Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Raalte

Geldend van 09-01-2013 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2012

Intitulé

Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Raalte

Burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte,

Gelet op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, in het bijzonder artikel 2 en artikel 3,

Besluiten vast te stellen de volgende regels:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.  college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte;

b.  inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij de gemeente Raalte, is ingeschreven;

c.  uitvoeringsorganisatie: de uitvoeringsorganisatie die door de gemeente Raalte is gemandateerd/gecontracteerd om schulddienstverlening uit te voeren

d.  schulddienstverlening: is het actief ondersteunen van een inwoner bij het vinden van een oplossing voor zijn/haar financiële problemen, maar ook bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost. Schulddienstverlening houdt daarnaast in dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat problematische schulden ontstaan. Daar waar in dit document staat ‘schulddienstverlening’, kan ook worden gelezen ‘schuldhulpverlening’;

e.  verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schulddienstverlening;

Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schulddienstverlening

Alle inwoners van de gemeente Raalte van 18 jaar en ouder kunnen zich tot de gemeente wenden voor schulddienstverlening.

Artikel 3 Aanbod schulddienstverlening

  • 1 Schulddienstverlening wordt door het college aangeboden, indien het college dit noodzakelijk acht en binnen de kaders zoals verwoord in dit normenkader. Elk verzoek om schulddienstverlening wordt dan ook hieraan getoetst.

  • 2 De vorm waarin de gemeente schulddienstverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. Factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    a. zwaarte en/of omvang van de schulden, alsmede de regelbaarheid daarvan;

    b. psychosociale situatie;

    c. houding en gedrag van verzoeker (motivatie);

    d. een eventueel eerder gebruik van schulddienstverlening.

Artikel 4 Verplichtingen

  • 1 Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schulddienstverlening, zowel bij het verzoek als gedurende de looptijd van het schulddienstverleningstraject.

  • 2 Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de verzoekperiode en tijdens het schulddienstverleningstraject.

    De medewerking bestaat onder andere uit:

    a. het nakomen van afspraken;

    b. geen nieuwe schulden aangaan;

    c. het zich houden aan de bepalingen van de door verzoeker ondertekende overeenkomsten.

Artikel 5 Weigeren en beëindigen

Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan de gemeente besluiten om schulddienstverlening te weigeren.

Artikel 6 Recidive – hernieuwd verzoek

  • 1 Indien minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door verzoeker een traject schuldregeling succesvol is doorlopen (minnelijk en/of wettelijk), kan een verzoek schulddienstverlening worden geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.

  • 2 Indien minder dan 1 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend

    - een traject schuldregeling tussentijds door toedoen van de verzoeker is beëindigd (minnelijk en/of wettelijk);

    - ingevolge artikel 5 een traject schulddienstverlening is geweigerd;

    - kan een verzoek schulddienstverlening worden geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.

  • 3 Het in dit artikel bepaalde geldt evenzo voor gedragingen die voor inwerkingtreding van deze acceptatienormen hebben plaatsgevonden.

Artikel 7 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1 Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2 In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 8 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Raalte.

Artikel 9 Inwerkingtreding

De Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Raalte treden met terugwerkende kracht in werking op 1 juli 2012.

Toelichting 1 Atikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van het wetsvoorstel Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

 

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schulddienstverlening

Conform de visie van de gemeente staat schulddienstverlening in beginsel open voor alle inwoners van de gemeente van 18 jaar en ouder. Daarbij wordt het onderscheid gemaakt tussen natuurlijke personen en rechtspersonen. Een zelfstandig ondernemer wordt doorverwezen naar een specialistisch bureau.

Artikel 3. Aanbod schulddienstverlening

In lid 1 is aangegeven dat het college schulddienstverlening verleent indien het college schulddienstverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schulddienstverlening achterwege blijven. Anderzijds wordt middels dit lid, evenals lid 2, recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schulddienstverlening selectief en gericht ingezet dient te worden. Daar waar sprake is van een schuldenpakket dat zich niet laat regelen in combinatie met een onregelbare verzoeker, kan een verzoek worden geweigerd.

Lid 2:

Dit artikel toont de kern van schulddienstverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van schulddienstverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van diensten kan per situatie verschillen. In lid 2 van dit artikel worden 4 factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere diensten schulddienstverlening aanbiedt:

a. zwaarte en/of omvang van de schulden, alsmede de regelbaarheid daarvan;

b. psychosociale situatie;

c. houding en gedrag van de verzoeker (motivatie);

d. een eventueel eerder gebruik van schulddienstverlening.

 

Artikel 4. Verplichtingen en gevolgen schending daarvan

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlenen (lid 2). Dit zowel in de fase van het verzoek als gedurende de looptijd van een traject.

Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.

Artikel 5. Weigeren

Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schulddienstverlening te weigeren. Alvorens dat te doen wordt, conform lid 2, verzoeker indien mogelijk en van toepassing eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel niet benoemd, maar is afhankelijk van de vraag binnen welke termijn betrokkene in redelijkheid aan het verzochte kan voldoen. Wat redelijk is hangt samen met het type verplichting.

Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering van de schulddienstverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid vereist het opleggen van een hersteltermijn maatwerk.

Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

 

Artikel 6. Recidive – hernieuwde verzoek

Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schulddienstverlening in relatie tot eerdere trajecten / contacten schulddienstverlening, zijn in dit artikel regels gesteld.

Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Dit artikel gaat evenwel niet alleen over eigen verantwoordelijkheid. Dit artikel gaat ook over prioriteitstelling: keuzes tot al dan niet toelaten tot de schulddienstverlening dienen mede te worden gemaakt tegen de organisatorische achtergrond van beschikbare formatie en tijd.

Bij het gebruik van artikel 6 en dus de vraag wanneer welk type hulpverlening wordt geweigerd, is het van belang om de in artikel 6 genoemde begrippen / diensten goed te onderscheiden. Schulddienstverlening is een breed begrip en omvat alle diensten zoals deze door uitvoeringsorganisatie zijn omschreven in het basisdienstenboek (of een document van gelijke strekking). Met de uitvoeringsorganisatie worden jaarlijks afspraken gemaakt over de uitvoering en de diensten in een uitvoeringsovereenkomst.

Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schulddienstverlening telt de verleende schulddienstverlening en/of de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.

De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat het college niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 6 indien nodig (ingevolge artikel 7: de hardheidsclausule). In dat geval zal het college altijd in overweging nemen of er sprake dient te zijn van een aangepast aanbod met extra strenge verplichtingen. Uitgangspunt is en blijft evenwel het bepaalde in artikel 6.

Artikel 7. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid 1) en/of onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.

 

Artikelen 8 en 9.

Deze artikelen spreken voor zich en behoeven geen toelichting.