Regeling vervallen per 18-07-2020

Gemeenschappelijke regeling Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o.

Geldend van 29-12-2015 t/m 17-07-2020

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o.

Algemene toelichting

Als algemene toelichting op deze Gemeenschappelijke regeling worden aangemerkt het Statenvoorstel en Raadsvoorstel waarmee deze Gemeenschappelijke regeling ter besluitvorming aan de organen der deelnemers zijn voorgelegd.

Bij deze eerste vaststelling door de organenen der deelnemers zijn ook de voor de inwerkingtreding van deze regeling zo belangrijke financiële besluiten genomen en zijn meteen althans kort daarna tevens de bestuursleden en de plaatsvervangende bestuursleden van het Algemeen en het Dagelijks Bestuur benoemd en aangewezen.

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Bestuursovereenkomst: de aan deze regeling voorafgaande, tussen de deelnemers gesloten overeenkomst (incl. addendum) als bedoeld in sub D van de considerans van deze regeling die als bijlage 1 bij deze regeling is gevoegd;

  • b. College van Burgemeester en Wethouders: het College van Burgemeester en Wethouders van Enschede;

  • c. Projectgebied: het al dan niet aaneengesloten gebied of de gebieden, waarop is en zal worden gerealiseerd de in de considerans sub B en C bedoelde gebiedsontwikkeling (zie bijlage 2);

  • d. Luchthavenprofiel: het profiel van bedrijven die luchtvaartgebonden of luchthavengebonden activiteiten ontplooien;

  • e. Deelnemers: Provinciale Staten en het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Overijssel en de Gemeenteraad en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Enschede;

  • f. Gedeputeerde Staten: het College van Gedeputeerde Staten van Overijssel;

  • g. Gebiedsontwikkeling: de gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o., als bedoeld in de considerans sub B en C;

  • h. Gemeenteraad: de Gemeenteraad van Enschede;

  • i. Grondexploitatie: het overzicht van alle kosten en opbrengsten die verband houden met het ontwikkelen en realiseren en met het exploiteren en beheren van ADT binnen de kaders van de structuurvisies en gedurende de looptijd van de regeling;

  • j. Grondverwervingsplan: het plan waarin de beoogde verwerving en vervreemding van gronden is opgenomen, alsmede het hiervoor te hanteren grondprijsbeleid;

  • k. Provinciale Staten: Provinciale Staten van Overijssel;

  • l. Regeling: de gemeenschappelijke regeling Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente en omgeving;

  • m. Structuurvisies: de door de Gemeenteraad en door Provinciale Staten vastgestelde structuurvisies;

  • n. Wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 2. Waar in deze regeling artikelen van de Provinciewet of van enige andere wet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van respectievelijk provincie, Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en de Commissaris (van de Koning), respectievelijk het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter.

    Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of enige andere wet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van respectievelijk gemeente, de (Gemeente)raad, Burgemeester en Wethouders en de burgemeester, respectievelijk het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter.

Artikel 2. Openbaar Lichaam

  • 1. Er is een regionaal Openbaar Lichaam, gevestigd te Enschede, zijnde een gemeenschappelijke regeling Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o., met als rechtsgebied het grondgebied van de deelnemers, hierna aan te duiden als "Area Development Twente (ADT)" .

  • 2. Het bestuur van ADT bestaat uit:

    • -

      het algemeen bestuur;

    • -

      het dagelijks bestuur;

    • -

      de voorzitter.

Artikel 3.  Doelstelling

  • 1

  • 1. ADT heeft, gelet op het bepaalde in art. 2.1. van de Bestuurovereenkomst tot doel de herontwikkeling van het Projectgebied - als gevolg van de sluiting van de luchtmachtbasis Twente waarmee het militair gebruik van het projectgebied is beëindigd - ten behoeve van toekomstbestendige bestemmingen die een belangrijke bijdrage zullen leveren aan de economie, ecologie en leefbaarheid van de regio.

    ADT en de Deelnemers zullen zich inspannen het Projectgebied te bestemmen voor woningbouw, bedrijventerrein, luchthaven en natuur, met als uitgangspunt dat de gebiedsontwikkeling moet bijdragen aan een economisch sterker en duurzamer Twente.

  • 2. Het ruimtelijke kader voor de gebiedsontwikkeling wordt gevormd door de structuurvisies.

Artikel 4. Taken

  • 2

  • 1. Voor de realisatie van haar doelstelling zal ADT al het noodzakelijke verrichten ten behoeve van:

    • a.

      de (voorbereiding van de) planontwikkeling;

    • b.

      het interesseren, selecteren, contracteren van dan wel verlenen van concessies aan marktpartijen voor de feitelijke realisatie van de gebiedsontwikkeling;

    • c.

      het verwerven in eigendom van onroerende en roerende zaken, alsmede het aangaan van erfpachtovereenkomsten en gebruik- en huurovereenkomsten;

    • d.

      de (voorbereiding van de) uitvoering van werken, alsmede de directievoering en het toezicht op de uitvoering van werken;

    • e.

      het beheer, de exploitatie en het onderhoud van de tot het Projectgebied behorende gronden en vastgoed;

    • f.

      Het toezicht op de luchtvaartactiviteiten op de luchthaven;

    • g.

      het voeren van overleg met de omliggende Nederlandse en Duitse gemeenten, het Waterschap, de regio Twente, de Euregio, de rijksoverheid en de Europese Unie;

    • h.

      het informeren van en voeren van overleg met omwonenden, belanghebbenden en maatschappelijke organisaties over de gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente;

    • i.

      het afstemmen van de gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente op andere regionale gebiedsontwikkelingen op het terrein van economische ontwikkeling en infrastructuur (waaronder innovatiedriehoek, Kennispark en Hart van Zuid);

    • j.

      het zorg dragen voor een in alle fasen van het project adequate organisatie van ADT, waaronder het waarborgen van een goede inrichting en budgettering alsmede verantwoording en risicobeheersing van de gebiedsontwikkeling.

  • 2. Ten aanzien van de exploitatie en het beheer van de gebiedsontwikkeling zal ADT:

    • a.

      alle beheersactiviteiten uitvoeren die nodig zijn voor de realisatie van de gebiedsontwikkeling en voor de instandhouding van onroerende en roerende eigendommen;

    • b.

      zorg dragen voor het onderhoud en het beheer van de huidige en toekomstige openbare ruimte totdat zo spoedig mogelijk na oplevering deze aan de gemeente Enschede of andere eindbeheerders in eigendom worden overgedragen dan wel in erfpacht worden uitgegeven;

    • c.

      jaarlijks een grondexploitatie vaststellen binnen uitgangspunten van de structuurvisies. Wijzigingen in de grondexploitatie dienen steeds in overeenstemming te zijn met de vastgestelde basis- of nadien gewijzigde/te wijzigen uitgangspunten;

    • d.

      als onderdeel van de Grondexploitatie een Grondverwervingsplan opstellen, dat jaarlijks wordt geactualiseerd;

    • e.

      een gronduitgiftebeleid vaststellen, dat wordt uitgewerkt in Algemene voorwaarden voor gronduitgifte;

    • f.

      een aanbestedingsbeleid vaststellen met inachtneming van de (Europese) regelgeving op het gebied van het aanbestedingsrecht;

    • g.

      bedrijven die zich op de luchthaven of het hieraan verbonden bedrijventerrein willen vestigen, maar niet voldoen aan het Luchthavenprofiel, verwijzen naar andere alternatieve bedrijventerreinen in de regio.

Artikel 5. Bevoegdheden

  • 3

  • Dit artikel bevat geen limitatieve opsomming van de bevoegdheden van ADT en beoogt geen beperking aan te brengen in de bevoegdheden die ADT van rechtswege heeft.

  • 1. Met betrekking tot de in artikel 4 genoemde taken behoren aan ADT ondermeer de volgende bevoegdheden:

    • a.

      het verkrijgen en vervreemden van de eigendom van onroerende en roerende zaken;

    • b.

      het aangaan van erfpachtovereenkomsten, huur- en gebruiksovereenkomsten;

    • c.

      het aangaan van overeenkomsten en aanbesteden van werken, diensten en leveringen met betrekking tot de voorbereiding en uitvoering van de gebiedsontwikkeling en het beheer van de tot het Projectgebied behorende gronden en het vastgoed;

    • d.

      Het uitoefenen van toezicht op aanvragen tot (verlengingen van) ontheffingen bij de Militaire Luchtvaartautoriteit voor het toestaan van luchtvaartactiviteiten op de luchthaven;

    • e.

      het aangaan van geldleningen en rekening-courantovereenkomsten en het waarborgen van geldelijke verplichtingen;

    • f.

      het aangaan van organisatorische en/of facilitaire samenwerking met derden, waaronder andere overheidslichamen, maatschappelijke organisaties, onder meer op het gebied van natuur en milieu en andere belangenorganisaties, indien dat voor een effectieve behartiging van de belangen van ADT noodzakelijk is;

    • g.

      het oprichten van of deelnemen in rechtspersonen, aan wie opdracht wordt gegeven om onderdelen van de in art. 4 genoemde taken binnen de doelstelling van de Gemeenschappelijke Regeling feitelijk te realiseren.

Artikel 6. Verplichtingen van de deelnemers

  • 1. Teneinde de in artikel 3 omschreven doelstellingen te kunnen verwezenlijken, zullen de Deelnemers zich inspannen om maximaal medewerking te verlenen aan de te voeren procedures op het gebied van ondermeer de ruimtelijke ordening en het milieu die noodzakelijk zijn voor de realisatie van de beoogde gebiedsontwikkeling.

  • 2. Deelnemers zullen zich ervoor inspannen dat hun ruimtelijk beleid en planologie worden afgestemd en ingericht op de beoogde gebiedsontwikkeling, mede ten behoeve van een optimale exploitatie en een verantwoord beheer.

  • 3. Vergunningaanvragen worden door ADT in overleg met het daartoe bevoegde gezag opgesteld, waarna dat gezag zich maximaal zal inspannen om tot een vlotte afwerking van de vereiste procedures te komen.

Hoofdstuk II. Bestuur

Het bestuur van ADT bestaat uit:

a. het Algemeen Bestuur

b. het Dagelijks Bestuur

c. de voorzitter

Artikel 7. Het Algemeen Bestuur

  • 4

  • 1. Het Algemeen Bestuur bestaat uit acht leden die als volgt worden benoemd:

  • 5

    • vier, door Provinciale Staten aan te wijzen leden uit haar midden, dan wel uit Gedeputeerde Staten, en

    • vier, door de Gemeenteraad aan te wijzen leden uit zijn midden, dan wel uit het College van Burgemeester en Wethouders.

  • De deelnemers spreken hun voorkeur uit voor de benoeming van de leden van het Algemeen Bestuur uit Gedeputeerde Staten en het College van Burgemeester en Wethouders.

  • 2. Voor ieder lid van het Algemeen Bestuur wordt op gelijke wijze een plaatsvervangend lid benoemd.

  • 3. Het Algemeen Bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter aan. In het kader van een roulerend voorzitterschap wordt als eerste voorzitter aangewezen een van de door de Gemeenteraad aangewezen bestuursleden. De zittingsperiode van de voorzitter wordt door het Algemeen Bestuur bepaald.

  • 4. Het Algemeen Bestuur kan personen uitnodigen om als adviseur aan zijn vergaderingen deel te nemen.

  • 5. De leden en plaatsvervangende leden worden benoemd voor een periode, gelijk aan de zittingsduur van Provinciale Staten, respectievelijk de Gemeenteraad.

  • 6. De benoeming geschiedt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen dertien weken na installatie van Gedeputeerde Staten respectievelijk het College van Burgemeester en Wethouders.

    Voor de eerste maal geschiedt de benoeming van de (plaatsvervangende) leden van het Algemeen Bestuur bij vaststelling van deze regeling, dan wel uiterlijk binnen acht weken daarna.

  • 7. Aftredende leden en plaatsvervangende leden kunnen opnieuw worden benoemd. De leden en plaatsvervangende leden kunnen te allen tijde schriftelijk ontslag nemen. Beëindiging van het lidmaatschap van Gedeputeerde Staten, respectievelijk het College van Burgemeester en Wethouders leidt tot beëindiging van het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur.

  • 8. Provinciale Staten, respectievelijk de Gemeenteraad voorzien met inachtneming van lid 1 van dit artikel zo spoedig mogelijk in de tussentijdse vacature, doch uiterlijk binnen acht weken na het ontstaan daarvan.

    Hetzelfde geldt voor de tussentijdse aanwijzing van plaatsvervangende leden.

  • 9. Onverminderd het bepaalde in artikel 13, lid 2 van de Wet blijft degene die ontslag neemt als lid van het Algemeen Bestuur de functie waarnemen tot in de opvolging is voorzien.

  • 10. Wanneer door een lid van het Algemeen Bestuur gehandeld is in strijd met het bepaalde in artikel 52, lid 1 jo. artikel 20, lid 1 van de wet is op de voet van artikel 52, lid 2 van de wet het bepaalde in artikel X 7, lid 1 tot en met 5 van de Kieswet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8. Bevoegdheden Algemeen Bestuur

  • 6

  • 1. Aan het Algemeen Bestuur komen alle bevoegdheden toe, tenzij bij wet of in deze regeling anders is bepaald.

  • 2. De volgende bevoegdheden van het Algemeen Bestuur zijn niet overdraagbaar:

    • a.

      het vaststellen en wijzigen van de begroting, de grondexploitatie, het grondverwervingsplan, de meerjarenraming en het vaststellen van de jaarrekening;

    • b.

      het vaststellen en wijzigen van een reglement van orde voor de vergaderingen van het Algemeen Bestuur;

    • c.

      het overeenkomstig artikel 212 Gemeentewet jo. artikel 216 Provinciewet vaststellen en wijzigen van een verordening over de uitgangspunten voor het financiële beleid, en van regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie;

    • d.

      het overeenkomstig artikel 213/213a Gemeentewet jo. artikel 217 Provinciewet vaststellen en wijzigen van een verordening met regels voor de controle op het financiële beheer en van de inrichting van de financiële organisatie;

    • e.

      het doen van voorstellen tot wijziging van de Regeling in verband met uitbreiding van het Projectgebied, met de toetreding tot of de uittreding uit de Regeling van Deelnemers of opheffing van de Regeling;

    • f.

      het doen oprichten van rechtspersonen en samenwerkingsverbanden zoals bedoeld in artikel 5, lid 1 sub e en f.

  • 3. Besluiten met betrekking tot de in dit artikel genoemde bevoegdheden worden met unanimiteit van stemmen binnen het Algemeen Bestuur genomen, tenzij in deze Regeling anders is aangegeven.

Artikel 9. Informatie- en verantwoordingsplicht Algemeen Bestuur

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 16 van de Wet verschaft een lid van het Algemeen Bestuur aan Provinciale Staten respectievelijk de Gemeenteraad die hem heeft aangewezen binnen zes weken alle inlichtingen, die door Provinciale Staten respectievelijk de Gemeenteraad of één of meer leden daarvan worden gevraagd.

  • 2. Een lid van het algemeen bestuur is aan Provinciale Staten respectievelijk de Gemeenteraad die hem heeft aangewezen verantwoording verschuldigd voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid.

  • 3. Indien een lid van het algemeen bestuur het vertrouwen verliest van Provinciale Staten respectievelijk de Gemeenteraad die hem in het algemeen bestuur heeft aangewezen, kan het betreffende lid met inachtneming van artikel 16 lid 4 van de wet ontslag worden verleend.

Artikel 10. Het Dagelijks Bestuur

  • 8

  • 1. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de voorzitter van het Algemeen Bestuur en drie leden van het Algemeen Bestuur. De deelnemers dienen in een evenredig aantal vertegenwoordigd te zijn in het dagelijks bestuur.9

  • 2. De voorzitter, respectievelijk de plaatsvervangend voorzitter is tevens voorzitter van het Dagelijks Bestuur.

  • 3. Bij het einde van het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur eindigt van rechtswege het lidmaatschap van het Dagelijks Bestuur.

  • 4. In geval van ontstentenis van een lid van het Dagelijks Bestuur of van een naar het oordeel van de voorzitter te langdurige verhindering anderszins tot het vervullen van zijn taak als zodanig treedt het voor dit bestuurslid aangewezen plaatsvervangende lid van de Deelnemer op als lid van het Dagelijks Bestuur.

  • 5. Het Dagelijks Bestuur kan personen uitnodigen als adviseur aan zijn vergaderingen deel te nemen.

  • 6. Het Dagelijks Bestuur kan een taakverdeling vaststellen voor de leden.

  • 7. Op leden van het Dagelijks Bestuur is het bepaalde in artikel 7, lid 10, hiervoor van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11. Bevoegdheden Dagelijks Bestuur 

  • 10

  • 1. Het Dagelijks Bestuur is belast met het besturen van ADT.

    • a.

      het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam te voeren, voor zover niet bij of krachtens de wet of de regeling het algemeen bestuur hiermee is belast;

    • b.

      beslissingen van het algemeen bestuur voor te bereiden en uit te voeren;

    • c.

      regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van het openbaar lichaam;

    • d.

      ambtenaren te benoemen, te schorsen en te ontslaan;

    • e.

      tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van het openbaar lichaam te besluiten, met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 31a;

    • f.

      het vaststellen en wijzigen van een reglement van orde voor de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur;

    • g.

      het behartigen van de belangen van ADT bij andere overheidslichamen en instellingen, diensten of personen, waarmee contact voor ADT van belang is;

    • h.

      het desgevraagd dienen van bericht en raad over alle zaken, ADT betreffende, aan de departementen van het landelijk bestuur, aan het provinciaal bestuur van Overijssel en aan het gemeentebestuur van Enschede, tenzij zulks van het Algemeen Bestuur wordt verlangd;

    • i.

      te besluiten namens het openbaar lichaam, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur tot het voeren van rechtsgedingen en tot het aangaan van minnelijke schikkingen ter voorkoming dan wel beëindiging daarvan, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist.

  • 2. Besluiten met betrekking tot de in het vorige lid genoemde bevoegdheden worden met unanimiteit van stemmen binnen het Dagelijks Bestuur genomen.

  • 3. Het dagelijks bestuur kan een of meer van de leden van het dagelijks bestuur of de directeur machtigen tot de uitoefening van een of meer van zijn bevoegdheden, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt zich daartegen verzet.

  • 4. Ten behoeve van een slagvaardig bestuur en beheer kan het dagelijks bestuur de in dit artikel genoemde taken en bevoegdheden uitoefenen door middel van het nemen van besluiten die - mits passend binnen het totaal van de begroting - in financieel opzicht 10% mogen afwijken van hetgeen ingevolge het vigerende Grondverwervingsplan en de geldende grondaankoop- en gronduitgifteprijzen zou hebben te gelden.

  • 5. Het dagelijks bestuur neemt, ook alvorens is besloten tot het voeren van een rechtsgeding, alle conservatoire maatregelen en doet wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht.

Artikel 12. Informatie- en verantwoordingsplicht Dagelijks Bestuur

  • 1. Het Dagelijks Bestuur en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd over het door het dagelijks bestuur gevoerde bestuur.

  • 2. Het dagelijks bestuur geeft het algemeen bestuur alle inlichtingen die het algemeen bestuur voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. Het dagelijks bestuur verstrekt de inlichtingen zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen een maand.

  • 3. Het algemeen bestuur kan overeenkomstig artikel 19 a van de wet besluiten een lid van het dagelijks bestuur ontslag te verlenen. Het besluit tot ontslag wordt bij meerderheid van stemmen door het algemeen bestuur genomen.

Artikel 13. Vergaderingen van Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur

  • 1. In de vergadering van het Algemeen Bestuur en van het Dagelijks Bestuur worden geen besluiten genomen indien niet ten minste de meerderheid van de (plaatsvervangende) leden, waaronder in ieder geval de (plaatsvervangend) voorzitter, van het bestuur aanwezig is. 12

  • 2. Op het houden en de orde van vergaderingen van het Algemeen Bestuur en op het opleggen van geheimhouding van het in besloten vergaderingen behandelde en omtrent de inhoud van aan het Algemeen Bestuur overgelegde stukken zijn ingevolge artikel 52, lid 1, sub f van de wet niet de artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 33 van de Gemeentewet, maar het bepaalde in artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 32  van de Provinciewet van toepassing. 13

  • 3. Het Dagelijks Bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter dit nodig acht of een van zijn leden dit verzoekt.

  • 4. Voor de besluitvorming in het Dagelijks Bestuur en de (oplegging en opheffing van de) verplichting tot geheimhouding zijn de bepalingen zoals die zijn opgenomen in de Provinciewet voor het College van Gedeputeerde Staten van overeenkomstige toepassing.

  • 5. De door het Algemeen Bestuur vastgestelde reglementen van orde voor hun vergaderingen alsmede de daarin aan te brengen wijzigingen worden zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht van de deelnemers.

  • 6. In vergaderingen van het Dagelijks Bestuur wordt met unanimiteit van stemmen van de leden besloten, tenzij in deze regeling anders is aangegeven. Er kan bij volmacht worden gestemd.

  • 7. Indien besluitvorming niet mogelijk is, omdat unanimiteit ontbreekt of de stemmen staken, wordt het desbetreffende onderwerp ter besluitvorming aan het Algemeen Bestuur voorgelegd. Ingeval ook het Algemeen Bestuur niet tot besluitvorming komt geldt de geschillenregeling uit artikel 32.

Artikel 14. De voorzitter

  • 1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het Algemeen en het Dagelijks Bestuur.

  • 2. Hij tekent samen met de secretaris de documenten, die door het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur zijn vastgesteld.

  • 3. Hij vertegenwoordigt ADT in en buiten rechte en kan die vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon. In het geval het orgaan, waar de voorzitter deel van uitmaakt, partij is in een geding waarin ADT is betrokken, wordt ADT zo nodig vertegenwoordigd door een ander door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen lid. Dit geldt mutatis mutandis ook voor de plaatsvervangend voorzitter.

  • 4. Hij is belast met het toezicht op de uitvoering van de besluiten van het Algemeen en Dagelijks Bestuur.

Artikel 15. Adviescommissies

  • 1. Indien het Algemeen Bestuur op de voet van het bepaalde in artikel 24 van de Wet adviescommissies instelt en de bevoegdheden en de samenstelling daarvan regelt, is het bepaalde in artikel 22 Provinciewet van overeenkomstige toepassing terwijl - als het gaat om commissieleden die geen orgaan zijn van een van de Deelnemers of daarvan geen deel uitmaken - op de ontvangst van vergoedingen voor het bijwonen van vergaderingen van deze commissies niet de artikelen 96 tot en met 99 Gemeentewet doch de artikelen 93 tot en met 96 Provinciewet van toepassing zijn.

  • 2. Indien het Algemeen Bestuur met het oog op de behartiging van bepaalde in artikel 3 van deze regeling bedoelde belangen een commissie heeft ingesteld, de bevoegdheden en samenstelling daarvan heeft geregeld en voor de leden van die commissie tevens tegemoetkomingen in, of vergoedingen van de al dan niet bijzondere kosten en andere financiële voorzieningen heeft vastgesteld, zijn de artikelen 93 en 96 van de Provinciewet van toepassing.

Artikel 16. Vergoedingen

  • 1. De leden van het Algemeen en Dagelijks Bestuur komen niet voor een vergoeding, anders dan voor het declareren van gemaakte onkosten, in aanmerking.

  • 2. De leden van een adviescommissie die geen deel uitmaken van de organen van de Deelnemers kunnen voor het bijwonen van de vergaderingen een vergoeding ontvangen waarvan de hoogte door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld.

Hoofdstuk III. Personeel

Artikel 17. Secretaris

  • 14

  • 1. Het Dagelijks bestuur benoemt een secretaris. De secretaris kan niet zijn een lid van het Algemeen of Dagelijks Bestuur of van de organen waaruit en waardoor die leden zijn benoemd of aangewezen en geen andere functie in dienst van de Deelnemers bekleden.

    Het Dagelijks Bestuur kan de directeur aanwijzen als secretaris van het Algemeen Bestuur.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan de secretaris schorsen. Elke schorsing kan een of meer malen worden verlengd maar in totaal niet langer duren dan drie maanden. Is na verloop van die tijd geen beslissing genomen omtrent opheffing van de schorsing of ontslag, dan eindigt de schorsing.

  • 3. Artikel 20 van de Wet is op hem van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de secretaris met machtiging daartoe van het Dagelijks Bestuur handelingen als bedoeld in artikel 20 lid 1 van de wet mag verrichten.

  • 4. De vergoeding van de secretaris wordt periodiek vastgesteld door het Dagelijks Bestuur.

Artikel 18. Taken van de secretaris

  • 1. De secretaris heeft tot taak de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur voor te bereiden en verslaglegging daarvan te doen, en verder het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter in alles dat de hun opgedragen taak aangaat, behulpzaam te zijn.

  • 2. Door de secretaris worden alle stukken, die van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur uitgaan mede ondertekend.

  • 3. Bij afwezigheid of ontstentenis wordt de (plaatsvervangend) secretaris vervangen op de wijze door het Dagelijks Bestuur te bepalen.

Artikel 19. De directeur

  • 15

  • 1. Het Dagelijks Bestuur benoemt een directeur. De directeur kan niet zijn een lid van het Algemeen of Dagelijks Bestuur of van de organen waaruit en waardoor die leden zijn benoemd of aangewezen.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan de directeur schorsen. Elke schorsing kan een of meer malen worden verlengd maar in totaal niet langer duren dan drie maanden. Is na verloop van die tijd geen beslissing genomen omtrent opheffing van de schorsing of ontslag, dan eindigt de schorsing.

  • 3. De taken, bevoegdheden en verplichtingen van de directeur worden geregeld in een directiestatuut dat door het Dagelijks Bestuur wordt vastgesteld.

    Hierin zal onder meer worden bepaald op welke wijze de directeur is belast met de dagelijkse aansturing en leiding van alle operationele werkzaamheden en marktactiviteiten van ADT.

  • 4. De directeur mag - behoudens machtiging daartoe van het Dagelijks Bestuur - geen handelingen verrichten als bedoeld in artikel 20 lid 1 van de Wet.

  • 5. De directeur kan door het Dagelijks Bestuur worden benoemd tot secretaris van het Algemeen Bestuur.

  • 6. De directeur woont de vergaderingen bij van het Algemeen en het Dagelijks Bestuur. Hij heeft in deze vergaderingen een adviserende stem.

  • 7. Het Dagelijks Bestuur kan een plaatsvervanger voor de directeur aanwijzen.

  • 8. Door de directeur uit te oefenen andere bezoldigde betrekkingen, opdrachten of ambten mogen niet strijdig zijn met de uitoefening van taken van directeur van ADT. De Directeur mag daarom geen andere bezoldigde betrekkingen of opdrachten aannemen of ambten bekleden zonder hiervan voorafgaande schriftelijke mededeling te doen aan het Dagelijks Bestuur.

  • 9. De vergoeding van de directeur wordt periodiek door het Dagelijks Bestuur vastgesteld. Deze vergoeding zal plaatsvinden met inachtneming van binnen de overheid gangbare normen.

Artikel 20. Rechtspositie personeel ADT en het inlenen van personeel

  • 16

  • 1. De rechtspositionele voorwaarden van het personeel van ADT worden vastgesteld door het Dagelijks Bestuur op basis van de rechtspositieregeling van de gemeente Enschede.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur is belast met het inlenen van personeel voor ADT.

  • 3. De honorering van ingeleend personeel zal plaatsvinden met inachtneming van binnen de overheid gangbare normen.

Hoofdstuk IV. Financiën

Artikel 21. Inrichting van het financieel beheer

  • 1. De begroting, de begrotingswijzigingen, de meerjarenraming, de jaarrekening en het jaarverslag worden ingericht, overeenkomstig bij Algemene Maatregel van Bestuur gegeven regels. 17

  • 2. Het Algemeen Bestuur stelt met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 212 en 213 Gemeentewet jo. 216 en 217 Provinciewet verordeningen vast waarin behalve regels met betrekking tot de inrichting van de financiële organisatie van ADT de uitgangspunten zijn vervat betreffende het financiële beleid en het financieel beheer van ADT en de exploitatie van het Projectgebied. In deze verordening staan tevens voorschriften opgenomen met betrekking tot de controle op het financiële beheer door en op de inrichting van de financiële organisatie van ADT.

Artikel 22. Begroting

  • 18

  • 1. Het Dagelijks Bestuur zendt vóór 15 april van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders aan de Gemeenteraad en aan Provinciale Staten.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur zendt de ontwerpbegroting acht weken voordat zij aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden, onder bijvoeging van de grondexploitatie en voorzien van een toelichting en een inzicht in de financiële toestand en meerjarenraming van de GR voor ten minste drie op het begrotingsjaar volgende jaren toe aan Provinciale Staten en aan de Gemeenteraad.

    Het begrotingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

    Voor de grondexploitatie geldt dat deze, in verband met het marktgevoelig karakter, onder geheimhouding ter inzage zal worden gelegd bij Provinciale Staten en de Gemeenteraad.

    Op de ontwerpbegroting zijn de artikelen 193 t/m 196 van de Provinciewet van overeenkomstige toepassing.

    Provinciale Staten en de Gemeenteraad kunnen binnen acht weken na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde ontwerpbegroting bij het Dagelijks Bestuur schriftelijk zienswijzen indienen. Het Dagelijks Bestuur voegt deze schriftelijke zienswijzen, eventueel voorzien van een schriftelijke reactie daarop bij de ontwerpbegroting, zoals die aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden.

  • 3. Het Algemeen Bestuur stelt vervolgens uiterlijk 15 juli van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarvoor de begroting dient, de begroting vast.

  • 4. Twee weken nadat deze is vastgesteld, doch uiterlijk 1 augustus van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de begroting dient, zendt het Dagelijks Bestuur - zo nodig - de begroting aan Provinciale Staten en de Gemeenteraad, die bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bedenkingen kunnen indienen.

  • 5. In afwijking van het voorgaande stelt het Dagelijks Bestuur zo spoedig mogelijk de ontwerpbegroting voor het lopende jaar 2010 en die voor 2011 vast, zulks waar mogelijk met inachtneming van het overigens in de leden 1 tot en met 4 hiervoor bepaalde.

Artikel 23. Jaarrekening

  • 19

  • 1. Het Dagelijks Bestuur zendt jaarlijks vóór 15 april de voorlopige jaarrekening aan de Gemeenteraad en aan Provinciale Staten.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur legt jaarlijks voor 1 mei aan het Algemeen Bestuur verantwoording af over het afgelopen kalenderjaar, onder overlegging van de ontwerp-jaarrekening, het ingediende jaarverslag met de daarbij behorende bescheiden en indien noodzakelijk een berekening van de door de deelnemers te betalen bijdragen ten behoeve van de exploitatie van ADT alsmede het rapport van de met de controles belaste registeraccountant. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar, met uitzondering van het eerste boekjaar. Het eerste boekjaar kent, op basis van de in artikel 34 genoemde oprichtingsdatum, een verslagperiode van 13 maanden.

  • 3. Het Algemeen Bestuur stelt vervolgens de jaarrekening alsmede de verwerking van het hierin opgenomen exploitatieresultaat voor 1 juli vast.

  • 4. Twee weken nadat deze is vastgesteld, doch uiterlijk 15 juli volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, zendt het Dagelijks Bestuur de jaarrekening aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 5. Het besluit tot vaststelling van de jaarrekening strekt - voor zover het de daarin opgenomen baten en lasten betreft - het Dagelijks Bestuur tot decharge behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden.

Artikel 24. Exploitatie, inbreng en risico

  • 1. Het Projectgebied wordt als één Grondexploitatie geëxploiteerd.

  • 2. Het Algemeen Bestuur besluit of een nadelig exploitatiesaldo van ADT

    • a.

      geheel of gedeeltelijk wordt afgeschreven ten laste van de algemene reserve, dan wel

    • b.

      geheel of gedeeltelijk in rekening wordt gebracht bij de Deelnemers.

  • 3. Het Algemeen Bestuur besluit over de bestemming van een positief exploitatiesaldo van de jaarrekening van ADT.

  • 4. Indien bij besluit van het Algemeen Bestuur tekorten in rekening worden gebracht bij de deelnemers of een positief saldo wordt uitgekeerd of toepassing wordt gegeven aan art. 24 lid 5 , geschiedt dat in de volgende verhouding:

    • 50% provincie Overijssel;

    • 50% gemeente Enschede.

  • 5. De Deelnemers zullen er steeds zorg voor dragen dat het openbaar lichaam te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

  • 6. Bij het treffen van deze Regeling dragen de Deelnemers er zorg voor dat ADT over middelen kan beschikken om haar taken te kunnen (doen) uitvoeren. De Deelnemers stellen zich conform de hiervoor bedoelde verdeelsleutel borg voor het op 1 januari 2010 gecalculeerde resultaat (NCW) alsook voor de per die datum gecalculeerde risico's (NCW), zoals berekend in de Grondexploitatie.

  • 7. Ingebracht worden voorts de aanspraken op zowel de door een of meer van de deelnemers ten behoeve van de gebiedsontwikkeling toegezegde bijdragen in de gebiedsontwikkeling.

    Door de vaststelling van de in dit artikel bedoelde verdeelsleutel komen alle in de voorbereidingsfase afgesproken andere verdeelsleutels te vervallen.

Hoofdstuk V. Overige bepalingen

Artikel 25. Onroerende zaken en roerende zaken

  • 1. Op grond van de in artikel 6.4 van de Bestuursovereenkomst gemaakte afspraken worden de percelen en roerende zaken van de voormalige vliegbasis Twente door de Staat rechtstreeks in eigendom geleverd aan ADT tegen de in de Bestuursovereenkomst genoemde voorwaarden.

  • 2. Indien en voor zover de provincie Overijssel of de gemeente Enschede de eigendom heeft van onroerende zaken in het Projectgebied en waarover ADT in het kader van zijn doelstelling als eigenaar dient te beschikken, worden die zaken tegen vergoeding van de verwervingskosten en vermeerderd met de bijkomende kosten, aan ADT in eigendom overgedragen.

  • 3. Indien en voor zover noch de provincie Overijssel noch de gemeente Enschede  de eigendom van in het Projectgebied gelegen onroerende zaken heeft, worden op instigatie van ADT en op grond van het daaromtrent bepaalde in het Grondverwervingsplan pogingen ondernomen om die zaken minnelijk in eigendom te verwerven. Indien minnelijke verwerving niet mogelijk is, zal de gemeente Enschede zich ervoor inzetten dat aan de Kroon wordt verzocht tot onteigening te besluiten.

Artikel 26. Oprichten rechtspersonen

  • 20

  • 1. Het oprichten van of het deelnemen in rechtspersonen en het aangaan van publiek/private samenwerkingsverbanden zoals bedoeld in artikel 5, lid 1 sub f behoeft besluitvorming van het Algemeen Bestuur bij unanimiteit.

  • 2. Provinciale Staten en Gemeenteraad kunnen tevoren hun zienswijze inbrengen tegen het aan ieder van hen tenminste 8 weken voordien door het Dagelijks Bestuur toegezonden concept oprichtings- of samenwerkingsbesluit, vergezeld van de daaraan verbonden motivatie en voorwaarden.

  • 3. Het Algemeen Bestuur stelt het oprichtings- of samenwerkingsbesluit vast.

Artikel 27. Archief

  • 1. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden, met inachtneming van de bepalingen van de Archiefwet.

  • 2. De Directeur is belast met de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden.

Artikel 28. Uitingen

Het Dagelijks Bestuur zal ervoor zorg dragen dat bij uitingen in beeld en geschrift tot uitdrukking wordt gebracht dat ADT een samenwerkingsverband van de Provincie Overijssel en de Gemeente Enschede is.

Artikel 29. Toetreding en uittreding

  • 21

  • 1. Toetreding van andere gemeenten tot deze Regeling is mogelijk per 1 januari van enig jaar bij besluit van Provinciale Staten en de Gemeenteraad en behoeft een op unanimiteit berustende instemming van het Algemeen Bestuur, dat de voorwaarden van toetreding vaststelt. Die voorwaarden behelzen in ieder geval dat de toetredende deelnemer zich garant stelt voor een evenredig deel van het per moment van toetreding voorziene risico.

  • 2. De Deelnemers kunnen tevoren een zienswijze indienen over ieder hen daartoe tenminste acht weken voordien door het Dagelijks Bestuur toegezonden concept van een toetredingsbesluit vergezeld van de daaraan te verbinden voorwaarden.

  • 3. Het Algemeen Bestuur regelt zo nodig tevens de gevolgen van toetreding door andere gemeente(n) voor de overige Deelnemers.

  • 4. Het besluit tot toetreding van andere gemeenten tot deze regeling wordt door het Dagelijks Bestuur behalve in afschrift aan de toetredende gemeenten ook aan de andere Deelnemers toegezonden, zulks mede met het oog op de opname in de registers als bedoeld in artikel 27 van de Wet.

  • 5. Te rekenen vanaf het tijdstip van de inwerkingtreding van de regeling is uittreding uit de regeling door de Deelnemers gedurende een periode van 7 kalenderjaren niet mogelijk.

    Daarna is uittreden slechts mogelijk per 1 januari van enig jaar en alleen met inachtneming van na te noemen termijnen.

  • 6. Van een door één der Deelnemers genomen besluit tot uittreding wordt tevoren schriftelijk kennisgegeven aan het Algemeen Bestuur en aan de overige Deelnemers.

    Bij de kennisgeving wordt in verband met afwikkeling van de financiële gevolgen van de uittreding - behoudens het bepaalde in het volgende lid - een termijn van ten minste 2 jaren na verzending van de kennisgeving in acht genomen.

  • 7. Het Algemeen Bestuur regelt, na overleg met de uittredende Deelnemer(s), de financiële consequenties alsmede de overige gevolgen van de uittreding met dien verstande dat aan een uittredende Deelnemer de overeenkomstig artikel 24, lid 5 van deze regeling ingebrachte middelen zullen worden gerestitueerd onder aftrek van het tekort op de exploitatieopzet, zulks in de verhouding als in artikel 24 van deze Regeling bepaalt en zoals te begroten naar de stand van, en per peildatum van het moment van uittreden, een en ander onder handhaving van diens borgstelling voor het in dat artikel bedoelde en per datum voormelde peildatum geldende risico. De consequenties betreffen in elk geval de rente en aflossing van de geldleningen; de overige gevolgen kunnen onder meer betrekking hebben op de financiële consequenties van personele en materiële verplichtingen van ADT.

Artikel 30. Wijziging

  • 22

  • 1. Tot een wijziging van deze Regeling kan alleen op voorstel van het Algemeen Bestuur worden besloten zowel door Provinciale Staten als de Gemeenteraad, middels een gelijkluidend besluit.

  • 2. Voorstellen tot wijziging van de Regeling kunnen worden gedaan door het Algemeen Bestuur, dat daartoe kan worden uitgenodigd door één of meer van de deelnemers.

  • 3. Voorstellen tot wijziging uitgaande van het Algemeen Bestuur worden door het Algemeen Bestuur vergezeld van een toelichting toegezonden aan de Deelnemers, die binnen dertien weken na ontvangst ter zake een besluit nemen en dat terstond of uiterlijk daags daarna aan het Algemeen Bestuur mededelen.

  • 4. Voorstellen tot wijziging op uitnodiging van één of meer Deelnemers worden door het Dagelijks Bestuur toegezonden aan het Algemeen Bestuur, dat dergelijke voorstellen na deze unaniem te hebben geaccordeerd tezamen met zijn beschouwingen ter zake en vergezeld van een toelichting binnen acht weken aan de Deelnemers doet toekomen met de uitnodiging om daartoe uitdrukkelijk te besluiten.

  • 5. Indien nodig includeert een voorstel tot wijziging van de Regeling tevens een nadere regeling van de gevolgen daarvan zowel voor de zittende, voor de reeds toegetreden en/of de toetredende Deelnemers als voor de reeds uitgetreden en/of uittredende Deelnemers, waarbij zij aangetekend dat deze de twee laatstgenoemde groepen van Deelnemers nimmer tot groter nadeel kunnen strekken dan indien zij niet waren uitgetreden.

  • 6. Nadat unaniem is besloten tot wijziging wordt het besluit door het Dagelijks Bestuur van ADT in afschrift toegezonden aan de Deelnemers, zulks mede met het oog op opname daarvan in de registers als bedoeld in artikel 27 van de Wet.

  • 7. Wijziging van de Regeling kan ook betrekking hebben op een wijziging of een uitbreiding van het Projectgebied, doch ook daartoe kan slechts unaniem door de Deelnemers worden besloten.

Artikel 31. Opheffing en liquidatie

  • 23

  • 1. De Regeling wordt opgeheven bij een unaniem besluit van het Algemeen Bestuur. Alvorens daartoe te besluiten zendt het Algemeen Bestuur een ontwerpbesluit met toelichting aan Provinciale Staten en de Gemeenteraad, die vervolgens gedurende 8 weken in de gelegenheid zijn om een zienswijze in te dienen.

  • 2. Indien tot opheffing is besloten wordt door het Algemeen Bestuur, de Deelnemers gehoord, voorzien in een afwikkeling van de gevolgen van de opheffing alsmede een liquidatieplan opgesteld. De in dit lid bedoelde afwikkeling voorziet in de wijze waarop de exploitatie van de eigendommen, werken en inrichtingen van ADT worden beëindigd of overgedragen en geeft inzicht in zowel de financiële gevolgen van de opheffing voor personeel en materieel als in de wijze waarop de vereffening van het vermogen plaatsvindt in geval van de ontbinding van ADT.

  • 3. Bij een dergelijke afwikkeling geldt als basisuitgangspunt dat activa en passiva na aftrek van alle met de opheffing en liquidatie samenhangende kosten worden verdeeld naar rato van de verhoudingen zoals die staan vermeld in art. 24 lid 4, tenzij bij de inbreng of het ontstaan van activa en passiva andere afspraken zijn gemaakt.

  • 4. De activa worden gewaardeerd door een commissie, waarin zitting hebben een jurist, een accountant en een rentmeester-taxateur.

    De commissie beslist bij gewone meerderheid van stemmen. Wordt geen meerderheid verkregen, dan heeft de jurist bij een volgende stemming slechts een adviserende rol.

  • 5. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de Deelnemers tot voldoening of overneming van de (financiële) verplichtingen van ADT alsook in de overige gevolgen van de opheffing, waaronder die welke de opheffing heeft voor het personeel en materieel van ADT.

  • 6. Indien nodig blijft het Algemeen Bestuur na het tijdstip van opheffen in functie ter afwikkeling van de liquidatie. ADT blijft ook na zijn ontbinding voortbestaan indien zulks tot vereffening van zijn vermogen nodig is.

  • 7. Een besluit tot opheffing wordt door het Dagelijks Bestuur van ADT verzonden aan de Deelnemers, zulks mede met het oog op de opname in de registers als bedoeld in artikel 27 van de Wet.

Artikel 32. Geschillenregeling

  • 24

  • 1. Alle geschillen, die tussen de Deelnemers bij de uitvoering van deze Regeling mochten ontstaan, worden zoveel mogelijk in goed onderling overleg opgelost. Er is sprake van een geschil als één van de Deelnemers daarvan aan de andere Deelnemers schriftelijk, bij aangetekende brief met ontvangstbevestiging, heeft kennis gegeven.

  • 2. Geschillen, die tussen de Deelnemers ontstaan bij de uitvoering van deze Regeling, evenals geschillen, die ontstaan op basis van uit deze Regeling voortvloeiende besluiten en/of rechtshandelingen, zullen uitsluitend worden beslecht middels arbitrage overeenkomstig het reglement van het Nederland Arbitrage Instituut te Rotterdam.

    Hoger beroep wordt uitgesloten.

Hoofdstuk VI. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 33. Werking(sduur), slot- en overgangsbepalingen

  • 1. Deze Regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

  • 2. De bij deze Regeling behorende bijlagen zijn een geïntegreerd onderdeel van de Regeling. Wat - al dan niet voortbouwend op het in bijlage 1 bij deze Regeling bepaalde - in deze Regeling opnieuw is vastgelegd en omschreven heeft - tenzij uitdrukkelijk anders bepaald - gelding boven de wijze waarop het in die bijlage is vastgelegd en omschreven.

  • 3. Voor zover in deze Regeling wordt verwezen naar het bepaalde in de Wet dan wel naar het bepaalde in andere wettelijke regelingen en deze Wet of die andere wettelijke regelingen na inwerkingtreding van deze regeling gewijzigd in werking treden, wordt het bepaalde in deze Regeling zoveel mogelijk geacht daarmee vanaf dat moment in overeenstemming te zijn en - indien nodig - zo spoedig mogelijk daarna daarmee expliciet in overeenstemming te worden gebracht.

Artikel 34. Inwerkingtreding

  • 1. Deze Regeling treedt in werking op 1 december 2010, waarop de bevoegde organen van de Deelnemers tot het treffen van deze Regeling hebben besloten.

  • 2. Aanstonds nadat de bevoegde organen van de Deelnemers tot het treffen van deze regeling hebben besloten, dragen Gedeputeerde Staten met inachtneming van het bepaalde in artikel 26, lid 2 van de Wet zorg voor de bekendmaking van deze Regeling.

Artikel 35. Citeertitel

Deze Regeling kan worden aangehaald als ‘Gemeenschappelijke regeling Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o.'.

Bijlage 1 (Bestuursovereenkomst)

De bestuursovereenkomst Vliegveld Twente tussen de provincie Overijssel en de gemeente Enschede zoals bedoeld in artikel 1, lid a van de gemeenschappelijke regeling Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente.

Bijlage 2 (Kaart)

De kaart met het Projectgebied, zijnde het exploitatiegebied waarop de gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente zal worden gerealiseerd.


Noot
1

[Toelichting: De artikelen 3 tot en met 5 van deze regeling bieden duidelijkheid over de doelstelling van de regeling, de taken die zij zal uitvoeren en de bevoegdheden die hiervoor door de daartoe bevoegde organen van zowel de provincie Overijssel als de gemeente Enschede aan de gemeenschappelijke regeling worden overgedragen.

In artikel 4 lid 1 is opgenomen dat de Gemeenschappelijke Regeling als taak heeft het houden van toezicht op de luchtvaartactiviteiten op de luchthaven.

De Luchthaven Twente heeft de status van een gesloten militaire luchthaven. Er kan alleen gevlogen worden indien een ontheffing wordt verkregen van de Militaire Luchtvaartautoriteit (MLA).

In de Gemeenschappelijke Regeling is opgenomen dat het Dagelijks Bestuur bevoegd is tot het aanvragen van (verlengingen van) ontheffingen bij de MLA.

In artikel 4 lid 2b wordt aangegeven dat de openbare ruimte in erfpacht kan worden uitgegeven. Hierbij wordt aangetekend dat dit met name voor de luchthaven en het bedrijventerrein een optie is.

In artikel 4 lid 2f is als taak opgenomen dat het Algemeen Bestuur een aanbestedingsbeleid vaststelt. Het Algemeen Bestuur dient het aanbestedingsbeleid af te stemmen met het op dit terrein vastgestelde provinciale en gemeentelijke beleid.]

Noot
2

[Toelichting: De artikelen 3 tot en met 5 van deze regeling bieden duidelijkheid over de doelstelling van de regeling, de taken die zij zal uitvoeren en de bevoegdheden die hiervoor door de daartoe bevoegde organen van zowel de provincie Overijssel als de gemeente Enschede aan de gemeenschappelijke regeling worden overgedragen.

In artikel 4 lid 1 is opgenomen dat de Gemeenschappelijke Regeling als taak heeft het houden van toezicht op de luchtvaartactiviteiten op de luchthaven.

De Luchthaven Twente heeft de status van een gesloten militaire luchthaven. Er kan alleen gevlogen worden indien een ontheffing wordt verkregen van de Militaire Luchtvaartautoriteit (MLA).

In de Gemeenschappelijke Regeling is opgenomen dat het Dagelijks Bestuur bevoegd is tot het aanvragen van (verlengingen van) ontheffingen bij de MLA.

In artikel 4 lid 2b wordt aangegeven dat de openbare ruimte in erfpacht kan worden uitgegeven. Hierbij wordt aangetekend dat dit met name voor de luchthaven en het bedrijventerrein een optie is.

In artikel 4 lid 2f is als taak opgenomen dat het Algemeen Bestuur een aanbestedingsbeleid vaststelt. Het Algemeen Bestuur dient het aanbestedingsbeleid af te stemmen met het op dit terrein vastgestelde provinciale en gemeentelijke beleid.]

Noot
3

[Toelichting: De artikelen 3 tot en met 5 van deze regeling bieden duidelijkheid over de doelstelling van de regeling, de taken die zij zal uitvoeren en de bevoegdheden die hiervoor door de daartoe bevoegde organen van zowel de provincie Overijssel als de gemeente Enschede aan de gemeenschappelijke regeling worden overgedragen.

In artikel 4 lid 1 is opgenomen dat de Gemeenschappelijke Regeling als taak heeft het houden van toezicht op de luchtvaartactiviteiten op de luchthaven.

De Luchthaven Twente heeft de status van een gesloten militaire luchthaven. Er kan alleen gevlogen worden indien een ontheffing wordt verkregen van de Militaire Luchtvaartautoriteit (MLA).

In de Gemeenschappelijke Regeling is opgenomen dat het Dagelijks Bestuur bevoegd is tot het aanvragen van (verlengingen van) ontheffingen bij de MLA.

In artikel 4 lid 2b wordt aangegeven dat de openbare ruimte in erfpacht kan worden uitgegeven. Hierbij wordt aangetekend dat dit met name voor de luchthaven en het bedrijventerrein een optie is.

In artikel 4 lid 2f is als taak opgenomen dat het Algemeen Bestuur een aanbestedingsbeleid vaststelt. Het Algemeen Bestuur dient het aanbestedingsbeleid af te stemmen met het op dit terrein vastgestelde provinciale en gemeentelijke beleid.]

Noot
4

[Toelichting: De artikelen 7, 8, 10 en 11 handelen over de taken en bevoegdheden en over de wijze waarop de besluitvorming (dienaangaande) binnen het Bestuur plaatsvindt.

Artikel 8, lid 3 en artikel 11, lid 2 en de leden 6 en 7 van artikel 13 bevatten de hoofdregels omtrent de wijze van besluiten. ]

Noot
5

[Toelichting: Op grond van artikel 13, lid 1 van de WGR (en, vanwege de deelname van de provincie aan deze regeling, artikel 52) worden de leden van het Algemeen Bestuur door de Raad uit zijn midden, de voorzitter daarbij inbegrepen en uit de wethouders (resp. door de Staten, de voorzitter daarbij inbegrepen en uit de gedeputeerden) aangewezen.

In deze regeling is aanvullend daarop vastgelegd dat de Gemeenteraad en Provinciale Staten er voorkeur aan geven alleen uit de Colleges van B&W en Gedeputeerde Staten leden aan te wijzen voor het Algemeen Bestuur.

De getalsverhouding 3-3 in het Algemeen Bestuur is gekozen in verband met de afgesproken verdeelsleutel voor exploitatie, inbreng en risico (50% en 50%, zie artikel 22).

In artikel 10, lid 1 is bepaald dat het Algemeen Bestuur uit zes leden bestaat en het Dagelijks Bestuur uit vier leden. Hier is voor gekozen opdat de controlerende verantwoordelijkheid van het Algemeen Bestuur ten opzichte van het Dagelijks Bestuur ook daadwerkelijk vorm krijgt. ]

Noot
6

[Toelichting: De artikelen 7, 8, 10 en 11 handelen over de taken en bevoegdheden en over de wijze waarop de besluitvorming (dienaangaande) binnen het Bestuur plaatsvindt.

Artikel 8, lid 3 en artikel 11, lid 2 en de leden 6 en 7 van artikel 13 bevatten de hoofdregels omtrent de wijze van besluiten. ]

Noot
8

[Toelichting: De artikelen 7, 8, 10 en 11 handelen over de taken en bevoegdheden en over de wijze waarop de besluitvorming (dienaangaande) binnen het Bestuur plaatsvindt.

Artikel 8, lid 3 en artikel 11, lid 2 en de leden 6 en 7 van artikel 13 bevatten de hoofdregels omtrent de wijze van besluiten. ]

Noot
9

[Toelichting: In artikel 7, lid 1 resp. artikel 10, lid 1 is bepaald dat het Algemeen Bestuur uit zes leden bestaat en het Dagelijks Bestuur uit vier leden. Hier is voor gekozen opdat de controlerende verantwoordelijkheid van het Algemeen Bestuur ten opzichte van het Dagelijks Bestuur ook daadwerkelijk vorm krijgt.]

Noot
10

[Toelichting: De artikelen 7, 8, 10 en 11 handelen over de taken en bevoegdheden en over de wijze waarop de besluitvorming (dienaangaande) binnen het Bestuur plaatsvindt.

Artikel 8, lid 3 en artikel 11, lid 2 en de leden 6 en 7 van artikel 13 bevatten de hoofdregels omtrent de wijze van besluiten. ]

Noot
12

[Toelichting: In lid 1 van artikel 13 is het quorum vastgelegd (besluitvorming alleen indien meerderheid van leden (of plaatsvervangers) aanwezig is, waaronder in ieder geval de voorzitter.]

Noot
13

[Toelichting: Een compleet overzicht van de bij het vergaderen en het stemmen over besluiten in acht te nemen regels zal op grond van het bepaalde in de in artikel 13 lid 2 van de Regeling , genoemde artikelen van de Provinciewet nog eens woordelijk worden opgenomen in (de toelichting bij) de reglementen van orde die op dienen te worden opgesteld.]

Noot
14

[Toelichting: Er is gekozen voor de mogelijkheid om de functie van secretaris en directeur te verenigen in één persoon.

Indien deze situatie zich voordoet zal bij het vaststellen van de rechtspositie of inleenvergoeding van de desbetreffende functionaris geen sprake mogen zijn van een cumulatie van vergoedingen.

De vergoeding van de secretaris en directeur wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur.]

Noot
15

[Toelichting: Er is gekozen voor de mogelijkheid om de functie van secretaris en directeur te verenigen in één persoon.

Indien deze situatie zich voordoet zal bij het vaststellen van de rechtspositie of inleenvergoeding van de desbetreffende functionaris geen sprake mogen zijn van een cumulatie van vergoedingen.

De vergoeding van de secretaris en directeur wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur.

Indien de directeur extern wordt ingehuurd, zal in de overeenkomst worden vastgelegd dat er geen sprake mag zijn van tegenstrijdige belangen tussen ADT en andere opdrachten die de directeur (of de organisatie waarvoor hij werkzaam is) vervuld.]

Noot
16

[Toelichting: ADT zal naar verwachting vooral gebruik maken van extern personeel. Het kan hierbij gaan om de inleen van ambtelijk personeel van de Deelnemers of de inleen van extern personeel via marktpartijen.

De directeur kan worden gemandateerd om personeel in te lenen, met uitzondering van de inleen voor de functies directeur en secretaris of de inleen van een private partij waarvoor de directeur werkzaam is of waarvan de directeur eigenaar is. 

De directeur dient bij het inlenen van extern personeel een honorering toe te passen met inachtneming van de binnen de overheid geldende normen.

De bevoegdheid tot het aannemen van personeel in dienstbetrekking door ADT ligt bij het Dagelijks Bestuur. Het Dagelijks Bestuur zal hierbij de rechtspositieregeling van de gemeente Enschede toepassen.]

Noot
17

[Toelichting: De in het eerste lid bedoelde AMvB is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, Stb. 2003 27, dat op 1 februari 2003 in werking is getreden.]

Noot
18

[Toelichting: De vaststellingsbesluiten inzake de Begroting en de Jaarrekening dienen door het Algemeen Bestuur te worden genomen. Bij de besluitvorming daaromtrent hebben de organen van deelnemers ook inspraak. Zij kunnen op grond van het bepaalde in artikel 59, lid 4 van de Wet zo nodig ook bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties hun zienswijze naar voren brengen.

De jaarrekening wordt door het Dagelijks Bestuur uiterlijk 15 juli van het jaar volgend op het verslagjaar of 2 weken nadat deze is vastgesteld naar de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties gezonden.]

Noot
19

[Toelichting: De vaststellingsbesluiten inzake de Begroting en de Jaarrekening dienen door het Algemeen Bestuur te worden genomen. Bij de besluitvorming daaromtrent hebben de organen van deelnemers ook inspraak. Zij kunnen op grond van het bepaalde in artikel 59, lid 4 van de Wet zo nodig ook bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties hun zienswijze naar voren brengen.

De jaarrekening wordt door het Dagelijks Bestuur uiterlijk 15 juli van het jaar volgend op het verslagjaar of 2 weken nadat deze is vastgesteld naar de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties gezonden.]

Noot
20

[Toelichting: Het Algemeen Bestuur kan besluiten tot het oprichten van een rechtspersoon indien dit nodig wordt geacht voor de uitvoering van de omschreven (deel)taken en realisatie van de met de gebiedsontwikkeling gemoeide belangen.

Voorafgaand aan de besluitvorming door het Algemeen Bestuur worden Deelnemers in de gelegenheid gesteld om hun reactie te geven op het voorgenomen besluit.]

Noot
21

[Toelichting: Het Algemeen Bestuur besluit tot toetreding en uittreding en de voorwaarden waaronder een en ander kan geschieden, ook al is daartoe eerder bevoegdelijk door de deelnemers besloten. De regeling behoeft daarvoor niet te worden gewijzigd, aangezien een toetredings- of uittredingsbesluit niet los gezien kan worden van de vigerende regeling.

De thans opgenomen bepalingen voorzien thans alleen in de mogelijkheid om de toetreding van andere gemeenten mogelijk te maken.

Toetreders en uittreders zijn niet aansprakelijk voor de (financiële) gevolgen van vóór hun toetreding respectievelijk ná hun uittreding door ADT genomen besluiten, indien deze na hun toetreding respectievelijk uittreding aan het licht komen en alsnog tot de verplichting tot schadevergoeding leiden.

Door de Gemeenteraad is een amendement aangenomen (behandeling raadsvoorstel 14202 gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente) waarmee is besloten een termijn van ca. 5 jaar aan te houden om te beoordelen of de ontwikkeling van de luchthaven leidt tot een daadwerkelijk uitvoerbare en exploitabele mogelijkheid voor het luchthavengebied.

Indien rekening wordt gehouden met een aanbestedingstermijn van ca. 2 jaar dan bedraagt de totale periode waarna een beoordeling kan plaatsvinden ca. 7 jaar. In artikel 29, lid 5 is de termijn van 7 jaar vastgelegd waarop (voor het eerst) uittreding mogelijk is.

De berekening van het in dit artikel bedoelde tekort op de exploitatieopzet is altijd een schatting, doch als de meerjarenraming jaarlijks nauwkeurig wordt bijgesteld, dan heeft men in het jaar voordat wordt uitgetreden een vrij juist beeld van dat tekort.

De berekening gaat uit van de premissen "geen tekort geen aftrek", en "bij een overschot, krijgt de uittreder niets, tenzij het per moment van uittreden geldende risico nihil is".]

Noot
22

[Toelichting: Tot wijziging van de regeling kan slechts met een gelijkluidend besluit van de deelnemers worden besloten, zulks mede omdat wijzigingen doorgaans ook financiële consequenties voor de deelnemers zullen hebben. ]

Noot
23

[Toelichting: De beslissingsbevoegdheid ten aanzien van de in dit artikel staande onderwerpen over opheffing en liquidatie berust bij het Algemeen Bestuur, waarbij geldt dat Provinciale Staten en de Gemeenteraad vooraf in de gelegenheid worden gesteld hun zienswijze aan het Algemeen Bestuur kenbaar te maken. ]

Noot
24

[Toelichting: Dit artikel bevat bepalingen over de te volgen procedure indien tussen de Deelnemers geschillen ontstaan bij de uitvoering van de Regeling. ]