Regeling vervallen per 12-06-2013

Verordening leerlingenvervoer gemeente Pijnacker-Nootdorp 2011

Geldend van 07-07-2011 t/m 29-12-2011

De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

gezien het voorstel van het college van 12 april 2011;

gelet op: artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 4 van de Wet op de expertisecentra en artikel 4 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

besluit:

  • 1.

    vast te stellen het Beleidsplan Leerlingenvervoer gemeente Pijnacker-Nootdorp 2011;

  • 2.

    vast te stellen de volgende Verordening leerlingenvervoer gemeente Pijnacker-Nootdorp 2011:

Titel 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    school:

  • b.

    ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

  • c.

    leerling: een leerling van een school als bedoeld onder a.;

  • d.

    woning: de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft;

  • e.

    afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg, volgens een routeplanner;

  • f.

    vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

  • g.

    openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;

  • h.

    aangepast vervoer: (gecombineerd) vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;

  • i.

    eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;

  • j.

    reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids, een eventuele wachttijd, en de aankomst bij de woning;

  • k.

    toegankelijke school:

    • -

      voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;

    • -

      voor scholen voor (voortgezet)speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;

  • l.

    inkomen: het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2000,215) vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd;

  • m.

    opstapplaats: plaats aangewezen door burgemeester en wethouders, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer. Burgemeester en wethouders stellen hiertoe nadere regels vast;

  • n.

    commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde regionaal expertisecentrum in stand houden;

  • o.

    vervoersvoorziening:

    • -

      een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door burgemeester en wethouders noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, of

    • -

      bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of

    • -

      aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen.

  • p.

    permanente commissie leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs;

  • q.

    samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs;

  • r.

    regionale verwijzingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 10 g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • s.

    opdc: orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in de artikel 10h, derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • t.

    ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;

  • u.

    commissie voor de indicatiestelling: de commissie als bedoeld in artikel 28 c van de Wet op de expertisecentra;

  • v.

    begeleider: de ouders of de persoon die door de ouders wordt ingezet om de leerling te begeleiden.

Artikel 2 - Bekostiging van de door burgemeester en wethouders noodzakelijk te achten vervoerskosten

  • 1.

    Ten behoeve van het schoolbezoek verstrekken burgemeester en wethouders aan de ouders van in de

  • gemeente

    verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening voor de noodzakelijk te achten vervoerskosten met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2.

    Indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan het eerste lid, verlangen zij dat de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, hun kinderen van het aldus verzorgde vervoer gebruik laten maken tegen betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op bekostiging vervallen.

  • 3.

    De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.

  • 4.

    Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3 - Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

  • 1.

    Een bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

  • 2.

    Indien ouders een bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 8 of 13 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op een bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

  • 3.

    Bekostiging van de vervoerskosten naar buitenschoolse activiteiten, zoals buitenschoolse opvang, oppas of sport valt niet onder deze regeling. Burgemeester en wethouders stellen hiertoe nadere regels vast.

Artikel 4 - Uitbetaling van de bekostiging

Burgemeester en wethouders bepalen bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de bekostiging, met dien verstande dat de tijdsduur, indien dit mogelijk is, voor meerdere jaren of de hele schoolperiode wordt vastgesteld. Burgemeester en wethouders stellen hiertoe nadere regels vast.

Artikel 5 - Aanvraagprocedure

  • 1.

    Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij burgemeester en wethouders van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzien van de gevraagde bijlagen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders besluiten op de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen de in het vorige lid bedoelde beslistermijn met ten hoogste vier weken verdagen. Zij stellen de ouders hiervan schriftelijk in kennis.

  • 4.

    Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze niet toegekend met ingang van een datum die ligt voor de datum van ontvangst van de aanvraag. Deze wordt getroffen:

    • a.

      bij een vergoeding van de vervoerskosten van de (brom)fiets, het openbaar vervoer of het eigen vervoer met ingang van de door de ouders verzochte datum;

    • b.

      bij een vergoeding van de vervoerskosten van het aangepaste vervoer met ingang van de datum die zo veel mogelijk aansluit bij de door de ouders verzochte datum.

Artikel 6 - Wijzigingen, opschorten en intrekken vervoersvoorziening

  • 1.

    De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de toegekende bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Indien sprake is van een wijziging die van invloed is op de toegekende bekostiging, vervalt de aanspraak op bekostiging en verstrekken burgemeester en wethouders al dan niet opnieuw een bekostiging van de vervoerskosten.

  • 3.

    Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en burgemeester en wethouders een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststellen, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond en verstrekken burgemeester en wethouders al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.

  • Burgemeester en wethouders delen hun besluit schriftelijk mee aan de ouders.

  • 4.

    De vervoersvoorziening kan worden gewijzigd, opgeschort of ingetrokken indien de bij de aanvraag verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat er op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling van de aanvraag de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest.

  • 5.

    De verantwoordelijkheid voor het gedrag van de leerling gedurende het verblijf van de leerling in het aangepast vervoer berust bij de ouders.

  • 6.

    In geval van ernstig wangedrag door de leerling gedurende het verblijf in het aangepast vervoer, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten te wijzigen, op te schorten dan wel in te trekken. Burgemeester en wethouders stellen hiertoe nadere regels vast.

  • 7.

    Een ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe toekenning van bekostiging.

Artikel 7 - Andere vergoedingen

De aanspraak op bekostiging ingevolge titel 3 wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voor zover die voor de betrokken leerling betrekking heeft op de reiskosten.

Titel 2 - Bepalingen omtrent het vervoer van de niet-gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs

Artikel 8 - Algemene bepalingen omtrent het vervoer van de niet-gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs

  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt een bekostiging, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.

  • 2,

    Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:

    • a.

      de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

    • b.

      een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a. bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a.

  • 3.

    Indien burgemeester en wethouders de gevraagde bekostiging niet of slechts gedeeltelijk toekennen, betrekken zij bij de beoordeling van de aanvraag voor een bekostiging eventuele (vervoers)adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg of het advies van andere deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.

Artikel 9 - Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verstrekken aan de ouders van de leerling, die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien voldaan wordt aan artikel 8 eerste lid.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, maar onverminderd het bepaalde in artikel 8 eerste lid verstrekken burgemeester en wethouders de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets (op basis van de Reisregeling Binnenland), indien de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 10 - Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 9, bekostigen burgemeester en wethouders tevens de daarin bedoelde vervoerskosten ten behoeve van een begeleider, indien de leerling nog niet in groep 8 zit en door de ouders ten behoeve van burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2.

    Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 11 - Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verstrekken bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 8, en

    • a.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    • b.

      openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

  • 2.

    Indien begeleiding in het aangepaste vervoer vereist is, vergoeden burgemeester en wethouders geen andere kosten dan de vervoerskosten, welke verbonden zijn aan de begeleiding van de leerling in het aangepaste vervoer.

Artikel 12 - Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kunnen burgemeester en wethouders de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren. Burgemeester en wethouders kunnen in plaats daarvan besluiten een bekostiging te verstrekken voor een wijze van vervoer die goedkoper is.

  • 2.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigen burgemeester en wethouders aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de kortste route voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigen burgemeester en wethouders aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de kortste route voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4.

    Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen een bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door burgemeester en wethouders geen bekostiging verstrekt.

  • 5.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en burgemeester en wethouders desgewenst toestaan, dan wel van oordeel zijn, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigen burgemeester en wethouders aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Titel 3 - Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs.

Artikel 13 - Algemene bepalingen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verstrekken aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt een bekostiging, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.

  • 2.

    Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionale expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

  • 3.

    Indien burgemeester en wethouders de gevraagde bekostiging niet of slechts gedeeltelijk verstrekken, betrekken zij bij de beoordeling van de aanvraag voor een bekostiging eventuele (vervoers)adviezen van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.

Artikel 14 - Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verstrekken aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoeken, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien voldaan wordt aan artikel 13 eerste lid.

  • 2.

    In afwijking van een bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer verstrekken burgemeester en wethouders de ouders een bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets (op basis van de Reisregeling Binnenland), indien de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets. Deze bekostiging is ten hoogste gelijk aan de kosten voor het openbaar vervoer.

Artikel 15 - Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 14, bekostigen burgemeester en wethouders tevens de daarin bedoelde vervoerskosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2.

    Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de vervoerskostenkosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 16 - Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verstrekken bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 13, en

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is - ook niet onder begeleiding - van openbaar vervoer gebruik te maken, of:

    • b.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    • c.

      openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2.

    Indien begeleiding in het aangepaste vervoer vereist is, vergoeden burgemeester en wethouders geen andere kosten dan de vervoerskosten, welke verbonden zijn aan de begeleiding van de leerling in het aangepaste vervoer.

Artikel 17 - Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kunnen burgemeester en wethouders de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren. Burgemeester en wethouders kunnen in plaats daarvan besluiten een bekostiging te verstrekken voor een wijze van vervoer die goedkoper is.

  • 2.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigen burgemeester en wethouders aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de kortste route voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekken burgemeester en wethouders aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de kortste route voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4.

    Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door burgemeester en wethouders geen bekostiging verstrekt.

  • 5.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en burgemeester en wethouders desgewenst toestaan, dan wel van oordeel zijn, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekken burgemeester en wethouders aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Artikel 18 - Bekostiging vervoerskosten

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verstrekken eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 13, indien burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat de lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke handicap van de leerling dat vereist.

  • 2.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten zoals bedoeld in het eerste lid, is artikel 16 van toepassing.

Artikel 19 - Stagevervoer

Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten als bedoeld in artikel 14, 15, 16, 17 of 18, bekostigen burgemeester en wethouders tevens de vervoerskosten over de afstand tussen de woning danwel de opstapplaats en de stageplek die gelegen is tussen de woning en de school. Van stage is sprake, indien deze blijkt uit een stage-overeenkomst en de stage deel uitmaakt van de schoolgids en het lesprogramma van de school. Burgemeester en wethouders stellen hiertoe nadere regels vast.

Titel 4 - Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer

Artikel 20 - Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Burgemeester en wethouders bekostigen desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel.

Artikel 21 - Bekostiging weekeinde- en vakantievervoer

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verstrekken aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeinde vervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bekostigen de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.

  • 3.

    Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 13 lid 3, artikel 16, eerste lid onder b en artikel 18.

Titel 5 - Eigen bijdrage en bekostiging naar financiële draagkracht

Artikel 22 - Drempelbedrag

  • 1.

    Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 23.400,--, wordt slechts bekostiging verstrekt voorzover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 8 bepaalde afstand te boven gaan.

  • 2.

    In geval burgemeester en wethouders in plaats van bekostiging in geld te verstrekken het vervoer zelf verzorgen dan wel doen verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 8 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 23.400,--.

  • 3.

    De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.

  • 4.

    Het bedrag van € 23.400,--, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2012 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,--. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 23.400,--.

  • 5.

    Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge artikel 9 (niet in combinatie met artikel 10) of titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Artikel 23 - Financiële draagkracht

  • 1.

    Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.

  • 2.

    In geval burgemeester en wethouders in plaats van bekostiging in geld te verstrekken het vervoer zelf verzorgen dan wel doen verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

  • 3.

    De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en bedragen:

Inkomen in euro

Eigen bijdrage in euro

0 - 31.500

Nihil

31.500 - 38.000

125

38.000 - 44.000

520

44.000 - 49.500

960

49.500 - 56.500

1.405

56.500 - 62.500 Bij € 62.500,-- en verder

1.855 per € 4.500,-- extra inkomen wordt de eigen bijdrage steeds opgehoogd met € 455,--

  • 4.

    De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2012 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,--.

  • 5.

    De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2012 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,--.

  • 6.

    Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Titel 6 - Bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Artikel 24 - Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verstrekken bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs nemen burgemeester en wethouders tevens artikel 8 in acht.

  • 2.

    Indien burgemeester en wethouders de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekennen, betrekt het bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele (vervoers)adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen.

  • 3.

    Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid verstrekken burgemeester en wethouders de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets (gebaseerd op de Reisregeling Binnenland), indien de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets. Deze bekostiging is ten hoogste gelijk aan de kosten voor het openbaar vervoer.

Artikel 25 - Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verstrekken bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien:

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is- ook niet onder begeleiding- van openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs nemen burgemeester en wethouders tevens artikel 8 in acht, of:

    • b.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 24 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school en terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    • c.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 24 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2.

    Indien burgemeester en wethouders de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekennen, betrekt het bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele (vervoers)adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3.

    Indien begeleiding in het aangepaste vervoer vereist is, vergoeden burgemeester en wethouders geen andere kosten dan de vervoerskosten, welke verbonden zijn aan de begeleiding van de leerling in het aangepaste vervoer.

Artikel 26 - Bekostiging op basis van kosten van eigen vervoer

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kunnen burgemeester en wethouders de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren. Burgemeester en wethouders kunnen in plaats daarvan besluiten een bekostiging te verstrekken voor een wijze van vervoer die goedkoper is.

  • 2.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigen burgemeester en wethouders aan de ouders die een leerling zelf vervoeren of laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid:

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de kortste route voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekken burgemeester en wethouders aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de kortste route voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4.

    Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de reisregeling binnenland, wordt door burgemeester en wethouders geen bekostiging verstrekt.

  • 5.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en burgemeester en wethouders desgewenst toestaan dan wel van oordeel zijn dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets verstrekken burgemeester en wethouders aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Titel 7 - Slotbepalingen

Artikel 27 - Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 28 - Afwijken van bepalingen

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.

Artikel 29 - Intrekking

De Verordening leerlingenvervoer gemeente Pijnacker-Nootdorp 2003, vastgesteld op 22 mei 2003 (kenmerk 2003.03768) en nadien een keer gewijzigd, wordt ingetrokken.

Artikel 30 - Overgangsregeling

Voor een leerling voor wie in het schooljaar 2010-2011 op grond van de Verordening Leerlingenvervoer gemeente Pijnacker-Nootdorp 2003 een vervoersvoorziening werd verstrekt en niet bij beschikking reeds een overgangsregeling is ingesteld, blijft, indien de ouders dat wensen, in het schooljaar 2011-2012 aanspraak bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar de school die de leerling in schooljaar 2010-2011 bezocht.

Artikel 31 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking in De Telstar en is van toepassing op alle aanvragen voor bekostiging van de vervoerskosten vanaf het schooljaar 2011-2012

Artikel 32 - Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening leerlingenvervoer gemeente Pijnacker-Nootdorp 2011.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 26 mei 2011

de griffier, de voorzitter,

drs. S.G.W.M. Heerdink drs. F.H. Buddenberg