Mandaatbesluit Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

de volgende bevoegdheden

• a.

  het in behandeling nemen van meldingen als bedoeld in artikel 5:1, lid 1 Wvggz;

• b.

  het uitvoeren van het verkennend onderzoek als bedoeld in artikel 5:2, lid 2 Wvggz;

• c.

  het indienen van een aanvraag als bedoeld in artikel 5:2, lid 3 of 5 en 6 Wvggz;

• d.

  het berichten van degenen die een melding heeft gedaan als bedoeld in artikel 5:2, lid 3 of 4 Wvggz;

te mandateren aan de teammanager van het Bijzonder Zorg Team:

De onder I genoemde mandaten worden geacht eveneens te zijn verleend aan de vervanger van de teammanager van het Bijzonder Zorg Team volgens de geldende vervangingsregeling, of bij het ontbreken daarvan aan de aan de teammanager hiërarchisch hoger geplaatste functionaris;

De onder I genoemde mandaten omvatten tevens de bevoegdheid tot het verrichten van feitelijke handelingen zoals het op de hoogte stellen van betrokkenen, het inwinnen van informatie etc.

Een op basis van een gemandateerde bevoegdheid te nemen besluit mag niet worden uitgeoefend indien het te nemen besluit zich niet verdraagt met bestaand beleid, bestaande richtlijnen of voorschriften. De mandataris neemt bij de uitoefening van de bevoegdheden in acht het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, besluiten, circulaires, verordeningen en richtlijnen van rijks- provinciale en gemeentelijke overheid.

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020.