Regeling vervallen per 10-05-2018

Gedragscode bestuurders gemeente Oss 2011

Geldend van 13-01-2010 t/m 09-05-2018

Intitulé

Gedragscode bestuurders gemeente Oss 2011

Gemeenteraad

Gelet op de Wet samenvoeging gemeente Lith en Oss;

Gezien het voorstel van de stuurgroep Oss-Lith van 23 november 2010;

Gelet op de artikelen 28 en 29 van de Wet algemene regels herindeling en artikel 149 van de Gemeentewet;

Gelet op artikel 15, lid 3, artikel 41 c, lid 2 en artikel 69, lid 2 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende:

Gedragscode bestuurders gemeente Oss 2011

Deel 1. Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit

Bestuurders stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt, wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan de gemeenteraad, collega-bestuurders maar ook extern aan maatschappelijke organisaties en burgers voor wie bestuurders hun functie vervullen.

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief:

* Dienstbaarheid: Het handelen van een bestuurder is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de burgers en organisaties die daar onderdeel van uit maken.

* Functionaliteit: Het handelen van een bestuurder heeft altijd een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

* Onafhankelijkheid: Het handelen van een bestuurder wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

* Openheid: Het handelen van een bestuurder is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controleren organen volledig inzicht hebben in het handelen van de bestuurder en zijn beweegredenen daarbij.

* Betrouwbaarheid: Op een bestuurder moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

* Zorgvuldigheid: Het handelen van een bestuurder is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

Deel 2. Gedragscode bestuurlijke integriteit van de gemeente Oss

1 Algemene bepalingen

  • 1.1.

    Onder bestuurder wordt verstaan: een lid van de raad, een lid van het college of de burgemeester.

  • 1.2.

    Deze gedragscode geldt voor alle bestuurders en, tenzij anders vermeld, ook voor commissieleden niet-raadsleden.

  • 1.3.

    Onder nevenfuncties wordt verstaan: alle functies die door een bestuurder naast de functie van bestuurder worden vervuld, onafhankelijk of hiervoor inkomsten worden ontvangen en onafhankelijk hoeveel uren aan deze functie worden besteed;

  • 1.4.

    In gevallen waarin de gedragscode niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in de raad.

  • 1.5.

    De gedragscode is openbaar en wordt op de in de gemeente gebruikelijke wijze bekend gemaakt.

  • 1.6.

    Bestuurders ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de gedragscode.

  • 1.7.

    Bij niet naleving van deze gedragscode door een bestuurder, kan door de raad tegen de betreffende bestuurder een motie van bedenkelijkheid worden ingediend.

2 Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 2.1

    Bestuurders kunnen ook andere maatschappelijke functies uitoefenen, waarbij belangenverstrengeling met de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de gemeente wordt vermeden.

  • 2.2

    Een bestuurder doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2.3

    Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties en andere samenwerkingsrelaties voorkomt de bestuurder (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.4

    Een oud-bestuurder wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

  • 2.5

    Een bestuurder die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.6

    Een bestuurder zal bij aangelegenheden, die hem direct of indirect persoonlijk aangaan, of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken, niet aan de beraadslagingen voorafgaande aan de besluitvorming deelnemen.

  • 2.7

    Een bestuurder neemt van een aanbieder van diensten of producten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

  • 2.8

    Bij juridische geschillen fungeert een bestuurder niet als (juridisch) adviseur van de partij die tegen besluiten van (één der bestuursorganen van) de gemeente ageert.

3 Nevenfuncties

  • 3.1

    Een bestuurder vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

  • 3.2

    Een bestuurder maakt melding van al zijn nevenfuncties, waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.

  • 3.3

    De kosten die een bestuurder maakt in verband met een nevenfunctie uit hoofde van het ambt (q.q.-nevenfunctie), worden niet door de gemeente vergoed. Met nevenfunctie uit hoofde van het ambt wordt bedoeld, een functie die direct gerelateerd is aan het bestuurdersambt en die niet als zodanig kan worden uitgeoefend indien de bestuurder dit ambt niet vervult. Kosten uit andere nevenfuncties worden eveneens niet vergoed.

  • 3.4

    Een bestuurder, die lid is van het college en die een nevenfunctie wil vervullen anders dan uit hoofde van het ambt, meldt dit voornemen in het college. Een bestuurder, die lid is van de raad en die een nevenfunctie wil vervullen anders dan uit hoofde van het ambt, meldt dit voornemen aan het fractievoorzittersoverleg.

4 Informatie

  • 4.1

    Stukken kunnen zijn openbaar of niet openbaar waarbij de Wet Openbaarheid van bestuur als basis wordt gebruikt. Een niet-openbaar stuk wordt bij de raadsgriffie ter vertrouwelijke kennisname ter inzage gelegd voor de raads- en commissieleden. Van de niet-openbare stukken wordt de vertrouwelijkheid in acht genomen. Geheime stukken kunnen eveneens bij de raadsgriffie ter kennisname ter inzage worden gelegd voor de raads- en commissieleden. De betreffende artikelen van de Gemeentewet zijn in dit kader van overeenkomstige toepassing.

  • 4.2

    Een bestuurder gaat zorgvuldig en correct om met mondelinge informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt en houdt deze informatie onder zich indien deze als vertrouwelijk is verstrekt. Het is bestuurders wel toegestaan deze informatie onderling met elkaar te delen.

  • 4.3

    Een bestuurder houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim is, of niet openbaar is én het geven van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur geweigerd kan worden.

  • 4.4

    Een bestuurder maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie, tenzij de informatie reeds openbaar gemaakt is.

  • 4.5

    Bestuurders streven ernaar informatie juist, tijdig, eenduidig, volledig en helder te verstrekken.

  • 4.6

    Het nakomen van de afspraken die gemaakt zijn ten aanzien van de actieve informatieplicht van het college naar de raad, vormt onderdeel van deze gedragscode.

5 Aannemen van geschenken

  • 5.1

    Alle geschenken en giften, die een waarde vertegenwoordigen van meer dan € 25,00 en die een bestuurder uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld aan de burgemeester en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een bestemming voor bepaald. Bedoelde geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen.

  • 5.2

    Geschenken aan bestuurders die een waarde vertegenwoordigen van maximaal € 25,00 worden aangemerkt als kleine geschenken en behoeven als zodanig niet gemeld te worden.

  • 5.3

    Geschenken die - ongeacht de waarde - worden gedaan tijdens de onderhandelingsfase of anderszins tijdens een procedure, worden niet geaccepteerd.

  • 5.4

    Het is algemeen maatschappelijk aanvaardbaar dat bij recepties ter gelegenheid van afscheid, jubileum of andere officiële gelegenheden cadeaus worden aangeboden. Het betreft hier de gebruikelijke attenties als blijk van waardering voor de samenwerking met of prestaties van de afscheid nemende of jubilerende bestuurder. De in de volle openbaarheid aangeboden cadeaus kunnen zonder bezwaar worden geaccepteerd en hoeven niet te worden gemeld.

6 Bestuurlijke uitgaven en declaraties

  • 6.1

    Uitgaven worden uitsluitend vergoed op basis van bestaande afspraken en regelingen.

  • 6.2

    Declaraties worden afgewikkeld volgens de daartoe vastgestelde regelingen.

7 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

7.1Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan, tenzij hierover afspraken zijn gemaakt.

8 Reizen en werkbezoeken buitenland

  • 8.1

    Een bestuurder die het voornemen heeft op kosten van de gemeente een buitenlandse reis te maken die gerelateerd is aan zijn functie, heeft toestemming nodig van het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt. De gemeenteraad wordt van het besluit op de hoogte gesteld indien het een bestuurder uit het college betreft.

  • 8.2

    Een bestuurder die het voornemen van een in het vorige lid genoemde reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten.

  • 8.3

    Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden altijd besproken in het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 8.4

    De bestuurder is verantwoordelijk voor de inhoudelijke en financiële verslaggeving van de reis aan de gemeenteraad.

  • 8.5

    Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een bestuurder is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt betrokken bij de besluitvorming van het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt.

  • 8.6

    Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan.

  • 8.7

    Het verlengen van een dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de bestuurder.

  • 8.8

    Alle kosten genoemd in de artikelen 8.5, 8.6 en 8.7 die ten laste van de gemeente komen, worden transparant gemaakt aan het bestuursorgaan waar de bestuurder deel van uitmaakt.

  • 8.9

    De in verband met de dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voor zover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

9 Uitnodigingen

  • 9.1

    Bij het accepteren van uitnodigingen voor diners, lunches, recepties e.d. van relaties van de gemeente, kunnen de bestuurders te allen tijde het belang van het contact verantwoorden.

  • 9.2

    Ook indien de gemeentelijke bestuursorganen of individuele bestuurders relaties uitnodigen, kan in alle gevallen het belang dat de gemeente heeft bij deze uitnodigingen worden verantwoord.

10 Meningsuitingen

  • 10.1

    Een bestuurder onthoudt zich van beledigingen, laster en leugens.

  • 10.2

    Een bestuurder tast de persoonlijke integriteit van leden van college, raad en ambtelijke organisatie niet onbewezen aan.

  • 10.3

    Een bestuurder draagt er zorg voor, dat de toonzetting van de beweringen niet geschiedt in persoonlijke grievende bewoordingen. Naderhand onjuist gebleken beweringen worden door de betrokken bestuurder publiekelijk gerectificeerd.

11 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 11.1

    Deze gedragscode wordt aangehaald als “Gedragscode bestuurders gemeente Oss 2011”.

  • 11.2

    Bekendmaking van deze voorschriften zal plaatsvinden in Oss Actueel d.d. 12 januari 2011, waarna deze op 13 januari 2011 voor de nieuwe gemeente Oss in werking treden.

  • 11.3

    De `Gedragscode bestuurlijke integriteit` van de gemeente Lith en de `Gedragscode bestuurlijke integriteit` van de gemeente Oss` worden ingetrokken.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 3 januari 2011

Coll:

Bekend gemaakt d.d. 12 januari 2011

Bron: Oss Actueel

In werking getreden d.d. 13 januari 2011