Nadere regels Jeugdhulp gemeente Peel en Maas

Geldend van 20-02-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2020

Intitulé

Nadere regels Jeugdhulp gemeente Peel en Maas

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN PEEL EN MAAS;

Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het bepaalde in de Jeugdwet en de artikelen 3 zevende lid, 6 zevende lid, 8 tweede lid, 9 vierde lid, 12 derde lid en artikel 13 van de verordening Jeugdhulp 2020 Peel en Maas;

Overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor nadere regels vast te stellen ter uitvoering van Jeugdwet en het bepaalde in voornoemde verordening.

BESLUITEN:

Vast te stellen de volgende nadere regel:

Besluit Jeugdhulp gemeente Peel en Maas

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1.

    In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      Beroepsmatige hulp: de hulp verleend door een in het SKJ of BIG geregistreerdeprofessional of onder verantwoordelijkheid van geregistreerd professional (niet zijnde een vrijwilliger), zoals bedoeld in artike 5.1.1. van het Besluit Jeugdwet;

    • b.

      BIG: beroepen in de individuele gezondheidszorg;

    • c.

      Budgethouder : de persoon die het persoongebonden budget (Pgb) toegekend heef gekregen;

    • d.

      Gezinsplan : Plan dat door de gezinscoach wordt opgesteld samen met jeugdige en/of ouders waarin de doelen van het gezin zijn uitgewerkt en wie welke rol heeft bij het vervullen van die doelen;

    • e.

      Hulpvraag : behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet;

    • f.

      Niet-beroepsmatige hulp: die hulp die: - verleend wordt door: mensen in de sociale omgeving van de jeugdige en zijn ouders of - niet verleend wordt door of onder verantwoordelijkheid van een in het (SKJ) of BIG geregistreerde professional zoals bedoeld in artikel 5.1.1. van het Besluit Jeugdwet. Het kan hierbij ook gaan om activiteiten in aanvulling op hulp die door geregistreerde professionals geleverd wordt;

    • g.

      MGR : Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg- Noord;

    • h.

      SKJ : Stichting Kwaliteitsregister Jeugd;

    • i.

      Wet : Jeugdwet.

  • 2.

    Alle begrippen die in dit Besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet 2015 (in het bijzonder artikel 1.1), het Besluit Jeugdwet, de Algemene wet bestuursrecht, de Verordening Jeugdhulp en de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming.

Artikel 2 Onderzoek en familiegroepsplan

  • 1.

    Als ouders of een jeugdige zich hebben gemeld bij de gemeente met een hulpvraag, maakt het college zo spoedig mogelijk met de jeugdige en zijn ouders een afspraak voor een gesprek. Tijdens het gesprek verzamelt het college alle voor het onderzoek, zoals bedoeld in artikel 6 van de Verordening, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie.

  • 2.

    Als de jeugdige en zijn ouders een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet hebben opgesteld, dan wordt dit als eerste bij het onderzoek betrokken.

  • 3.

    Als een familiegroepsplan ontbreekt, brengt het college de jeugdige en zijn ouders op dehoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan op te stellen. Als de jeugdige en zijn ouders daarom verzoeken, draagt het college zorg voor ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan.

Artikel 3 Gezinsplan

  • 1.

    Het college zorgt voor schriftelijke verslaglegging van het onderzoek. Dit verslag is het concept-gezinsplan. In ieder geval moeten hierin de doelen van het gezin en wie welke rol heeft bij het vervullen van die doelen worden opgenomen.

  • 2.

    Zo spoedig mogelijk na het gesprek verstrekt het college aan de jeugdige of zijn ouders het conceptgezinsplan, tenzij zij hebben meegedeeld dit niet te wensen.

  • 3.

    Opmerkingen of latere aanvullingen van de jeugdige of zijn ouders worden aan het conceptgezinsplan toegevoegd.

  • 4.

    Het concept wordt door aanvrager ondertekend voor akkoord of voor gezien en daarmee wordt het een definitief gezinsplan.

  • 5.

    Het gezinsplan vormt de basis voor de te verlenen beschikking als bedoeld in artikel 5 van de Verordening.

Artikel 4 Nadere criteria individuele voorziening

De individuele voorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de jeugdige in staat wordt gesteld tot:

  • 1.

    gezond en veilig op te groeien;

  • 2.

    te groeien naar zelfstandigheid; en

  • 3.

    voldoende zelfredzaam te zijn en maatschappelijk te participeren, rekening houdend met zijn leeftijd en ontwikkelingsniveau.

Artikel 5 Voorwaarden pgb

Bij het opstellen van een gezinsplan worden de voorwaarden uit artikel 8.1.1 lid 2 van de Wet getoetst.

Artikel 6 Eigen verantwoordelijkheden van de budgethouder

De budgethouder is zelf verantwoordelijk voor:

  • 1.

    het inkopen van de individuele voorziening;

  • 2.

    het afsluiten van een zorgovereenkomst met elke zorgverlener en het aanleveren van deze zorgovereenkomst(en) bij het SVB;

Artikel 7 Pgb voor inzetten sociaal netwerk

Het verstrekken van een pgb als een financiële compensatie voor ondersteuning door mensen in de sociale omgeving van de jeugdige en zijn ouders is mogelijk onder de volgende voorwaarden:

  • 1.

    als de ondersteuning de gebruikelijke zorg overstijgt en het leidt tot een doelmatiger, efficiënter en tot effectievere ondersteuning;

  • 2.

    als deze persoon heeft aangegeven in staat te zijn de gevraagde hulp te leveren;

Artikel 8 Besteding en verantwoording kosten pgb

  • 1.

    De schriftelijke (zorg)overeenkomst die de budgethouder sluit met iedere persoon of zorgaanbieder bij wie hij een individuele voorziening inkoopt, moet in overeenstemming zijn met de door het college afgegeven beschikking (inclusief gezinsplan). Indien het college van mening is dat de zorgovereenkomst hier niet aan voldoet, wordt de budgethouder in de gelegenheid gesteld om de overeenkomst in de gewenste zin aan te passen. De goedkeuring door het college is een voorwaarde voor de Sociale Verzekeringsbank om tot uitbetaling aan de zorgverlener over te kunnen gaan. Zonder een goedgekeurde zorgovereenkomst vindt namelijk geen uitbetaling plaats. Indien het college wel akkoord is met de zorgovereenkomst dan wordt dit doorgegeven aan de Sociale Verzekeringsbank en tevens wordt dan aangegeven wat het maximumtarief is per zorgovereenkomst.

  • 2.

    De volgende kosten zijn uitgesloten uit het persoonsgebonden budget:

    • a.

      een eenmalige uitkering of een feestdagenuitkering voor de zorgverlener.

    • b.

      reiskosten van de zorgverlener

    • c.

      Kosten voor bemiddelingsbureaus, tussenpersonen of belangenbehartigers

    • d.

      Administratiekosten

  • 3.

    Er is een vrij besteedbaar bedrag van € 250,- per kalenderjaar toegestaan bij de besteding van het persoonsgebonden budget. Als de indicatie gedurende het kalenderjaar start of korter dan 1 jaar duurt, dan geldt het bedrag naar rato. Dit vrij besteedbaar bedrag moet de budgethouder zelf uit het toegekende budget weten vrij te spelen. Het staat de budgethouder vrij hier de uitgesloten kosten uit lid 2 uit te betalen, in overleg met de gezinscoach die de functie van casemanager vervult.

  • 4.

    In geval van meerdere typen hulp mag de budgethouder onderling schuiven zolang dit binnen het toegekende budget past, in overleg met de gezinscoach die de functie van casemanager vervult.

Artikel 9 Toezicht rechtmatigheid

  • 1.

    De toezichthouder rechtmatigheid Jeugdwet is bevoegd om met gebruikmaking van de aan hen toegekende bevoegdheden ingevolge de artikelen 5:15 t/m 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht, onafhankelijk onderzoek te doen naar de rechtmatigheid van de ondersteuning. Zij kunnen onderzoek doen op basis van signalen, meldingen of klachten, dan wel proactief, op basis van een steekproefsgewijze aanpak.

  • 2.

    De toezichthouder is bevoegd om het college onafhankelijk te adviseren om op basis van de bevindingen van een onderzoek:

    • a.

      de betreffende aanbieder, al dan niet tijdelijk, uit te sluiten van overleggen in het kader van inkoop of van verlengen van overeenkomsten voor zorg in natura;

    • b.

      tijdelijk geen Pgb’s te verstrekken ten behoeve van het verlenen van hulp, ondersteuning of hulpmiddelen door de betreffende aanbieder;

    • c.

      tijdelijk geen cliënten toe te wijzen aan de betreffende aanbieder;

    • d.

      tijdelijk de betalingen op te schorten;

    • e.

      een aanwijzing met hersteltermijn te bieden;

    • f.

      indien er sprake is van ernstige en/of herhaalde overtreding de overeenkomsten met de betreffende aanbieder voor zorg in natura te beëindigen,danwel het Pgb waarmee de betreffende aanbieder wordt bekostigd, te beëindigen;

    • g.

      aangifte te doen;

    • h.

      andere maatregelen te treffen.

  • 3.

    De maatregelen zoals bedoeld in lid 2. dienen in alle gevallen proportioneel te zijn naar de aard van de overtreding of melding.

  • 4.

    Indien het onderzoek als bedoeld in lid 1. betrekking heeft op een aanbieder die namens de gemeente door de MGR is gecontracteerd voor de levering van voorzieningen in het kader van de Jeugdwet, adviseert de toezichthouder ook aan de MGR.

  • 5.

    De toezichthouder is voorts bevoegd om op basis van de bevindingen in zijn onderzoekspraktijk, aanbevelingen aan het college dan wel de MGR te doen ten aanzien vanaanpassing van beleid of van werkwijzen.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1.

    Een jeugdige of ouder houdt recht op een lopende voorziening verstrekt op grond van het Besluit Jeugdhulp zoals vastgesteld op 13 mei 2019, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen;

  • 2.

    Aanvragen die zijn ingediend onder het Besluit jeugdhulp zoals vastgesteld op 13 mei 2019 en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van dit Besluit, worden afgehandeld krachtens het hiervoor genoemde Besluit jeugdhulp .

Artikel 11 Citeertitel, inwerkingtreding en intrekking oude beleidsregel

  • 1.

    Deze regels wordt aangehaald als Nadere regels Jeugdhulp gemeente Peel en Maas;

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2020;

  • 3.

    Het Besluit Jeugdhulp d.d. 13 mei 2019 wordt met ingang van 1 januari 2020 ingetrokken.

Ondertekening

Panningen, 10 februari 2020

Burgemeester en wethouders van de gemeente Peel en Maas,

de gemeentesecretaris/directeur, de burgemeester,

L.P.H. Breukers W.J.G. Delissen-van Tongerlo

Toelichting

Algemeen

De Jeugdwet schept een jeugdhulpplicht voor gemeenten. De jeugdhulpplicht geldt alleen als de jeugdige en zijn ouders er zelf niet uitkomen.

Doel is dat iedere jeugdige gezond en veilig op groeit, groeit naar zelfstandigheid en deel neemt aan het maatschappelijk verkeer, rekening houdend met zijn ontwikkelingsniveau. Ouders zijn hiervoor eerst verantwoordelijk. Zij doen daarbij een beroep op hun sociale netwerk en de samenleving en kunnen ook terecht bij de gezinscoaches van de gemeente Peel en Maas.

De uitgangspunten hierbij zijn:

  • 1.

    Ouders/opvoeders zijn eerst verantwoordelijk voor hun kinderen, zij voeren de regie over de opvoeding van hun eigen kind. Professionele hulp is erop gericht gezinnen zo toe te rusten, dat zij zoveel als mogelijk vanuit de eigen kracht en het eigen sociale netwerk oplossingen vinden voor eventuele problemen.

  • 2.

    Elk jeugdige is uniek en ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. De ontwikkeling van de jeugdige staat centraal in de opvoeding.

  • 3.

    Opvoeden is een uitdaging voor alle ouders, waarbij zij tegen vragen of problemen aanlopen.

  • 4.

    De gezinscoach is er voor ondersteuning en hulp bij opvoed- en opgroeivragen. De gezinscoach kijken naar alle aspecten die gezond en veilig opgroeien mogelijk maken. Als er hulp of behandeling nodig is, richt deze hulp zich op de jeugdige én op het versterken van de kracht van de ouders en het sociale netwerk.

  • 5.

    Hulp bij het opvoeden is zo intensief als nodig en duurt zo kort als kan.

  • 6.

    Als de veiligheid van het jeugdige in gevaar is, komt de gezinscoach in actie, waarbij hulp in het gedwongen kader een uiterste middel is.

  • 7.

    Gezinscoaches doen dit niet alleen. Zij werken daarbij intensief samen met scholen, kinderopvang, verenigingen, jeugdgezondheidszorg, huisartsen, Vorkmeer, politie, woningbouw, aanbieders van jeugdhulp en zo nodig partners in het gedwongen kader.

Bij de uitvoering van bovenstaande uitgangspunten hanteren we de volgende kernwaarden:

  • Respectvol handelen;

  • Open houding;

  • Zorgen dat mensen zich gehoord voelen;

  • Zeggen wat je doet, doen wat je zegt, niet praten over het gezin maar praten met het gezin.

In dit besluit staan een aantal regels die ervoor zorgen dat een zorgvuldige procedure gevolgd wordt om het doel te bereiken.

In de artikelen artikel 3, 6, 8 en 9 van de verordening Jeugdhulp 2019 Peel en Maas draagt de raad het college op om nadere regels te stellen met betrekking:

  • tot de procedure voor de aanvraag van een individuele voorziening;

  • de inhoud van en de wijze waarop het onderzoek wordt uitgevoerd;

  • de algemene criteria, zoals genoemd in artikel 8 lid 1 van de verordening, of ter bepaling van specifieke criteria voor bepaalde individuele voorzieningen;

  • de procedure en de aan het pgb verbonden voorwaarden en verplichtingen.

In dit besluit zijn bovenstaande nadere regels door het college vastgesteld.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich

Artikel 2 Onderzoek en familiegroepsplan

Om een zorgvuldig besluit te nemen is het belangrijk dat alle feiten en omstandigheden van de specifieke hulpvraag worden onderzocht. Daarbij is het van belang dat het onderzoek in overleg met de jeugdige en zijn ouders wordt gedaan. Voor een zorgvuldig onderzoek is meestal persoonlijk contact nodig om een totaalbeeld van de jeugdige en zijn ouders te krijgen. Het ligt daarom voor de hand dat tijdens een gesprek met de jeugdige en zijn ouders het een en ander wordt besproken. Bij dit gesprek is een gezinscoach van de gemeente Peel en Maas aanwezig (namens het college). Of dit gesprek in het Huis van de Gemeente plaatsvindt, op school, bij de jeugdige of zijn ouders thuis, of bij een andere deskundige zal afhankelijk van de concrete situatie worden besloten. Als dat nodig is voor het onderzoek, kan ook sprake zijn van meerdere (opeenvolgende) gesprekken.

Het gesprek moet zo spoedig mogelijk plaatsvinden. Het hangt af van de situatie hoe snel dat kan of moet plaatsvinden.

Tijdens het eerste bezoek wordt gekeken naar:

  • Gezinssituatie

  • Sociaal netwerk

  • Huidige ondersteuning

    • Welke mensen zijn er momenteel bij betrokken?

  • Omschrijving van de ondersteuningsvraag:

    • Wat gaat goed in het gezin?

    • Welke vragen/wensen heeft het gezin?

    • Waar maken ouders/kinderen zich zorgen over?

    • Wat is er nodig dat het weer beter gaat?

    • Wat zou de eerste stap zijn om te zorgen dat het beter gaat?

    • Wat heeft het gezin zelf al gedaan? Wat heeft gewerkt?

    • Waar liggen de krachten van het gezin?

  • Wat zijn de mogelijkheden en beperkingen binnen de leefgebieden:

    • Financiën

    • Werk/opleiding

    • Wonen

    • ADL en Huishouden

    • Mobiliteit

    • Sociale participatie (huiselijke relaties, sociaal netwerk, maatschappelijk en justitie)

    • Fysieke gezondheid

    • Mentale gezondheid (verslaving)

    • Regie

    • Opvoeden (opvang, sociaal-emotionele ondersteuning, lichamelijke verzorging)

  • Veiligheid

    • Hoe veilig zijn de kinderen in het gezin volgens het gezin?

    • Hoe schatten anderen de veiligheid van de kinderen in het gezin in?

    • Wat heeft het gezin (moeder, vader, opvoeder, kinderen) nodig om de situatie te verbeteren?

Tijdens het eerste bezoek wordt ook een akkoordverklaring ondertekend door ouders/verzorgers en/of jeugdige. Het originele exemplaar wordt na het inscannen teruggegeven aan de ouders.

Als er al een familiegroepsplan is, dan wordt dit bij het eerste onderzoek meteen betrokken.

Artikel 3 Gezinsplan

Om samen met gezin (ouders en/of kinderen) aan de slag te gaan, wordt er gebruik gemaakt van een familiegroepsplan. Dit wordt ook wel een ‘gezinsplan’ genoemd.

Het gezinsplan is een plan van aanpak waar men mee aan de slag gaat. In dit gezinsplan staan o.a. de volgende gegevens:

  • Algemene gegevens

    • Basisgegevens van de cliënt zoals naam, adres, geboortedatum, dagopvang/school gegevens

  • Gezinssamenstelling

  • Basisgegevens met betrekking tot biologische ouders

  • Vermelding van andere gezinsleden

  • Netwerk van het gezin

    • Mensen die voor het gezin belangrijk zijn

  • Huisarts

  • Hulpverleningsproces

  • Wat is de hulpvraag/aanleiding van dit gezinsplan?

Een gezinsplan wordt besproken met het gezin en er worden afspraken gemaakt over de uitvoering gericht op het gewenste effect. Als het gezin akkoord is, wordt het gezinsplan door beide ondertekend.

Een beschikking betreft een besluit voor een vorm van jeugdhulp, die de gezinscoach niet kan bieden en die ook niet beschikbaar is via collectieve voorzieningen. Een beschikking kan onderdeel zijn van het hulpverleningsproces.

Artikel 4 Nadere criteria individuele voorziening

Een individuele voorziening wordt ook wel een maatwerkvoorziening genoemd. Dit betekent dat er geen algemene of collectieve voorziening geschikt - of beschikbaar- is om de jeugdige en zijn ouder(s) te helpen. De voorwaarde voor een dergelijke maatwerkvoorziening staan onder a. tot en met c. genoemd. Dit zijn dus de doelen van de in te zetten maatwerkvoorziening.

Artikel 5 Voorwaarden pgb

In artikel 8.1.1 lid 2 van de Wet staat dat jeugdige en ouder(s) kunnen kiezen voor een pgb (lid 1) en welke voorwaarden hieraan verbonden zijn (lid 2). De gezinscoach zal bij een pgb toetsen of aan alle in de wet genoemde voorwaarden wordt voldaan, vóórdat een besluit tot het verstrekken van een pgb genomen wordt

Artikel 6 Eigen verantwoordelijkheden van de budgethouder

Dit artikel spreekt voor zich

Artikel 7Pgb voor inzetten sociaal netwerk

Tot de sociale omgeving worden gerekend de personen uit de huiselijke kring - waaronder ouders - en andere personen met wie iemand een sociale relatie onderhoudt. Met gebruikelijke zorg gaat het om de dagelijkse verzorging, opvoeding, toezicht en stimulering van de ontwikkeling van kinderen die (pleeg)ouders/wettelijk vertegenwoordiger. De onder a. genoemde zorg moet dus meer zijn dan hetgeen gebruikelijk is. Ook moet het leiden tot een betere ondersteuning die ervoor zorgt dat het doel snel (zo snel mogelijk) wordt bereikt.

Tot slot moet de persoon uit het sociale netwerk in staat zijn om de gevraagd hulp te leveren. Hij of zij moet dus voldoende tijd en vaardigheden hebben om de gevraagde hulp te bieden. Zowel hulp als zorg zijn vormen van ondersteuning het gezin. [i]

[i] ‘Hulp’ en ‘zorg’ worden in het perspectief gezien van ondersteuning voor het gezin.

Artikel 8 Besteding en verantwoording kosten pgb

Lid 1

Bij een pgb, hebben de gezaghebbende ouders de verantwoordelijkheid over de juiste inzet van het pgb-budget. Het college geeft aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) door hoeveel geld ze ter beschikking stellen voor een jeugdige (op basis van de toekenningsbeschikking).

Ouders moeten met de Zorgaanbieder -of persoon die de zorg aan de jeugdige aanbiedt- een Zorgovereenkomst af te sluiten (ten behoeve van de SVB). In ‘Mijn PGB’ op de site van de SVB kunnen ouders vervolgens inzage hebben in het toegekende pgb.

Lid 2

Niet alle kosten mogen uit het pgb betaald worden. In dit artikel staan de kosten die niet uit het pgb betaald mogen worden. Deze kosten komen dus voor eigen rekening of voor rekening van de zorgverlener.

Lid 3

De budgethouder mag een bedrag van € 250,00 per kalenderjaar mag naar eigen keuze besteden. Hiervoor mij de budgethouder wel vóóraf overleggen met de gezinscoach die de functie van casemanager vervult. Hiervoor krijgt hij geen extra pgb, maar moet dit betalen uit het hem toegekende pgb. Wel mag hij ervoor kiezen van dit bedrag te gebruiken om bijvoorbeeld de kosten voor bemiddelingsbureaus of administratiekosten te betalen.

Het vrij te besteden bedrag wordt na rato betaald, als de indicatie na 1 januari start. Bijvoorbeeld: de indicatie start per 1 juli, dan is het vrij te besteden bedrag 6 maanden (juli tot en met december): 12 maanden (volledig kalenderjaar) x € 250,00 = € 125,00.

Lid 4

Als er meer verschillende soorten hulp door de budgethouder ingekocht worden, dan mag hij zelf bepalen hoe hij het budget onder de hulpverleners verdeeld. Hiervoor mij de budgethouder wel vóóraf overleggen met de gezinscoach die de functie van casemanager vervult. Het totaal van alle kosten moet wel binnen het toegekende pgb-bedrag blijven.

Artikel 9 Toezicht rechtmatigheid

In 2018 hebben de colleges van de gemeenten in Noord-Limburg besloten om met ingang van 1 januari 2019 het toezicht rechtmatigheid ten behoeve van de Jeugdwet en de Wmo te beleggen bij de sociale recherche van de gemeente Venlo, die dit toezicht voor de Noord-Limburgse gemeenten al langer uitvoert in het kader van de Participatiewet.

In dit artikel zijn de bevoegdheden van de toezichthouder nader uitgewerkt. Daarbij is ook bepaald, dat in de gevallen waarop hun onderzoek betrekking heeft op een aanbieder die is gecontracteerd door de MGR voor voorzieningen in het kader van de Jeugdwet ten behoeve van de gemeente Venlo, zij ook adviseren aan de MGR. In dat geval is de MGR (mede) de aangewezen organisatie om de adviezen of maatregelen uit te voeren, of om de uitvoering te coördineren.

Artikel 10 Overgangsrecht

Het overgangsrecht zorgt ervoor lopende voorzieningen niet meteen stoppen op het moment van vaststelling van nieuwe besluiten of beleidsregels, maar doorlopen tot een nieuw besluit genomen moet worden.

Aanvragen die zijn ingediend vóór de vaststelling van dit besluit maar waarover nog geen besluit is genomen, worden beoordeeld op grond van het besluit Jeugdhulp dat in 2019 is vastgesteld.

Artikel 11 Citeertitel, inwerkingtreding en intrekking oude beleidsregel

Dit artikel spreekt voor zich