitengebied aangesloten op het riool of een IBA. Van de 329 niet-aangesloten percelen is inmiddels voor 126 percelen een IBA klasse 3 aangelegd. Deze IBA’s zijn eigendom van de gemeente en worden beheerd door het hoogheemraadschap. De jaarlijkse onderhoudskosten worden gelijk verdeeld onder de gemeente en het Hoogheemraadschap. De onderhoudskosten blijken tot nu toe hoger te liggen dan het geraamde bedrag. Het zuiveringsrendement van veel IBA’s ligt lager dan verwacht, op ongeveer 60%.

afbeelding binnen de regeling

3.2 Ontwikkelingen

Wij zijn onderdeel van het samenwerkingsverband regio Westfriesland, samen met de gemeenten Koggenland, Medemblik, Enkhuizen, Stede Broec, Drechterland, Hoorn, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland. Om invulling te geven aan de regionale samenwerking is op 21 augustus 2014 een convenant ondertekend. Hierin staan de samenwerkingsafspraken beschreven.

Tweejaarlijks wordt een programmaplan opgesteld met de projecten en bijbehorende kosten en tijdsbesteding. Naast de al lopende projecten worden klimaatverandering en de Omgevingswet als belangrijke ontwikkelingen gezien met een groot samenwerkingspotentieel.

Afgelopen jaren hebben we binnen het samenwerkingsverband onder andere gewerkt aan:

  • Een gezamenlijk rioleringsplan dat dient als uitgangspunt voor alle gemeentelijke rioleringsplannen.

  • Een gezamenlijk bestek en het gezamenlijk oppakken van het reinigen van kolken in de West-Friese gemeenten.

  • Een analyse van rioolvreemd water.

Om inzicht te krijgen in de competenties en kennis die aanwezig is in onze gemeenten, hebben we als regio West-Friesland een branchestandaard uitgevoerd. Hieruit komt naar voren dat binnen het regionale samenwerkingsverband de benodigde competenties en kennis aanwezig zijn. Echter is in veel gemeenten binnen de samenwerking één persoon verantwoordelijk voor het water in de gemeente, waardoor de organisaties kwetsbaar zijn.

3.3 Financiën

De rioolheffing heeft zicht de afgelopen jaren ontwikkelt op de manier die beschreven was in het GRP. Er was een langjarig kostendekkend rioolheffingstarief van € 211,- berekend, exclusief inflatiecorrectie. In onderstaande grafiek is de werkelijke ontwikkeling van de rioolheffing en de berekende rioolheffing inclusief inflatiecorrectie weergegeven (voor een woning met een waarde tussen de €90.000,- en €350.000,-).

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3 - 1 Ontwikkeling rioolheffing

Hoewel de rioolheffing zich volgens de raming heeft ontwikkeld, zijn de beschikbare financiële middelen niet volledig benut. Door het uitstellen van vervangingswerkzaamheden en het toepassen van relinen is een deel van het geraamde budget niet uitgegeven. Dit resulteert in een hogere voorziening dan geraamd in het GRP 2014 t/m 2018. De geraamde stand van de voorziening in 2018, gecorrigeerd voor inflatie, was € 3.873.129,- de werkelijke stand van de voorziening in 2018 is € 4.715.893,-.

4 Het startpunt voor de komende periode

4.1 Overzicht van voorzieningen

Met onder andere 86 kilometer vrijvervalriolen, 19 rioolgemalen en 193 drukrioolunits zamelen we het stedelijk afvalwater en hemelwater in en brengen het naar een plek om te verwerken. Het afvalwater gaat naar de rioolgemalen van het hoogheemraadschap, waarvandaan het afvalwater naar de RWZI Ursem wordt gebracht. In Tabel 4 1 staat een overzicht van de rioleringsvoorzieningen.

Tabel 4 - 1 Overzicht rioleringsvoorzieningen

Object

Aantal

 

Vrijvervalriolering stedelijk gebied

75

km

  • -

        Gemengd stelsel

25

km

  • -

           DWA

24

km

  • -

           HWA

26

km

Vrijvervalriolering buitengebied

11

km

Rioolgemalen

19

stuks

Persleiding

12

km

Drukrioolunits

194

stuks

Drukleiding

16

km

Aantal percelen niet aangesloten op de riolering

329

stuks

IBA’s

126

stuks

Overstorten gemengd stelsel

11

stuks

Overstorten verbeterd gescheiden stelsel

4

stuks

Aangesloten verhard oppervlak op gemend stelsel

49,9

ha

Aangesloten verhard oppervlak op verbeterd gescheiden stelsel

25,2

ha

Aangesloten verhard oppervlak op hemelwaterstelsel

25,4

ha

Hemelwateruitlaten

40

stuks

Bergbezinkbassins

3

stuks

Drainage

4

km

Bemeten overstorten

4

stuks

Neerslagmeters

1

stuks

4.2 Toestand van het stelsel

De toestand van de riolering houden we op orde door te reinigen, inspecteren, repareren en zodra het nodig is te vervangen. Dit doen we volgens de strategie die beschreven is in tabel 4-2.

Tabel 4 - 2: Frequentie van reinigen van riolen

Onderdeel

Reiniging

Inspectie

Vuilwater- en gemengde riolen

1 keer per 7 jaar

1 keer per 7 jaar

Hemelwaterriolen en drainage

1 keer per 14 jaar*

1 keer per 14 jaar

Straat- en trottoirkolken

1 keer per jaar

o.b.v. meldingen

Gemalen

2 keer per jaar

2 keer per jaar

Gemalen/drukrioleringsunits

1 keer per jaar

1 keer per jaar

Randvoorzieningen

2 keer per jaar

2 keer per jaar

Persleidingen

o.b.v. meldingen

o.b.v. meldingen

Drukrioleringleidingen

o.b.v. meldingen

o.b.v. meldingen

*Voor het drainageriool bij de Bonifatiusschool in Spanbroek geldt een uitzondering. Dit riool wordt jaarlijks gereinigd, omdat hier oer wordt afgezet.

Over het algemeen zijn alle rioleringsvoorzieningen in goede staat. Wel merken we dat door de gemiddeld toenemende leeftijd van het vrijvervalriool het aantal mankementen toeneemt.

4.3 Functioneren van het stelsel

Hydraulisch functioneren

In ons basisrioleringsplan (BRP) uit 2013 hebben we getoetst of ons rioolstelsel voldoet aan bui 08 en bui 09 uit de Kennisbank Stedelijk Water. Uit het BRP kwamen een aantal verbeterpunten, omdat daar theoretisch vaker water op straat zou staan dan we accepteren. Het gaat om de volgende locaties:

  • de Spanbroekerweg-Oost,

  • het Wuiver,

  • de Dokter Poolstraat,

  • de Van der Nootstraat.

De eerste twee locaties herkennen we van praktijkmeldingen. Bij de Spanbroekerweg-oost was een duiker verstopt, dit knelpunt is verholpen. Bij het Wuiver is de afwatering voorzien van een overstort. Wanneer hoog water optreedt, kan er geloosd worden in een nabij gelegen lager peilgebied.

Milieutechnisch functioneren

In ons basisrioleringsplan is ook gekeken naar de vuiluitworp. Dit is getoetst aan de basisinspanning, dit is een voormalige landelijke norm voor de hoeveelheid rioolwater die mag overstorten. De gemeente voldeed niet aan de basisinspanning voor de gemengde riolering. In de praktijk leiden de overstoringen van het gemengd rioolstelsel niet tot knelpunten in de waterkwaliteit.

Het afkoppelen van verhard oppervlak zetten we de komende jaren beperkt voort, waardoor de emissie vanuit het gemengd stelsel op het oppervlaktewater zal afnemen. In overleg met het hoogheemraadschap is besloten geen maatregelen uit te voeren om alsnog aan de basisinspanning te voldoen, omdat overstortingen niet leiding tot waterkwaliteitsknelpunten en de zuivering voldoende capaciteit heeft.

4.4 Meldingen

Jaarlijks ontvangen wij ongeveer 100 klachten en meldingen, waarvan ongeveer de helft betrekking heeft op het drukrioleringssysteem. Deze registreren we, maar trends en aantallen worden niet geanalyseerd. De meeste meldingen zijn snel op te lossen, dan gaat het bijvoorbeeld om een verstopte kolk. Een klein deel van de meldingen is complex en vraagt om nader onderzoek, bijvoorbeeld als er sprake is van wateroverlast. Gemalen en een deel van de drukrioleringsunits is voorzien van telemetrie. Storingen worden automatisch gemeld en zo snel mogelijk verholpen.

Na hevige regenbuien hebben we enkele keren meldingen ontvangen van water op straat en schade door water in panden. We hebben deze meldingen onderzocht. In Tabel 4 3Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. staat een overzicht van de belangrijkste neerslaggebeurtenissen in de gemeente Opmeer.

afbeelding binnen de regeling

Tabel 4 - 3: Overzicht hevige neerslag gemeente Opmeer

Datum

Neerslag

Opmerkingen

16-8-2006

35,7 mm in 45 minuten

schade door water in panden

22-6-2007

30 mm in 1 uur

schade door water in panden

24-8-2015

13,2 mm in 1 uur

water op straat

30-5-2016

12 mm in 1 uur

geen meldingen

23-6-2016

16,2 mm in 1 uur

schade door water in panden

19-10-2016

16 mm in 4 uur

schade door water in panden

29-9-2017

onbekend

schade door water in panden

De schade door water in panden werd veroorzaakt door problemen in huisaansluitingen, waardoor toiletten overliepen. Naar aanleiding van deze gebeurtenissen wordt onderzoek gedan naar de ligging van huisaansluitingen of is een ontlastput bij de regenpijp geplaatst. 

5 Wat gaan we doen

5.1 Aanleg

Aansluiten van nieuwbouw

Voor de komende jaren verwachten we een gemiddelde jaarlijkse toename van 20 tot 60 rioolaansluitingen. Deze toename vindt plaats door grote uitbreidingsprojecten en binnen kleinere inbreidingsprojecten. Bij alle nieuwbouw leggen we een watersysteem aan dat voorbereid is op de toekomst. We adviseren projectontwikkelaar om water waar mogelijk te hergebruiken. Hemelwater en huishoudelijk afvalwater houden we zoveel mogelijk gescheiden en we voorkomen dat water extra vervuild raakt door afstroming over verontreinigde oppervlakken. We volgen hierbij de in dit GRP beschreven vereisten en relevante wet- en regelgeving.

Bij grote bouwplannen (inbreiding en uitbreiding) streven we naar een klimaatbestendige inrichting. We kijken dan:

  • Of er voldoende ruimte is voor water en groen.

  • De riolering en het watersysteem gedimensioneerd zijn op de door ons voorgeschreven maatgevende bui en er bovengronds voldoende ruimte is om bij deze zware regenbuien ((reken)bui van 60 mm in 1 uur) geen schade in panden te hebben.

  • Of vloerpeilen voldoende hoger liggen dan het straatpeil, zodat water niet afstroomt naar de panden.

  • Wanneer er onder maaiveld wordt gebouwd, dan moeten er afdoende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat water afstroomt naar de lager gelegen delen.

  • naar grondwater: als de grondwaterstanden hoog zijn, dan moeten maatregelen worden getroffen om grondwateroverlast te voorkomen.

  • Of er geen afwenteling naar de omgeving plaatsvindt.

Alle grote bouwplannen stemmen we af binnen de gemeentelijke organisatie en met het hoogheemraadschap. We volgen hierbij de watertoetsprocedure.

Bij kleine inbreidingsplannen (1 tot 5 nieuwe woningen) stellen we dezelfde eisen als bij grote bouwplannen, maar kijken we ook naar de aansluiting op de omgeving. De inbreiding mag geen negatieve gevolgen hebben op de omgeving. Soms is het mogelijk om hemelwater aan te sluiten op een al aanwezig hemelwaterriool of oppervlaktewater. Dit is toegestaan, eventueel onder aanvullende voorwaarden, als de initiatiefnemer kan aantonen dat dit past binnen de huidige gemeentelijke plannen en de kans op overlast voor omwonenden niet groter wordt. Als er alleen een gemengd riool aanwezig is, dan is het vanwege de doelmatigheid toegestaan om hierop aan te sluiten.

Aanvragers van rioolaansluitingen moeten zelf de kosten betalen voor de aansluiting. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een standaardaansluiting (een leiding met diameter 125mm van maximaal 6m) en overige aansluitingen. Voor een standaardaansluiting geldt een standaardtarief, voor de overige aansluitingen moeten de werkelijke kosten worden betaald. Bij grote uitbereidingsprojecten zijn aansluitingen verwerkt in de grondprijs. Toezichthouders voeren controles uit op rioolaansluitingen en kunnen als het nodig is handhavend optreden. We bepalen gezamenlijk de onderwerpen waar de toezichthouders zich op richten en werken hiervoor samen met het hoogheemraadschap.

Aansluiten van bestaande bebouwing

Een aantal panden in de bestaande bebouwing zijn niet aangesloten op de riolering. Tot op heden was er geen verplichting om deze panden aan te sluiten op de riolering. Het kan zijn dat deze panden op termijn alsnog aangesloten moeten worden op (nog aan te leggen) riolering, bijvoorbeeld door groei van de bebouwing in de omgeving. Als dit gebeurt bepalen we per gebied onze aanpak, waarbij we onder meer kijken naar een logische indeling van clusters, de keuze voor het aan te leggen systeem, de kosten en daarmee naar de doelmatigheid van de maatregel(en). Hierbij volgen we de afstanden en kosten die zijn genoemd in hoofdstuk 2.2 stedelijk afvalwater. Er kunnen altijd redenen zijn om percelen ook bij hogere kosten aan te sluiten, bijvoorbeeld als de waterkwaliteit in de omgeving onvoldoende is. Als er geen rioolaansluiting wordt gemaakt, dan heeft de perceeleigenaar een verplichting om zelf te zorgen voor een goed functionerende en toegestane alternatieve voorziening.

5.2 Onderzoek

In Tabel 5 1 zijn de onderzoeken samengevat. Voor onderzoeken en externe adviezen hebben we per jaar een vast bedrag van € 32.000,- beschikbaar. Het inspecteren van rioleringsobjecten wordt jaarlijks hieruit gefinancierd en varieert tussen de € 6.000,- en € 12.000,- afhankelijk van het stelsel dat geïnspecteerd wordt. Onder de tabel lichten we de onderzoeken kort toe.

Tabel 5-1 Onderzoeken

 

Onderzoek

Uitvoering

O1

Operationeel jaarplan riolering

Jaarlijks

O2

Inspecties rioleringsobjecten

Jaarlijks

O3

Databeheer, meten en monitoren

Jaarlijks

O4

Uitvoeren klimaatstresstest

2019

O5

Bijdragen aan opstellen omgevingsvisie, -plan en -programma

2019-2021

O6

Regionale samenwerking

2018-2022

O7

Onderhoud IBA’s

2019-2020

O8

Opstellen nieuw GRP

2022

De volgende onderzoeken voeren we uit:

  • O1) Elk jaar stellen we een operationeel jaarplan riolering op. Hierin beschrijven we de uit te voeren werkzaamheden, de werkzaamheden die zijn uitgevoerd in het voorgaande jaar en de voortgang van de uitvoering van het GRP.

  • O2) Jaarlijks inspecteren we rioleringsvoorzieningen volgens de door ons opgestelde onderhoudsplannen.

  • O3) Databeheer, meten en monitoren. We controleren de correctheid van de huidige databestanden en vullen de bestanden aan waar dat nodig is.

  • O4) We voeren een klimaatstresstest uit binnen samenwerkingsverband West-Friesland. Met een stresstest maken we inzichtelijk waar de knelpunten in onze gemeente liggen als het gaat om wateroverlast, hitte, droogte en waterveiligheid.

  • O5) We werken mee aan de nieuwe plannen die voor de Omgevingswet worden opgesteld. Hierbij maken we gebruik van de al lopende regionale initiatieven.

  • O6) We werken verder aan de regionale samenwerking. De komende jaren doen we o.a. onderzoek naar het gezamenlijk gebruik van materieel en het opzetten van een gezamenlijk storingsdienst binnen samenwerkingsverband West-Friesland.

  • O7) Onderhoud IBA’s. Samen met HHNK worden de IBA’s aangepast zodat deze in de toekomst goed functioneren, hiervoor is €64.000 gereserveerd.

  • O8) Opstellen nieuw GRP. In 2022 beginnen we aan het opstellen van een nieuw GRP, zodat we met het aflopen van de planperiode van dit GRP in 2023 een actueel plan beschikbaar hebben. We bekijken welke invloed de invoering van de Omgevingswet hierop heeft.

5.3 Onderhoud

Alle onderdelen van de riolering worden onderhouden op de manier zoals beschreven in Tabel 5 2. In het operationeel jaarplan werken we in meer detail uit hoe het onderhoud wordt uitgevoerd.

Tabel 5-2 Onderhoud

Onderdeel

Reiniging

Inspectie

Vuilwater- en gemengde riolen

1 keer per 7 jaar

20 jaar na aanleg, daarna 1 keer per 7 jaar

Hemelwaterriolen en drainage

1 keer per 14 jaar*

1 keer per 14 jaar

Straat- en trottoirkolken

1 keer per jaar

o.b.v. meldingen

Gemalen

2 keer per jaar

2 keer per jaar

Gemalen/drukrioleringsunits

1 keer per jaar

1 keer per jaar

Randvoorzieningen

2 keer per jaar

2 keer per jaar

Persleidingen

o.b.v. meldingen

o.b.v. meldingen

Drukrioleringleidingen

o.b.v. meldingen

o.b.v. meldingen

*Voor het drainageriool bij de Bonifatiusschool in Spanbroek geldt een uitzondering. Dit riool wordt jaarlijks gereinigd, omdat hier oer wordt afgezet.

We inspecteren het stelsel per bemalingsgebied, We kiezen ervoor om 1 keer in de 7 of 14 jaar te inspecteren om grote schommelingen in het budget te beperken. De stelsels van vuilwater- en gemengde riolen en hemelwaterriolen en drainage zijn na respectievelijk 7 en 14 jaar geheel geinspecteerd. Verdere regionale samenwerking heeft in de toekomst mogelijk effect op de inspectiefrequentie.

Straatvegen heeft als bedoeling om straten schoon te houden en is ook belangrijk voor het functioneren van de riolering. Vuil van de straat spoelt mee bij neerslag en komt zo in de straatkolen en de riolen terecht. Om dit te voorkomen vegen we de straten, de kosten hiervoor rekenen we voor 50% toe aan de rioleringsbegroting.

Ook het onderhoud van oppervlaktewateren is belangrijk voor het functioneren van de riolering. We gaan vaker hemelwater direct afvoeren naar oppervlaktewateren, daarom moeten de oppervlaktewateren voldoende capaciteit hebben. Ook komt er bij overstortingen vervuiling mee in de oppervlaktewateren, waardoor deze eerder dichtslibben. We rekenen daarom een deel van de onderhoudskosten toe aan de rioleringsbegroting.

5.4 Maatregelen

Vervangen

Om te bepalen of vervanging nodig is kijken we naar inspectiegegevens en de plannen voor de omgeving. Binnen de samenwerking regio Westfriesland is een gezamenlijke beheerstrategie voor onderhoud en vervanging van de riolering opgesteld. In deze strategie houden we rekening met risico’s. We hebben alle strengen van de riolering op basis van omgevingskenmerken ingedeeld in twee categorieën: kwetsbaar en niet-kwetsbaar. Kwetsbare riolering vervangen we eerder dan niet kwetsbare riolering, omdat een calamiteit in een kwetsbaar riool meer gevolgen heeft. In Tabel 5 3 is opgenomen wanneer we het risico niet meer accepteren en het riool vervangen of relinen.

Tabel 5 - 3 Indeling kwetsbare riolen

Categorie

Risico onacceptabel

Kwetsbare riolering

Als uit de beoordeling van een inspectie een streng ingrijpmaatstaf 4 of hoger krijgt.

Niet kwetsbare riolering

Als uit de beoordeling van een inspectie een streng ingrijpmaatstaf 5 krijgt.

Voor de vervangingsplanning in dit GRP hebben we de uitgangspunten uit de gezamenlijke beheerstrategie gebruikt. De belangrijkste uitgangspunten zijn:

  • Het vervangen van één meter riool kost € 500,-.

  • Het relinen van één meter riool kost € 210,-.

  • Vrijvervalriolen hebben een technische levensduur van 60 jaar. Uitzonderingen hierop zijn:

    • o

      Pvc leidingen hebben een levensduur van 100 jaar.

    • o

      Hwa riolen hebben een levensduur van 100 jaar.

  • 60% van de vrijvervalriolen wordt vervangen, 40% wordt gerelined.

  • De vervangingskosten voor gescheiden riolering worden voor 70% meegenomen, omdat het stelsel in 1 sleuf ligt.

  • Het benodigd budget wordt gemiddeld over de levensduur.

Hieruit volgt een jaarlijks investeringsbedrag van € 333.000,- per jaar.

Uit inspecties van de vrijvervalriolering blijkt dat er nog geen aanleiding is om te vervangen of renoveren. Hierdoor worden investeringen uitgesteld en is er jaarlijks een lager investeringsbedrag nodig. We gaan daarom voor de komende planperiode uit van €278.000,-.

Voor de gemalen, drukriolering en persleidingen hebben we de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Bouwkundige delen van gemalen hebben een technische levensduur van 60 jaar,

  • Bouwkundige delen van drukriolering en persleidingen hebben een technische levensduur van 45 jaar,

  • Mechanische en elektrische delen van gemalen, drukriolering en persleidingen hebben een technische levensduur van 15 jaar.

In de vervangingsplanning gaan we uit van een gemiddeld vervangingsbedrag per jaar, pieken in de vervanging zijn dus niet in de kostendekkingberekening terug te zien.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 5 - 1 Vervangingsplanning gemalen, drukriolering en persleidingen

Zoals ook in het afgelopen GRP gebeurde hebben we de vervanging van IBA’s buiten beschouwing gelaten in dit GRP. Wel nemen we verbeteringsmaatregelen die we hieronder verder toelichten.

Verbeteren

In 2018 en 2019 voeren we aanpassingen uit aan de IBA’s die in ons eigendom zijn. We willen hiermee het zuiveringsrendement verhogen. We delen deze kosten met het HHNK, die het onderhoud uitvoert. Hiervoor hebben we € 32.000,- per jaar geraamd.

Door het uitvoeren van de klimaatstresstest worden knelpunten op het gebied van hitte, droogte en wateroverlast inzichtelijk. Afhankelijk van wat er uit de stresstesten komt gaan we maatregelen nemen. Ook bij aanpassingen en vervanging in de openbare ruimte houden we rekening met een klimaatbestendige inrichting. Wanneer er meer informatie nodig is, voor we een ingreep kunnen doen, voeren we een onderzoek uit.

5.5 Wat verwachten we van onze inwoners

Verwachtingen

Van onze inwoners verwachten wij dat de riolering goed wordt gebruikt: om stedelijk afvalwater af te voeren. Sommige stoffen brengen schade toe aan het riool en ook leiden grotere voorwerpen zoals doekjes tot verstoppingen in het riool. We verwachten daarom dat onze inwoners alleen stedelijk afvalwater lozen. Daarnaast verwachten we dat particulieren hun afvoerleidingen in goede staat houden en zo nodig vernieuwen. Foutaansluitingen en kapotte leidingen kunnen milieuverontreiniging veroorzaken.

Verordeningen en andere vereisten

In de rioolheffingsverordening, bouwverordening en de hemel- en grondwaterverordening staan vereisten opgenomen over de omgang met riolering en water. Ook in vergunningen, contracten en afspraken staan vereisten. Toezichthouders controleren of aan deze vereisten wordt voldaan.

Specifiek voor de eerste aansluiting op riolering van bestaande bebouwing geldt dat wij de eigenaren informeren als hun perceel binnen 40 meter van de riolering komt te liggen. We hanteren een termijn van 10 jaar om deze percelen aan te sluiten op de riolering. Er is een uitzondering hierop als de perceeleigenaar hiervoor al heeft geïnvesteerd in een eigen voorziening voor de zuivering van afvalwater, dan geldt een termijn van 20 jaar.

6 Organisatie en financiën

6.1 Personele capaciteit

Huidige situatie personele capaciteit

Er is 1,8 fte beschikbaar voor de uitvoering van de rioleringszorg in onze gemeente. Het is gebruikelijk dat bij grote projecten er intern een tijdelijke verschuiving plaatsvindt in de personele capaciteit. Knelpunten in personele capaciteit die dan ontstaan voor de riooltaken worden regionaal binnen de samenwerking opgevangen. Naast de rioleringszorg binnen de gemeente is er voor de samenwerking in de regio jaarlijks ongeveer 31 dagen aan inzet nodig, dit is ongeveer 0,2 fte.

De huidige medewerkers ervaren geen structureel hoge werkdruk.

Raming benodigde personele capaciteit

Met de rekenmodule uit de Kennisbank Stedelijk Water hebben we de benodigde personele capaciteit bepaald. Hieruit blijkt dat er 1,4 tot 4,2 fte nodig is, afhankelijk van de mate van uitbesteding.

afbeelding binnen de regeling

Conclusie personele capaciteit

Onze huidige personele capaciteit sluit aan op de benodigde personele capaciteit bij een grote mate van uitbesteding. Door nieuwe ontwikkelingen zoals klimaatverandering, de Omgevingswet en de samenwerking in de waterketen in West-Friesland groeit het aantal taken en wordt er meer beslag gelegd op de beschikbare capaciteit. Hier moeten we wel rekening mee houden.

6.2 Kostendekking

Om alle in dit GRP genoemde werkzaamheden uit te voeren hebben we voldoende financiële dekking nodig. Hiervoor hebben we een kostenraming gemaakt die laat zien wat er op de lange termijn nodig is. Hierin is te zien dat de jaarlijkse uitgaven redelijk stabiel blijven. Alleen in 2030 is er een piek in de uitgaven, doordat er dan een piek in de vervanging van de drukriolering wordt verwacht.

6.2.1 Rioolheffingsberekening

Om alle kosten te kunnen dekken heffen we rioolheffing. In de Verordening Rioolheffing 2018 is vastgelegd hoe dit gebeurd. We heffen van gebruikers op basis van de WOZ-waarde, de tarieven zijn genoemd in Tabel 6 1. Wanneer meer dan 500 m3 water wordt afgevoerd, bedraagt het afvoeren van elke volgende 100 m3 of een gedeelte hiervan € 42,95 extra.

Tabel 6 - 1 Tarieven rioolheffing 2018

Waarde economisch verkeer (€)

Rioolheffing (€)

Tot 60.000

55,55

60.000 – 90.000

111,15

90.000 – 350.000

222,4

350.000 – 750.000

277,95

750.000 – 1.150.000

444,85

Meer dan 1.150.000

667,3

Voor de kostendekkingberekening hebben we de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Investeringen worden direct afgeschreven.

  • De periode van 2019 tot en met 2078 is beschouwd.

  • De geraamde stand van de reserve/voorziening op 1-1-2019 is € 4.715.893,-.

  • Er is uitgegaan van de volgende percentages:

    • o

      rente op kapitaallasten: 0%

    • o

      rente op tegoeden: 0%

    • o

      inflatie 2,7%

  • Het aantal fictieve heffingseenheden in 2019 is 5.147 en stijgt in de drie jaren erna jaarlijks met 54 eenheden.

  • Voor de vervanging van de gemalen ramen we een vast bedrag van € 121.000,- per jaar. Dit is lager dan theoretisch gemiddeld nodig zou zijn om alle gemalen, persleidingen en mechanische riolering in onze gemeente te vervangen, volgens de gehanteerde levensduren. Uit ervaring blijkt dat bouwkundig en mechanisch/elektrisch deze objecten langer meegaan dan gedacht. We ramen daarom een lager bedrag dan theoretisch nodig is.

  • Voor het vervangen van vrijvervalriolen ramen we in de planperiode een jaarlijks bedrag van € 278.000,- Uitgaande van de uitgangspunten voor de vervangingsplanning is een bedrag van € 333.000,- benodigd om het stelsel te onderhouden. Omdat het stelsel in onze gemeente relatief jong is, ramen we voor de korte termijn een lager bedrag, dit compenseren we op de lange termijn.

6.2.2 Kostendekkend rioolheffingstarief

Uitgaande van de in dit GRP opgenomen uitgaven en inkomsten, is een kostendekkend tarief voor de rioolheffing voor de planperiode berekend op € 199,- per heffingseenheid. Dit is een daling van € 23,- ten opzichte van het huidige tarief.

De kostendekkingberekening geeft op een termijn van 60 jaar een kostendekkend overzicht van de inkomsten en uitgaven in de rioleringszorg. De levensduur van een deel van het rioolstelsel is 100 jaar. Dit is langer dan de periode waarover de kostendekking is berekend, dit betekent dat een deel van de vervangingsinvesteringen niet is meegenomen in de berekening.

Ondertekening

Aldus besloten in de raadsvergadering van 13 december 2018.

voorzitter

G.J.A.M. Nijpels

griffier

M. Versteeg

Bijlage 1 Tabellen kostendekkingberekening

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Hieronder geven we per onderdeel van de exploitatie een korte toelichting over wat ermee wordt gedaan:

  • Personeelslasten: binnendienst van de afdeling R&B. perceptiekosten worden in overhead verrekend en zijn niet apart geraamd.

  • Electraverbruik: 100% groene stroom opgewerkt bij de verbranding van afval

  • Dataverbruik: een deel van de gemalen is aangesloten op telemetrie. Hiervoor zijn contracten afgesloten met KPN en Remondis

  • Contributies/lidmaatschappen: stichting RIONED en enkele vakbladen

  • Telemetrie: voor de hosting van de alarmering.

  • Kolken reinigen: jaarlijks worden de kolken gereinigd

  • Onderhoud vrijvervalriolering: reiniging wordt gecombineerd met de inspectie.

  • Onderhoud gemalen/drukriool en renovatie drukriool: vervanging en onderhoud van pompen. Dit is regionaal aanbesteed tot en met 2022 en wordt verzorgd door Remondis.

  • Onderhoud IBA’s en doorbelasting Koggenland: de IBA’s zijn in eigendom bij de gemeente en worden onderhouden door het HHNK. Voor het onderhoud betaald de gemeente jaarlijks een vast bedrag aan het hoogheemraadschap. Drukriolering van de Kaag loost deels direct op het stelsel van Koggenland, Opmeer betaald Koggenland hiervoor een vergoeding.

  • Klein onderhoud vrijvervalriolering: vanuit deze post worden kleine onderhoudswerkzaamheden zoals verstopte huisaansluitingen gefinancierd.

  • Groot onderhoud vrijvervalriolering: relining, vervanging en aanpassingen van het stelsel vrijvervalriolering worden hieruit betaald.

  • Kapitaallasten: aflopende lasten uit het verleden worden afbetaald. Er komen geen nieuwe kapitaallasten bij.

  • Straatvegen: de kosten van het straatvegen worden voor 50% doorgerekend aan de riolering.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 Uitgangspunten kostendekkingberekening

Uitgangspunten die gehanteerd zijn bij de berekening van de rioolheffing:

  • 1.

    Berekeningsmethode

    De rioolheffingsberekening wordt uitgevoerd met behulp van de contante-waardemethode. Deze methode is geschikt om de effecten en de trend op langere termijn zichtbaar te maken. Met de contante-waardemethode is een vergelijking van uitgaven en inkomsten in verschillende jaren mogelijk. De toekomstige uitgaven en inkomsten van elk jaar in de beschouwde periode worden contant gemaakt naar 1 januari startjaar. In de te verwachten inkomsten zit één onbekende: de hoogte van de benodigde inkomsten per aansluiting. Door de contante waarde van de te verwachten inkomsten gelijk te stellen aan de contante waarde van de te verwachten uitgaven, worden de kosten per heffingseenheid berekend.Voor toekomstige investeringen wordt in de contante-waardebenadering geen specifieke wijze van afschrijving of financiering verondersteld. De diverse afschrijvingsmethoden (lineair, afschrijving op annuïteitsbasis) verschillen onderling wel door een andere (boekhoudkundige) verdeling van lasten in de tijd, maar de contante waarde van de jaarlijkse lasten is in deze methoden steeds gelijk aan de contante waarde van de investeringen.

    Het totaal aan uitgaven en inkomsten over de beschouwde periode is met elkaar in evenwicht.

  • 2.

    Planningshorizon

    Bij de berekening van de rioolheffing is uitgegaan van een planningshorizon van 60 jaar: 2019 t/m 2078. Binnen een periode van 60 jaar zijn alle objecten, behalve het hwa-stelsel en de pvc leidingen, minimaal éénmaal vervangen. Voor het hwa-stelsel en pvc leidingen wordt uitgegaan van een levensduur van 100 jaar. Dit is langer dan de periode waarover de kostendekking is berekend, dit betekent dat een deel van de vervangingsinvesteringen niet is meegenomen in de berekening.

  • 3.

    Inflatie

    De prijsindex is gebaseerd op de prijsontwikkeling van de lonen, materiaal en materieel die nodig zijn voor het aanleggen van een riolering binnen de bebouwde kom. Voor het kostendekkingsplan wordt uitgegaan van een inflatie van 0%. Deze wordt vooral gebruikt om de nominale kapitaallasten en de stand van de voorziening/reserve terug te rekenen naar prijspeil startjaar bedragen.

  • 4.

    Rentevoet

    Er is een rente van 0% op de kapitaallasten gehanteerd. Over de tegoeden in de tariefegalisatievoorziening wordt geen rente berekend.

  • 5.

    Prijspeil

    Alle in het GRP genoemde uitgaven zijn op prijspeil 1 januari 2018, inclusief van toepassing zijnde bijkomende kosten uitvoering, winst en risico, voorbereiding, honorarium en toezicht en exclusief BTW. De rioolheffingsberekening is inclusief de compensabele BTW.

    De berekende rioolheffing moet met de jaarlijks optredende inflatie worden gecorrigeerd.

  • 6.

    Eenheidsprijzen

    Voor de berekening van de investeringskosten van de rioleringsobjecten is gebruik gemaakt van de eenheidsprijzen uit de Kennisbank Stedelijk Water, module D2000.

  • 7.

    Staartkosten

    Voor de staartkosten zijn conform de Kennisbank Stedelijk Water de volgende waarden gehanteerd: uitvoeringskosten 10% (inrichting werkterrein, uitzetwerkzaamheden), algemene kosten, winst en risico 12%, voorbereiding, honorarium en toezicht 15%. Er is geen rekening gehouden met de post ‘onvoorzien’. Totaal (1,10 * 1.12 * 1,15 - 1) = 42%.

  • 8.

    Indexering rioolheffing

    Het in het GRP berekende tarief moet jaarlijks met de optredende inflatie worden geïndexeerd. Dit wordt jaarlijks bij de vaststelling van de begroting afgehandeld.

  • 9.

    Afschrijvingsmethode

    Investeringen worden direct afgeschreven, zoals dit voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van onze gemeente wordt gehanteerd.

  • 10.

    Afschrijvingstermijnen

    Onderscheid wordt gemaakt in de technische en de economische afschrijvingstermijn. De technische afschrijvingstermijn (levensduur) heeft grote invloed op de hoogte van de rioolheffing, die bepaalt immers in welk jaar een object op de vervangingsplanning verschijnt. Het is derhalve van belang de technische levensduur van de rioleringsobjecten zo goed mogelijk in te schatten. In de praktijk wordt hierbij gebruik gemaakt van inspectiegegevens.

    De economische afschrijvingstermijn is van invloed op het verloop van de lasten in de tijd, maar niet op de hoogte van het kostendekkend tarief berekend met de contante waarde methode (zie 1).

    De technische en economische afschrijvingstermijnen mogen afwijken. Volgens de richtlijnen uit de BBV, moeten de afschrijving en de afschrijvingstermijn zo goed mogelijk aansluiten op de feitelijke waardedaling van de vrijvervalriolering.

    Het voorzichtigheidsbeginsel leidt ertoe dat, indien de economische levensduur korter is dan de technische levensduur, afgeschreven moet worden op basis van de economische levensduur.

    De in de berekening gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn weergegeven in tabel B3.1.

Tabel B3.1 Overzicht gehanteerde afschrijvingstermijnen (jaar)

Object

Afschrijvingstermijn

Technisch

Economisch

Vrijvervalriolen

60

1

gemalen – bouwkundig

60

1

gemalen – mechanisch / elektrisch

15

1

Pers- en drukleidingen

45

1

drukriolering – bouwkundig

45

1

drukriolering – mechanisch / elektrisch

20

1

  • 11.

    Egalisatievoorziening

    In Opmeer wordt gebruik gemaakt van een egalisatievoorziening, om ongewenste schommelingen in de rioolheffing te voorkomen (art. 44, lid 2). Dit leidt tot een gelijkmatige verdeling van de lasten voor de burger, over een aantal begrotingsjaren. Er wordt in Opmeer geen rente aan de egalisatievoorziening toegevoegd.

  • 12.

    Rioolheffing en BTW

    De geraamde BTW op zowel goederen als diensten en investeringen mogen in het riooltarief worden meegenomen. Het tarief is inclusief de compensabele BTW verrekend per jaar. De btw over de investeringen wordt ook verrekend per jaar.

  • 13.

    Nieuwe investeringen voor nieuwbouw

    Nieuwe investeringen voor nieuwbouw worden niet verrekend via de rioolheffing maar via de grondexploitatie.

  • 14.

    Straatvegen

    De kosten van straatvegen worden deels toegerekend aan de rioleringszorg.

Bijlage 3 Woordenlijst

De woorden en verklaringen in deze lijst zijn (voor een groot deel) afkomstig uit de NEN 3300 Buitenriolering Termen en definities en de publicatie “Ontwatering in stedelijk gebied”.

AFKORTINGEN

AMvB Algemene Maatregel van Bestuur

BBB bergbezinkbassin

BBL bergbezinkleiding

BRP basisrioleringsplan

GRP gemeentelijk rioleringsplan

bob binnenonderkant buis

DWA droogweerafvoer

HWA hemelwaterafvoer

IBA installatie voor individuele behandeling van afvalwater

NEN Nederlandse norm

NPR Nederlandse praktijkrichtlijn

RWA regenweerafvoer

AWZI rioolwaterzuiveringinrichting

Wm Wet milieubeheer

TERMEN EN DEFINITIES stedelijk afvalwater en hemelwater

aangroei

verzameling van organismen die zich op de buiswand hebben vastgehecht of in slierten aan de buiswand hangen

aansluitvergunning

vergunning op grond van de aansluitverordening en de Wvo die wordt afgegeven door het zuiveringsschap voor de aansluiting op de rioolwaterzuiveringsinrichting (AWZI)

aantasting

een wijziging van de structuur van de buiswand als gevolg van (bio)chemische of mechanische processen

afkoppelen

het niet meer inzamelen en naar de AWZI transporteren van hemelwater

afvalwater

alle water waarvan de houder zich met het oog op de verwijdering daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen (opmerking: hieronder wordt dus ook afvloeiend regenwater begrepen)

afvoerend oppervlak

het naar de riolering afwaterende oppervlak

afzetting

aankoeking van slib, vet en kalk op de buiswand; tevens afzetting van bodemmateriaal anders dan zand ter plaatse van een buisverbinding of scheur

basisinspanning

Term die de waterkwaliteitsbeheerders gebruiken voor het aanduiden van de inspanningen die elke gemeente moet uitvoeren of uitgevoerd hebben om de vuiluitworp uit de riolering tot een bepaald niveau te reduceren

basisrioleringsplan

document (tekening + toelichting en berekeningen) met de huidige situatie van de riolering en de uit te voeren verbeteringsmaatregelen

beheer

zie rioleringsbeheer

bemalingsgebied

een rioleringsgebied waaruit het afvalwater door een gemaal wordt verwijderd

beoordelen

het toetsen van een parameter aan de bijbehorende maatstaf en het geven van een oordeel over de uitkomsten van de toetsing

bergbezinkkelder

reservoir voor de tijdelijke opslag van afvalwater waarin tevens slibafzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden

berging

de inhoud van de riolering uitgedrukt in m3 of mm/ha

bergingsverlies

de vermindering van berging door permanente vulling in de riolering als gevolg van verzakkingen

beslisboom aan- en afkoppelen verhard oppervlak

hulpmiddel voor gemeenten en particulieren om verantwoorde beslissingen te nemen bij het aan- en afkoppelen van verhard oppervlak in West-Nederland op wijk- en straatniveau

classificatie

de indeling van toestandsaspecten in klassen

controleren

controle, toezicht houden op (bijvoorbeeld op de naleving van voorschriften, op het beheer van een zaak, op de werking van een machine

droogweerafvoer (dwa)

de hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd

drukriolering

riolering waarbij het transport plaatsvindt door middel van pompjes en persleidingen

dwa-rioolstelsel

zie vuilwaterrioolstelsel

emissiespoor

onderdeel van het tweesporenbeleid van waterkwaliteitsbeheerders gericht op het tot een bepaald niveau terugbrengen van de emissies (vuiluitworp) uit een rioolstelsel, ongeacht de werkelijke waterkwaliteit

externe overstort

rioolput voorzien van een overstortdrempel die loost buiten het in beschouwing genomen rioolstelsel, meestal op oppervlaktewater

gemengd rioolstelsel

rioolstelsel, waarbij afvalwater inclusief ingezamelde neerslag door 1 leidingstelsel wordt getransporteerd

gescheiden rioolstelsel

rioolstelsel, waarbij afvalwater exclusief neerslag door een leidingstelsel wordt getransporteerd en neerslag door een afzonderlijk leidingstelsel rechtstreeks naar oppervlaktewater wordt afgevoerd

hydraulisch

waarbij van de leer van de praktische toepassing van waterbeweging gebruik wordt gemaakt

hydraulische berekening

het door rekenen bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel

ingrijpmaatstaf

grenstoestand waarbij ingrijpen in de actuele toestand noodzakelijk is en waarbij maatregelen moeten worden opgesteld

inhangend voegmateriaal

voegmateriaal (kit, bitumineuze profielstrip) dat uit de voeg in het doorstroomprofiel is gezakt of gedrukt

inhangende rubberring

een niet gescheurde rubberring die zichtbaar is of een gescheurde rubberring waarvan een gedeelte in het doorstroomprofiel hangt

inspectie

het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand

lekkage

het intreden of uittreden van water via voegen, scheuren, langs inlaten of door de buiswand

maatstaf

grenswaarde (getalsmatig) op basis waarvan geconcludeerd wordt of aan een functionele eis wordt voldaan

obstakels

voorwerpen in het riool die geen functie in rioleringstechnische zin hebben en geen deel uitmaken van een normale afvalwaterstroom

onderhoud

herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij de toestand van objecten ongewijzigd gehandhaafd wordt

onderzoek

het verzamelen, ordenen, analyseren en verwerken van gegevens, zodanig dat informatie kan worden afgeleid over de toestand en het functioneren van de buitenriolering

overstorting

de lozing van afvalwater via een overstortdrempel naar oppervlaktewater

overstortput

rioolput voorzien van een overstortdrempel

perceel

stuk grond al dan niet met de bebouwing, dat bij het kadaster is geregistreerd

pompovercapaciteit

(poc) het deel van de pompcapaciteit dat beschikbaar is voor de regenwaterafvoer. Het andere deel van de capaciteit is beschikbaar voor de afvalwaterafvoer tijdens droog weer

randvoorziening

vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel die als doel heeft de lozing van vuil uit het rioolstelsel op oppervlaktewater te verminderen

regenwaterriool

riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag

regenwaterrioolstelsel

rioolstelsel alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag

relinen

het repareren of vervangen van een vrijvervalriool door het inbrengen van een flexibele buis in de huidige buis, waarna de flexibele buis door middel van een warmtebron wordt verhard en zo een nieuwe buis ontstaat

renovatie

herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een ingrijpende toestandswijziging wordt doorgevoerd; evenaren technische staat van nieuwaanleg

reparatie

herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een beperkte toestandswijziging wordt doorgevoerd

riolering

het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater

rioleringsbeheer

zorg voor het functioneren van de buitenriolering

riool

samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater

rioolput

constructie toegang gevend tot het rioolstelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg)

afvalwaterzuiveringsinrichting

het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater (AWZI)

rwariool

zie regenwaterriool

rwarioolstelsel

zie regenwaterrioolstelsel

scheuren

het geheel van scheuren, barsten en breuken

verbeterd gescheiden rioolstelsel

gescheiden rioolstelsel met voorzieningen waardoor de neerslag slechts bij wat grotere regenbuien naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. Het meest vervuilde deel van de neerslag wordt 'geborgen' in de riolering en naar de zuivering afgevoerd.

verbeteren

het aanpassen van het oorspronkelijke functioneren

vervangen

herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij het bestaande object wordt verwijderd en een nieuw gelijkwaardig object wordt teruggeplaatst

visuele inspectie

het op directe wijze dan wel op indirecte wijze via optische hulpmiddelen inspecteren van de toestand

vrijvervalriool

riool waardoor afvalwater door middel van de zwaartekracht wordt getransporteerd

vuilemissie

zie vuiluitworp

vuiluitworp

het totaal aan stoffen (niet zijnde water) geloosd uit een rioolstelsel op het oppervlaktewater via overstorten . Hierbij kan gedacht worden aan biologisch afbreekbare stoffen die bij afbraak in het water zuurstof verbruiken (BZV), aan stikstof en fosfaten en aan zware metalen

vuilwaterriool

riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag

vuilwaterrioolstelsel

rioolstelsel voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag

Waarschuwingsmaatstaf 

grenstoestand waarbij de actuele toestand discutabel is en nader onderzoek nodig is

wadi

systeem voor hemelwater afvoer door drainage en infiltratie

waterkwaliteitsdoelstelling

doelstelling voor de kwaliteit van een oppervlaktewater nodig om dat water een bepaalde functie te kunnen laten vervullen

water op straat

het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau

wateroverlast

het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau waarbij hinder of schade wordt ondervonden

wortelingroei

de wortels van bomen of planten, die door voegen, scheuren of via gebouw of kolkaansluitingen het riool zijn ingegroeid

zandinloop

het intreden van zand via buisverbindingen of scheuren

zand en vuilophoping

opgehoopt materiaal met een losse structuur

TERMEN EN DEFINITIES grondwater

Afsluitende laag:

Laag in de bodem die zo wordt genoemd vanwege zijn eigenschap dat hij grondwater slecht doorlaat.

DINO

Digitale Informatie Nederlandse Ondergrond, een direct benaderbare databank voor grondwatergegevens in beheer bij TNO Grondwater en Geo-Energie in Delft

Doorlatendheid

Het vermogen van de grond om water en/of lucht door te laten

Drainage

De afvoer van water over en door de grond en door het waterlopenstelsel

Drooglegging

De afstand tussen het oppervlaktewaterpeil en het maaiveld

afbeelding binnen de regeling

Freatisch grondwater

Het grondwater in de bovenste bodemlaag, dat (indirect) in contact staat met de atmosfeer. De freatische grondwaterstand is een andere term voor grondwaterspiegel

Geohydrologie

De leer van de grondwaterstroming en de -dynamiek in samenhang met de structuur en de opbouw van de ondergrond.

GHG

Gemiddeld hoogste grondwaterstand. Dit is het gemiddelde van de drie hoogste grondwaterstanden van de afgelopen 8 jaren, gebaseerd op maandelijkse metingen.

Grondwater

Water beneden het grondoppervlak, meestal beperkt tot het water beneden de Grondwaterspiegel

Grondwaterisohypse

Hoogtelijn voor de grondwaterstand of voor de stijghoogte van het grondwater. Een grondwaterisohypsenkaart geeft met lijnen (isohypsen) punten aan met gelijke stijghoogte. De kaart geeft onder andere informatie over de stromingsrichting van het grondwater

Grondwateronderlast

Problemen die zich voordoen als gevolg van lage grondwaterstanden. Bijvoorbeeld aantasting van houten funderingen als gevolg van droogstand

Grondwateroverlast

Wateroverlast door hoge grondwaterstanden. Bijvoorbeeld plasvorming op binnenterreinen of vocht in kruipruimten

Infiltratie

Intreding van water in de bodem

Kruipruimte

Ruimte onder de beganegrondvloer in gebruik voor het bereiken van leidingen voor inspectie, onderhoud of reparatie, en voor ventilatie van de vloer en eventuele houten constructiedelen onder de woning

Kwel

Het uittreden van grondwater

Ontwatering

De afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drains, kleine sloten en greppels naar een stelsel van grote waterlopen, met als functie afwatering

Ontwateringsdiepte

De afstand tussen de hoogste grondwaterstand tussen twee ontwateringsmiddelen (sloot, drain) en het maaiveld.

afbeelding binnen de regeling

Onverzadigde zone

Deel van de grond boven de grondwaterspiegel, waarin de bodemporiën zowel water als lucht bevatten. De verzadigde zone is het deel waar de poriën geheel gevuld zijn met water.

Opbolling

Het maximale hoogteverschil tussen de grondwaterspiegel en de waterstand in de drainagebuizen en/of watergangen

Peilbuis

Algemene term voor een buis of soortgelijke constructie met een kleine diameter waarin een grondwaterstand c.q. stijghoogte kan worden gemeten

REGIS

Regionaal Geohydrologisch Informatiesysteem, een interactief informatiesysteem dat beschikt over voor het waterbeheer relevante en actuele gegevens. REGIS wordt beheerd door TNO.

Stijghoogte

Hoogte boven een referentievlak tot waar het water in een peilbuis stijgt. Deze stijghoogte is afhankelijk van de druk van het grondwater ter plaatse van de opening onder in de peilbuis

Wadi

Voorziening voor de opvang, berging en afvoer van neerslag. In een komvormige greppel kan het regenwater infiltreren. Vervolgens kan infiltratie naar het grondwater plaatsvinden of afvoer via een drain.

Zetting

Bodemdaling als gevolg van inklinking, van krimp, door de bouw van kunstwerken, het ophogen van de grond of het aanbrengen van andere materialen