Verordening subsidie excessieve onderzoekskosten archeologie Oudewater 2016

Geldend van 19-03-2016 t/m heden

Intitulé

Verordening subsidie excessieve onderzoekskosten archeologie Oudewater 2016

De raad van de gemeente Oudewater;

gelezen het voorstel d.d. 5 januari 2016 van:

-burgemeester en wethouders

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de artikelen 38, 39, 40 en 41 van de Monumentenwet;

overwegende dat de gemeenteraad excessieve onderzoekskosten die voort kunnen vloeien uit de verplichting tot het uitvoeren van een archeologisch onderzoek wil verlichten door middel van het onder voorwaarde subsidiëren van deze onderzoeken

b e s l u i t :

1.In te trekken de Verordening subsidie excessieve onderzoekskosten archeologie Oudewater 2015

2.Vast te stellen de onderstaande

"Verordening subsidie excessieve onderzoekskosten archeologie Oudewater 2016"

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    aanvrager: de veroorzaker en/of opdrachtgever van een bodemverstorende activiteit die eenaanvraag om tegemoetkoming in de excessieve kosten indient;

  • 2.

    archeologisch onderzoek: een onderzoek, bestaande uit

    • a.

      het verrichten van werkzaamheden met als doel het opsporen of onderzoeken van archeologischemonumenten,

    • b.

      het maken van een rapportage over het desbetreffende archeologisch onderzoek;

    • c.

      het conserveren en deponeren van de vondsten van het desbetreffende archeologisch onderzoek;

  • 3.

    excessieve kosten: de kosten van archeologisch onderzoek, voor zover die kosten naar hetoordeel van de gemeente voor een aanvrager van de subsidie als bedoeld in artikel 2 onevenredighoog zijn in verhouding tot de totale projectkosten;

  • 4.

    archeologische monumenten: de monumenten bedoeld in artikel 1, sub c van de Monumentenwet1988;

Artikel 2 Subsidieverstrekking

  • 1.

    Het college kan subsidie verstrekken aan aanvragers, voor de bestrijding van excessieve kostenals gevolg van door de gemeente verplicht archeologisch onderzoek, met toepassing van dezeverordening.

  • 2.

    De subsidie bedraagt nooit meer dan 50% van de kosten van het archeologische onderzoek, meteen maximum van C2.500 per project.

  • 3.

    De onderzoekskosten dienen meer dan 4%van de totale projectkosten te bedragen. Het collegekan hier in uitzonderlijke gevallen van afwijken.

  • 4.

    Per project kan slechts één keer subsidie aangevraagd worden.

  • 5.

    Het college is bevoegd tot het vaststellen van de wijze waarop de beschikbare bedragen wordenverdeeld.

  • 6.

    Het college neemt besluiten op toekenning van middelen in volgorde van ontvangst van deaanvragen.

Artikel 3 De aanvraag

  • 1.

    De aanvrager dient de volgende gegevens aan te leveren bij de aanvraag:

    • a.

      een motivering waarom de kosten van het archeologische onderzoek waarvoor subsidie wordtgevraagd, naar het oordeel van de aanvrager onvoorzienbaar waren en/of voor hem onevenredighoog zijn;

  • b.

    een motivering waarom de onderzoekskosten niet vermijdbaar of verder te beperken zijn.

  • c.

    een overzicht van de kosten van het archeologische onderzoek en van de totale projectkosten;

  • d.

    een door de gemeente goedgekeurd plan van aanpak of programma van eisen met betrekking tothet desbetreffende archeologisch onderzoek.

  • 2.

    Het college bevestigt de ontvangst van de aanvraag.

  • 3.

    Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag. Deze termijn kan voor tenhoogste 8 weken worden verdaagd. Van deze verdaging stelt het college de aanvrager vóór afloopvan de eerstgenoemde termijn van 8 weken in kennis.

4.Het archeologisch onderzoek, zoals bedoeld in artikel 1, lid 2, sub b en c moet binnen eenredelijke termijn zijn uitgevoerd, maar in elk geval binnen 1 jaar nadat op de aanvraag is beslist. Hetcollege kan gemotiveerd een andere termijn stellen.

Artikel 4 Weigeringsgronden

  • 1.

    De subsidie wordt geweigerd, indien:

    • a.

      op de aanvrager geen gemeentelijke verplichting rust tot het uitvoeren van archeologischonderzoek;

      b.het archeologische onderzoek niet noodzakelijk is gelet op het door de gemeente vastgesteldeselectiebeleid zoals opgenomen in het beleidsplan archeologie of het onderzoek redelijkerwijs doorplanaanpassing te vermijden of te beperken is;

  • c.

    er op basis van de bij aanvraag gegeven motivering of overzicht van onderzoeks- en projectkostenonvoldoende sprake is van onevenredig hoge kosten;

  • d.

    het plan van aanpak of programma van eisen niet door het college is goedgekeurd;

  • e.

    de aanvrager een exploitatieovereenkomst voor het desbetreffende project met de gemeente heeftgesloten, tenzij in deze overeenkomst is overeengekomen dat aanvrager gebruik kan maken vandeze subsidieregeling;

  • f.

    de onderzoekskosten op enige andere wijze kunnen worden verhaald of omgeslagen.

    • 2.

      Daarnaast kan de subsidie worden geweigerd op de gronden als genoemd in artikel 4:35 van deAlgemene wet bestuursrecht.

Artikel 5 Verantwoording

  • 1.

    Binnen 2 jaar na afronding van het archeologisch onderzoek als bedoeld in artikel 1, lid 2, sub adient de aanvrager bij de gemeente een schriftelijke verantwoording in van de besteding van deontvangen subsidie. De verantwoording bevat in ieder geval een exemplaar van hetonderzoeksrapport.

  • 2.

    Het college stelt de definitieve hoogte van de subsidie vast binnen acht weken na ontvangst vande verantwoording. Indien de definitieve onderzoeks- en projectkosten afwijken van de bij deaanvraag ingediende kosten, of indien het project niet conform het gestelde in het goedgekeurdeplan van aanpak of programma van eisen is uitgevoerd, kan het college van burgemeester enwethouders besluiten het bedrag te verlagen of verhogen, met in achtneming van het gestelde in art.2, lid 2.

  • 3.

    Vooruitlopend op de subsidievaststelling kunnen voorschotten worden verleend.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het college kan één van de bepalingen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvanafwijken voor zover toepassing zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 7 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als "Verordening subsidie excessieve archeologischeonderzoekskosten Oudewater 2016".

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Oudewater in zijn openbare vergadering, gehouden op 11 februari 2016
De griffier De voorzitter
Drs. O.F. Matheijsen mr. Drs. P. Verhoeve