Uitvoeringsrichtlijn compensatie alleenstaande ouderkop 2015

Geldend van 30-07-2015 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsrichtlijn compensatie alleenstaande ouderkop 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte heeft op 12 mei 2015 besloten:

De doelgroep alleenstaande ouders met een minimum inkomen aanvullend compenseren wanneer men geen recht heeft op de alo-kop. Hiervoor bijgaande uitvoeringsrichtlijn vaststellen.

Uitvoeringsrichtlijn compensatie alleenstaande ouderkop 2015

Compensatie alleenstaande ouderkop

  • 1.

    Op aanvraag wordt aan een rechthebbende per kalendermaand bijstand verstrekt ter hoogte van de alleenstaande ouderkop;

  • 2.

    De alleenstaande ouderkop wordt aangemerkt als voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 15 van de Participatiewet;

  • 3.

    Rechthebbende is de alleenstaande ouder van 18 jaar of ouder die niet in aanmerking komt voor de alleenstaande ouderkop omdat hij een partner heeft als bedoeld in artikel 3 eerste lid van de AWIR en geen aanspraak kan maken op overgangsrecht op grond van de Wet hervorming kindregelingen;

  • 4.

    Het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de toepasselijke bijstandsnorm wordt volledig tot de draagkracht gerekend.

  • 5.

    Om in aanmerking te komen voor de in deze richtlijn beschreven tegemoetkoming dient te worden voldaan aan de voor algemene en bijzondere bijstand geldende voorwaarden, zoals de noodzakelijkheid en bijzonderheid van kosten.

Toelichting

De alleenstaande ouderkop wordt als onderdeel van het kindgebonden budget van de Belastingdienst aangemerkt als voorliggende voorziening. Alleenstaande ouders die niet de alleenstaande ouderkop van de Belastingdienst krijgen, omdat ze in fiscale zin een toeslagpartner hebben, ontvangen van de gemeente een compensatie. De compensatie is altijd ter hoogte van de alleenstaande ouderkop, tenzij de alleenstaande ouder meer verdient dan de van toepassing zijnde bijstandsnorm (de alleenstaandennorm inclusief doorrekening van de kostendelersnorm). In dat geval wordt het verschil tussen de werkelijke inkomsten en de toepasselijke norm, in mindering gebracht op de compensatie.

Achtergrond

Vanaf 1 januari 2015 is de uitkering voor een alleenstaande ouder gelijk aan die voor een alleenstaande. Maar een alleenstaande ouder kan in aanmerking komen voor een hoger kindgebonden budget van de Belastingdienst. De alleenstaande ouder krijgt bij het budget een zogenoemde alleenstaande ouderkop. De Belastingdienst gebruikt een andere definitie van het begrip “partner” dan de gemeente. Het is daarom mogelijk dat iemand voor de gemeente alleenstaande ouder is, maar voor de Belastingdienst niet. Dat kan het geval zijn als de partner in een verpleeginrichting woont, in het buitenland verblijft of in detentie is. Ook kan sprake zijn van een niet-rechthebbende partner. De aanvrager komt in deze gevallen niet in aanmerking voor de alleenstaande ouderkop. Dit geldt ook voor de alleenstaande ouder die naast een minderjarig inwonend kind ook nog een kind heeft inwonen dat ouder is dan 27 jaar. De Belastingdienst beschouwt dat kind als “toeslagpartner” voor o.a. het kindgebonden budget. Ook die krijgt de alleenstaande ouderkop niet. Voor alleenstaande ouders die op 31 december 2014 een bijstandsuitkering hebben is er een overgangsregeling. Degene die daarvoor in aanmerking komt heeft tot 1 januari 2016 recht op een aanvulling van 20% op de bijstandsuitkering. Daarna vervalt de aanvulling.

Bijstand kan uitkomst bieden in geval ouders uit bedoelde groep door bijzondere individuele omstandigheden worden geconfronteerd met noodzakelijke bestaanskosten waarin de algemene bijstand niet voorziet en die de aanwezige draagkracht te boven gaat.