Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Pekela

Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Pekela

Wettelijke grondslagen: artikel 212

Gemeentewet en het Besluit begroting en Verantwoording(BBV)

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Pekela

1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1)

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Pekela en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • 2)

    programma: het geheel van activiteiten om de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken.

2 Begroting en verantwoording

Artikel 2. Programma-indeling

De gemeenteraad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor die raadsperiode vast.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

  • 2. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 4. Kaders ontwerp begroting

Het college van B&W biedt in mei van ieder jaar aan de gemeenteraad een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerp begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. Deze nota maakt onderdeel uit van de Voorjaarsnota. De gemeenteraad stelt deze nota uiterlijk 15 juli daaropvolgend vast.

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

  • 1. De gemeenteraad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 2. Bij de begrotingsbehandeling geeft de gemeenteraad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3. Indien het college van B&W voorziet dat een geautoriseerd programma-budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt dit door het college van B&W in zo mogelijk de eerstvolgende raadsvergadering of bij de eerstvolgende tussenrapportage aan de gemeenteraad gemeld. Het college van B&W voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid.

  • 4. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college van B&W vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de gemeenteraad voor.

Artikel 6. Tussentijdse rapportage

  • 1. Het college van B&W informeert de gemeenteraad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente Veendam over de eerste vier maanden van het begrotingsjaar in de voorjaarsnota en over de eerste acht maanden in de najaarsnota.

  • 2. De tussenrapportage bevat in ieder geval een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde raming van:

    • a.

      De baten en lasten per programma;

    • b.

      Het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen;

    • c.

      Het resultaat voor bestemming volgend uit de onderdelen a en b;

    • d.

      De (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;

  • 3. Eénmaal per jaar bij de najaarsnota worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten en investeringskredieten in de begroting groter dan € 25.000 of meer dan 10%, toegelicht.

Artikel 7. Informatieplicht

Het college van B&W informeert in ieder geval vooraf de gemeenteraad en neemt pas een besluit, nadat de gemeenteraad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen te uiten, voor:

  • a.

    Investeringen groter dan € 250.000

  • b.

    Aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan € 100.000;

  • c.

    Het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 100.000; met uitzondering van leningen die op grond van de wettelijke regelgeving kunnen worden verstrekt;

  • d.

    Het aangaan van leningen groter dan € 500.000.

  • e.

    Het toekennen van subsidies groter dan € 10.000; met uitzondering van subsidies die op grond van wettelijke regelingen kunnen worden verstrekt;

  • f.

    Het college van B&W informeert vooraf de gemeenteraad en neemt pas een besluit nadat de gemeenteraad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college van B&W brengen indien het college van B&W nieuwe meerjarige verplichtingen aangaat waarvan de jaarlijks lasten groter zijn dan  € 50.000.

3 Financieel beleid

Artikel 8. Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1. Het college van B&W biedt de gemeenteraad een nota activabeleid aan.

    De gemeenteraad stelt deze vast. Deze nota behandelt in ieder geval:

    • a.

      Hoe waardering van activa plaatsvindt;

    • b.

      Welke afschrijvingsmethodiek wordt gehanteerd;

    • c.

      Welke afschrijvingstermijnen worden gehanteerd;

Artikel 9. Voorziening voor oninbare vorderingen

  • 1. Voor openstaande vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaar- en oninbaarheid.

Artikel 10. Reserves en voorzieningen

  • 1.

    Het college van B&W biedt de gemeenteraad een nota reserves en voorzieningen aan. De gemeenteraadstelt deze vast. Deze nota behandelt in ieder geval :

  • a)

    De vorming en besteding van reserves;

  • b)

    De vorming en besteding van voorzieningen;

  • c)

    De toerekening en verwerking van rente over de reserves

en voorzieningen.

Artikel 11. Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt via de kostenverdeelstaat (KVS) een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

Artikel 12. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

  • 1. Het college van B&W doet de gemeenteraad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rioolrechten, afvalstoffenheffing, toeristenbelasting, onroerende zaak belastingen, forenzenbelasting, retributies en leges.

  • 2. Het college van B&W biedt, indien daar aanleiding toe is, de gemeenteraad een nota aan met de kaders voor de prijzen voor de verhuur en verkoop van onroerende zaken en erfpachtcanons. De gemeenteraad stelt de nota vast.

Artikel 13. Financieringsfunctie

  • 1. Het college van B&W biedt de gemeenteraad een treasurystatuut aan.

    De gemeenteraad stelt deze vast.

Artikel 14. Grondbeleid

  • 1. Het college van B&W biedt de gemeenteraad een nota grondbeleid aan.

    De gemeenteraad stelt deze vast. Deze nota behandelt in ieder geval :

    • a.

      De strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente

    • b.

      De te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten

    • c.

      De voorraadverwerving en uitgifte van gronden

    • d.

      De uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpacht-vergoedingen

  • 2. In de paragraaf grondbeleid van de begroting en de jaarstukken wordt

    ingegaan op de uitvoering van de nota grondbeleid. Met name de financiële ontwikkelingen, het verwerven en afstoten van gronden en de relatie van het grondbeleid met de programma’s worden behandeld.

4. Financieel beheer en interne controle

Artikel 15. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:

  • a.

    Het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente;

  • b.

    Het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten, verplichtingen en rechten;

  • c.

    Het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    Het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    Het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    De controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 16. Interne controle

Het college van B&W zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college van B&W maatregelen tot herstel.

Artikel 17. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college van B&W zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

5. Financiële organisatie

Artikel 18. Financiële organisatie

Het college van B&W zorgt voor en legt vast, middels de werkorganisatie van de gemeente Pekela en Veendam, de Kompanjie:

  • a)

    Een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b)

    Een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c)

    De verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d)

    De regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e)

    De kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie.

6. Slotbepalingen

Artikel 19. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in op 1 januari 2014. Hiermee wordt de verordening ‘Financiële verordening gemeente Pekela’ vastgesteld door de gemeenteraad op 4 november 2008, ingetrokken.

Artikel 20. Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam ‘Financiële verordening Pekela 2014’.

Toelichting op de verordening artikel 212 van de gemeentewet gemeente Pekela

Inleiding

Bijgaand treft u de herziene verordening inzake artikel 212 van de gemeentewet, kortweg 212 Gw, aan. In dit artikel is vastgelegd dat de raad een verordening vaststelt waarin het financieel beleid, het financiële beheer en de financiële organisatie, is geregeld.

Bij het opstellen van de voorliggende verordening zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • ·

    De verordening dient te voldoen aan de wettelijke vereisten maar niet meer dan dat;

  • ·

    De verordening moet aansluiten bij de huidige praktijk;

  • ·

    De verordening moet compact, kort en begrijpelijk zijn;

Werkwijze

Om tot een nieuwe verordening te komen die voldoet aan de vereisten en aansluit bij de huidige praktijk is gekeken naar de meest recente VNG modelverordening, zijn er gesprekken gevoerd met betrokkenen en is er een inventarisatie gedaan van vastgestelde verordeningen bij andere gemeenten. Bij deze inventarisatie is onder andere gekeken naar de grootte van de gemeente, de compactheid van de verordening en de actualiteit.

Verordening 212 Gw

Bovenstaande werkwijze heeft geleid tot de voorliggende herziene verordening.

De nieuwe verordening is ingekort en bevat minder artikelen. Ze is meer toegespitst op de actualiteit en de opgedane ervaringen uit de afgelopen jaren.

De belangrijkste wijzigingen:

  • ·

    Er zijn verwijzigen opgenomen voor (beleids)regels die elders zijn vastgelegd zoals bijvoorbeeld het treasurystatuut en de nota activabeleid;

  • ·

    Op het gebied van verantwoording en tussenrapportages is de verordening aangepast aan de praktijk;

  • .

    Bepalingen die wettelijk zijn geregeld in, bijvoorbeeld, het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) zijn weggelaten.

Met de in de voorliggende verordening voorgestelde wijzigingen wordt recht gedaan aan de controlerende taak van de raad en meer invulling gegeven aan de wens om de financiële functie pragmatischer, transparanter toe te passen.

Toelichting op de artikelen

Artikel 1 Inleidende bepalingen

Voor de gehanteerde begrippen in de verordening gelden de definities uit de gemeentewet, de Wet Fido (Financiering decentrale overheden), het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en het besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten.

Artikel 2 Programma-indeling

De indeling van de programma’s wordt door de raad vastgesteld. De jaarrekening dient vervolgens conform dezelfde indeling te worden opgesteld. Het BBV bepaalt in aanvulling hierop dat het college de producten aan de programma’s toewijst.

Artikel 3 Inrichting en begroting jaarstukken

De bepalingen in het BBV voor de inrichting van de begroting en de jaarstukken zijn hier nader uitgewerkt. In artikel 3 is in aanvulling op het BBV de bepaling opgenomen over het opnemen van de stand van de investeringskredieten.

Artikel 4 Kaders ontwerpbegroting

Dit artikel bepaalt dat de raad vooraf aan het opstellen van de begroting kaders vaststelt waarin zowel de hoofdlijnen voor het beleid en de financiële kaders voor het komende begrotingsjaar zijn aangegeven. Deze kaders geven richting aan het college voor het opstellen van de ontwerpbegroting en de meerjarenraming.

Artikel 5 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

Dit artikel bevat nadere regels voor de autorisatie van de begroting en investeringskredieten.

Behalve de autorisatie van baten en lasten op programmaniveau is in dit artikel ook de autorisatie van investeringskredieten geregeld. Voor de autorisatie van investeringskredieten is er voor gekozen om deze bij de begrotingsbehandeling mee te nemen. De raad kan bij afzonderlijk besluit aangeven bij welke (politiek) belangrijke investeringen zij vooraf geïnformeerd wil worden (zie lid 2).

Verder wordt in dit artikel bepaald dat in de beschreven gevallen een begrotingswijziging door de raad moet worden vastgesteld. Hierbij moet worden gedacht aan:

  • ·

    Over- en onderschrijdingen van geautoriseerde budgetten en investeringskredieten

  • ·

    Investeringen die niet in de begroting zijn opgenomen

Artikel 6 Tussentijdse rapportages

Op basis van tussenrapportages wordt de raad geïnformeerd over de uitputting van budgetten en de voortgang van de uitvoering van beleid. Er is gekozen voor twee tussentijdse rapportages. Een voorjaarsnota (over de eerste 4 maanden) en een najaarsnota (over de eerste 8 maanden). Voor de duidelijkheid zij vermeld dat het bij deze rapportages gaat om rapportage van afwijkingen t.o.v. de lopende begroting. Deze afwijkingen kunnen zowel financieel als beleidsmatig van aard zijn.

Artikel 7 Informatieplicht

In dit artikel is vastgelegd wanneer het college de raad in de gelegenheid stelt om wensen en bedenkingen te uiten alvorens het college een besluit neemt. Deze bepaling is opgenomen om transparantie te waarborgen. Voor de goede orde; Het gaat hier om zaken die in de begroting weliswaar zijn geregeld maar waarvan de financiële uitwerking dusdanig is dat de raad in de gelegenheid wordt gesteld wensen en bedenkingen te uiten of aanvullende informatie te vragen.

Artikel 8 Waardering en afschrijving vaste activa

In dit artikel is de verwijzing gemaakt naar de nota activabeleid.

In de verordening is opgenomen wat in ieder geval in deze nota dient te worden geregeld.

Artikel 9 Voorziening oninbare vorderingen

Hier is geregeld dat er een beoordeling plaatsvindt op de diverse vorderingen en, indien noodzakelijk, ten laste van de rekening een voorziening wordt gevormd.

Artikel 10 Reserves en voorzieningen

In de verordening is een verwijzing opgenomen naar de nota reserves en voorzieningen en is aangegeven wat in ieder geval in deze nota moet worden geregeld. Jaarlijks wordt bij de jaarrekening conform artikel 54 en 55 van de BBV een toelichting gegeven op de reserves en voorzieningen

Artikel 11 Kostprijsberekening

In artikel 212 van de gemeentewet is de verplichting opgenomen om de grondslagen voor de in rekening te brengen bedragen voor tarieven en rechten, op te nemen.

In dit artikel wordt aangegeven dat voor een verdeelsystematiek conform een kostenverdeelstaat

is gekozen waarbij directe- en indirecte kosten volgens een bepaalde verdeelsleutel aan de diverse (beleids)producten wordt toegerekend.

Artikel 12 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

Het vaststellen van de tarieven voor belastingen, rechten en leges is een bevoegdheid van de raad.

Dit artikel bepaalt dat de raad deze tarieven jaarlijks vaststelt.

Hierbij zij vermeld dat het vaststellen van de prijs voor een gemeentelijke dienst of de levering van goederen of werken die niet onder artikel 229 van de Gemeentewet vallen, onder de bevoegdheid van het college vallen. In die gevallen betreft het een privaatrechtelijk besluit.

Artikel 13 Financieringsfunctie

Nadere regels voor financiering e.d. zijn opgenomen in een afzonderlijk treasurystatuut. In de verordening wordt hiernaar verwezen.

Artikel 14 Grondbeleid

In de Notitie grondexploitatie 2012 heeft de commissie BBV aangaande het grondbeleid een aantal stellige uitspraken opgenomen. Stellige uitspraken van de BBV dienen te worden gevolgd en hebben daardoor de status van wetgeving. De gemeente kan kiezen voor een andere lijn, die ook ‘BBV proof’ is, maar dient dit dan expliciet te motiveren en kenbaar te maken bij de begroting en de rekening.

Artikel 15 Administratie

Onder artikel 15 zijn algemene bepalingen opgenomen voor de inrichting van de gemeentelijke administratie. Op hoofdlijnen wordt opgedragen welke gegevens systematisch moeten worden vastgelegd en aan welke eisen deze gegevens moeten voldoen.

Artikel 16 Interne controle

De accountant controleert jaarlijks de rekening op getrouwheid en rechtmatigheid. In dit artikel draagt de raad het college op maatregelen te treffen op basis waarvan de gemeente zelf toetst of de cijfers in de rekening een getrouw beeld geven en de financiële mutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen.

Artikel 17 Misbruik en oneigenlijk gebruik

In dit artikel geeft het college aan maatregelen te treffen om misbruik en oneigenlijk van gemeentelijke regelingen en eigendommen te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld een nota interne controle zijn waarin jaarlijks een aantal bedrijfsprocessen worden getoetst. Ook zijn in de diverse verordeningen (zoals bijvoorbeeld de subsidieverordening) artikelen opgenomen om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen.

Artikel 18 Financiële organisatie

In artikel 18 staan de uitgangspunten voor de financiële organisatie vastgelegd.

In de Gemeentewet (artikel 160) is het college bevoegd regels vast te stellen voor de ambtelijke organisatie van de gemeente. Het college wordt in dit artikel opgedragen de regels die de financiële organisatie betreffen, vast te leggen in besluiten.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in de plaats van de vorige op grond van artikel 212 gemeentewet ingestelde verordening. Er is gekozen voor een inwerkingtreding per 1 januari 2014 omdat dan de overgang het meest geruisloos kan verlopen. De jaarstukken 2013 dienen te worden opgesteld conform de oude verordening. Voor de alle overige documenten geldt dat ze vallen ze binnen de werkingsfeer van deze nieuwe verordening.

Vastgesteld Raad gemeente Pekela d.d. 17 december 2013.