Regeling vervallen per 13-11-2008

Verordening burgerinitiatief gemeente Oss 2008

Geldend van 04-12-2008 t/m 12-11-2008

Intitulé

Verordening burgerinitiatief gemeente Oss 2008

Gemeenteraad

Onderwerp:

Volgnummer

2008-80

Vaststellen nieuwe verordening burgerinitiatief

Dienst/afdeling

Raadsgriffie

De raad van de gemeente Oss;

gezien het voorstel van de raadsgriffier van 24 september 2008;

gelet op het advies van de raadscommissie Bestuur Organisatie en Bedrijvigheid van 20 oktober 2008;

besluit:

  • 1.

    de Verordening burgerinitiatief gemeente Oss, vastgesteld op 12 februari 2004, in te trekken;

  • 2.

    de Verordening burgerinitiatief gemeente Oss 2008 vast te stellen.

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: de gemeenteraad van Oss; b. commissie: een raadscommissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet; c. college: het college van burgemeester en wethouders van Oss; d. burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp of een voorstel op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen;

  • e.

    initiatiefgerechtigde: de personen en instanties als bedoeld in artikel 3.

Artikel 2

  • 1. De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2. Een verzoek is ongeldig indien het:

    • a.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

    • b.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3

  • 1. Initiatiefgerechtigd zijn alle ingezetenen van de gemeente Oss en overige belanghebbenden.

  • 2. Uitgezonderd van het burgerinitiatiefrecht zijn de raadsleden en de commissieleden- niet raadsleden.

  • 3. Voor de beoordeling of iemand belanghebbende is, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4

  • 1. Een burgerinitiatiefvoorstel houdt in ieder geval niet in:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

    • b.

      een vraag over het gemeentelijk beleid;

    • c.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

    • d.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

    • e.

      een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode, waarin indiening van het voorstel plaatsvindt door de raad een besluit is genomen, tenzij sprake is van aantoonbare nieuwe feiten. Dit geldt echter alleen als deze nieuwe feiten hadden kunnen leiden tot een ander besluit, als ze bekend waren geweest ten tijde van het besluit;

    • f.

      een onderwerp waarover een inspraakprocedure of een voorbereidingsprocedure loopt.

  • 2. Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder.

  • 3. Het college of de burgemeester zal een onderwerp of voorstel als bedoeld in lid 2 op een vergelijkbare manier behandelen als een burgerinitiatief.

  • 4. Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van het college of de burgemeester, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door het college dan wel de burgemeester, eventueel vergezeld van een advies, worden doorgezonden naar de raad.

Artikel 5

  • 1. Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk en gesteld in de Nederlandse taal ingediend bij de voorzitter van de raad.

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

    • b.

      een motivering en toelichting op het burgerinitiatief;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn eventuele plaatsvervanger.

  • 3. Indien uit de uitvoering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien voor de gemeente, wordt daarvan een globale raming gegeven die betrokken wordt bij de besluitvorming.

  • 4. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het als bijlage bij deze verordening opgenomen model.

Artikel 6

  • 1. De raad agendeert het burgerinitiatief voor zijn eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het initiatief, indien het voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 5. Er dienen ten minste twee weken te liggen tussen de dag van indiening van het burgerinitiatief en de dag van de vergadering waarin over het burgerinitiatief wordt beslist.

  • 2. De voorzitter van de raad nodigt de initiatiefnemer en zijn eventuele plaatsvervanger schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering in totaal 15 minuten de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten.

  • 3. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 4. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefnemer.

  • 5. De initiatiefnemer wordt daarna ingelicht over de vervolgstappen inzake de uitwerking van het burgerinitiatief.

  • 6. Indien een burgerinitiatief is afgewezen, is sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep open staat.

Artikel 7

De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van de verordening, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking van deze verordening.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 13 november 2008.

De gemeenteraad voornoemd,

Coll:

Toelichting

Artikel 1

In deze verordening is ervoor gekozen de term "burgerinitiatief " te hanteren ter aanduiding van het onderwerp dat door een burger bij de raad kan worden ingediend. Er is een ruime begripsomschrijving opgenomen voor de invulling van deze term. Deze biedt de mogelijkheid dat burgers een onderwerp bij de raad aandragen, zonder dat een concreet voorstel is bijgevoegd. Te denken valt hier aan de wens om in de raad over de problematiek in een bepaalde achterstandswijk te discussiëren. Uiteraard staat het burgers ook vrij om een concreet voorstel in te dienen. Het is aan de raad om te beslissen of het nadere uitwerking door de indieners behoeft.

Artikel 2

Uit dit artikel volgt dat de raad een burgerinitiatief op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus moeten uitspreken over het burgerinitiatief. Van een geldig verzoek is sprake als (a) het onderwerp van het burgerinitiatief niet in artikel 4 is uitgezonderd en (b) aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. In artikel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.

Artikel 3

De keuze voor deze ruime definitie van initiatiefgerechtigden ligt voor de hand. Het gaat om de kwaliteit van het initiatief; nadere criteria kunnen dan onnodig belemmerend werken.

Als voorbeelden van “belanghebbenden” kunnen genoemd worden:

  • -

    personen die in Oss onroerend goed in eigendom hebben of bij de Kamer van Koophandel staan ingeschreven als zelfstandige in Oss;

  • -

    personen die werkzaam zijn bij bedrijven en maatschappelijke organisaties in Oss.

Raadsleden en commissieleden-niet raadsleden zijn niet initiatiefgerechtigd. Zij hebben - op grond van de reglementen van orde voor de vergaderingen van de raad en de commissies - andere mogelijkheden om voorstellen in te dienen.

Bij indiening van een burgerinitiatief kan worden getoetst of de indiener/initiatiefnemer voldoet aan de vereisten van een initiatiefgerechtigde. Het verzoek vindt immers formeel op dat moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5.

Artikel 4

Het is weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Daar komt bij dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatief kan doen, omdat hij "er niet over gaat".

Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan andere wegen open, zoals het schrijven van een brief, het bellen met een ambtenaar, het spreekrecht in een commissie- of raadsvergadering over een geagendeerd onderwerp of het maken van een afspraak voor een gesprek met een wethouder.

Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop is bepaald dat het burgerinitiatief geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden.

Tenslotte is het evenmin de bedoeling dat zaken, die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest, opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Daarbij kan een raad zelf bepalen welke termijn hij daarvoor geschikt acht. Gekozen is voor de huidige raadsperiode. Het is aan de initiatiefnemer om aan te tonen dat het initiatief een nieuw voorstel betreft dat nog geen onderwerp van een raadsbesluit is geweest.

Een burgerinitiatief dat wordt doorgestuurd naar college of burgemeester als portefeuillehouder, is geen burgerinitiatief meer volgens de definitie van artikel 1 van deze verordening. Lid 3 is bedoeld om te voorkomen dat college of burgemeester een initiatief om die reden terzijde kan schuiven.

Lid 4 legt vast dat initiatieven, die ten onrechte of per abuis zijn ingediend bij het college of de burgemeester, worden doorgestuurd naar de raad.

Artikel 5

Aan het verzoek wordt een aantal minimumvereisten gesteld. Uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid is gekozen voor indiening van een burgerinitiatief door middel van een standaardformulier voor burgerinitiatieven. Op dit formulier zal de verzoeker naast het voorstel plus toelichting, in ieder geval zijn personalia moeten aangeven. Om fraude met namen te voorkomen kan naar personalia gevraagd worden als adressen en geboortedata.

Artikel 6

De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de voorwaarden en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat de griffie onvoldoende tijd heeft om het voorstel te kunnen controleren. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar het college of de burgemeester als portefeuillehouder. Met het derde tot en met vijfde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatief door de raad. Op grond van het vijfde lid wordt de initiatiefnemer altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een inhoudelijk besluit zijn of de mededeling dat het verzoek is afgewezen.

Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatief door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaan.

Besluit de raad het burgerinitiatief te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb). Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatief zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht dat vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad, het college of de burgemeester naar aanleiding van het burgerinitiatief besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staan geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb).

In deze verordening is ervoor gekozen in het midden te laten hoe raad, college of burgemeester verder met het burgerinitiatief omgaat. Bedoeld is niet dat altijd de volledige raad het voorstel inhoudelijk moet behandelen. Het ligt wel voor de hand dat in de raadsvergadering wordt beslist over het te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatief kan uiteraard ook in een raadscommissie inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek moet worden gedaan. De initiatiefnemer zal hoe dan ook steeds over het vervolgtraject worden ingelicht en waar nodig en mogelijk erbij worden betrokken.

Artikel 7

Door in een verslag getalsmatige gegevens op te nemen (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatieven), alsmede een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatieven, de besluiten van de raad op de burgerinitiatieven en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen, kan inzicht worden verkregen in de werking van het burgerinitiatief in de praktijk. De burgemeester kan er voor kiezen het verslag over het burgerinitiatief in het burgerjaarverslag op te nemen.

Artikel 8

Dit artikel geeft aan wat er moet gebeuren als de verordening bepaalde zaken niet regelt of als er twijfel is over de toepassing van de artikelen.

Artikel 9

Dit artikel behoeft geen toelichting.