Beleidsregel herstel vormverzuim pro forma en ambtshalve bezwaarschriften

Geldend van 12-02-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel herstel vormverzuim pro forma en ambtshalve bezwaarschriften

Het college van burgemeester en wethouders van Raalte,

Gelet op het bepaalde in:

- de artikelen 1:3, het vierde lid, 4:83 en 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht;

- de besluiten inzake de regionale belastingsamenwerking Deventer, Olst-Wijhe en Raalte

Besluit

vast te stellen de volgende:

beleidsregel pro forma en ambtshalve bezwaarschriften tegen gemeentelijke

belastingaanslagen en waardebeschikkingen ingevolge de Wet waardering onroerende zaken, die niet voldoen aan de eisen die de Algemene wet bestuursrecht aan een bezwaarschrift stelt.

Artikel 1 Toepassing

Deze beleidsregel is van toepassing op bezwaarschriften gericht tegen beschikkingen genomen op grond van een op de voet van artikel 219 van de Gemeentewet vastgestelde verordening, waartegen ingevolge de wet de mogelijkheid van bezwaar is geopend en op bezwaarschriften gericht tegen waardebeschikkingen, genomen op grond van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 2 Termijn tot herstel van vormverzuimen

Voldoet het bezwaarschrift niet aan de eisen die artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (: AWB) hieraan stelt, dan wordt de termijn tot het instellen van bezwaar als bedoeld in artikel van de 6:7 AWB, juncto artikel 22j van de Algemene wet inzake rijksbelastingen:

a.  met vier weken verlengd om de indiener gelegenheid te bieden het vormverzuim te herstellen.

b. indien men niet binnen de vier weken heeft gereageerd, wordt deze termijn van vier weken verlengd met twee weken.

Artikel 3 Mededeling

  • 1 Aan de indiener wordt de ontvangst van zijn bezwaarschrift meegedeeld.

  • 2 De ontvangstbevestiging bevat:

    a. de vermelding van het verzuim;

    b.1. de termijn van verlenging tot het indienen van een bezwaarschrift tot tien weken na de dagtekening van de bestreden beschikking;

    b.2 de termijn van verlenging tot het indienen van een bezwaarschrift met twee weken na dagtekening van de ontvangstbevestiging, als bedoeld in artikel 2 eerste lid letter b.

    c. de vermelding dat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk wordt verklaard bij overschrijding van de termijn genoemd onder b, in het geval dat het verzuim niet is hersteld.

Artikel 4 Termijnverlenging

  • 1 Op verzoek van de indiener, in aanvulling op het bepaalde in artikel 3, tweede lid, letter b, kan de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, eerste lid, letter b, van de Gemeentewet, die bevoegd is een bezwaarschrift in ontvangst te nemen en daarop te beslissen, in daartoe aanleiding gevende gevallen de termijn om het verzuim te herstellen verlengen, doch niet langer dan tot zes maanden na dagtekening van de beschikking. De indiener wordt omtrent deze beslissing schriftelijk geïnformeerd.

  • 2 Het bepaalde van artikel 3, tweede lid, letter c, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontvankelijkheid van het bezwaarschrift

Een bezwaarschrift is ontvankelijk indien:

1. een bezwaarschrift niet tijdig is ingediend of

2. een verzuim niet binnen de termijn, gesteld in de ontvangstbevestiging van artikel 3, tweede lid,  letter b, hersteld wordt indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener ten aanzien van de termijnoverschrijding in verzuim is geweest.

a.  een bezwaarschrift tijdig is ingediend, doch niet geheel aan de eisen die de wet er aan stelt voldoet, maar waarvan het verzuim een goede behandeling van het bezwaarschrift niet in de weg staat en belanghebbende niet in zijn belangen wordt geschaad;

b.  Een bezwaarschrift is niet- ontvankelijk indien:

Artikel 6 Slotbepalingen

  • 1 Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en is van toepassing op alle in de aanhef genoemde gevallen.

  • 2 De datum van ingang van dit besluit is 12 februari 2013.

  • 3 De regeling kan worden aangehaald als: “Beleidsregel herstel vormverzuim”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 februari 2013.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte,
De secretaris,     De burgemeester,
E.T. Halman    P.A.Zoon

Toelichting 1 Artikelsgewijze toelichting

Artikelsgewijze toelichting bij Beleidsregel herstel vormverzuim pro forma en ambtshalve bezwaarschriften

Algemeen

In het fiscale recht worden veel beschikkingen genomen waartegen een bezwaarschrift kan

worden ingediend. Artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat de vereisten

waaraan een bezwaarschrift behoort te voldoen. In een aantal gevallen voldoen

bezwaarschriften niet aan de eisen die deze wet er aan stelt. Dit kan veroorzaakt zijn door

onbekendheid met de desbetreffende wettelijke regels, dan wel dat belanghebbenden of

hun vertegenwoordigers meer tijd nodig hebben dan de wettelijk termijn van zes weken om

een bezwaarschrift dat wel aan de eisen van de wet voldoet in te zenden.

Artikel 6:6 Awb biedt dan de mogelijkheid een nadere termijn te stellen aan belanghebbenden om een verzuim te herstellen.

Omdat een gemeentelijk beleid over deze gevallen direct de belanghebbenden (: belastingplichtigen) treft behoort dit beleid in publiekelijk bekend te maken beleidsregels vastgelegd te worden.

Artikel 1 Toepassing

De beleidsregels hebben betrekking op alle belastingverordeningen. Dit zijn de verordeningen die worden vastgesteld op grond van artikel 219 Gemeentewet. Het kunnen zijn de belastingen die in

de Gemeentewet zelf zijn genoemd, maar ook de voor gemeentelijke belastingen

gehouden heffingen gebaseerd op regelgeving in bijzondere wetten, zoals bijvoorbeeld de

Wet milieubeheer, de Wet op de lijkbezorging en de Wet op de ruimtelijke ordening.

De beleidsregels zijn van toepassing op alle beschikkingen, genomen op basis van een

belastingverordening, waartegen in de Gemeentewet of de Algemene wet inzake

rijksbelastingen de mogelijkheid van bezwaar is geopend.

Voorts zijn de beleidsregels van toepassing op de beschikkingen tot vaststelling van de waarde van een onroerende zaak ingevolge de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 2 Termijn tot herstel van vormverzuimen

Een bezwaarschrift behoort aan een aantal vereisten te voldoen. Deze zijn opgenomen in

artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb):

• naam en adres van de indiener:

• dagtekening van de brief;

• omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift is gericht;

• de gronden van het bezwaar;

• gesteld in de Nederlandse taal indien dit voor een goede behandeling van het

bezwaar noodzakelijk is.

Voldoet het bezwaarschrift niet aan deze eisen, dan moet de indiener de gelegenheid

krijgen het verzuim te herstellen. Veel voorkomend verzuim is het ontbreken van de

gronden van het bezwaar. Artikel 6:6 Awb geeft aan dat voor het herstel van een verzuim

een redelijke termijn geboden moet worden. Nergens is aangegeven wat een redelijke

termijn is. Ten behoeve van de uniformiteit en een adequate afdoeningstermijn van

bezwaarschriften is voor een regeling gekozen waarbij naast de termijn van zes weken te

rekenen vanaf de dag na de dagtekening van de beschikking een extra, hierop aansluitende, termijn

van nog eens vier weken geboden wordt om een rechtsgeldig bezwaarschrift in te dienen. In de praktijk blijkt dat in bijna alle gevallen een voldoende lange termijn om een gemotiveerd bezwaar-schrift in te dienen. Het voordeel van een uniforme termijn is dat indieners, ongeacht bij welke gemeentelijke dienst zij een bezwaarschrift tegen een gemeentelijke belasting indienen, qua termijnen duidelijk en uniform behandeld worden.

Artikel 3 Mededeling

De ontvangst van het (onvolledige) bezwaarschrift wordt medegedeeld. Dit is overigens een

verplichting van de Awb.

In deze ontvangstbevestiging wordt aangegeven dat het bezwaarschrift niet conform artikel

6:5 Awb is ingediend en dat de indiener de gelegenheid, conform artikel 2, wordt geboden

het verzuim te herstellen. Aan vormfouten in het bezwaarschrift en overschrijding van de

termijn zijn wettelijke gevolgen verbonden, namelijk dat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk

kan worden verklaard. Hierdoor kan voor een inhoudelijke toetsing van de uitspraak geen

beroep bij de onafhankelijke belastingrechter meer worden ingesteld. Om de

belastingplichtigen op deze consequentie te attenderen, wordt het “niet-ontvankelijk

verklaren van het bezwaar”, expliciet in de mededeling genoemd.

Artikel 4 Termijnverlenging

In verreweg de meeste gevallen is een termijnverlenging met vier weken voldoende om een

verzuim te herstellen. Er zijn echter uitzonderlijke situaties denkbaar waarbij ook deze

termijn te kort is om een goed onderbouwd bezwaarschrift in te zenden. Hierbij kan worden

gedacht aan (grote) industriële complexen, waarbij een derde (externe deskundige) ingeschakeld wordt in de poging de juistheid van de aanslag/beschikking of nota te weerleggen.

De gemeenteambtenaar, die bevoegd is een bezwaarschrift in ontvangst te nemen en te

behandelen, moet dan de ruimte hebben om afhankelijk van de omstandigheden op basis

van eigen inzicht en kennis een andere, in het specifieke geval redelijk te achten, termijn te

stellen voor het indienen van het bezwaarschrift.

Artikel 5 Ontvankelijkheid van het bezwaarschrift

Dit artikel ziet op twee situaties.

In onderdeel a. gaat het om bezwaarschriften die wel tijdig zijn ingediend, doch niet geheel

aan de eisen die aan een bezwaarschrift worden gesteld voldoen. Indien dit kleine

verzuimen zijn, bijvoorbeeld het ontbreken van een dagtekening, of het niet vermelden van

het aanslagbiljetnummer behoeft dat een goede behandeling van het bezwaarschrift niet in

de weg te staan, mits voldoende duidelijk is waarom en waartegen bezwaar

wordt gemaakt. Zo’n bezwaarschrift is ondanks het vormverzuim toch ontvankelijk te

beschouwen en kan “normaal” behandeld worden.

Onderdeel b. ziet op de situaties dat het bezwaarschrift niet tijdig is ingekomen, dan wel de termijn om het verzuim te herstellen verstreken is zonder dat herstel heeft plaatsgevonden, omdat kan worden gezegd dat het de indiener niet kan worden aangerekend dat hij door bijzondere omstandigheden, die hem persoonlijk betreffen, niet tijdig van het rechtsmiddel om in bezwaar te gaan, gebruik heeft kunnen maken. Van geval tot geval moet beoordeeld worden of van zodanige bijzondere omstandigheden sprake is. Deze bepaling sluit aan bij artikel 6:11 Awb