Regeling vervallen per 01-01-2021

Financiële verordening gemeente Oud-Beijerland

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2020

Intitulé

Financiële verordening gemeente Oud-Beijerland

De raad van de gemeente Oud-Beijerland,

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen:

Verordening op de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Oud-Beijerland.

 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    administratie:het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken van gegevens en het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Oud-Beijerland en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • 2.

    financiële administratie:het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Oud-Beijerland, teneinde te komen tot een goed inzicht in:1. de financieel-economische positie;2. het financiële beheer;3. de uitvoering van de begroting;4. het afwikkelen van vorderingen en schulden;5. alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

  • 3.

    administratieve organisatie:het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

  • 4.

    rechtmatigheid :het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten.

  • 5.

    doelmatigheid :De mate waarin de gewenste prestaties worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • 6.

    doeltreffendheidde mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

  • 7.

    Investeringeen uitgave voor een activum met een levensduur van meer dan één jaar (een activum is een middel die uit een gebeurtenis is voortgekomen, waarover de gemeente beschikkingsmacht heeft en de potentie heeft om bij te dragen in het genereren van middelen).

  • 8.

    verbonden partijeneen privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft.

  • 9.

    werkenhet product van bouw- dan wel wegenbouwkundige werken in hun geheel – niet zijnde leveringen of diensten – dat er toe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Paragraaf 1 Kaderstellen

Artikel 2 Programmabegroting

  • 1 De raad stelt bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een programma-indeling vast.

  • 2 De raad stelt per programma vast:

    • 1.

      de beoogde maatschappelijke effecten;

    • 2.

      de activiteiten en de wijze waarop ernaar gestreefd zal worden die effecten te bereiken;

    • 3.

      de baten en lasten.

  • 3 Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven.

  • 4 Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden.

Artikel 3 Kaders begroting

  • 1 Het college biedt medio juni van het begrotingsjaar aan de raad een nota aan over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden de bevindingen betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 6 en de jaarstukken bedoeld in artikel 7.

  • 2 De raad stelt deze nota vast.

Artikel 4 Autorisatie begroting en begrotingswijzigingen

  • 1 De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht van algemene dekkingsmiddelen.

  • 2 Het college is bevoegd te besluiten tot:

    • 1.

      aan en verkopen van goederen, diensten en werken onder de € 30.000 die niet in de begroting zijn opgenomen;

    • 2.

      doen van investeringen onder de € 100.000 die niet in de begroting zijn opgenomen.

    • 3.

      het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties kleiner dan € 100.000;Van de op grond van artikel 2 genomen besluiten, doet de betreffende portefeuillehouder in de eerst mogelijke raadsvergadering een mededeling. Bedoelde besluiten worden achteraf aan de raad voorgelegd. Het college voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of een voorstel voor het autoriseren van het investeringskrediet.

  • 3 Met inachtneming van het gestelde in lid 2 meldt het college, indien zij voorziet dat een geautoriseerd programmabudget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, dit aan de raad

Artikel 5 Uitvoering begroting

  • 1 Het college stelt regels die waarborgen, dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2 Het college draagt ten aanzien van de productenraming er zorg voor dat:

    • 1.

      de lasten en baten zijn toegewezen aan de producten van de productenraming;

    • 2.

      de budgetten uit de productenraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de uiteenzetting van de financiële positie in de programmabegroting. Als bij uitwerking van de kaders, budgetten met in achtneming van artikel 4 lid 2, worden bijgesteld, worden deze in de tussentijdse rapportage aan de raad voorgelegd;

    • 3.

      De financiële beheershandelingen binnen de begroting passen en zoals bepaald in artikel 189, 190 en 191 van de gemeentewet.

  • 3 Het college draagt er zorg voor dat de saldo’s van de programma’s zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

Artikel 6 Tussentijdse rapportage en informatie

  • 1 Het college informeert de raad door middel van een bestuursrapportage over:

    • 1.

      de afwijking op de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste maanden van het lopende boekjaar en zo nodig nogmaals in het najaar;

    • 2.

      de verwachte ontwikkelingen, aangevuld met (nieuwe) beleidvoornemens.

  • 2 De tussentijdse rapportages sluiten aan bij de inrichting van de programmabegroting.

  • 3 Gelet op artikel 4 lid 2 stelt het college de raad vooraf in de gelegenheid zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voorzover het betreft niet bij begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake:

    • 1.

      investeringen groter dan € 100.000;

    • 2.

      aankoop en verkoop van goederen, diensten en werken groter dan € 30.000;

    • 3.

      het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties kleiner dan € 100.000.

Artikel 7 Jaarstukken

  • 1 Het college draagt zorg voor een verantwoording van de productenrealisatie en programmarealisatie.

  • 2 Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma’s. In de verantwoording geeft het college aan:

    • 1.

      wat is bereikt;

    • 2.

      welke activiteiten zijn ondernomen;

    • 3.

      wat de kosten en baten zijn;

    • 4.

      hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

  • 3 De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen van de programma’s voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

  • 4 In de jaarrekening wordt in de investeringsparagraaf verantwoording afgelegd over de geautoriseerde investeringskredieten.

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Artikel 8 Waardering

Het college biedt de raad een nota waardering en afschrijving vaste activa aan. De raad stelt de nota vast. In deze nota is opgenomen:

  • 1.

    welke activa worden gewaardeerd en tegen welke waarde;

  • 2.

    welke termijn en welke methode van afschrijving wordt gehanteerd;

  • 3.

    overige van belang zijnde aspecten ten aanzien van waardering en afschrijving.

Artikel 9 Inbare vorderingen

Bij het opstellen van de jaarrekening wordt voor de openstaande vorderingen ouder dan drie maanden een beoordeling op inbaarheid gedaan. Afhankelijk van de bevindingen wordt bij de jaarrekening een oordeel over de inbaarheid gedaan.

 

Artikel 10 Reserves en voorzieningen

Het college biedt de raad een nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt de nota vast. In deze nota is opgenomen:

  • 1.

    de vorming en besteding van reserves;

  • 2.

    de vorming en besteding van voorzieningen;

  • 3.

    de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen, in relatie tot het weerstandsvermogen.

Artikel 11 Kostprijsberekening

Voor het bepalen van de kostprijs van producten, diensten en werken van de gemeente Oud-Beijerland maakt het college een integrale kostprijsberekening.

Artikel 12 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rioolheffing en veelvoorkomende leges.

Artikel 13 Financieringsfunctie

Voor de uitoefening van de financieringsfunctie biedt het college de raad een Treasuryverordening aan. De raad stelt de Treasurysverordening vast. In deze verordening zijn regels gesteld over:

  • 1.

    het aantrekken en uitzetten van gelden;

  • 2.

    het beheersen van de risico’s die verbonden zijn aan de financieringsfuncties;

  • 3.

    het verstrekken en aangaan van leningen, garanties en financiële participaties.

Hoofdstuk 4 Financieel beheer en interne controle

Artikel 14 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • 1.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • 2.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts.;

  • 3.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostenberekeningen;

  • 4.

    het verschaffen van informatie over de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • 5.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • 6.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde de doelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 15 Interne controle

Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel. Het college dient te zorgen voor voldoende beheersmaatregelen van interne controle dat financiële onzekerheden door staatssteun, risico’s en garanties worden beperkt

Artikel 16 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college dient te zorgen voor voldoende maatregelen van beheer dat misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen wordt voorkomen.

Artikel 17 Registratie bezittingen, activa en vermogen

  • 1 Het college draagt zorgt voor een actuele en volledige registratie van materieel en immaterieel bezit.

  • 2 Het college draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente systematisch worden gecontroleerd.

  • 3 Bij afwijkingen in de registratie van bezittingen neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

     

Hoofdstuk 5 Financiële organisatie

Artikel 18 Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:

  • 1.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • 2.

    een passende scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan bestuursorganen is gewaarborgd;

  • 3.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • 4.

    de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen de diensten van de gemeente;

  • 5.

    de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen.

Artikel 19 Aanbesteding en inkoop

Het college draagt zorg voor en legt vast de interne regels voor de inkoop en aanbesteding van goederen, diensten en werken.

 

Artikel 20 Subsidieverstrekking en steunverlening

Het college draagt zorg voor en legt vast de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 21 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2012. De stukken voor het begrotingsjaar 2012 en latere begrotingsjaren voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 2 Deze verordening treedt in de plaats van de Financiële verordening gemeente Oud-Beijerland vastgesteld door de raad op 26 februari 2007.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 november 2011.
De griffier, de voorzitter,
 
E. Bunt K. Tigelaar
 
Bekendgemaakt in De Schakel: 1 december 2011.
 

Toelichting 1 Toelichting op de artikelen