Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen, afgebakende terreinen, complexen en overige objecten

Geldend van 18-12-2008 t/m heden

Intitulé

Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen, afgebakende terreinen, complexen en overige objecten

De raad van de gemeente Oude IJsselstreek,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 oktober 2008, nr. 08int00854

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet

besluit vast te stellen de

Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen, afgebakende terreinen, complexen en overige objecten. (“Verordening naamgeving en nummering (adressen) 2008”)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    Openbare ruimte: alle voor het openbaar rijverkeer of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen, bruggen, viaducten, knooppunten of daarmee vergelijkbare plaatsen of constructies en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouwwerken die daar deel van uitmaken.

  • c.

    Woonplaats: een gebied, geometrisch afgebakend, zoals vastgelegd in het door het college vastgestelde woonplaatsbesluit.

  • d.

    Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestem­ming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.

  • e.

    Gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

  • f.

    Complex: een afgebakend samengesteld geheel van gebouwen en bouwwerken (industriecomplex, complex met vakantiehuisjes, kazernecomplex, agrarisch complex, jachthavencomplex, etc.).

  • g.

    Pand: een pand is de kleinste, bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig constructief zelfstandige eenheid, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

  • h.

    Afgebakend terrein: een terrein met afsluitbare toegang, waarop zich geen bouwwerken bevinden.

  • i.

    Ligplaats: een deel van het openbare water dat is bestemd voor het permanent afmeren van een (woon)schip of een woonark.

  • j.

    Standplaats: een kavel, die is bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop (nuts)voorzieningen aanwezig zijn.

  • k.

    Nummer: een nummer dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of cijfer, of combinatie van letters en cijfers.

  • l.

    Object: een gebouw, complex, afgebakend terrein, ligplaats of standplaats.

  • m.

    Verblijfsobject: een verblijfsobject is de kleinste binnen één of meerdere panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige- of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik, die ontsloten wordt via een eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte en die onderwerp kan zijn van rechtshandelingen;

  • n.

    Rechthebbende: eenieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht de beschikking heeft over een onroerende zaak, alsmede de beheerder.

  • o.

    Uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

Artikel 2 Naamgeving van woonplaatsen en van delen van de openbare ruimte

  • 1.

    Het college stelt voor het totale grondgebied van de gemeente ten minste één woonplaats vast en kan een woonplaats in wijken of buurten verdelen, zonodig daaraan namen, letters of nummers toekennen. Het besluit wordt voorzien van een kaart met begrenzing van het benoemde gedeelte;

  • 2.

    Het college kent voor het totale grondgebied van de gemeente namen toe aan te onderscheiden delen van de openbare ruimte en zonodig aan bouwwerken. Het besluit wordt voorzien van een kaart met begrenzing van het benoemde gedeelte;

  • 3.

    Onder vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de vaststelling, verdeling en toekenning.

Artikel 3 Nummering van objecten

  • 1.

    Het college kan aan een object of een te onder­scheiden deel daarvan of aan een verblijfsobject een authentiek uniek nummer toekennen. Het besluit wordt voorzien van een kaart met een grafische aanduiding van het benoemde gedeelte.

  • 2.

    Aan een object dat een nummer heeft gekregen, moet het num­mer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

  • 3.

    Onder toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de toekenning.

Artikel 4 Namen en nummers aanbrengen

  • 1.

    De door het college aan delen van de openbare ruimte toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2.

    Het is eenieder verboden op eigen initiatief straatnaam of huisnummers toe te kennen en aan te brengen.

Artikel 5 Gedoogplicht naamborden

  • 1.

    Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met straatnamen en verwijsborden aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2.

    De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat de in het eerste lid genoemde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6 Nummerborden aanbrengen

  • 1.

    De rechthebbende is verplicht het nummer, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college op een vanaf de openbare ruimte zichtbare plaats op het object aan te brengen.

  • 2.

    Tenzij door het college anders is besloten, is de rechthebbende van een object verplicht het in het eerste lid genoemde nummer, alsmede daarmee verband houdende verwijs- en verzamelborden aan te brengen op een wijze zoals krachtens artikel 7 is bepaald.

  • 3.

    Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na voltooi­ing aangebracht.

  • 4.

    Het college kan de in het eerste en derde lid genoemde termijn verlengen.

Artikel 7 Uitvoeringsvoorschriften

  • 1.

    Het college is bevoegd nadere uitvoeringsvoorschriften te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

  • 2.

    Het college kan de in de uitvoeringsvoorschriften genoemde termijnen verlengen.

Artikel 8 Strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van artikel 4, tweede lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in artikel 5 en 6, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze regeling is belast een medewerker van het Taakveld Handhaving van de gemeente Oude IJsselstreek.

Artikel 9 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening naamgeving en nummering (adressen) 2008’

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Oude IJsselstreek in zijn vergadering van 27 november 2008.

De waarnemend griffier, De voorzitter,

M.B.J. Looman J.P.M. Alberse

Verordening naamgeving en nummering _adressen_ 2008, toelichting.pdf