Uitvoeringsregeling voor het subsidiëren van activiteiten op het vlak van muzikale basisvorming (traject 1)

Geldend van 29-08-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-08-2017

Intitulé

Uitvoeringsregeling voor het subsidiëren van activiteiten op het vlak van muzikale basisvorming ( traject 1)

 

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN PEEL EN MAAS,

 

  • -

    Gelet op het gemeentelijk muziekonderwijsbeleid zoals verwoord in de bij raadsbesluit van 20 december 2011 vastgestelde nota “Kaderstelling muziekonderwijs” en de door het college vastgestelde contourennotitie “Muziekonderwijs nieuwe stijl in Peel en Maas” d.d. 26 juni 2017.

 

  • -

    Overwegende dat het ter uitvoering van dat beleid gewenst is schoolse activiteiten te stimuleren die bijdragen aan de verbreding en verdieping van de muzikale ontwikkeling van kinderen.

 

  • -

    Gelet op artikel 2 tweede lid, artikel 4 derde lid en artikel 6 tweede lid van de Algemene subsidieverordening Peel en Maas.

 

BESLUITEN VAST TE STELLEN DE VOLGENDE

Uitvoeringsregeling voor het subsidiëren van activiteiten op het vlak van muzikale basisvorming ( traject 1 )

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening Peel en Maas.

  • b.

    Muzikale vorming (in brede zin): het bevorderen van het gevoel voor muziek – daaronder mede te verstaan de aan muziek grenzende vormen van cultuurbeleving en -beoefening – alsmede het verbreden en verdiepen van de kennis en vaardigheden die kunnen voorbereiden op of bijdragen een actieve muziekbeoefening door de deelnemer.

  • c.

    Activiteiten in de basisvorming: voor kinderen van de basisschool bedoelde activiteiten die deel uitmaken van hun schoolprogramma en die plaatsvinden binnen de reguliere schooltijden.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan de muzikale basisvorming.

  • 2. De activiteiten dienen ten goede te komen aan kinderen die het basisonderwijs volgen in de gemeente Peel en Maas en dienen voor alle kinderen toegankelijk te zijn. Dit zowel in feitelijke als in financiële zin.

  • 3. De activiteiten vinden plaats binnen eenzelfde schooljaar en worden ook in dat jaar afgerond.

  • 4. Niet voor subsidie in aanmerking komen activiteiten met een religieus of levensbeschouwelijk karakter.

  • 5. De subsidieverstrekking vindt plaats met in acht neming van het bepaalde in de Algemene subsidieverordening Peel en Maas.

Artikel 3 Doelgroep

  • 1. De gemeente stelt subsidie beschikbaar voor twee jaar muzikale vorming aan het bevoegd gezag van de basisscholen in de gemeente Peel en Maas. De scholen mogen dit spreiden over meerdere schooljaren.

  • 2. Het bevoegd gezag van de basisscholen treedt op als aanvrager van subsidie en welke zich door het indienen van een aanvraag impliciet verantwoordelijk stelt voor het nakomen van de aan de subsidieverstrekking verbonden voorwaarden.

  • 3. De school stelt hiervoor het programma op en overlegt hierover met relevante partijen (organisaties die belang hebben bij muzikale verbredings- en verdiepingstrajecten (bijvoorbeeld blokfluitles en/of instrumentaal muziekonderwijs).

  • 4. Halverwege het schooljaar vindt er een evaluatie plaats tussen deze partijen en school om de gemaakte afspraken uit het schoolplan te evalueren en eventueel op basis van deze evaluatie bij te stellen. Een verslag van deze evaluatie wordt aan de gemeente verstuurd.

  • 5. In het programma worden toetsbare kwaliteitseisen opgenomen –waaronder in elk geval de gangbare eindtermen AMV. Daarmee is verzekerd dat kinderen die daarvoor gemotiveerd zijn aan het eind van groep 5 de kennis en vaardigheden hebben om te kunnen instromen in het vervolgtraject (d.w.z. kunnen starten met IVM/blokfluitlessen dan wel met muzieklessen in traject 3).

  • 6. Er wordt geen financiële bijdrage gevraagd van de ouders van kinderen.

Artikel 4 Verdeling beschikbare middelen; te verstrekken subsidies

  • 1. Het college maakt vóór de aanvang van het school- c.q. activiteitenjaar bekend welke middelen voor dat jaar beschikbaar zijn voor de subsidieverstrekking op grond van deze regeling.

  • 2. Het college kan een deel van de volgens het eerste lid van dit artikel beschikbare middelen reserveren voor nader te benoemen activiteiten waarvoor een afzonderlijke bekostigingsregeling geldt.

  • 3. Het volgens het eerste lid van dit artikel beschikbare totaalbedrag, respectievelijk het bij toepassing van het tweede lid nog resterende deel van dat totaal wordt toebedeeld aan en gereserveerd voor de samenwerkingsverbanden naar rato van het aantal leerlingen van de aan elk samenwerkingsverband verbonden basisschool per de teldatum 1 oktober van het voorgaande kalenderjaar.

  • 4. In de periode tussen 1 juni voorafgaande aan het schooljaar en 1 oktober van het schooljaar kan een samenwerkingsverband een subsidieaanvraag indienen voor de in dat schooljaar voorgenomen activiteiten. Deze jaaraanvraag vermeldt welke partijen in het samenwerkingsverband deelnemen en ze gaat vergezeld van een omschrijving van de aard en inhoud van elke activiteit en van een specificatie van de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Tevens vermeldt de aanvraag welke prioriteitenvolgorde het samenwerkingsverband toekent aan de in de aanvraag vermelde activiteiten.

  • 5. Voor zover het voor het samenwerkingsverband gereserveerde bedrag dat toelaat wordt subsidie verleend ten behoeve van de in haar jaaraanvraag vermelde activiteiten. Het college volgt daarbij de door het samenwerkingsverband aangegeven prioriteitenvolgorde, tenzij het college zwaarwegende argumenten aanwezig acht om daarvan af te wijken.

  • 6. Indien na de subsidieverlening als bedoeld in het vorige lid nog gelden resteren van het voor een samenwerkingsverband gereserveerd bedrag, dan blijven die gelden voor dat samenwerkingsverband gereserveerd ten behoeve van latere aanvullingen op en wijzigingen in het activiteitenprogramma. Een subsidieaanvraag hiervoor kan worden ingediend tot uiterlijk 1 november van het schooljaar.

  • 7. Indien na de besluitvorming op de in lid 6 bedoelde latere subsidieaanvragen nog middelen resteren, dan kunnen die worden ingezet voor de subsidieverstrekking aan andere schoolbesturen en organisaties, daarbij zoveel mogelijk recht doend aan de in het derde lid van dit artikel genoemde verdeelmaatstaf.

  • 8. Indien een subsidie of een deel daarvan ten laste komt van een gemeentebegroting die nog niet is vastgesteld, dan wordt dat subsidie of dat deel verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen; deelnemersbijdrage, andere bijdragen

  • 1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die naar ons oordeel noodzakelijk zijn voor het organiseren en uitvoeren van de activiteiten. Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten van bijdragen aan de in het samenwerkingsverband deelnemende partijen, tenzij wordt aangetoond dat het een vergoeding van uitgaven betreft die direct samenhangen met en noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 6 Berekening van de subsidie

  • 1. In zijn schoolloopbaan krijgt ieder kind drie jaar algemene muzikale vorming: eerste kennismaking met actieve muziekbeoefening, muziekbeleving, zingen, muziekoriëntatie, muziekgeschiedenis, leren luisteren, leren muziek te waarderen, invloed van muziek, kennismaking met alle vormen van muziek. Ieder kind krijgt tijdens zijn schoolloopbaan drie jaar langs gratis muziekonderwijs/cultuureducatie. Met deze algemene basisvorming wordt een stevige basis gelegd waarop door kinderen die daarvoor kiezen een verbreding en verdieping in muziek/cultuureducatie kan plaatsvinden.

  • 2. De gemeente stelt daarvoor jaarlijks een subsidie beschikbaar van maximaal € 89.167,85,- (prijspeil 2017) waarbij de norm wordt gesteld dat 1 uur AMV (= 45 minuten) gerealiseerd moet worden voor de kostprijs van maximaal € 60,96.

  • 3. De gemeente geeft subsidie voor algemene muzikale vorming: de subsidie bedraagt € 625,70 per klas, met een minimumbedrag per school van € 2.502,78,-.

  • 4. Aan de subsidie die de gemeente verstrekt, voegt de school uit eigen middelen 50% toe voor muziekonderwijs in de brede zin van het woord (inclusief b.v. dans, drama, beeldend) waaraan alle kinderen tijdens hun schoolloopbaan een jaar lang deelnemen.

  • 5. De school kan zelf de jaargroepen kiezen en stelt zelf haar muziekprogramma op en bepaalt zelf waar en wanneer de activiteiten binnen het programma van de school plaatsvinden. De gekozen invulling moet met een degelijk en deugdelijk beargumenteerd leerplan worden onderbouwd, dat ter medefinanciering aan het college wordt aangeboden.

Artikel 7 Verplichtingen

  • 1. Wat betreft traject 1 van het muziekonderwijs heeft de school de regie. Het bevoegd gezag van de scholen moet ter verkrijging van gemeentelijke subsidie een leerplan overleggen waarin concrete doelen worden benoemd en waaruit blijkt dat er sprake is van een aanwijsbare uitbreiding van het muziekonderwijs dat in het regulier onderwijs gebruikelijk is. De school is verantwoordelijk voor de opstelling en uitvoering van dit leerplan/programma: zij is degene die door de gemeente hierover aangesproken kan worden. Over dit programma/plan en over de te bereiken resultaten en kwaliteiten moet op initiatief van de school vooraf overleg plaats vinden met organisaties die belang hebben bij muzikale verbredings- en verdiepingstrajecten (bij voorbeeld blokfluitles en/of instrumentaal muziekonderwijs). Behalve over de inhoud en opzet van het te geven muziekonderwijs geeft dit programma inzicht in de wijze waarop met relevante partijen buiten school overleg is gevoerd over dit programma.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders verbindt aan de volgende extra voorschriften:

    • a.

      De plannen worden vóór 1 november van het lopende schooljaar ingediend.

    • b.

      De school stelt per schooljaar een verantwoording op die voor 1 november van het daaropvolgend schooljaar aan het college wordt aangeboden.

      De verantwoording bevat :

      • 1.

        minimaal een overzicht van de bestede middelen en een inhoudelijk verslag over de uitgevoerde activiteiten.

      • 2.

        het aantal leerlingen dat muziekonderwijs heeft genoten

      • 3.

        het aantal klassen per school muziekonderwijs

    • c.

      De subsidie wordt aangevraagd via een aanvraagformulier.

    • d.

      De subsidie wordt verantwoord via een verantwoordingsformulier.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 augustus 2017 en geldt voor het eerst voor de in het schooljaar 2017- 2018 uitgevoerde activiteiten.

  • 2. De regeling wordt telkens met een schooljaar verlengd

    • -

      tenzij een voorafgaande in april/mei te houden evaluatie met de bij de uitvoering betrokken partijen uitwijst dat bijstelling gewenst is, of

    • -

      tenzij uiterlijk in mei voorafgaande aan het schooljaar wordt besloten de regeling vanwege wijziging van het gemeentelijk beleid te beëindigen.

  • 3. De regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling muzikale basisvorming Peel en Maas.

Ondertekening

Panningen, 26 juni 2017,
Burgemeester en wethouders van Peel en Maas,
de gemeentesecretaris/directeur, de burgemeester,
L.P.H Breukers, W.J.G. Delissen-van Tongerlo

Nota-toelichting

De gemeente Peel en Maas wil bevorderen dat kinderen al op jonge leeftijd worden gestimuleerd om actief bezig te zijn met muziek. In dat kader worden de basisscholen gefaciliteerd om extra muzikale vormingsactiviteiten te integreren in hun lesprogramma’s. Daarnaast worden gelden beschikbaar gesteld voor het opzetten en uitvoeren van buitenschoolse activiteiten die kunnen bijdragen aan een verdere verbreding en verdieping van de muzikale ontwikkeling van kinderen. Dit mede –maar niet alleen - ter voorbereiding op hun eventuele instap in de muziekopleidingen zoals die worden aangeboden door muziekverenigingen en –instellingen.

Met de hier voorliggende regeling biedt de gemeente de mogelijkheid om subsidie te verkrijgen voor buitenschoolse muzikale verbredings- en verdiepingsactiviteiten. De intentie is dat die activiteiten laagdrempelig worden aangeboden zodat elk kind dat interesse heeft daaraan kan deelnemen. De definitie ‘muzikale vorming’ moet breed worden opgevat en heeft ook betrekking op aangrenzende vormen van expressie zoals musical, muziektheater en toneel.