Beleidsregel Kruimelgevallen Peel en Maas 2016

Geldend van 21-04-2016 t/m 18-07-2023

Intitulé

Beleidsregel kruimelgevallen Peel en Maas 2016

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN PEEL EN MAAS;

Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het bepaalde in artikel 2.12, lid 1 onder 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Gelet op het bepaalde in artikel 4, bijlage II van het Besluit omgevingsrecht;

Overwegende dat:

De raad bij amendement op 12 maart 2013 de “algemene beleidsuitgangspunten huisvesting (tijdelijke) arbeidskrachten Peel en Maas” heeft vastgesteld;

Het college op 22 april 2014 de “Beleidsregels huisvesting (tijdelijke) arbeidskrachten Peel en Maas, versie februari 2014” ter uitvoering van de hiervoor omschreven algemene door de raad vastgestelde beleidsuitgangspunten met enkele wijzigingen opnieuw zijn vastgesteld.

Het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor het gebruik maken van de bevoegdheid tot het verlenen van planologische kruimelgevallen.

BESLUITEN:

vast te stellen de volgende beleidsregel:

Beleidsregel kruimelgevallen Peel en Maas 2016

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Bij de toepassing van deze beleidsregels worden de begripsbepalingen en de wijze van meten gehanteerd uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Besluit omgevingsrecht en het desbetreffende bestemmingsplan waarvan met toepassing van deze beleidsregels wordt afgeweken.

Voor zover het bestemmingsplan geen begripsbepalingen bevat over het begrip bebouwde kom, dient te volgende begripsbepaling te worden gehanteerd:

Bebouwde kom : de gebieden als opgenomen in de bestemmingsplannen voor de kernen en bedrijventerreinen.

Artikel 2 Algemene voorwaarden

Artikel 2.12, eerste lid onder 2 jo artikel 4, bijlage II Bor wordt uitsluitend toegepast wanneer:

  • 1.

    Wordt voldaan aan de op dat moment van toepassing zijnde structuurvisie, geldend beleid en beleidsregels.

  • 2.

    Wordt voldaan aan het principe van een goede ruimtelijke ordening.

Artikel 3 Bijbehorende bouwwerken (artikel 4, lid 1 Bijlage II Bor)

  • 1 Bijbehorende bouwwerken binnen de bebouwde kom: Bijbehorende bouwwerken bij woningen en andere hoofdgebouwen binnen de bebouwde kom komen in de hieronder vermelde situaties in aanmerking voor toepassing van artikel 2.12, lid 1 sub a onder 2 Wabo jo artikel 4, lid 1 onder a bijlage II Bor, mits:

    • a.

      Het aantal woningen gelijk blijft;

    • b.

      geen aantasting plaatsvindt van de verkeersveiligheid;

    • c.

      Voor bijbehorende bouwwerken de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken in het achtererfgebied maximaal 200 m2 bedraagt, met dien verstande dat maximaal 75% van het achtererfgebied bebouwd mag worden;

  • 1 Bijbehorende bouwwerken buiten de bebouwde kom: Bijbehorende bouwwerken bij woningen en andere hoofdgebouwen buiten de bebouwde kom komen in de hieronder vermelde situaties in aanmerking voor toepassing van artikel 2.12, lid 1 sub a onder 2 Wabo jo artikel 4, lid 1 onder a bijlage II Bor, mits:

    • a.

      Het aantal woningen gelijk blijft;

    • b.

      Het bijbehorend bouwwerk qua oppervlakte in inhoud ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

    • c.

      Uitbreiding van de woning inclusief bijbehorende bouwwerken is toegestaan, mits:

      • I

        het totaal aan bebouwing, al dan niet na sloop van overtollige bebouwing, niet meer bedraagt dan 1600 m3;

      • II

        de afstand van de woning tot het nieuw te plaatsen bijbehorend bouwwerk maximaal 15 meter bedraagt;

      • III

        voldoende landschappelijk wordt ingepast, dan wel op een andere manier wordt voorzien in een kwaliteitsverbetering.

    • d.

      voldoende landschappelijk wordt ingepast, dan wel op een andere manier wordt voorzien in een kwaliteitsverbetering. 

    • f.

      Bedrijven met de bestemming Bedrijf – Agrarisch verwant en Bedrijf – Niet agrarisch verwant komen niet voor toepassing van dit artikel in aanmerking.

Artikel 4 Gebouwen voor infrastructurele of openbare voorziening (artikel 4, lid 2 bijlage II Bor)

Gebouwen ten behoeve van infrastructurele of openbare voorzieningen komen, zonder aanvullende voorwaarden, in aanmerking voor toepassing van onderhavige beleidsregel.

Artikel 5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde (artikel 4, lid 3 bijlage II Bor)

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde komen in de hieronder vermelde situaties in aanmerking voor de toepassing van artikel 2.12, lid 1 sub b onder 2 Wabo juncto artikel 4, lid 3 bijlage II Bor:

  • 1.

    Erfafscheidingen binnen en buiten de bebouwde kom, met uitzondering van de bedrijventerreinen: het oprichten van erfafscheidingen, specifiek in de kernen en in het buitengebied is toegestaan, mits:

    • a.

      Indien het een erfafscheiding vóór de voorgevelrooilijn betreft, mag de hoogte maximaal 2 meter bedragen;

    • b.

      Indien het een erfafscheiding achter de voorgevelrooilijn betreft of andere binnen de woonbestemming passende bouwwerken, mag de hoogte maximaal 2,50 meter bedragen.

    • c.

      Er geen sprake is van aantasting van de verkeersveiligheid.

Artikel 6 Dakkapellen, dakopbouwen (artikel 4, lid 4 bijlage II Bor)

Gebouwen ten behoeve van infrastructurele of openbare voorzieningen komen, zonder aanvullende voorwaarden, in aanmerking voor toepassing van onderhavige beleidsregel.

Artikel 7 Antenne-installaties (artikel 4, lid 5 bijlage II Bor)

Het plaatsen van antenne-installaties op basis van artikel 4, lid 5 bijlage II Bor is toegestaan, mits:

  • 1.

    voldaan wordt aan de beleidsregels voor zendmastinstallaties en of antenne-Installaties Peel en Maas, vastgesteld door het college van Burgemeester en wethouders op 5 juli 2011;

  • 2.

    toepassing van deze bevoegdheid dient in alle gevallen apart te worden afgewogen, waarbij aanvullende voorwaarden kunnen worden gesteld.

Artikel 8 Installaties voor het opwekken van energie (artikel 4, lid 6 en 7 bijlage II Bor)

Het plaatsen van installaties bij een glastuinbouwbedrijf en agrarisch bedrijf op basis van artikel 4, lid 7 en 8 bijlage II Bor is toegestaan, mits deze worden geplaatst binnen het bouwvlak.

Artikel 9 Veranderen van gebruik openbaar gebied (artikel 4, lid 8 bijlage II Bor)

Het herinrichten van openbaar gebied, op basis van artikel 4, lid 8 bijlage II Bor is toegestaan, met dien verstande dat toepassing van deze bevoegdheid in alle gevallen apart dient te worden afgewogen, waarbij aanvullende voorwaarden kunnen worden gesteld.

Artikel 10 Veranderen van gebruik (artikel 4, lid 9 bijlage II Bor)

Het veranderen van gebruik van bouwwerken en aansluitend terrein binnen en buiten de bebouwde kom op basis van artikel 4, lid 9 bijlage II Bor is toegestaan, mits:

  • 1.

    Veranderen van gebruik van bouwwerken en aansluitend terrein binnen de bebouwde kom:

    Het veranderen van gebruik van gronden en bebouwing binnen de bebouwde kom is toegestaan, mits het aantal woningen gelijk blijft en met dien verstande dat toepassing van deze bevoegdheid in alle gevallen apart dient te worden afgewogen, waarbij aanvullende voorwaarden kunnen worden gesteld.

  • 2.

    Veranderen van gebruik van bouwwerken en aansluitend terrein buiten de bebouwde kom ten behoeve van huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten:

    • a.

      Het veranderen van gebruik van gronden en bebouwing buiten de bebouwde kom ten behoeve van huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten ter plaatse van agrarische bedrijven, anders dan in de (bedrijfs)woning komt niet voor toepassing van artikel 4, lid 9 bijlage II in aanmerking. Short-stay huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten ter plaatse van agrarische bedrijven, anders dan in de bedrijfswoning, zal planologisch mogelijk worden gemaakt door middel van een herziening van het op dat moment vigerende bestemmingsplan, waarbij door initiatiefnemers aannemelijk moet worden gemaakt dat huisvesting elders niet mogelijk is en dat voldaan wordt aan het op dat moment geldende beleid voor huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten. Aan een bestemmingsplanherziening als hiervoor bedoeld wordt een uitsterfregeling verbonden waardoor, als het gebruik voor short stay-huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten gedurende een periode van één jaar of langer wordt gestaakt, het gebruik voor deze functie niet meer mag worden hervat.

    • b.

      Short-stay en mid-stay huisvesting van tijdelijke arbeidskrachten in (bedrijfs)woningen is mogelijk, mits voldaan wordt aan het op dat moment geldende beleid.

Artikel 11 Persoonsgebonden afwijking recreatiewoningen (artikel 4, lid 10 bijlage II Bor)

Een persoonsgebonden afwijking van het bestemmingsplan voor het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning op basis van artikel 4, lid 10 bijlage II Bor is toegestaan, met dien verstande dat toepassing van deze bevoegdheid in alle gevallen apart dient te worden afgewogen, waarbij aanvullende voorwaarden kunnen worden gesteld.

Artikel 12 Tijdelijk gebruik (artikel 4, lid 11 bijlage II Bor)

Het tijdelijk gebruiken van gronden en/of bouwwerken op basis van artikel 4, lid 11 bijlage II Bor is toegestaan, met dien verstande dat toepassing van deze bevoegdheid in alle gevallen apart dient te worden afgewogen, waarbij aanvullende voorwaarden kunnen worden gesteld.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college handelt overeenkomstig deze beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen, dit ter beoordeling van het college.

Artikel 14 Privaatrechtelijke belemmeringen

Het gestelde in deze beleidsregel wordt niet toegepast indien sprake is van privaatrechtelijke belemmeringen, als genoemd in het Burgerlijk wetboek.

Artikel 15 Citeertitel, inwerkingtreding en intrekking

  • 1. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: “Beleidsregel kruimelgevallen Peel en Maas 2016”;

  • 2. De beleidsregel treedt in werking op 21 april 2016;

  • 3. De beleidsregels ‘Planologische Kruimelgevallen’ en de ‘Beleidsregels wijze verlenen planologische medewerking kruimelgevallen huisvesting tijdelijke arbeidskrachten’ worden met ingang van 21 april 2016 ingetrokken;

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Peel en Maas van 11 april 2016
de gemeentesecretaris/directeur, de burgemeester
drs. H. Mensink , W.J.G. Delissen-van Tongerlo

Toelichting

Toelichting