Drank- en Horecaverordening 2013

Geldend van 03-07-2014 t/m heden

Intitulé

Drank- en Horecaverordening 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. de wet: de Drank- en Horecawet

b. inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, lid 1 van de wet;

c. lokaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, lid 1 van de wet;

d. sterke drank: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, lid 1 van de wet;

e. alcoholhoudende drank: de drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat;

f. zwak alcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank;

g. multifunctionele accommodatie: een locatie waar sociaal-culturele en ontmoetingsactiviteiten aangeboden wordt, ten behoeve van de versteviging van de sociale cohesie in een kern;

h. bevoegd gezag: de burgemeester.

Artikel 2 Verbod verstrekking van sterke drank

  • 1 Het is verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting of in een onderdeel van een inrichting:

    a. waarin uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, patat frites of ander snacks en ijs worden verkocht;

    b. waarin uitsluitend of in hoofdzaak onderwijs wordt gegeven;

    c. die uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of -instellingen;

    d. die uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties of -instellingen;

    e. die in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoersbedrijf;

    f. die gelegen is op een kampeer- of caravanterrein;

    g. die uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij kerkelijke instellingen of organisaties gedurende de tijd dat deze uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of instellingen;

    h. die kan worden aangemerkt als dorps- of buurthuis gedurende de tijd dat deze uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of instellingen.

  • 2 Het is verboden bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in inrichtingen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 3 Ontheffing

  • 1 De burgemeester kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, gesteld in artikel 2.

  • 2 Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend.

  • 3 Aan een ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden.

  • 4 Een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 4 Paracommercialisme

  • 1 Aan een vergunning die op grond van artikel 3 van de wet voor het horecabedrijf wordt verleend aan een rechtspersoon (niet zijnde een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) die zich richt op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard, verbindt burgemeester de navolgende voorschriften of beperkingen:

    a. in de inrichting mogen tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard geen alcoholhoudende dranken worden verstrekt;

    b. Bijeenkomsten van persoonlijke aard mogen alleen gedurende de dagperiode, van 07.00u tot 19.00u worden gehouden;

    c. het is verboden de mogelijkheid tot het houden van bijeenkomsten als bedoeld onder a openlijk aan te prijzen;

    d. in de betrokken inrichting mogen tijdens door de rechtspersoon binnen het kader van haar doelstelling zoals verwoord in de statuten alcoholhoudende dranken uitsluitend worden verstrekt vanaf één uur vóór tot één uur na die activiteiten.

  • 2 De onder lid 1 onder sub a en b gestelde voorschriften gelden niet voor een multifunctionele accommodatie, mits aan de volgende voorwaarde wordt voldaan:

    a. de burgemeester heeft een multifunctionele accommodatie als zodanig aangewezen.

  • 3 De burgemeester kan nadere regels stellen ten aanzien van het gebruik van een multifunctionele accommodatie voor feesten en bijeenkomsten van persoonlijke aard.

Artikel 5 Overgangsbepaling

De ontheffingen en verloven die zijn verleend krachtens de voormalige vastgestelde Drank- en Horecaverordening gemeente Raalte blijven van kracht, totdat de tijd waarvoor zij zijn verleend is verstreken of totdat de intrekking onherroepelijk is.

Artikel 6 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als: "Drank- en Horecaverordening 2013".

     

  • 2 Deze verordening treedt in werking zes weken na die waarop zij is bekendgemaakt.

Ondertekening

Sluiting
Aldus besloten in de openbare vergadering van 24 april 2013.
de griffier,     de burgemeester,

Toelichting 1 Algemeen en artikels gewijs

TOELICHTING DRANK- EN HORECAVERORDENING 2013

Algemeen

In 2012 heeft de Eerste Kamer in gestemd met de wijziging van de Drank en Horecawet. De wijziging is met ingang van 1 januari 2013 in werking getreden. De belangrijkste wijzigingen betreffen

1. de wijziging van het bevoegd gezag

Voor heen was het college het bevoegd gezag op het gebied van de Drank en Horecawet, met ingang van 1 januari 2013 is dat de burgemeester;

2. wijziging van het toezicht op horeca-inrichtingen

Het toezicht is met ingang van 1 januari 2013 verschoven van de Voedsel en Waren Autoriteit naar de gemeente;

3. strafbaarstelling bezit en gebruik alcohol

Tot 1 januari 2013 was uitsluitend de verstrekker van alcoholhoudende drankbaar aan jongeren onder de 16 strafbaar, thans zijn de jongeren zelf ook strafbaar bij bezit en gebruik van alcoholhoudende drank;

4. paracommercialisme

De gemeente raad is verplicht regels te stellen ter voorkoming van oneerlijke mededinging waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank.

De verordening kent ook een nieuw begrip, namelijk de multifunctionele accommodatie (MFA). Ook hieraan is een aparte alinea in deze toelichting gewijd.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Dit artikel bevat een aantal begripsomschrijvingen. Begrippen a tot en met f zijn een voortzetting van de begrippen uit de oude drank- en horecaverordening .

Onder g is een definitie van een multifunctionele accommodatie toegevoegd en onder  h is aangegeven wie het bevoegd gezag is: de burgemeester (voorheen: college).

Artikel 2 Verbod verstrekking van sterke drank

Uitgangspunt van de Drank- en Horecawet is het verminderen van alcoholgebruik onder jongeren. Om die reden is in de verordening het bestaande verbod op het schenken van sterke drank in instellingen waar de jeugd veelvuldig aanwezig kan zijn gehandhaafd. Het is in dit kader te betreuren, dat het kabinet de suggestie om de leeftijd waarop de jeugd alcoholhoudende drank mag nuttigen te verhogen tot 18 jaar niet heeft overgenomen. Het staat de gemeente niet vrij op dit onderdeel aanvullende regels te stellen.

In het kader van het terugdringen van het alcoholgebruik onder jongeren is een aantal andere suggesties gedaan, zoals een verbod op Happy Hours. Dit verbod is niet opgenomen. Een dergelijk verbod wordt niet handhaafbaar geacht.

Dit zelfde geldt voor voorschriften betreffende beperkingen voor detailhandel en de koppeling van toegangstijden in horecagelegenheden aan leeftijden. Deze alternatieven voegen niets toe en zijn bovendien nauwelijks handhaafbaar.

Artikel 3 Ontheffing

Artikel 3 geeft de burgemeester de bevoegdheid om van de in artikel 2 opgenomen verboden ontheffing te verlenen. Een dergelijke ontheffing kan incidenteel zijn of een structureel karakter dragen. Intrekking van een verleende ontheffing is mogelijk indien de daaraan verbonden voorschriften niet worden nageleefd of indien de openbare orde in het gevaar dreigt te komen.

Artikel 4 Paracommercialisme

Commerciële horeca-inrichtingen hebben een duidelijke winstdoelstelling. Dit onderscheidt de commerciële horeca nadrukkelijk van paracommerciële horeca-inrichtingen die horeca-activiteiten ondergeschikt moeten hebben gemaakt aan de hoofdactiviteit.

Het zal duidelijk zijn dat dit een spanningsveld kan opleveren als verenigingen en stichtingen

horeca-activiteiten ontplooien, los van hun hoofddoelstelling. Commerciële horecaondernemers ervaren dit als oneerlijke concurrentie en doen een beroep op de gemeente, al dan niet via Bureau Eerlijke Mededinging, om hier tegen op te treden. Een drankje drinken na de activiteit moet uiteraard mogelijk zijn en blijven. Een andere situatie ontstaat als een vereniging of stichting een groot feest organiseert buiten haar doelstelling om of andere bijeenkomsten van persoonlijke aard houdt, waar alcoholhoudende dranken worden geschonken. Er kan dan sprake zijn van oneerlijke mededinging: verenigingen en stichtingen werken veelal met vrijwilligers en ontvangen niet zelden subsidie. Hierdoor kunnen de kosten voor deze instellingen beperkt blijven en kunnen zij tegen lagere prijzen verkopen van de reguliere horeca.

Om die reden hebben wij de volgende bepalingen voor paracommerciële inrichtingen opgenomen in de drank- en horecaverordening:

- Artikel 4.1, onder a : verbod op het verstrekken van alcoholhoudende drank tijdens  bijkomsten van persoonlijke aard

- Artikel 4.1, onder b: alleen bijeenkomsten tijdens de dagperiode zijn toegestaan

- Artikel 4.1, onder c : het aanprijzen van bijeenkomsten van persoonlijke aard is niet toegestaan

- Artikel 4.1, onder d: koppeling van schenktijden aan de hoofdactiviteit van de vereniging of stichting.

Multifunctionele accommodatie

Een multifunctionele accommodatie (MFA) is een samenwerkingsverband waarbij verschillende maatschappelijke organisaties vanuit een centrale locatie hun voorzieningen, producten en diensten aanbieden. In veel gevallen zijn de organisaties gehuisvest in één gebouw. Soms betreft het een locatie met verschillende gebouwen.

Vanuit die centrale locatie worden sociaal-culturele en ontmoetingsactiviteiten aangeboden. Door het samenbrengen van vele functies krijgt een dorp of kern een kwaliteitsimpuls die de sociale cohesie in een dorp of kern verstevigt en van groot belang is voor de leefbaarheid.

In de verordening wordt de ontmoetingsfunctie ondersteund en versterkt door toe te staan dat tijdens  bijeenkomsten van persoonlijke alcoholhoudende drank wordt geschonken.

Hiermee onderscheidt een MFA zich van overige paracommerciële instellingen. Deze instellingen hebben een andere hoofdactiviteit. Het organiseren van bijeenkomsten van persoonlijke aard draagt niet bij aan deze doelstelling.

De voorgestelde redactie is in overeenstemming met het uitgangspunt, dat geen onnodige beperkingen aan de paracommerciële instellingen moeten worden opgelegd. Dit is in lijn met het standpunt van de regering, die in de memorie van toelichting (Kamerstukken II 2008/2009, 32 022, blz. 10) vermeldt dat zij er van uitgaat dat de gemeenten de belangrijke maatschappelijke functie van de verschillende paracommerciële instellingen in acht zullen nemen en geen onnodige beperkingen zullen opleggen daar waar de mededinging niet in het geding is en er geen sprake is van onverantwoorde verstrekking van alcohol, met name aan jongeren.

Het is vanuit deze laatste overweging, dat wordt voorgesteld om het verbod op het houden van feesten van persoonlijke aard niet van toepassing te laten zijn op MultiFunctionele Accommodaties (MFA). Het is algemeen bekend, dat voor velen het houden van bijzondere verjaardagen of jubilea (het bereiken van de 50-jarige leeftijd of een koperen huwelijk e.d.) geen aanleiding is voor het houden van een heel groot feest. Toch willen zij een dergelijke gebeurtenis niet geruisloos laten passeren. De eigen woning is te klein voor dergelijke feesten en de stap naar de reguliere horeca is  te groot. Zij zoeken dan in feite een vergrote huiskamer, waar zij uitsluitend de ruimte huren en de verzorging van de gasten helemaal zelf regelen. Vanuit die vergrote huiskamer-gedachte kan een MFA een heel goede functie vervullen.

Het begrip MFA is voor meerdere interpretaties vatbaar. Om die reden en vanwege de duidelijkheid is het van belang dat het bevoegd gezag – de burgemeester - een MFA als zodanig aanwijst, om het onderscheid met andere paracommerciële inrichtingen te bekrachtigen.

Activiteiten/functies die ter versteviging van de ontmoetingsfunctie in een mfa gebundeld kunnen zijn:

• Culturele bijeenkomsten

• Vergaderruimtes

• BSO 

• Jeugdsoos

• horeca

• serviceruimtes

• sportactiviteiten

• onderwijsvormen

Het betreft hier een dynamische lijst, die aan veranderingen onderhevig is.

Artikel 5 Overgangsbepaling

In artikel 6 is het overgangsrecht opgenomen. Dit overgangsrecht komt er in hoofdzaak op neer dat besluiten genomen op grond van de vorige Drank- en Horecaverordeningen hun geldigheid blijven behouden totdat zij worden ingetrokken.