Regeling vervallen per 01-08-2015

Verordening Leerlingenvervoer Opsterland 2008

Geldend van 01-07-2008 t/m 31-07-2015

Intitulé

Verordening Leerlingenvervoer Opsterland 2008

De raad van de gemeente Opsterland,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 juni 2008;

gelet op de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs,

besluit vast te stellen de

Verordening leerlingenvervoer Opsterland 2008

Verordening leerlingenvervoer Opsterland 2008

Titel 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;

  • b.

    aanvraagformulier leerlingenvervoer, een formulier dat de gemeente ieder jaar beschikbaar stelt;

  • c.

    afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

  • d.

    ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en die naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;

  • e.

    commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde expertisecentrum in stand houden;

  • f.

    commissie voor de indicatiestelling: de commissie als bedoeld in artikel 28 c van de Wet op de expertisecentra;

  • g.

    eigen vervoer: vervoer per eigen auto, brommer, scooter of fiets;

  • h.

    gehandicapte leerling: een leerling bedoeld onder i, die door een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet, of niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken;

  • i.

    leerling: een leerling van een school als bedoeld onder q;

  • j.

    opdc: orthopedagogisch en –didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h, derde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • k.

    openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;

  • l.

    ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

  • m.

    permanente commissie leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs;

  • n.

    regionale verwijzingscommissie; de commissie als bedoeld in artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • o.

    reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten wanneer en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids, een eventuele wachttijd, en de aankomst bij de woning;

  • p.

    samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs;

  • q.

    school:

  • een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stb. 1998,495);

  • een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stb. 1998, 496);

  • een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998, 512);

  • r.

    toegankelijke school:

  • voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;

  • voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;

  • s.

    vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

  • t.

    vervoersvoorziening: een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig zijn begeleider of bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig zijn begeleider, of aanbieden van bekostiging van eigen vervoer of aangepast vervoer;

  • u.

    woning: de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft.

Artikel 2 Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten
  • 1.

    Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2.

    De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.

  • 3.

    Wanneer de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
  • 1.

    Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weg gelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

  • 2.

    Wanneer ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 10 of 14 is bepaald, terwijl één of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat er slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging

Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging.

Artikel 5 Aanvraagprocedure
  • 1.

    Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door het invullen van het aanvraagformulier leerlingenvervoer dat ouders volledig invullen en ondertekenen.

  • 2.

    Wanneer het voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 3.

    Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 4.

    Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 5.

    Wanneer een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze getroffen vanaf het ontstaan van het recht van ouders om in aanmerking te komen voor een vervoersbekostiging.

Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen
  • 1.

    De ouders zijn verplicht de wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van de wijziging, onmiddellijk schriftelijk mee te delen aan het college.

  • 2.

    Wanneer sprake is van een wijziging die van invloed is op de toegekende bekostiging, vervalt de bekostiging en kent het college al dan niet opnieuw een bekostiging van de vervoerskosten toe.

  • 3.

    Wanneer de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte een bekostiging is genoten, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond en kent het college al dan niet opnieuw een bekostiging van de vervoerskosten toe.

  • 4.

    Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.

  • 5.

    Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe toekenning van een bekostiging.

Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling

Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 11 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

Titel 2 Bepalingen omtrent het vervoer van de (niet gehandicapte) leerlingen van scholen voor primair onderwijs

Artikel 8 Bekostiging voor de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging toegekend van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning en:

  • a.

    de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

  • b.

    een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a bedoelde samenwerkingsverband, wanneer het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a.

Artikel 9 Permanente commissie leerlingenzorg

Wanneer het college de gevraagde voorziening voor een leerling op een school voor primair onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, moet het bij de beschikking de beslissing betrekken van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.

Artikel 10 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
  • 1.

    Het college kent aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, een bekostiging toe op basis van de kosten van het openbaar vervoer wanneer de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kent het college de ouders bekostiging toe op basis van de kosten van het vervoer per fiets wanneer de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 11 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider
  • 1.

    Wanneer aanspraak bestaat op een in artikel 10 bedoelde bekostiging, vergoedt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider wanneer de leerling jonger is dan negen jaar, en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2.

    Wanneer een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer voor één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 12 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

Het college kent een bekostiging toe op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, wanneer voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 10, en

  • a.

    de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

  • b.

    openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 13 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
  • 1.

    Wanneer aanspraak bestaat op een bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2.

    Wanneer toestemming op grond van het eerste lid aan de ouders is verleend, vergoedt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, wanneer aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, met uitzondering van het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometerbekostiging voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wanneer aanspraak zou bestaan op een bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, met uitzondering van het bepaalde in het vierde lid.

  • 3.

    Wanneer toestemming op grond van het eerste lid aan de ouders is verleend, vergoedt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometerbekostiging voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, met uitzondering van het bepaalde in het vierde lid.

  • 4.

    Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen een bekostiging ontvangen, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verleend.

  • 5.

    Wanneer aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometerbekostiging voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Titel 3 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

Artikel 14 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
  • 1.

    Het college kent aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, een bekostiging toe op basis van de kosten van het openbaar vervoer, wanneer de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets, brommer of scooter, wanneer de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per brommer, scooter.

Artikel 15 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke WEC school, cluster 4

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionale expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

Artikel 16 Commissie voor de begeleiding

Wanneer het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 17 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
  • 1.

    Wanneer aanspraak bestaat op een in artikel 14 bedoelde bekostiging, vergoedt het college ook de daarin bedoelde kosten voor een begeleider wanneer door de ouders tegenover het college kan worden aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2.

    Wanneer het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, moeten bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen worden betrokken.

  • 3.

    Wanneer een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer voor één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 18 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer
  • 1.

    Het college kent een bekostiging toe op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, wanneer wordt voldaan aan het afstandscriterium van artikel 14, en

    • a.

      de gehandicapte leerling, naar het oordeel van het college, niet in staat is - ook niet onder begeleiding - van openbaar vervoer gebruik te maken, of:

    • b.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    • c.

      openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per brommer of scooter.

  • 2.

    Wanneer het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, moet het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen worden betrokken.

Artikel 19 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
  • 1.

    Wanneer aanspraak bestaat op een bekostiging van de vervoerskosten, en ouders één leerling zelf willen vervoeren dan wel laten vervoeren vergoedt het college:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer wanneer aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, met uitzondering van het bepaalde in het vierde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wanneer aanspraak zou bestaan op een bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, met uitzondering van het bepaalde in het derde lid.

  • 3.

    Het college vergoedt aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, met uitzondering van het bepaalde in het derde lid.

  • 4.

    Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen een vergoeding ontvangen, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen vergoeding verleend.

  • 5.

    Wanneer aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, brommer of scooter, vergoedt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, brommer of scooter, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Artikel 20 Bekostiging vervoerskosten van gehandicapte leerlingen voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs
  • 1.

    Het college kent eveneens een bekostiging toe op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval dat de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 14, wanneer het college van oordeel is dat de leerling gehandicapt is.

  • 2.

    Wanneer het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, moet het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen betrekken.

  • 3.

    Wanneer aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten zoals bedoeld in het eerste lid, is artikel 19 van toepassing.

Titel 4 Bepalingen omtrent weekend– en vakantievervoer

Artikel 21 Bekostiging van de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Het college vergoedt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel.

Artikel 22 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer
  • 1.

    Het college vergoedt aan de ouders de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

  • 2.

    Het college vergoedt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het schoolgids van de school die de leerling bezoekt.

  • 3.

    Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 16, artikel 17, tweede lid, artikel 18, eerste lid onder b, artikel 18, tweede lid, en artikel 20.

Titel 5 Bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Artikel 23 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding
  • 1.

    Het college kent een bekostiging toe op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en die gehandicapt is. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 8 in acht.

  • 2.

    Wanneer het college de in het vorig lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, moet het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3.

    Wanneer een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets, brommer of scooter, wanneer de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per brommer of scooter.

Artikel 24 Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer
  • 1.

    Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, wanneer:

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college, gehandicapt is. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht, of:

    • b.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 23 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    • c.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 23 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per brommer of scooter.

  • 2.

    Wanneer het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, moet het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen betrekken.

Artikel 25 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
  • 1.

    Wanneer aanspraak bestaat op een bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2.

    Wanneer toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, vergoedt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren of laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer wanneer aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, met uitzondering van het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van de kilometerbekostiging voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wanneer aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3.

    Wanneer toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, kent het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, een bekostiging toe op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, met uitzondering van het bepaalde in het vierde lid.

  • 4.

    Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen een bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging toegekend.

  • 5.

    Wanneer aanspraak bestaat op een bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, brommer of scooter, kent het college aan de ouders een bekostiging toe van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, brommer of scooter, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Titel 6 Slotbepalingen

Artikel 26 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen en waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 27 Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.

Artikel 28 Overgangsregeling
  • 1.

    Voor een leerling als bedoeld in Titel 5 voor wie in het schooljaar 2001/2002 volgens de Wet Rea een vervoersvoorziening werd verstrekt, geen voorziening in de vorm van een bruikleenauto of een voorziening deel uitmakend van of samenhangend met een leefvervoervoorziening, blijft, wanneer de ouders dat wensen, zo nodig in afwijking van artikel 3 aanspraak bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar de school die de leerling in schooljaar 2001-2002 bezocht.

  • 2.

    Voor de leerling van leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs die in het schooljaar 2001-2002 een vervoersvoorziening kreeg naar een school voor speciaal voortgezet onderwijs, leerwegondersteunend onderwijs, praktijkonderwijs of een opdc, blijft aanspraak bestaan op een vervoersvoorziening van en naar de school of opdc die de leerling in het schooljaar 2001-2002 bezocht wanneer de afstand van de woning naar de school meer dan 6 km bedraagt.

  • 3.

    De bepalingen in Titel 6 zijn voor de eerste maal van toepassing in het schooljaar 2002-2003. Op het vervoer van leerlingen voorafgaand aan het schooljaar 2002-2003 en daarop betrekking hebbende geschillen, blijven de regelingen zoals luidend voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening van toepassing.

Artikel 29 Citeertitel en inwerkingtreding
  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening leerlingenvervoer Opsterland 2008”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2008.

  • 3.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening Leerlingenvervoer van 30 juni 2003 ingetrokken.

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 juni 2008.

    De griffier, De voorzitter,